Huis na huis glijdt voorbij, veld na veld en de sporen glijden verder op een monotone manier.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik staar in het ijle naar buiten. Ik zie niet echt welke stations ik passeer. Het enige dat ik weet, is dat het gedaan is. Definitief. Een hol gevoel vanbinnen dat ik probeer te stillen met een appeltje. Ik had graag nog even gebleven, gewoon dat laatste moment nog even gerekt. Het valt me zwaar.
Afscheid nemen is steeds opnieuw een beetje moeilijk. Denken ik zie ze nooit meer terug lijkt zo ondraaglijk. Waarom toch steeds? vraag ik me af. En toch is het heel gewoon. Mensen nemen zo vaak afscheid.
Eigenlijk is het vreemd hoe veel je je gaat hechten. Hoe gewoon het wordt om er elke keer vol blijde verwachting naar uit te kijken en elke keer weer blij naar huis te gaan. Maar dan komt die allerlaatste keer. De allerlaatste keer een vriendelijk woord, een lieve lach.
Ik weet ook hoe snel je weer gewoon wordt aan je vorige leven, maar toch is er iets veranderd, een gevoel van gemis en de vraag of het ooit overgaat. En niemand lijkt te begrijpen wat het precies is. Is het die lach, de herinnering, dat warme gevoel? Of een schreeuw om terug te mogen? Het is gewoon elke keer opnieuw een beetje sterven.
Het landschap vertraagt. De sporen worden steeds zichtbaarder. We zijn aangekomen. Eindelijk thuis.
|