In de Japanse oudheid (voor de 18de eeuw) werd vaak het
woord keikojo" gebruikt voor ruimtes
waar gevechtssporten werd gegeven, wat demonstratie plaats betekende: kamers met
kleine ramen, juist onder het plafond, waardoor het constant half donker was,
omdat men een sfeer nodig had die de opvoeding van de persoonlijkheid bevorderde,
een plek van discipline en zelfverbetering.
Later werd een van oorsprong boeddhistische term dojo gebruikt, om te verwijzen
naar een ruimte waar boeddhistische rituelen en meditatie werd beoefend.
De klassieke dojos zijn gebouwd volgens hetzelfde principe:
de noordkant (Kamiza) wordt beschouwd als een ereplaats, voorzien van het
portret van de oprichter Morihei Ueshiba, eventueel in een nis met een klein
traditioneel Shinto altaar. Aan de zuidkant (of Shimoza), zitten de Aikidokas
in Seiza, dit is de correcte zit (rechte rug, de knieën twee handen uit
elkaar, schouders relaxed, handen op de knieën of heupen).
Geef je waardering en respect voor de dojo. De dojo is en
blijft een speciale plek voor degenen
die ernaar streven om Aikido te bestuderen. In de dojo biedt een Sensei jou een
blauwdruk van zelfontplooiing aan, geef hem daarom eveneens respect (Rei). Maak
een buiging als je naar binnen gaat en als je naar buiten gaat. Rei tonen we in
de dojo ook aan elkaar en is het meest waardevolle geschenk dat we aan elkaar kunnen
geven door gewoon onze aanwezigheid in de dojo, om met elkaar op gelijke
basis te trainen.
Laat elke les in de dojo een praktijkervaring in
zelfgroei zijn.
|