Onderzoekers stellen
vast dat zowel allochtone ouders als leerkrachten willen dat de leerlingen zoveel
mogelijk Nederlands spreken op school, maar concluderen steeds dat ze ongelijk hebben.
Turkse ouders &
lkn willen geen Turks op school, maar hebben volgens vooringnomen onderzoekers Agirdag
en Van Houtte ongelijk (Onderwijskrant nr. 171, 2016)
Aanleiding
In De Ochtend (VRT) was er vandaag 23 december opnieuw een Gentse onderzoekster - een medewerkster van het Steunpunt Diversiteit van Piet Van Avermaet- die nadat ze vastgesteld had dat de overgrote meerderheid van de leerkrachten voorstander is van het stimuleren van de leerlingen om zoveel mogelijk Nederlands te spreken op school, eens te meer beweerde dat de (domme?) leerkrachten ongelijk hebben (zie bijlage)
Merkwaardig is ook dat die onderzoekers (sociologen, Steunpunt Diversiteit van Van Avermaet e.d.) zelf de taaloproepen van de opeenvolgende onderwijsministers bestreden
en eveneens de invoering van intensief NT2-taalonderwijs vanaf de eerst dag van het kleuteronderwijs bestreden en tegengehouden hebben en nu al te graag uitpakken met de stelling dat blijkt dat veel allochtone leerlingen toch nog taalproblemen hebben. Daaruit leiden ze dan af dat het taalbeleid, stimuleren van het Nederlands op school, toch weinig resultaat heeft.
Onderzoekster Reinhilde Pulinx, drukt - in navolging van haar chef Piet Van Avermaet, haar verzet tegen de taaloproepen van de opeenvolgende onderwijsminsters zo uit: "We stoten hier op de paradox dat het beleid erop gericht is om alle leerlingen kansen te geven om het goed te doen op school, maar door die dynamiek krijgen we net een tegenovergesteld effect.""Gebruik van de moedertalen zou volgens hen wel heel effectief zijn. Van Avermaet en zijn Steunpunt stelden zelfs voor om de kinderen eerst te leren lezen en rekenen in b.v. het Turks en patroneerden zo'n experiment in enkele Gentse scholen. Na een paar jaar werd dit experiment weer opgedoekt. Van Avermaet en Co stelden ook geen positief effect op de kennis van het Nederlands vast en botsten op de weerstand van de ouders.
Ze wekt tevens de indruk dat allochtone leerlingen vaak
gestraft worden als ze geen Nederlands spreken. Ook Orhan Agirdag beweerde dit
herhaaldelijk. In een grondige studie stelde prof. Jürgen Jaspers (UA) vast dat de beschuldiging dat het gebruik van
de thuistaal op de speelplaats e.d. door leerkrachten vaak en streng bestraft
wordt, absoluut niet opgaat. Hij constateerde na observatie dat de leerkrachten
zich in de praktijk vrij mild en pragmatisch opstellen ook al blijven ze het
gebruik van het Nederlands stimuleren: Tussen meervoudige vuren: Pedagogische
Studiën, 2015, nr. 4, p. 344-36. Jaspers vermeldt ook dat zijn vaststellingen
haaks staan op de beschuldigingen van een aantal sociologen aan het adres van
de leerkrachten.
Studie van Agirdag en
Van Houtte
1
Turkse ouders en lkn: geen Turks op school
In hun studie stelden
de Gentse sociologen Orhan Agirdag en Mieke Van Houte tot hun ongenoegen vast,
dat niet enkel de leraars, maar ook de Turkse ouders wensen dat hun kinderen
geen Turks, maar zoveel mogelijk Nederlands
spreken in én buiten de klas:
Speaking Turkish in Belgian Primary Schools: Teacher Beliefs versus
Effective consequences, bilig/ SUMMER 2014 / NUMBER 70, zie Internet.
Uit de bevraging
bleek dus dat ook de Turkse ouders meertalig onderwijs resoluut afwezen. Leerkracht Patrick drukte het zo uit: Turkse
ouders komen soms met hun kinderen naar onze school omdat er bij ons minder
Turkse leerlingen zijn. Ze stellen dan:
In andere scholen zijn er te veel Turkse leerlingen en die spreken dan Turks
in klas, op de speelplaats, tijdens de middaglunch, en wij willen dat niet. Die
ouders beseffen hoe belangrijk het is voor de toekomst van hun kinderen dat ze
goed geïntegreerd zijn in onze cultuur. Because the future of those children
is here, and they will have to speak Dutch in their professional life. Zelfs Turkse leerkrachten die Islamles geven
op school, stelden dat het gebruik van de moedertaal van de Turks sprekende
leerlingen nutteloos was. Dit blijkt ook uit de recente getuigenis van auteur
Özoan Akyol (zie punt 1.1).
In een protestbijdrage die de allochtone ouder K. M. een paar jaar geleden omtrent een Gents experiment met eerst leren lezen in het Turks naar Onderwijskrant stuurde, lazen we
terecht: In plaats van effectieve maatregelen te treffen om de Nederlandse
taal te stimuleren op school, en kinderen en hun ouders ervan bewust te maken
wat het maatschappelijk nut ervan is, besteedt de Gentse overheid veel aandacht
aan de moedertaal van anderstalige leerlingen. Lessen in de eigen moedertaal
vergroten echter vooreerst de kloof tussen de sterkste en de zwakste leerling
door het feit dat die leerlingen een aantal gewone lessen missen. Ze vergroten
tevens het mentaliteitsverschil tussen de gemeenschappen en de maatschappij
waarin ze leven. Deze projecten zijn ook misleidend voor de niet gemotiveerde
anderstaligen, die de sociale normen en attitudes van onze Westerse samenleving
niet willen respecteren. De Turkse ouders krijgen ook de boodschap dat
Nederlands kennen toch niet zo levensnoodzakelijk is en de leerlingen zelf
zullen buitenschools voor spreken, lezen en schrijven nog minder het Nederlands
gebruiken. De neiging van Gentse Turken om zich binnen de eigen gemeenschap op
te sluiten, zal hierdoor nog toenemen. Men kan zich ook afvragen wat het effect
is voor de anderstalige leerlingen die niet van Turkse afkomst zijn.
Auteur Özoan Akyol
We hadden grote achterstand
Nederlands, maar we werde aangemaand om op school meer Turks te spreken/leren. De overheid
heeft juist de taak ervoor te zorgen dat wij volwaardig Nederlander zouden worden.
De overheid heeft mijn integratie tegengewerkt. (KNACK, 13 april 2014
2
Onderzoekers negeren & kleineren
opvattingen van leerkrachten & ouders
Eens te meer bleek dus dat
er opvallend veel overeenstemming was tussen de opvatting van de leraars
en deze van de Turkse ouders en Turkse leraars.
Agirdag en Van Houtte legden de argumenten van de Turkse ouders en van
de leerkrachten gewoon naast zich neer.
Volgens hen hebben de leerkrachten en de Turkse ouders volstrekt
ongelijk; ze zijn bevooroordeeld en
beseffen niet eens hoe nefast hun opvattingen zijn.
Agirdag en Van Houtte
zochten dan maar naar een verklaring voor het vervreemd en fout
bewustzijn van de leerkrachten en ouders. De negatieve beliefs van de ouders
en leerkrachten zouden in sterke mate een gevolg zijn van de Vlaamse politieke
context that very much favors
assimilation and Dutch monolingualism.
Agirdag en Van Houtte gaan ook niet akkoord met de stelling van de
leerkrachten dat de taalachterstand een belangrijke oorzaak is van de
leerproblemen van veel anderstalige leerlingen. Ook de voorbije jaren
manifesteerden Agirdag en Van Houtte zich herhaaldelijk als
taalachterstandsnegationisten en tegenstanders van intensief NT2 vanaf het
kleuteronderwijs.
3 Agirdag en Van Houtte beschuldigen Vlaamse
leidende klasse
Agirdag en Van Houtte beweren dus ook dat de Vlaamse
leidende klasse symbolisch geweld (à la
Bourdieu) uitoefent op de anderstalige
leerlingen
En de gedomineerde allochtone ouders uit lagere milieus nemen
jammer genoeg de dominante visie van de leidende klasse, de machtigen in deze
maatschappij, onbewust over: Social dominance can only persist because the
dominant groups in society impose their judgments, such as beliefs about
monolingualism, upon dominated groups,
such as the bilingual Turkish
community. Once the dominated groups internalize the point of view of the
dominant, they will defend it as if it
was a universal point of
view,even when these judgments are completely against their own interests.
4 Meer (taal)problemen met Turkse leerlingen dan
met andere minderheden
In de studie van
Agirdag en Van Houtte wijzen de leerkrachten ook op het feit dat ze de meeste
problemen ervaren met Turkse leerlingen
- veel meer dan met Spaanse, Griekse en Marokkaanse ... leerlingen. Vooral
Turkse leerlingen zijn geneigd frequent Turks te spreken. Enkele citaten. In
contrast with other minority students, Turkish students tend to retain their
mother tongue and speak more frequently in Turkish at school. Lerares Katja,
school met veel Turkse leerlingen): When I started working here, we used to
have Ita-ians, Spanish .... And now, it is mostly Turks and Moroccan and
some Belgian. And the difference is,
back then, more Dutch was spoken, pupils among
each other, and at the playground. Last year, I had a class and I had to
say constantly: speak Dutch, speak Dutch. Actually, only Turkish
children speak Turkish among each other,
Leerkracht Saskia: Turkish children speak Turkish among each other. But
Moroccans, for instance, dont do that because there are a lot of dialects and
they are less proficient in it. (Teacher, Black Square). In the Black Circle
and in the Black Square (i.e. in schools with a majority of Turkish children),
teachers perceived the use of the Turkish language as the antecedent of poor
proficiency in Dutch, and poor academic achievement, and it was regarded as the
the big problem with respect to academic achievement.
5 Turks in Gentse
stadsscholen tegen visie in van Turkse
ouders en leerkrachten
5.1
Recente verordeningen van stadsbestuur
In april 2015 vernamen we dat het Gents stadsbestuur bij monde van Elke
Decruynaere, schepen van onderwijs, verordende dat men de anderstalige
leerlingen in de Gentse scholen niet langer mag aansporen om buiten de klas Nederlands te spreken. Men
moet ze zelfs toelaten om ook in klas, in speelhoeken, bij groepswerk ...
geregeld hun thuistaal te gebruiken. Dit
wordt dan ook een van de speerpunten in het Gents beleidsplan voor het
schooljaar 2014-2015. Voor volgend schooljaar is ook sprake van wiskunde-opgaven
in het Turks e.d. De opstelling van Elke
Decruynaere (Groen)verraste ons niet. In 2003 bestempelde
Groen-partijvoorzitter Meyrem Almaci zelfs de vraag voor meer lessen Nederlands
als een vorm van taalfetisjisme, dat averechts werkt in de emotionele binding
met de eigen taal. Groen bleek de voorbije jaren geen voorstander te zijn van
de invoering van intensief NT2 vanaf de kleuterschool.
5.2 Visie van ouders en leerkrachten miskend
Uit de bevraging van
Agirdag en Van Houtte van 2014 (cf. punt
3) en uit vele reacties op de Gentse verordening in april 2015, blijkt dat niet
enkel de praktijkmensen, maar evenzeer de allochtone ouders die verordening
afwezen. Eén van de argumenten luidt dat anderstalige leerlingen tijdens de
speeltijden, aan tafel en in de buitenschoolse opvang nog het meest de kans
krijgen Nederlands te spreken en in te oefenen. In een klas met 20 leerlingen
en 20 uren les per week is de tijd dat de Turkse leerlingen de kans krijgen om
zelf Nederlands te spreken al bij al beperkt. Men vindt ook dat een gebrekkige
kennis van het Nederlands een belangrijke oorzaak is van leerproblemen en de
integratie bemoeilijkt.
In een Gents experiment van een paar jaar
geleden in vier scholen, werden ook al uren Nederlands door uren Turks
vervangen, en leerde men die kinderen
eerst in het Turks lezen. Directeur Frank van de Mozaïek-school die betrokken
was bij het experiment, gaf zelf grif toe dat veel Turkse ouders dit experiment
niet genegen waren. Hij stelde: Voortdurend werden we op school aangesproken
door ouders op onze aanpak betreffende
het gebruik van de thuistaal Turks op school. Ouders zegden: Op die andere
school mogen de kinderen geen Turks spreken. Dat is ook goed zo. Zo kunnen de
kinderen veel Nederlands leren (De Katholieke Schoolgids, januari 2010, p. 8).
De hypothese dat dit ook de kennis van het Nederlands en het Turks zou
bevorderen, werd ook niet bevestigd.
Maar schepen Decruynaere en Co willen
geen rekening houden met de vraag van de Turkse ouders en van de
leerkrachten. Decruynaere beschuldigde de
mensen die het gebruik van het Nederlands
verdedigen van ideologische hardnekkigheid. In een reactie ergerde
Joris Philips zich aan politieke
correctelingen als Decruynaere die in feite tegen de allochtonen zeggen blijf
maar lekker in uw achtergestelde positie zitten. In plaats van hen aan te
moedigen alle kansen te grijpen, geeft men hen de boodschap dat het allemaal
niet zo hoeft. Hij concludeerde: Die ideologische hardnekkigheid waarover de
Gentse groene schepen het heeft, merken we juist bij de zgn. progressieven.
(Website Het Nieuwsblad, 10 april 2015.)
Heel wat
taalachterstandsnegationisten mengden zich in 2015 in het debat en steun(d)en
de Gentse verordening. Onder hen ook Kris Van den Branden (KU Leuven) en de
Gentse sociologen Mieke Van Houtte
en Orhan Agirdag. De Brusselse
prof. Wim Van den Broeck
reageerde destijds al op de levensvreemdheid van pleidooien voor het
stimuleren van het gebruik van de vele thuistalen op school. Van den Broeck stelde: Hoe wereldvreemd kan
men zijn? Echte meertaligheid is natuurlijk een troef, maar taalachterstand in
het Nederlands is wel degelijk een handicap, zoals blijkt uit zovele studies
die aantonen dat de onderwijskansen en de arbeidskansen zwaar gehypothekeerd
worden indien de landstaal zwak of niet beheerst wordt. Het is inderdaad beter
dat anderstalige kinderen thuis in hun eigen taal converseren dan dat ze thuis
een gebroken Nederlands zouden horen praten, maar dat betekent niet dat
thuistaal toelaten op school hen taalvaardiger zou maken. Het maakt hen niet
taalvaardiger in hun thuistaal, want op school spreken ze dan vaak een gemengde
taal, en het maakt hen al zeker niet taalvaardiger in het Nederlands. Dit lijkt
sterk op het ontkennen of minimaliseren van een reëel maatschappelijk en
sociaal probleem dat in grote mate ontstaan is door het ontbreken van een
doeltreffend en doortastend taalbeleid. Men moet in sommige kringen toch eens
weten wat men wil: ofwel is er geen probleem, maar dan is het geen issue, ofwel
is er wel een probleem, en dan moeten we er iets aan doen! (17 mei 2013).
Peter De Roover,
leraar tso, reageerde zo: Vanuit mijn
eigen beroepservaring stoot ik ook op een ander niet te verwaarlozen praktisch
probleem. Als ik me beperk tot mijn leerlingen moeten er dan lessen gegeven
worden in het Arabisch, Berbers, Turks, Pasjtoe, Urdu, Albanees, Bosnisch,
Portugees, Spaans en Grieks.Ik verzeker niet dat ik volledig ben. In andere
klassen zitten Russen (thuistaal?), Polen, Afrikanen, ... Dat is mijn
schoolrealiteit van vandaag. Krijgen die allemaal les in hun moedertaal? Helpen
we het onderwijs van achtergestelde kinderen vooruit door nieuwe praktische
ellende te veroorzaken? (DS 14.03.13).
|