Onze dag begon relatief vroeg. We wilden op korte tijd het vlakke gedeelte van de tocht achter de rug hebben alvorens aan het klimwerk te beginnen. We legden ons een strak schema op en hadden hierdoor bij onze eerste stop reeds 44km achter de rug. Alles verliep naar wens en behoudens een relatief stevige tegenwind zat ook het weer mee. Dit herinnert mij eraan dat we u over het weer nog weinig bericht hebben. Misschien is vandaag het goede ogenblik hiertoe. Sinds we in Italië zijn is de zon meestal van de partij geweest. In tegenstelling met eerdere ervaringen is de temperatuur echter zeer aangenaam. Zowat schommelend tussen 25 en 30 graden Celsius. Tevens is er een meestal aangename wind die voor de afkoeling zorgt. M.a.w.
schitterend fietsweer zolang de wind maar niet in het nadeel waait. Wij vertellen u dit uiteraard om u te doen watertanden. Wij weten met name dat er dezer dagen in België nauwelijks nog over politiek en enkel nog over het weer gepraat wordt en dan niet om aan elkaar te vertellen hoe geweldig de zomer is. Wij hebben u nu lang genoeg de ogen uitgestoken en gaan verder met ons reisverhaal. Zoals gezegd verliep alles vlekkeloos totdat... Na 60 km kwam er weer een onheilspellend gekraak vanuit het achterwiel van Yvan 's fiets. En inderdaad er waren weer enkele spaken losgekomen. Bij navraag in een toevallig aanwezige bar aan de dame die er bediende bleek dat er enkel een fietsenmaker was in het dorp dat we even voordien verlaten hadden. Er zat niets anders op dan de bagage af te laden, Marc een prettige tijd toe te wensen in gezelschap van de knappe dame en met een geluid dat trok op het "schurend scharniertje" van Jos Ghijsen de 6 km af te leggen, op zoek naar de reddende fietsenmaker. In Borello aangekomen, want zo heet het dorp, was het bovendien niet vanzelfsprekend de betrokken fietsenmaker te vinden. Wat bleek, donderdag was zijn sluitingsdag. Echter met de hulp van een vriendelijke buurvrouw, die wist waar de man woonde en met enig aandringen harerzijds bleek de man bereid de fiets te herstellen. Tijdens het, moeizame, gesprek met de fietshersteller, mijn Italiaans is nog niet zo vlot, bleek dat hij nog de persoonlijke mechanieker van Pantani geweest te zijn. Ik was dus in goede handen. Na een half uur kon ik weer met een zingende fiets op weg. Hopelijk nu tot Assisi. Bovendien willen we u nog zeggen dat als we zelfs nog te voet moeten gaan naar Assisi omwille van fietspech, u hierover van ons niets meer zult horen, beloofd. Nadien hebben we onze tocht verdergezet op weg naar de top die we in de Appenijnen moeten overschrijden. We zijn vandaag gestopt in Sarsina en we kunnen u met enige trots vertellen dat we slapen in een tot hotel omgebouwd Palazzo. Schitterende accomodatie. Mocht u in de buurt zijn niet aarzelen er te overnachten. De naam van het hotel is Al Piano.
Vooreerst willen we onze talrijke (francofone) supporters van over de hele wereld even iets zeggen in hun moedertaal.
Chers amis, aujourd'hui, vingt juillet, jour de repos à Ravenna. Très beau temps, bon hôtel, très belle ville. Muscles presque de nouveau en bon état !!!
Encore trois jours, plus au moins difficile, et nous voilà à Assisi.
Un grand merci pour tous vos encouragements et à très bientôt.
Vandaag dus rustdag. We moeten iets opbiechten. Het was nodig! Fysiek en mentaal zaten we wat op te boksen tegen onze grenzen. En zoals ieder van ons weet kun je beter buigen dan barsten. Wat betekende dit buigen voor ons? Vooreerst dat we pas zouden ontbijten om 9u30. Heerlijk gevoel om niet te moeten opstaan en pakken maken om onze tocht verder te zetten. Daarna gingen we Ravenna ontdekken. Wikipedia kan u ongetwijfeld veel meer vertellen over de historische rol van deze stad maar dat haar hoogtepunt, in de zesde en zevende eeuw na Christus was hebben wij kunnen ontdekken bij ons bezoek aan de Basilica San Vitale en aan het Mausoleo di Galla Placidia. Aan de buitenzijde eenvoudige bakstenen gebouwen maar binnenin getuigend van een kunstzinnigheid en vakmanschap op het gebied van mozaïeken die hun gelijkheid niet kent. Taferelen uit het Oude en het Nieuwe testament schitterend uitgebeeld in mozaïeken. Werkelijk indrukwekkend. Na dit culturele bad hebben wij verder wat rondgestruind door de straten van Ravenna. Mooie stad! Namiddag wat op bed gelegen, een pintje gedronken en een aangename babbel, in het Frans gehad met een barhouder die vrienden in Luik heeft. Kortom een dag die vakantie heet. Straks nog wat eten bij de schitterende Italiaan, alhoewel het zijn hier meestal al Italianen, naast het hotel en daarna vroeg onder de lakens.
Wat we u nog niet verteld hebben is dat we besloten hadden om in Ravenna onze volgende stopplaats een rustdag in te lassen. Het effect hiervan was echter dat vanochtend onze benen afgesneden leken. Het kostte ons meer dan normale moeite om terug op de fiets te stappen. Na enig mentaal weerwerk dwongen we onze benen terug rond te draaien. Aanvankelijk was dit moeizaam maar naarmate de dag vorderde ging het vlotter. Tegen het etensuur, om ongeveer 12u30 hadden we toch al 35km afgelegd. Dit stemde ons vrolijk. Na een pasta-maaltijd, die wel lang op zich had laten wachten maar naar Belgische normen erg goedkoop was, zetten we onze tocht verder. Het landschap was hetzelfde als gisteren maar de wegen waren zo mogelijk nog eentoniger omwille van de lange rechte stukken. Onze eenzaamheid werd echter plotseling doorbroken toen we onverwacht stootten op een Nederlands koppel dat we bij de klim richting Reschenpas ook waren tegengekomen. Ze hadden toen gezegd dat ze tot Verona zouden fietsen en dan met de trein terug richting Reschenpas zouden gaan waar ze hun auto hadden achtergelaten. De uitstap naar Verona was slechts een bij-activiteit nadat ze de Dolomieten marathon hadden afgewerkt. Bij de vraag waarom ze nog niet op hun terugweg naar huis zaten antwoorden ze dat ze, geïnspireerd door ons hun tocht richting Assisi voortzetten. Na een aangename babbel namen we afscheid met de zekerheid dat Sint Franciscus ons dit zeker in dank zou afnemen om nog te zwijgen van de Heilige Clara en de Heilige Rita.Na dit oponthoud zetten we onze tocht verder. De kilometers regen zich aaneen. We hopen dat we door de lijzigheid van onze verteltrant u een indruk kunnen geven hoe we ons voelden. De verveling werd enigszins doorbroken toen we op een vijftiental kilometers voor Ravenna voor de tweede maal met de hulp van een veerboot een rivier moesten oversteken. Varen is toch altijd een beetje reizen. Ondertussen was het ook beginnen te regenen. Na nog wat gekreun en gehijg, wie hierdoor slechte gedachten zou krijgen nodigen we uit om zelf even in deze omstandigheden te fietsen, bereikten we Ravenna en onze, in ieder geval naar onze mening, welverdiende rustdag.
De dag begon vroeg en met de nodige zenuwen. We wilden zo vroeg mogelijk een fietsenmaker vinden om het euvel met het achterwiel op te lossen. Bij navraag bleek er in Montagnana een fietsenmaker te zijn. We wilden ons dan ook voor het openingsuur aan zijn zaak aanmelden om vlug geholpen te worden. Daar aangekomen werden we echter onzalig geconfronteerd met het feit dat de man zijn zondagsrust structureel verlengde tot maandag 15u30. Twee, nochtans locale, dames hadden af te rekenen met dezelfde verrassing. Zij wisten ons echter te vertellen dat in een nabijgelegen dorp, Casale di Scodosia, ook een fietsenmaker te vinden is wiens zaak zeker geopend zou zijn daar maandag er de marktdag is. Dit dorp lag bovendien op onze route zodat we deze mogelijkheid zeker een kans wilden geven. Al piepend, niet onze ademhaling maar de band tegen het kader, trokken we op weg voor de volgende 8 kilometers. Inderdaad, er is een fietsenmaker in Casale di Scodosia en ook nog eentje die s'maandags vanaf 9u wilde werken. De man bleek een vakman te zijn. Hij ontdekte dat er een scheurtje was in de aanhechtingsring van de spaken zodat herstelling niet meer mogelijk was. Dankzij zijn inventiviteit heeft hij ons toch kunnen voorthelpen. Hij had namelijk een tweedehands wiel staan dat beantwoordde aan de specificaties nodig voor, ik excuseer mij het jargon, het installeren van de cassette. M.a.w. de kroontjes van versnelling pasten erop. Na een halfuurtje was de klus geklaard ter opluchting van de fietshersteller maar vooral van Yvan die hierdoor zijn (bedreigde) tocht verder kon zetten. Als rekening voor werk en materiaal moesten we 20 euro betalen. Dit zetten we erbij om de Belgische fietsenmakers te inspireren. Waarom, zult u zich afvragen, wijdt de schrijver zo uit over dit akkefietje. Wel er zijn hiervoor twee redenen. Ten eerste om op te merken dat gelukservaringen zoals we er ongetwijfeld een hebben mogen meemaken na de herstelling, meestal voorafgegaan zijn door ongeluk. Ten tweede omdat er over de rit tussen Montagnana en Ferrara weinig meer te vertellen is dan dat we door een rijke landbouwstreek reden waar de wijdse velden met, ondertussen geoogst graan en maïs, enkel verstoord werden door kleine erg stille dorpen. s'Avonds hebben we wel genoten van een wandeling door Ferrara, een bij ons minder gekende maar daarom niet minder mooie stad waarvan de architectuur vooral renaissance uitademt. Nadien vonden we rust in een gerestaureerd nonnenklooster dat luisterde naar de naam San Girolamo dei Gesuati. De gastvrijheid was er ongetwijfeld nog minstens zo aanwezig als toen de zusters hier nog de plak zwaaiden. De prijs echter, mogen we verhopen voor de gasten van toen, was van een andere orde.
Wat we jullie gisteren niet verteld hebben is dat de 500m die we moesten afwijken van onze normale fietsroute bestond uit losliggend grind dat we gisteren al dalend moesten overwinnen maar vanochtend al stijgend. Dit zorgde voor de eerste zweetparels nog voor we 300m weg waren. De vriendelijke ontvangst en het ongedwongen karakter van de locatie maakte echter alles goed. Eenmaal boven was het een gemakkelijke klus om Verona te bereiken zij het dat het achterwiel van Yvan weer gekke klanken begon te produceren. Geen nood echter, we vorderden gestadig en waren om 10u30 reeds in Verona. Onze status getrouw, reizen om te leren, wilden we in ieder geval een impressie hebben van Verona. We reden over een van de vele bruggen over de Adige en kwamen zonder veel problemen in de omgeving van de arena van Verona. Nadien zetten we koers naar de Duomo. Een pareltje van Renaissance-kunst. Na een kort bezoek, en onder de indruk van hoe schitterend de Renaissance een einde gemaakt heeft aan de somberheid van de Middeleeuwen verlieten we Verona en zetten we koers naar Montagnana. Montagnana is een van de mooiste nog (Middeleeuws) ommuurde steden van Noord Italië. Onderweg echter begon het wiel van Yvan nog meer gekke kuren te vertonen zodat we besloten, in tegenstelling met onze eerdere ambities, in Montagnana te overnachten. Mochten jullie niet weten wat een echte Italiaan is, wij weten het. Een echte Italiaan is hij wiens mond zo groot is als zijn hart. Wel, wij zijn bij zo een Italiaan te gast en genieten ervan. Zijn pizza is ongeëvenaard en zijn prijzen zijn van een niveau dat we bij ons niet meer kennen. Als morgen de fietsenmaker ook nog een echte Italiaan is zullen we zonder grote problemen onze tocht kunnen voortzetten.
Tot blogs,
Ps. Er zullen zeker nog foto's volgen van de voorgaande dagen zodra we over meer bandbreedte kunnen beschikken.
Na de afgelopen dagen, waar we nog dreven op de energie die vrijgekomen was door het gevoel de Alpen bedwongen te hebben, zouden we het vandaag wat rustiger aandoen.
Of dit en bewuste of een door onze vermoeidheid opgedrongen keuze was laten we aan u over. In ieder geval reden we tot de middagpauze 44km en deden ons dan te goed aan, wat dacht u, een pasta-schotel. Het vertrekken nadien kostte wel wat moeite en omdat het vandaag een vlakke etappe was, doorspekt met flink wat hellingen met als kroon op het werk een beklimming van 1,5km van 10% rees toch zeer snel de idee om het na een 65km voor bekeken te houden. Bij navraag in een lokale bar in Una bleek er na een vijftal kilometers een Agriturismo (Italiaans voor wat wij in Vlaanderen een B&B noemen). Inderdaad na enkele kilometers zagen we een bord hangen met daarop de aankondiging dat er op 200m een overnachtingsplaats was met bovendien de mogelijkheid om er te eten. Ideaal zo leek het ware het niet dat de weg er naar toe bedekt was met los grind en dat de 200m de dichterlijke vrijheid van de uitbater bleek te zijn voor 500m. Aangekomen bleek deze Agriturismo een mix te zijn van kinderboerderij, verkooppunt van lokale specialiteiten, waaronder wijn, honing, alle mogelijke confituren en vers fruit. Daarenboven is het de lokale trattoria waar het hele dorp, al etend en kaartend zijn zaterdagnamiddag en -avond doorbrengt. Vanuit onze locatie kijken we, zoals Mozes naar het beloofde land keek, uit op de Po-vlakte die we morgen via haar poort, Verona, zullen betreden en waar we de volgende 300km zullen toeven in een uitermate vlak, doch vruchtbaar landbouwgebied.
Na de emoties van de voorbije dagen kondigde de rit van vandaag zich eerder als een tussenrit aan. Vlak als een biljart. We begonnen er dan ook aan met frisse moed, zij het dat we beiden toch worstelden met een post-Alpen kater. Gedragen door de wind die gelukkig in het voordeel blies schoten we goed op. Bovendien kan er veel gezegd worden over Italië maar de fietspaden, hier in het noorden in ieder geval, zijn schitterend. Zeer goede bewegwijzering en daarenboven erg goed verzorgd wat het wegdek betreft. Bolzano passeerden we voor we het wisten en daarna zetten we koers naar Trento. In Salurns staken we de taalgrens over, tiens waar hebben we dat nog gehoord? Ondanks het late uur van vertrek, we waren vanochtend lui geweest nadat we gisteren vastgesteld hadden dat we ons best eens konden verwenden met een laat ontbijt, liep alles op wieltjes. Echter, we hadden geen rekening gehouden met de Italiaanse cultuur die voorschrijft dat je eet voor 14u. Toen we dan om 14u wilden eten was er niets meer te vinden wat er toe leidde, dat we enigszins tegen onze bedoelingen in tachtig kilometers hadden afgelegd zonder noemenswaardige pauze. Als we dan uiteindelijk in Trento een bar vonden waar we wat konden eten en drinken was ons vat zo niet af dan toch stevig aangesproken. Hierdoor besloten we te overnachten in Calliano waar we een mooie Agriturismo gevonden hebben bij een wijnboer. O ja, ook nog dit. Ook vandaag hebben we zowat 100km gereden tussen appelbomen. Maar Elly, nergens hebben we een stroopfabriek tegengekomen zoals In Borgloon. Hieruit kunnen we besluiten dat de appels van deze streek misschien in aantal die van Haspengouw overtreffen maar wellicht nooit in kwaliteit.
Geïnspireerd door de halve rustdag en het droge weer bij het vertrek begonnen we aan de laatste kilometers van de Reschenpas, niet zonder eerst de paraplu's die we de dag eerder van de vriendelijke receptiebediende van het Hotel Post gekregen hadden terug te brengen. Inderdaad na een uitstekende maaltijd in het restaurant van dit hotel was er een spectaculair onweer losgebroken en zouden we zonder deze paraplu's drijfnat geworden zijn. Tijdens het even stilstaan voor het hotel werden we aangesproken door twee charmante Nederlandse dames die er hun ver-en bewondering over uitspraken dat we van Leuven naar Assisi reden met een (Koga=Nederlands) fiets. Toen we vroegen hoe ze dit allemaal wisten bleek dat ze het een en ander afgeleid hadden van ons truitje. Daarnaast bleken het sportieve dames te zijn die zelf de dag voordien via de Reschenpas naar Burgeis en terug waren gefietst en ons hierdoor konden verzekeren dat als we de Arlberpas en de Norbertshohe bedwongen hadden het resterende deel een "makkie" zou zijn. In de ogen en in de stem van een van beide dames zagen en hoorden we toch enige twijfel. Niettemin vertrokken we voor een tocht die niet meer in het teken van de beklimming maar van de afdaling van de Alpen zou staan. We hebben hierop echter toch nog 25 km moeten wachten want de laatste kilometers naar de Reschenpas mochten er toch nog wel zijn en de tocht naast het Reschenmeer (lago di Resia) was niet zo vlak als de waterspiegel ons zou doen geloven. Na 25 km echter ging het daadwerkelijk naar beneden en met de honderden meters die we daalden steeg de temperatuur tot een zalige 25 graden in Merano. Tijdens onze afdaling hebben de Zuid-Tirolers ons ook afgeholpen van de idee dat er alleen in Haspengouw appels worden geteeld. Eindeloze kilometers hebben we door appelgaarden gereden. Een lust voor het oog. s'Avonds zijn we geland bij een "Zimmer Frei" in Burgstall die gerund wordt door een oudere dame die ons verwende met een frisse pint en fruit van eigen kweek.
Tegen de verwachtingen in, gezien de inspanningen van gisteren, stonden we deze morgen zonder stramme spieren op. Zoals gisteren hadden we weer de ambitie om vroeg de baan op te zijn daar we de volgende Alpenpas, de Reschenpas, moesten aanpakken. Onze gastvrouw, die niet meer van de jongste was keek enigszins verbaasd toen we haar gisteren vroegen om ten laatste om 7u15 te ontbijten. Ze had in haar leven waarschijnlijk al veel verschillende (in alle betekenissen van het woord) gasten mogen begroeten, maar twee mannen, met toch al enige leeftijd, die met de fiets van België gekomen waren en die bovendien op een voor haar onchristelijk uur wilden ontbijten was ze toch kennelijk niet gewoon. Gezien, echter, ook zij vond dat men de wensen van de gasten in de mate van het mogelijke moet invullen zou ze er voor zorgen dat we op tijd konden vertrekken. Dit resulteerde in een ontbijt met opgewarmde broodjes, want de bakker kon er zo vroeg geen verse leveren. Alles werd echter ruimschoots goedgemaakt door de vriendelijkheid van de bediening en door het resultaat dat we om 8u op onze fiets zaten voor een klus die ons minder vrees inboezemde dan de Arlbergpas maar die toch niet onderschat moest worden. De eerste kilometers verliepen vlot, weliswaar met enkele stevige hellingen erin verwerkt. We reden door een mooie vallei enerzijds gekenmerkt door een woest kolkende Inn die zich een weg naar beneden gevonden had en anderzijds door mooie rustige dorpjes met een hoog prentkaartgehalte. Alles verliep naar wens. Het echte werk kwam eraan toen we na Pfunds richting Zwitserland trokken. Bovendien nam de bewolking toe en dierven er hier en daar reeds enkele regendruppels vallen. Geen nood echter het bleek telkens van voorbijgaande aard te zijn. Toen nog! We passeerden nog een echte grenspost in Martina met een douanier die met een breed gebaar toeliet dat we Zwitserland binnen mochten. De lust bekroop ons om van deze, in de ogen van EEG-burgers, archaïsche situatie een foto te maken maar we hebben deze verleiding toch maar aan ons laten voorbijgaan. Hoe snel zijn we een Europa zonder grenzen gewoon geworden! Onmiddellijk moesten we de Inn terug oversteken om, terug in Oostenrijk, de flinkste helling van de dag, 6km met een stijgingspercentage van 7%, klein te krijgen. Dit is stoere taal om te zeggen dat we er 1uur en 15 minuten over gedaan hebben om boven op de Norbertshohe te raken. Hoe dan ook we zijn er geraakt en reden na een kort oponthoud door naar Nauders. Nog een honderdtal hoogtemeters scheidden ons van Italië 6km verderop. U zult zeggen wat wijden ze vandaag toch uit. Wel, dit heeft te maken met het vervolg van ons programma. Tijdens onze korte afdaling naar Nauders begon het te regenen, aangevuld met een fikse tegenwind. Dit deed ons besluiten om vandaag een halve rustdag te nemen. We zochten een onderkomen in Nauders en kregen aldus de tijd om een welgekomen dutje te doen en een (veel te) lang verslag te schrijven.
Vandaag was de dag van de waarheid. We zouden de Arlbergpas moeten bedwingen. Gezien de gastheer erg heet weer voorspeld had namen we ons voor om vroeg te vertrekken. Om 7u15 zaten we dan ook al op de fiets. De opdracht was immers geen kleinigheid. Alhoewel we gisteren al een kleine 500 meter in hoogte hadden gewonnen bleven er vandaag toch nog 700 over die we moesten beklimmen in 12 km. Met een gezapig tempo, lees het ging niet sneller, begonnen we aan de klus. Het eerste (tussen)doel dat we wilden bereiken en waar we een rustpauze hadden voorzien was Stuben am Arlberg. Na ongeveer anderhalf uur bereikten we dit hooggelegen alpendorp. Hier hadden we al ongeveer de helft van het te overwinnen hoogteverschil achter de rug. Na een deugddoend extra ontbijt(je) zetten we de finale tocht naar de top voort. Er bleven nog 5,5km over die we al zigzaggend, niet alleen omwille van de haarspeldbochten, maar vooral omdat het zo steil was dat het moeilijk was om rechtdoor te fietsen. Na nog eens 2 uur slaagden we erin om de pas te bereiken en om met een gezicht vol vreugde aan de afdaling te beginnen. God, wat gaat het gemakkelijk om hierover te schrijven.
Bij de afdaling schoten de woorden van Paul in het gastenboek, omtrent het materiaal dat moet in orde blijven, mij door het hoofd. Om een of andere reden was er een (flinke) slag in mijn (Yvans) wiel. Ik wil hier nog eens herhalen in mijn wiel want spontaan zouden jullie lezen in mijn hoofd. Sint Franciscus moet ons, zoals Herman reeds opmerkte in zijn reactie op onze blog, genadig zijn want in Sankt Anton am Arlberg vonden wij zonder noemenswaardige problemen, een fietsenmaker die het euvel direct verhielp zodat we onze tocht zonder problemen en nu tegen hoge snelheid konden voortzetten. Zonder verdere hindernissen bereikten we Prutz, gelegen in Tirol.
Met vernieuwde moed begonnen we eerder dan gebruikelijk, u weet de eerste schooldag zijn de intenties en de nieuwe schoolboeken onberispelijk in orde, aan onze tocht richting Alpen. We waren zo onder de indruk van wat de rustdag met onze spieren gedaan had dat we er een stevig tempo op nahielden zodat we ons record van snelste start bijstelden. Om 12u waren we in Bludenz na een tocht van 57 km. In ons achterhoofd bleef echter het dreigende gevaar sluimeren. We moesten vanuit deze stad gelegen op een hoogte van 588 m naar de Arlbergpas gelegen op 1793 m hoogte. U kunt zelf berekenen hoeveel hoogteverschil we moesten overwinnen tijdens de 30 km die ons op dat ogenblik scheidden van de top. We begonnen eraan met frisse moed. Onze tocht doorheen het Klostertal bracht ons bij schilderachtige dorpjes die we zonder twijfel, indien we met de auto waren, wat intenser zouden bezoeken. Met de fiets echter kunnen we u verzekeren dat ze enkel dienden om de resterende afstand tot ons doel in te schatten. Na heel wat gehijg en gezweet kwamen we aan in Klösterle waar we besloten te overnachten. Naast de weg zag Marc een bord staan "Zimmer Frei". We besloten ons geluk te wagen en reden een pad op dat ons een honderdtal meter naar boven leidde. We waren het nu toch gewoon. Als dank voor onze inspanning troffen we een gastheer aan die ons bijzonder hartelijk ontving. Zijn vrouw was voor enkele dag bij haar familie in Duitsland maar nieuwe man zijnde zou hij wel voor ons zorgen. Wel, hij deed het op zo een manier dat we onze zorg om wat ons nog wachtte, 12 km met grote stijgingspercentages vergaten. Om 21 u lagen we in bed en bij geen van beiden heeft het lang geduurd voor we in dromenland waren. Wat we gedroomd hebben zullen we u bij andere gelegenheden vertellen.
Vandaag was dus onze rustdag. Wat doen fietstoeristen op hun rustdag? Rusten natuurlijk zult u spontaan antwoorden. Zonder u te willen tegenspreken wil ik deze uitspraak toch nuanceren. Onze belangrijkste opdracht vandaag was om, naast onze geplaagde (been)spieren wat rust te gunnen, de vreugde van het bereiken van het tussentijdse resultaat om te zetten in positieve energie nodig om onze tocht verder te zetten. Het gevoel van "oef, we zijn in Bregenz" achter ons te laten en te focussen op de nieuwe uitdaging van morgen. Dit is een mentaal harde klus. Dit leidde tot gedachtewisselingen waarbij het vooral ging over stijgingspercentages en gemiddelde snelheden. Om hieraan toch even te ontsnappen hadden we ons voorgenomen ook wat te toeristen. We zouden met de boot naar Lindau, de laatste Duitse stad voor de Oostenrijkse grens varen. Gisteren hadden we er bij het doorrijden met onze fiets slechts een glimp van kunnen opvangen. We namen de boot om 14u om er na een mooi tochtje toe te komen om 14u30. Lindau is een mooie weliswaar toeristische stad met heel wat straatanimatie. De jongleurs werden afgewisseld door de levende standbeelden en bovendien was er een optreden van een lokale volksdansgroep in traditionele kledij. We genoten van dit spektakel bij een fris glaasje. Stilaan echter trokken de wolken samen boven de Bodensee. Er kondigde zich een onweer aan waardoor we besloten een vroeger dan geplande terugtocht aan te vatten. Gelukkig!!! Gisteren had ik het over het micro-klimaat aan de Bodensee. Vandaag werden we geconfronteerd tijdens onze terugtocht met een macro-onweer. Gelukkig zaten we tijdens dit onweer op de boot. Toen we terug aan wal kwamen was het ergste voorbij en konden we droog ons hotel bereiken. Om onze multiculturaliteit te onderlijnen gaan we vanavond Chinees eten. Dit zal wellicht een welkome afwisseling betekenen na de vele schnitzels die we de afgelopen dagen verorberd hebben.
Ook willen wij toch even al onze supporters danken voor hun bezorgde aandacht die blijkt uit hun reacties op onze blog. Het doet deugd! Lotte, bompi is blij dat jij onze tocht volgt op de kaart.
u schrijft het door u gekozen bedrag over op IBAN rekeningnummer BE45-7340-1941-7789, BIC code: KREDBEBB van KU Leuven met vermelding '+++400/0005/79918+++'. Fiscaal attest voor giften vanaf€ 40.
Bedrijf:
u krijgt een factuur van de vzw For a Better Life en u betaalt op het rekeningnummer BE03-7340-1700-1984.