Ze zeggen dat het station de plaats van afscheid nemen is, maar misschien is het eerder de plaats van ontmoeting, van een nieuw begin.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het was vooral haar weerkaatsing in de ruit die mijn aandacht trok. Het contrast tussen beeld en spiegelbeeld maakte een nieuwsgierigheid in me los. Wie was die vrouw die daar zo ingetogen naar buiten zat te staren? Ze leek in gedachten verzonken en afwezig, maar tegelijkertijd heel aandachtig, want ik had het gevoel dat ook zij mij in de gaten hield via de weerspiegeling in de ruit. Plots kruisten onze blikken elkaar in die ruit en betrapt wendde ik mijn hoofd af. Zij verroerde zich niet en bleef rustig naar buiten staren. Na een tijdje durfde ik mijn blik weer naar haar te laten afdwalen. Ze zat nog steeds in dezelfde positie. Mijn ogen gleden van haar gestroomlijnde gezicht omlaag. Haar ene arm lag op het venstertablet, de andere omklemde zachtjes haar tas. Haar hand lag met gekrulde vingers op haar schoot, haar benen over elkaar en haar voet wiebelde een beetje. Ik schrik op als ik haar stem hoor en voel me opnieuw betrapt. Eh, vraag ik verward. Kan u mij vertellen hoe laat het is? vraagt ze vriendelijk. Een beleefde, maar onzekere glimlach siert haar gezicht. Euh, natuurlijk, antwoord ik. Snel werp ik een blik op mijn horloge en vertel haar het uur dat ik aflees. Dank u wel, knikt ze dankbaar en ze wendt haar blik weer naar het raam. Dit zou de kans zijn om haar aan te spreken en deze mysterieuze vrouw te ontdekken, maar ik doe het niet. Bij de volgende halte stapt ze uit. Gracieus wandelt ze naar de deur. Nadien zie ik hoe ze mij opnieuw passeert op het perron. Ik kijk haar na zo lang ik kan.
Mijn nieuwsgierigheid was gewekt, maar mijn gedachten waren leeg. Het had een ontmoeting kunnen zijn, maar dat was het niet.
Wanneer ik s avonds voor de televisie zit, trek ik grote ogen. Daar is ze weer, in een serie op tv. Eerst word ik rood alsof ik me schaam. Had ik haar moeten herkennen? Een handtekening moeten vragen? Dan glimlach ik bij de gedachte aan die mysterieuze blik in de ruit en zap weg.
|