Nikyo,
"de tweede techniek", is een van de basistechnieken van Aikido. Het
bevat een draaiing van de pols, die behoorlijk pijnlijk kan zijn als deze met
teveel kracht wordt gedaan. Bij de polswisseling van Nikyo moet je de hand van
Uke stevig op het zachte gedeelte onder jouw sleutelbeen drukken, zodat er een
hoek wordt gevormd tussen de hand en de onderarm van de tegenstander. Deze hoek
verzwakt de pols van de tegenstander. Let wel, de arm van de tegenstander moet
gebogen zijn. Als het recht is, moet je de hijikime osae (elleboogcontrole)
uitvoeren. Wanneer je druk uitoefent op de pols van de tegenstander, moet dit in
de richting van het centrum van de aanvaller gebeuren. Bij Nikyo wordt vooral
aan precisie en gevoeligheid gewerkt, in plaats van kracht, want Nikyo kan
onmiddellijk een scherpe pijn veroorzaken, waarbij de tegenstander
gecontroleerd kan worden door zijn wil om verder te vechten te breken
(figuurlijk bedoeld), die hem onwillekeurig op zijn knieën laat vallen om deze
pijnlijke druk te verlichten.
De
exacte etiologie van deze pijn wordt veroorzaakt door een periosteale
zenuwcompressie tussen het pisiforme beentje in de pols (één van de acht
handwortelbeentjes, de ossa carpi) en de ellepijp (ulna), het bot dat zich in
de onderarm aan de zijde van de pink bevindt, twee beenderen die elkaar normaal
nooit raken. Daarnaast heeft men bij Nikyo ook nog een torsie van de
bottenarticulatie in de handpalm en de verstoring van de ligamenteuze
onderarmspieren (pezen) en gedeeltelijke gewrichtskapselstrekking en het
voordeel van deze techniek is, dat het toepasbaar is in kleine ruimtes.
|