Klein verlet / Voor welke gebeurtenissen geldt klein verlet?
De gebeurtenissen die recht geven op klein verlet zijn bij koninklijk besluit van 28 augustus 1963 limitatief opgesomd. Voor elke gebeurtenis is in dit koninklijk besluit bepaald hoe lang de afwezigheid mag duren en gedurende welke periode de afwezigheid mag worden opgenomen.
In tal van collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten op sectoraal vlak of op ondernemingsvlak wordt wel voorzien in een gunstiger regeling dan de regeling die is voorzien in het hierboven vermeld koninklijk besluit.
Het is ook mogelijk dat in je arbeidsovereenkomst met je werkgever een gunstiger regeling werd overeengekomen.
Overzicht van de bij KB van 28/8/1963 limitatief opgesomde gebeurtenissen
Huwelijk van de werknemer: 2 dagen, door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsvindt of tijdens de daaropvolgende week
Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer: de dag van het huwelijk
Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer: de dag van de plechtigheid
Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer: drie dagen, te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis
Overlijden van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont: twee dagen, te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis
Overlijden van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont: de dag van de begrafenis;
Plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e): de dag van de plechtigheid (wanneer deze samenvalt met een zondag, feestdag, of gewone inactiviteitsdag: de gewone activiteitsdag die onmiddellijk aan de gebeurtenis voorafgaat of erop volgt);
Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaatsvindt: de dag van het feest (wanneer dit samenvalt met een zondag, feestdag of gewone inactiviteitsdag: de gewone activiteitsdag die onmiddellijk aan de gebeurtenis voorafgaat of erop volgt);
Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- of selectiecentrum: de nodige tijd, met een maximum van 3 dagen;
Verblijf van de werknemer-gewetensbezwaarde op de administratieve Gezondheidsdienst of in een van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving over het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen: de nodige tijd, met een maximum van 3 dagen;
Bijwonen van een bijeenkomst van de familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter: de nodige tijd, met een maximum van één dag;
Deelneming aan een jury, oproeping als getuige vóór de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank: de nodige tijd, met een maximum van 5 dagen;
Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen: de nodige tijd;
Uitoefening van het ambt van bijzitter in een van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europese Parlement: de nodige tijd, met een maximum van 5 dagen;
Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteverkiezingen: de nodige tijd, met een maximum van 5 dagen.
Enkele opmerkingen:
een aangenomen of een erkend natuurlijk kind wordt met een wettig kind gelijkgesteld;
de schoonbroer, schoonzuster, grootvader en grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer worden gelijkgesteld met de schoonbroer, schoonzuster, grootvader en grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder van de werknemer;
een halfbroer of halfzuster wordt gelijkgesteld met een broer of zuster;
voor gebeurtenissen die zich voordoen in de familie van de partner hebben werknemers die wettelijk samenwonen met hun partner dezelfde rechten op klein verlet als werknemers die gehuwd zijn.
Wegens een brand is mijn huis vorige week voor een groot stuk verwoest. Heb ik nu recht op een aantal dagen verlof om de nodige voorzieningen te treffen? En word ik hiervoor betaald?"
ANTWOORD
Algemene regel
Je hebt als werknemer het recht om van het werk afwezig te zijn om dwingende redenen. Deze afwezigheid wordt ook wel "familiaal verlof" genoemd. Er zijn echter 3 voorwaarden :
Er moet een dwingende reden zijn
Je moet je werkgever vooraf of in ieder geval zo snel mogelijk verwittigen van je afwezigheid
Je moet het verlof gebruiken waarvoor het wordt toegestaan
Dwingende reden: definitie
Een dwingende reden is een niet te voorziene gebeurtenis, die los staat van het werk en die de dringende en noodzakelijke tussenkomst van jou vereist. Deze dwingende reden geeft je recht op afwezigheid voor zover je tussenkomst niet mogelijk zou zijn als je blijft werken.
Hieronder worden in het bijzonder volgende situaties verstaan:
Ziekte, ongeval of hospitalisatie van je partner werknemer of van een familielid, wanneer deze met jou onder hetzelfde dak woont
Ziekte, ongeval of hospitalisatie van een (schoon)kind of (schoon)ouder, zelfs wanneer deze niet met je samenwoont
Een ernstige, materiële beschadiging aan je bezittingen, zoals schade aan een woning door brand of natuurramp
het bevel tot verschijning in persoon in een rechtzetting wanneer je partij bent in het geding.
Op sectoraal- of ondernemingsvlak kunnen nog andere gebeurtenissen worden vastgesteld als dwingende reden.
Bewijsvoering
Op vraag van de werkgever moet je als werknemer het bestaan van de dwingende reden bewijzen aan de hand van documenten of, bij gebreke hieraan, aan de hand van andere middelen.. Mogelijk bevat een CAO of het arbeidsreglement hieromtrent nadere bepalingen.
Duur van het verlof
Indien er zich een dwingende reden voordoet, heb je het recht om afwezig te blijven gedurende de tijd dat je tussenkomst vereist is.
De maximumduur van de afwezigheid is evenwel beperkt tot 10 arbeidsdagen per kalenderjaar.
Werk je deeltijds, dan wordt dit maximum aantal dagen herleid in functie van je arbeidsregeling.
Loon?
Voor de dagen waarop je afwezig bent, moet er geen loon worden betaald.
In sommige gevallen kan een individueel of collectief akkoord wel voorzien in de betaling van loon.