ai Hombu Dojo worden (april 1931).
In 1932 was de dochter Matsuko van Ueshiba getrouwd met de zwaardvechter Kiyoshi Nakakura, die werd aangenomen als erfgenaam van Ueshiba onder de naam Morihiro Ueshiba. Het huwelijk eindigde na een paar jaar en Nakakura verliet het gezin in 1937. Ueshiba wees later zijn derde zoon Kisshomaru aan als erfgenaam van zijn krijgskunst.
Het "Tweede Ômoto-incident" gebeurde in 1935, toen Deguchi's sekte te Ayabe werd gevangen gezet. Hoewel Ueshiba naar Tokio was verhuisd, had Ueshiba banden met de Ômoto-kyô-groep behouden, doch door politieke connecties te Tokio werd Ueshiba vrijgelaten.
Vanaf 1935 kocht Ueshiba grond in Iwama in de prefectuur Ibaraki en in het begin van de jaren veertig had hij daar ongeveer 7 ha landbouwgrond verworven.
Tussen 1940 en 1942 bracht hij verschillende bezoeken aan Manchukuo (Japans bezet Manchuria) waar hij de belangrijkste vechtsportinstructeur was aan de Kenkoku University. Terwijl in Manchuria gestationeerd, ontmoette en versloeg hij de sumoworstelaar Tenryû Saburô tijdens een demonstratie.
In 1942 wordt officieel de krijgskunst van Morihei "AIKIDO" genoemd, de weg naar harmonie en liefde. In 1942, ontgoocheld door het oorlogszuchtige en politieke manoeuvreren in de hoofdstad, verliet hij Tokio en verhuisde permanent naar Iwama, zich vestigend in een klein boerenhuisje. Hier stichtte hij de Aiki Shuren Dojo, ook bekend als de Iwama dojo en de Aiki-schrijn, een toegewijde schrijn voor de "Grote Geest van Aiki". Gedurende deze tijd reisde hij veel in Japan, vooral in de Kansai-regio, waar hij zijn aikido onderwees.