Inhoud blog
  • 77 dagen van huis weg, elke dag hetzelfde beleg
  • de foto's van Astypalea 2
  • foto's 3
  • foto's van Astypalea 1
  • Een late vogel heeft ook pluimen!
    Zoeken in blog

    Trivialiteiten in de Dodecanissos 2011
    3 maanden van huis weg
    18-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de foto's van Astypalea 2
    En hier is de tweede reeks

    MAARTEN EN SCHEVE TOM BETRAPT IN EEN ROMANTISCHE BUI


    MAARTEN MET SNOTPIET


    MOEPOES


    ZOEK DE FLOR, HIJ HEEFT WEL DEGELIJK EEN BROEK AAN (WITTE ZWEMBROEK)

    TOM MET APPEL

     
    OKTOPUS MET SAUSKE


    MAARTEN SCHILDERT TERRAS VAN MAROULA


    ONS MAROULA MET HARE PLANT


    MAROULA MET HARE KALANT


    FLOR ROLT, MAROULA HURKT


    DUETJE SCHILDEREN MET ZONNEBRIL


    TRIO IN DE ZETEL


    DE MOLENS VAN DE PLATEA


    DRIEWIELER MET EXTRA WIEL


    DEN TORENSCHILDER


    SLANGENMENS IN DE KOFFERBAK


    TOM NOG STEEDS MET ZIJN VERBODEN VRUCHT


    VEILIG VERKLAARD


    TROTSE SCHIPPER NAAST HOPELOOS VLOT


    DUIKBOOT SUCCESVOL GEZONKEN

    18-06-2011 om 18:06 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto's 3
    En de derde reeks

    VUURKE STOOK OP MOOI STRAND


    RITUELE VERBRANDING VAN POT DE VIS


    KAPITEIN ANTONI MET SCHONE VIS


    IDYLLISCHE BAAI


    MEESTER VAN DE GRILL


    VIS MET GROENTEKES


    TOM HEEFT GROTE HONGER


    HET EINDE VAN DE CRUISE


    RECYCLAGE VAN SIRENE


    KUST VAN AMORGOS OM 7U 'S MORGENS VANOP FERRY


    WATERLEIDING MET POTAMOS


    EZELZADELS MET ONTROOSTBARE OLIJFBOOM


    KAMERS MET BESCHADIGD UITZICHT


    CICADEN zijn insecten. De mannetjes zingen om vrouwtjes over te halen tot een paring. De larven leven jarenlang onder de grond. Met hun lange zuigsnuit zuigen ze sap uit de wortels. Cicaden maken een aantal vervellingen door. De laatste vervelling gebeurt boven de grond.


    LAGE BEWOLKING


    KAPEL MET EEN SMOELTJE


    KUITENBIJTERS


    KALDERIMI, OFTEWEL EZELSPAD

    ZICHT OP EGIALI EN IN DE HOOGTE POTAMOS

    DUIDELIJKE WEGWIJZER

    18-06-2011 om 18:04 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto's van Astypalea 1
    Voilà,
    hier is de eerste reeks foto's.

    AANKOMST VAN DE FERRY


    EVEN EEN GOE PLEKJE ZOEKEN ONDER DE LANTAARNPAAL


    EN DAN EEN DUTJE DOEN


    PLATEA VAN CHORA (ASTYPALEA) VANOP HET TERRAS VAN MAROULA


    HET STEILE LADDERTJE MOET GETEST WORDEN


    HET VLINDEREILAND


    ASTRONAUTE ZONDER PAK


    PIAGGIO 125CC


    ONS STAMRESTAURANT "ROODBAARD"


    ONZE "LIEVE" BUURHOND DEN NEGRO


    PLATTEN TUUP


    DE DUIVEN ZIJN GELOST : MAARTEN,FLOR EN TOM


    FLOR MET LUCHTZAK EN TOM MET MYTHOS


    SNEL EEN KIEKJE VAN DE CASTRO


    STRAND VAN LIVADI MET VET JACHT, MAARTEN IMMITEERT EEN TORPEDO


    BIJ ONS MARIE OP DEN DORPEL


    HET ROS VAN DIMITRIS, HANDIG VOOR BERGOP MET ZWARE REISZAK EN TOERIST ACHTEROP


    TAVERNA ALLEEN VOOR ONS IN VATHI


    BEZOEK CASTRO BOVEN CHORA


    18-06-2011 om 17:41 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een late vogel heeft ook pluimen!

    Aangezien ik niet veel respons krijg vermoed ik dat jullie leven zo triviaal is dat zelfs dat het vermelden niet waard is. Maar ik ga moedig door, het is de enige manier om het hoofd boven water te houden. En er is hier veel water, buiten de eilanden. Zelf de lucht is zwangervol gevuld met voorbij razende watercontainers, hier worden de wolken gemaakt, in de verte stijgt de nevel uit de baren en vormt sliertjes slagroom, dichter bij het eiland weven ze zich in elkaar en bij het stijgen om de bergen over te geraken ontstaat een dikke grijze soep waaruit af en toe een dikke druppel valt. Dit is de tweede dag op rij dat de bergtoppen in nevelen zijn gehuld. Sinds 10 juni zitten we op Amorgos, een eiland van de Cycladen, een dag vroeger dan we hadden afgesproken. Twee schrale heren kwamen ons met een bestelwagen in Egiali afhalen en brachten ons de berg op naar Potamos. Het complex, Pano Gitonia, waar we iets huren, is in volle transformatie, huisjes worden opgeknapt of gebouwd. We kunnen nog niet in ons gereserveerd appartement en krijgen in afwachting een studio in het naastgelegen hotel Uranos. Het is groot genoeg, met een terras dat uitkijkt over de baai van Egiali. Aan de overkant van de vallei schittert het witte bergdorp Tholaria. We zijn al van 4u op en de vermoeidheid slaat toe, we doen een dutje.

    Het bijhouden van deze blog is ontzettend moeilijk. Niet alleen is de inspiratie en de goesting ver zoek, de Griekse wifi heeft kuren. We hebben Symi al lang achter ons gelaten en gingen dan terug naar Kalymnos voor een viertal dagen, van daaruit geraakten we gemakkelijker op Astypalea waar we bezoek kregen van Maarten, Tom en Flor. Nader bericht daarover volgt. Nu zitten we dus op Amorgos en doe ik mijn best om er terug in te komen, straks zoeken we wel een hotspot.

    Dit eiland bezoeken we voor de derde keer, het is een beetje zoals thuiskomen. De eerste keer zat in een pakket van een wandelvakantie via SNP (Nederlandse wandelorganisatie) in 2007 op Naxos, Santorini en Amorgos, dat liefde op 't eerste gezicht werd. De tweede keer gingen we er op huwelijksreis 2008, drie weken in Langada in een klein huisje, Michel kwam ons bezoeken, hij was er ook weg van. Nu zijn we er dus opnieuw, veel is er niet verandert. Dichter bij het hoogseizoen stijgt het aantal toeristen, de aantallen zijn minder aanzienlijk dan voor de crisis. De bouwsector lijkt hier geen last van te hebben, zelfs zaterdag én zondag wordt er doorgewerkt. De eerste dagen is het bloedheet, wandelen is een marteling zodat we niet verder geraken dan Langada, waar we 3 jaar geleden verbleven. Stefanos, de ober, loopt er nog rond, blauwe broek vol verfplekken. Hij herkent ons en schuift bij aan tafel, een hartelijk weerzien. Om 18u begint hij in het restaurant te werken, daarvoor doet hij allerlei klussen in het dorp, zoals nu het schilderen van het in rotsen uitgehouwen kerkje om de hoek. Ook al komt hij van Thessaloniki verlaat hij zelden het zakdoek grote dorp. In zijn ruige tijd zat hij in de hooligankern van de sjottersclub van zijn stad, nu is hij de rust zelve, spreekt heel zacht. Op zijn armen heeft hij vervagende tatoeages, het haar in een staart. We praten een tijdje en beloven terug te komen. We dalen af via een mooie kalderimi (ezelspad geplaveid met grote ruwe stenen) naar het strand van Egiali op zoek naar een schaduwplek.

    Sinds eergisteren zitten we waar we moeten zitten: een ruim appartement, volledig gerenoveerd, zeer ongrieks, met een groot terras met een indrukwekkend uitzicht: voor ons de baai van Egiali, rechts de vallei met aan de ene kant Tholaria in de hoogte, in het midden het strand met daarachter de vruchtbare groene vlakte, aan de andere kant van de vallei ligt Langada hoog tegen de bergwand, links vlakbij ligt het Nikouria eiland, in de verte op enkele uren varen ligt Naxos (vaak niet te zien door de nevel) waar de zon ondergaat. Ik zit hier dikwijls gewoon te kijken of te speuren met de verrekijker, er is altijd wat te zien, mijmeren mag ook. Ondertussen wordt er rondom ons flink doorgewerkt, ze verwachten een gezelschap Canadezen.

    Gisteren was het wolkendag en dus beter stapweer. We maken de rondwandeling langs Langada en Tholaria, wandeling nr4 op de kaart. Mooi, grote delen over oude kalderimi, met hier en daar een hoop ezelsmest, donkere valken cirkelen in de diepte op zoek naar prooi. We vernemen dat het de laatste tijd veel heeft geregend wat de verklaring is voor het uitbundige groen. Het pad wordt smaller, onvriendelijke distelachtige reuzenplanten teisteren onze benen. .Voor we in Tholaria aankomen breekt de zon door de wolken, de temperatuur loopt snel op. We schuilen op tijd onder de luifel van een restaurant, en eten.

    Ik ga even terug in de tijd, de tijd toen de vriendjes op bezoek kwamen.

    Astypalea, het vlindereiland (zo genoemd vanwege de vorm), is een redelijk kaal eiland, weinig plantengroei, haast geen bomen, het groen op de bergwanden is niet meer dan een verzameling stekelige planten die zelfs de geiten niet kunnen plezieren. Ik had me niet zo goed voorbereid en schrik daar toch van. Om de desolaatheid nog te vergroten komen we op 29 mei aan in een haven waar buiten de aanlegkade en een troosteloos gebouw (wachtzaal-café-havenpolitie) niets te zien is, niets, geen kloten. Er staat wat ophaalvolk te wachten om het uitstapvolk te vervoeren, geen taxi te zien. Op het eiland zijn er slechts 2, ik had me voor het uitstappen reeds vooraan geposteerd om de meute voor te blijven. Het manoeuvre lukt slechts gedeeltelijk. Ze zeggen dat de taxi's eraan komen. Even wachten, en ja daar komt de eerste, een nieuwe Toyota. De chauffeur helpt met de bagage, hij aarzelt en laadt nog een stel antieke duitsers op. We zitten op elkaar gepropt, beter dan te voet het ellendige stuk naar de stad te doen. Demoffen spreken slechts duits , horen dat we belgen zijn en zijn er van overtuigd dat we hen wel zullen verstaan. We houden vol om hen aan te spreken in het engels, ni plezant. Op de Platea (plein) zet hij ons af. We hebben een afspraak bij Notos, een klein café waar we Maria zouden ontmoeten voor de sleutel. Notos is gesloten en Maria zit in Athene, onverwacht, en zal iemand sturen om het huisje te tonen. We wachten op een leuk terras en drinken een appelsiensapje, vers. Er wandelt een smalle gast langs, grijzend haar in een staartje, baardje, druk bezig met GSM, speurt rond maar negeert ons. Bies krijgt Maria aan de lijn, vraagt waar we zitten, enz... Blijkt die ene gast onze contactpersoon, den Dimitris. Hij zal ons zelfs naar het huisje brengen. We volgen hem, achter de hoek staat een zwart scharminkel van een brommerke, misschien 30 jaar oud. Hij neemt mijn grote tas en plaatst hem tussen zijn dijen op de tank, ik zit achterop, we vertrekken steil bergop. Hij zoekt steun met zijn in crocks gestoken voeten. Spannend. Traag schieten we op. Op het eind moeten we te voet over trappen, het huisje ligt niet ver van de vestingsmuur van het hooggelegen Castro. Hij opent de deur en keert weer om Bies te gaan halen. Ik hou mijn hart vast. Ik doe mijn ronde, het is een heel authentiek huis, voordeur in twee delen, lage deurpost (amaai mijne kop), goed uitgeruste keuken, afzonderlijke badkamer (goede afwerking) met wasmachien, smalle trap naar eerste verdiep gangetje met kleerkast, grote ruimte met twee zetels die als bed kunnen dienen, een mezzanine (een claustrofobisch aandoend tussenverdiepje met een twijfelaar als matras), een smal trapje naar het luik om het dakterras te bereiken. Het ziet er goed uit. Binnen enkele dagen krijgen we bezoek: Maarten, Tom en Flor. We kijken er naar uit. We dumpen onze bagage en gaan terug naar het plein. Op hetzelfde terras bestellen we iets ontbijtachtig, spiegeleieren met bacon, yoghourt met honing. Het smaakt . Later zal deze tent ons stamcafé worden. En een stamrestaurant vinden we ook: den Barbarossa, serveert fijne on-griekse griekse gerechten, de baas, wat corpulent en zwetend, die de bestellingen komt opnemen, wauwelt een Engels waar zelfs Manuel van Foulty Towers gillend zou van weg lopen. Met een tolk komen we er uit. Het lopen is hier niet van de poes, geen enkel stuk weg ligt horizontaal, steeds volgt na een afdaling een beklimming, doseren is het ordewoord. De zon brandt ongenadig zodat vroeg vertrekken aangeraden is, tussen 7u en 7u30. Goe zweten en daarna bijtanken.

    We huren een brommertje, een wat zwaarder model om de hellingen gemakkelijker te nemen: ne Piaggio 125cc. De eerste test gaat naar Vatses beach. Na enkele kilometer stopt de pekweg en verandert in een “dirtroad”, een oncomfortabele baantje met losse keien dat ons de bergen in leidt en later steil naar beneden het strand op. Deze uitdaging schrikt heel wat mensen af want er is haast geen volk. Fijn plekje op de kiezels.

    De nachten verlopen allesbehalve rimpelloos. In het buurhuis schuilt een volledige zoo. Naast de deur hoopt de rommel zich op, daartussen zit witte moepoes met haar jongen (pakt onmiddellijk Bies in die katteneten aanschaft), daarrond drentelt een verwaarloosde poedel met rastakrullen van de vetzakkerij (de Negro), binnen (later buiten) jankt een bastaardteef met een roedel kleintjes. Het huis wordt bewoond door vader en zoon Pakternogene, die telkens ze het huis verlaten met hun brommerkes Negro en de moederteef achter zich aan krijgen, het gejank achter zich latend. Ze vertrekken soms heel laat om dan tussen 2 en 3 's morgens thuis te komen, de meute ontwaakt en heel de buurt is wakker. Soms leggen ze de Negro vast aan een ketting, het gejank is dan nog erger. Slaap kindje slaap helpt niet, oorstoppen wel.

    De tweede brommerdag voert ons naar het noorden, Mesa Vathi, het grootste deel over onverharde weg. Het wordt een zware beproeving, normaal wordt dit deel gedaan met een 4x4, maar het is een "oranje" brommer en dan worden de grenzen verlegd. Het eindpunt is minder dan een dorp groot, enkele huizen en een taverna. Aan de kleine kade liggen twee zeilboten met een Belgische vlag gezellig naast elkaar, kleine wereld. We laten hen in hun waardigheid. Maria zet heerlijke spijzen op tafel, we genieten op het blauwe terras. Die Grieken met hun blauw-wit, aan veel huizen wappert fier de vlag met strepen en kruis, de huizen zelf zijn wit gekalkt met ramen en deuren in blauw, heel soms in groen. Het past in het landschap, zou me niet kunnen voorstellen dat het in Zweden zou gebeuren: gele huizen met blauwe deuren. We vatten de terugweg aan, het gaat vlot en vlieg als een volleerd motocrosser over de keien. We bereiken de pekweg, even later voel ik een snok aan het achterwiel en stop onmiddellijk : platte band. Een geluk dat het op die plaats gebeurt en niet in het midden van nergens. De brommerverhuurder belooft er binnen 20 minuten te zijn. Ik wis de sporen van offroadtrip uit (veeg het stof weg). De man daagt op met een nieuw machien, hij heeft een pomp bij, hoopt de band te kunnen oppompen. Wij mogen met de nieuwe verder. De man vermoedde dat we te lang met een te platte band hadden gereden, we ontkennen. We zijn er niet gerust in. Ik vrees dat hij bij het inleveren de kapotte band zal aanrekenen. En dat gebeurt niet!

    We huren bij een concurrent een 4X4 Suzuki Jymni (ofJimny), fel blauw, want we gaan de jongens afhalen van de luchthaven. De achterbank is wat aan de krappe kant. De luchthaven is ook aan de krappe kant, kleine parking, aankomsthal, bagageband (max 6 meter), landingsbaan, vliegtuig. Het is geland voor we het beseffen, een klein gezelschap stapt uit het tweemotorig toestel (propellers) en wandelt naar het aankomsthalletje. Een glazen deur scheidt ons van onze vrienden. Een ongeduldige dame opent de deur , we mengen ons met de aankomers. Het weerzien is hartelijk, snel zijn we op pad, de Suuz propvol gestoken,de boys kreunen op de achterbank, naar een taverna in de buurt. Ze moeten wat bekomen. De jongens zijn zeer ingenomen met het huisje. De lange broeken worden ingeruild voor een kort model en we verhuizen naar het dakterras, waar we bij een frisse Mythos verder keuvelen, alsof hier al weken samenzitten. Tussen de teugen bier blazen we Flor zijn luchtmatras op. Barbarossa krijgt ons weer over de vloer, hilariteit bij de jongens wanneer de baas zijn schabouwelijk Engels bovenhaalt. Flor is een imitatiemeester en geeft “moesjaka” een nieuwe dimensie. Maar 't is wel lekker !

    We nemen de jongens op sleeptouw, laten rust primeren, ze zijn duidelijk overwerkt. Van strand naar terras naar restaurant naar bed, of een licht gewijzigde volgorde. We vinden enkele afgelegen stranden waar Flor zijn vlottenbouwerstalent demonstreert (of juist niet)Ze zwemmen veel. Flor schaft een fluo-geel schepnet aan, straks eten we vis. Voor de rest worden er geen activiteiten gepland, ik krijg ze enkele malen mee tijdens mijn ochtendlopen. We leren hen Maroula kennen, de bazin van het café aan de Platea. Na enkele dagen slaagt Maarten erin het rasterwerk van het terras te schilderen samen met Maria de dienster en Flor. Maroula houdt het even vol en verdwijnt dan naar haar kleine dochter die wordt bijgehouden door haar blinde moeder. En verschijnt weer enkele uren later wanneer het werk gedaan is. We kunnen niks meer fout doen. De oude vaste klanten kijken raar, snappen er niets van.

    De nachten brengen onvoldoende rust, niet alleen de honden geven van hun “perette”, de snurkers concerteren, soms in trio. Flor is de enige die overal doorslaapt, ondanks zijn eigen gesnurk, zelf noemt hij het “luid ademen”.

    Maarten verjaart, hij geeft toe aan zijn goede voornemens en vergezeld me als enige tijdens de ochtendloop. We blijven de hitte voor. We hebben achter zijn rug afgesproken dat Maroula een verjaardagstaart maakt. Ze zorgt die avond ook voor het eten. Overdag maken we een boottocht, ook via Maroula geregeld. De kapitein, Antoni, is verre familie van haar. Bij het vertrek thuis trek ik de deur dicht met de sleutel langs de binnenzijde in het slot. We kunnen nergens binnen, alles gesloten buiten 1 raam met tralies. Klote. Zorgen voor later, we gaan door. De Suuz brengt ons naar de kade van Maltezana. De kapitein komt aangereden met zijn brommerke. Hij is een ferme man, ondanks zijn kleine gestalte, hij heeft een mooi houten schip, tijdens het hoogseizoen zitten er tot 25 sardienen op het dek. We hebben een zee van plaats, het is het eerste tripje. Kapitein Tom neemt het roer over eens we in volle zee zijn. Het schip is te groot om tot op het strand te varen, dus wordt er een aanhangbootje meegesleurd. Antoni krijgt de motor van dit bootje niet aan de praat (hij blijft het de hele dag proberen) en hij moet zich behelpen met roeispanen. Hij brengt Bies en onze rommel naar de kant. Wij, de jongens, springen uitgelaten in 't water en zwemmen naar het strand. Ik haal het ternauwernood, een eeuwigheid geleden dat ik nog meer dan 20 meter zwom. Het strand ligt aan een lage landengte, aan de andere kant, 50 meter verder, ligt nog een strand, het ziet er fraaier uit. Ik ontwaar een donkere massa vlak boven de vloedlijn: het kadaver van een walvisachtig iets, half opgevreten, het vel lijkt gelooid leer, de bek vertoont in een grijns grote gele tanden (potvis?). We blijven op het eerste strand. Er is veel troep aangespoeld: drijfhout, plastiek flessen en bakken, PVC-buizen, netten, touwen. We helpen Antoni met de opruim, de gemeente doet toch niks. Hij maakt enkele vuren waar we alles kunnen op smijten, de vlammen laaien hoog op. Hij bekommert zich ook over het lot van de potvis en schenkt hem (of haar) een rituele verbranding. De meeste rommel is opgeruimd en de schipper is ons dankbaar. Badend in het zweet zoeken we verkoeling in de baren. We gaan terug aan boord en puffen verder, naar een mooier strand, waar Antoni vissen zal grillen. Bij aankomst springen dezelfden weer in 't sop, bij Flor duurt het wat langer tot hij er met een vreselijk gil invalt. We zoeken brandhout voor het grillen, en bouwen nog een tweede brandstapel voor de aangespoelde troep. De vissen hebben een onuitspreekbare naam beginnende met een M, een hand groot. Antoni reinigt de vissen met behulp van mijn Zwitsers mes, ingewanden eruit, schubben eraf, de visgeur krijg ik niet meer van mijn mes. Hij steekt ze in een rooster, een vis per persoon, en houdt ze boven de gloeiende asse. Gaar. Onder een overhangende rots zitten we op keien met de voeten in 't water rond een grote steen die als tafel dienst doet. We eten met de handen, lekker primitief. Overgoten met uitgeperst citroensap smaakt het heerlijk, nooit een betere vis gegeten. De afwas stelt niets voor. Graten en vel worden teruggeven aan de zee. We keren weer naar het moederschip en zetten de terugtocht in.

    Ik heb een oplossing bedacht voor de gesloten deur, we kunnen niet wachten en snellen naar boven. Het raam met tralies naast de deur staat open. Het slot is van oude makelij, met een haakje waar je aan trekt om de deur te openen. Flor steekt zijn arm door het raam met het fluo schepnet in de hand, hij heeft een hoek in de steel gewrongen want de muren zijn dik en een direkte benadering van het slot dus niet eenvoudig. Aan de deur geef ik hem aanwijzingen over de hoogte van het slot, en binnen de minuut klikt het open. We kunnen binnen en maken ons klaar voor een feestje.

    We dineren bij Maroula. Ze heeft haar beste beentje voorgezet, de potjes en schalen blijven aanrukken, de honger haast onstilbaar. We drinken dorstig door wit en rood. Uiteindelijk verschijnt Maroula met de taart (lemonpie), ze tracht de brandende kaarsjes te beschutten tegen de stevige wind maar dat lukt niet. We steken ze terug aan en Maarten blaast ze blij uit. Een heerlijke taart, maar zwaar verteerbaar. We krijgen de helft mee naar huis.

    De volgende dag begint aarzelend, ik ben als eerste op, de rest heeft nood aan uitslaap. Maarten gaat met Flor nog wat schilderen bij Maroula, tot de verf op is, Bies gaat mee om te supporteren. Ik blijf thuis, wat schrijven, zoals Tom, ieder op zijn plekje. Morgen vertrekken Bies en ik naar Amorgos met de boot van 5u15, hondsvroeg. Ik pak mijn valies in en trek met Tom naar ons stamcafé. De verf is op, ze rustig te keuvelen, van Maroula geen spoor, we zuipen verder zonder haar. We dalen verder af naar de haven, we vieren ons afscheid in een authentiek restaurant, aan de rand van het strand, stoelen en tafels in het zand. We bestellen het menu leeg, rood en wit doen mee. Even mijn handen wassen, denk ik, en vertrek naar het toilet. De extreem lage en smalle deur noopt tot voorzichtigheid, toch slaag ik erin mijn hoofd te stoten aan de deurstijl, bloed aan mijne gevel: een kap van 3 cm in mijn voorhoofd, en de gerechten moeten nog opgediend worden. Miljaar. Met een prop toiletpapier (proper) tegen mijn kop geduwd kom ik terug aan tafel en toon mijn oorlogswonde terwijl de ober de schotels op tafel zet. Smakelijk. Flor spring recht en brengt een zak ijs om de zwelling te onderdrukken. Bies snelt weg en komt terug met een watje bruin (isobetadine) en ne plakker. Nu het onsmakelijk zicht is weggewerkt kunnen we eten, en het smaakt wonderwel. Met een goed en gevuld gevoel stijgen we, met een ijsje in de hand, naar Chora om afscheid te nemen van Maroula. Adressen worden uitgewisseld, eeuwige trouw beloofd, nu kunnen we gaan slapen, de nacht zal kort genoeg zijn.

    De wekker loopt af om 4u. De solidariteit is groot, iedereen komt uit zijn nest en begeleidt ons naar de Suuz. Onder de molens nemen we innig afscheid, de jongens vertrekken straks om 13u met de vlieger. Ik rij, voor de laatste keer, met de Suuz, wat lastig met mijn zware stapschoenen. Onderweg komen we veel tegenliggend verkeer tegen, zelfs een goed gevulde bus, en vermoeden dat de ferry reeds aangemeerd ligt. Ik word ongerust en duw het gas in. De boten zijn meestal op tijd, maar “te vroeg” is wel een nieuw verschijnsel. Na een haarspeldbocht komt de haven én de felverlichte ferry in zicht. Halen we het nog? De desolate kade toont nu nog troostelozer dan overdag. Op het laadplatform staan enkele mannen rustig te keuvelen, we hebben nog tijd zat. We nemen afscheid van Tom, hij zet zich achter het stuur en vergist zich van versnelling en rijdt van de kade het water in. We zien de lichten in de diepte verdwijnen. We kunnen niks doen en stappen op. Niemand heeft iets gezien, want er is ook niks gebeurd. Tom komt veilig in Chora aan en kruipt terug in zijn bed bij Maarten. De trossen worden gelost, de laadbrug sluit langzaam het ruim, het schip trekt een brede witte streep in het donkere water. In het oosten warmt de zon zich op. Amorgos, we komen.

    DE FOTO'S VOLGEN ! HEB TE WEINIG TIJD !

    16-06-2011 om 00:00 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs