hij legde de grondslag voor de waarschijnlijkheidsrekening (samen met Fermat, die van mening was dat Pascal willekeurig welk wiskundig probleem zou kunnen oplossen);
Pascal gaf betekenis aan het begrip oneindigheid (wat Leibniz als een van de weinigen begreep);
hij bouwde een van de eerste mechanische rekenmachines (optelling en aftrekking) (1642), de pascaline;
hij ontdekte de naar hem genoemde Wet van Pascal: De druk die op een vloeistof wordt uitgeoefend, plant zich in alle richtingen met dezelfde grootte voort.
Als christelijk denker wordt hij vooral gezien als de apologeet van de openbaring. Bekend is zijn uitspraak (opgenomen in de Pensées), dat men volgens de kansrekening wel in God moet geloven: als deze namelijk bestaat, is de winst voor de gelovige oneindig. Bestaat God niet, dan verliest men niets (Le pari, de gok). Deze redenering staat bekend als de Gok van Pascal.
Na weken voorbereiding was het eindelijk zover: onze landententoonstelling.
We stelden acht landen voor aan de kinderen van het vierde en vijfde leerjaar.
Knap gedaan, 6B!
Donderdag 19 mei bezochten we het Huis van Kina.
In de voormiddag ontdekten we in de workshop Pandora's Pixel dat de mens een immense invloed heeft op het milieu en dat we dus de juiste keuzes moeten maken om het leven op aarde nog lang te vrijwaren. In de namiddag ontdekten we alles over seksualiteit en relaties op de zolder in de interactieve tentoonstelling 'k Zag 2 beren. Tijdens de middagpauze was het heerlijk vertoeven in de tuin van Kina!!
Praten over de andere sekse, seksualiteit, puberteit ... voor sommigen genant, maar toch is bepaalde kennis noodzakelijk en handig om toch het één en ander te begrijpen. En dan hebben we het niet alleen over de bloemetjes en de bijtjes! Thuis en in de klas er vrij over praten, dat zal de komende 2 weken de bedoeling zijn. Daarom kan je in de klas vragen deponeren in de SO-doos. Die zullen dan tijdens het thema behandeld worden.
Als schilderijen konden spreken ... Pieter Bruegel!
Pieter Bruegel de Oude
ca. 1520 - 1569
Zuid-Nederlands schilder, vader van Jan. Zijn bijnaam Boeren-Bruegel dankt hij aan zijn tijdgenoten, die hem vooral als kundig schetser van het plattelandsleven zagen. Dat doet zijn oeuvre en talent tekort: naast de bekende Boerenbruiloft en Boerenkermis heeft Bruegel tal van landschappen, religieuze voorstellingen en hellestukken vervaardigd, geschilderd in een trefzekere, beeldende stijl met veel gevoel voor compositie en ruimte. Veel van zijn werk is duidelijk geïnspireerd door dat van Jeroen Bosch. Opvallend aan het religieuze werk is de setting: het landschap en de figuren zijn op veel werken Vlaams.
Bruegel werd waarschijnlijk geboren in het plaatsje Brogel, in de Kempen. Zijn exacte geboortedatum is niet bekend; sinds enkele jaren houdt men het geboortejaar op ongeveer 1520. Tot 1550 was hij in de leer bij Pieter Coecke; in 1552-1553 maakte hij een reis naar Italië, waar hij onder de indruk raakte van het werk van onder meer Michelangelo. In zijn stijl zijn de landschappen die hij onderweg schilderde van groter belang geweest dan de indrukken die hij in Italië opdeed. Eenmaal terug vestigde hij zich te Antwerpen, en na zijn huwelijk met de dochter van zijn leermeester (1563) te Brussel. Voor veel landschappen die als achtergrond dienden in zijn Brusselse werk deed hij inspiratie op in Vlaams Brabant.
Bruegel overleed in 1569, in Brussel. Tot 1559 signeerde hij zijn werk met 'Brueghel', daarna werd de h weggelaten
Nederlandse Spreekwoorden is een olieverfschilderij uit 1559, geschilderd door Pieter Bruegel de Oude. Het schilderij toont ten minste 80 Nederlandstalige spreekwoorden en gezegdes zoals die destijds gangbaar waren in het Nederlands en Vlaams. Sommige ervan worden tegenwoordig nog altijd gebruikt.
De krachten die nodig zijn om een vliegtuig te laten vliegen .... lift, zwaartekracht, stuwkracht en weerstand.
De vleugels van een vliegtuig lijken sterk op dat van een vogel. Door die vorm ontstaat er bij een hoge snelheid onder de vleugels een hogere luchtdruk dan boven de vleugels. Daardoor wordt het vliegtuig omhoog geduwd (lift).
Een cilinder is en ruimtefiguur / niet-veelvlak, ontsaan door het wentelen van een rechthoek rond een as.
Onderstaand kunstwerk van Christo is cilindervormig. Dit kunstwerk is 85 meter hoog en het grondvlak / bovenvlak heeft een diameter van 10 m. Hoeveel stof had Christo noodig om zijn 'The 5600 Cubicmeter Package' te maken?
De Nieuwe Tijd : Tijd van machtige vorsten en ontdekkingen. (1500 - 1800)
Rond 1500 hadden rijke vorsten de macht in Europa overgenomen. De vorsten hadden vuurwapens, kanonnen en machtige legers. Daar konden stadsmuren en boogschutters niet tegenop. Hun wapens en soldaten betaalden ze met belastingen en met winsten uit de verre kolonies. Het was een nieuwe tijd. Over zee bereikten Europese schepen andere werelddelen . Columbus bereikte Amerika, Vasco da Gama zeilde rond Afrika en bereikte Indië.
De machtige vorsten bouwden luxueuze paleizen of woonkastelen. Ook de rijke burgers en edellieden bouwden grote landhuizen vol pracht en praal. De gewone man kende die luxe niet. Zij bleven wonen in dezelfde trieste omstandigheden in een simpel huisje of hoeve.
Edellieden reisden in mooi, versierde koetsen. Voor een korte afstand in de stad werd de draagstoel gebruikt. Wegen werden belegd met kasseien. Het gewone volk verplaatste zich te voet of met de postkoets.
In de Europese steden bleef de stank de mensen achtervolgen. De rijke mensen probeerden de stank te verdoezelen en bespoten zich van boven tot onder met parfum.
Antwerpen was in die tijd een belangrijke wereldhaven. Onze streken behoorden tot het Spaanse wereldrijk. Luxegoederen werden uit alle delen van dat rijk in de Antwerpse haven aangevoerd en verhandeld. In die periode braken ook de godsdienstoorlogen uit. Vooral twisten tussen katholieken en protestanten zorgden voor heel wat conflicten.
De Nieuwe Tijd bracht veel technische uitvindingen. Door de boekdrukkunst werd de kennis gemakkelijker verspreid. Kaarten zetten de wereld in beeld. Verbeterde schepen zoals het karveel lieten schepen toe om op volle zee te varen. Het kompas hielp de scheepslui bij het vinden van hun route.
De ontdekkingsreizigers vonden grote rijkdom. Goud, zilver en nieuwe landbouwproducten (aardappel, tomaat, maïs, ...) vonden hun weg naar het Europees continent. De verovering van de kolonies ging wel gepaard met wreedheden. In Zuid-en Midden - Amerika vonden heel wat indianen (Maya's, Inca's) de dood. Ze waren te zwak om in de zilvermijnen of katoenplantages te werken. Daarom werden uit Afrika zwarten als slaven naar Zuid-Amerika gevoerd.