De helgele stofdoek.
Dat is lang het enige geweest dat Tiny typeerde toen ik jonger
was. Als ik aan mijn tante dacht, dan was dat het eerste dat in
mijn hoofd naar opkwam. Destijds hoopte ik altijd dat ze hem op
een keertje zou vergeten, want voor mijn jonge kinderbrein was hij
onvermijdelijk verbonden met woede-uitbarstingen die ook zo typisch
voor haar waren. De logica die ik er dus onlosmakelijk aan verbond
was dat ze niet kwaad zou worden op niemand niet- als ze haar
felle attribuut niet bij de hand zou hebben. Maar natuurlijk werd
haar woede gedreven door iets dat veel dieper zat, iets dat zo diep
zat dat ik er met mijn jonge ogen nog niet bij mocht. Mijn kleine
handjes mochten nog niet diep genoeg in haar denkwereld graven om er
een grip op te krijgen. Eigenlijk, mocht ik er helemaal niets van
weten. Ik werd ervan afgeschermd alsof ik mijn hele jeugd heb
doorgebracht achter een schutscherm. Slechts af en toe mocht ik ervan
achter vandaan komen, wanneer er niets schunnig te gebeuren stond.
Wanneer mijn moeder zeker wist dat er niet met grove woorden
geschermd zou worden, als waren het Tinys degens die bij ieder die
haar ooit onrecht had aangedaan de genadeslag zou geven. Dat begreep
ik toen nog niet, pas toen ik zestien was en ik Tiny volgde naar het
perron, scheen alles op zijn plaats te vallen. Toen er een
politie-agent te berde kwam gaf ze met een uitgestreken gezicht aan
dat ik haar jongere neefje was en dat ze me mee wilde nemen naar
Breda. Om me daar in de private sfeer van haar appartement te
misbruiken, al was ik haar seksslaaf. Ze zei dit niet als een
mislukte grap, ze deed het niet om mij in verlegenheid te brengen.
Bij mijn tante ging het altijd alleen maar om provocatie van de
ergste soort. Haar hele leven was op dat begrip gestoeld, ze leefde
ervoor. Het was alsof ze zich voedde met de ongelovige blikken die
elke keer opnieuw haar richting werden uitgestuurd wanneer ze iets
vertelde dat te ongeloofwaardig leek voor woorden. En dat bleek later
het grote probleem bij Tiny, ik kon me haar niet anders herinneren
dan de leugenachtige tante wiens gehele bestaan draaide om het tergen
van een ander.