Vandaag vroeg uit de veren (4:00u),
direct door naar de GC, en hopen op een mooie zonsopkomst.
Weinig verkeer op de weg, en ook ter
plaatse is het zeer rustig. Maar een handvol mensen hebben de zelfde
plaats uitgekozen.
Ik heb voor alle zekerheid een jas
meegenomen, want het zou er koud kunnen zijn. Blijkt nog maar
eens dat alles relatief is. Het is er zeker koeler dan overdag, maar
dit is voor mij net een aangename temperatuur. En zeker niet koud. De
zon is mooi op tijd en zorgt voor enkele mooie plaatjes. Zou in feite
een super-panorama toestel moeten hebben.
Als ik terug naar de auto wandel kom ik
ook nog enkele Elk-deer, wat vogeltjes en een eekhoorn tegen.
Ook de kalkoengieren gaan op de foto. Van uit de verte dacht ik even
dat het Californische condors waren, maar zoveel geluk heb ik niet.
Ik laat de wagen op de kleine parking staan en neem een bus tot aan
Yaki-point lookout. Van daaruit wandel ik de rand van de canyon af
tot in Bright Angels Trailhead, net geen 10 km. Het moet gezegd, ze
hebben het hier prima geregeld. Bedoeling is dat je de wagen op een
van de parkings achterlaat (of in het nabij liggende dorpje
lees: toeristenkamp) en je dan verplaatst óf te voet, óf met de
gratis bussen die hier continu rondrijden. Er wordt verwittigd dat de
parkings vroeg vol kunnen lopen, maar vandaag blijkt dit mee te
vallen. Tegen de middag is er inderdaad een hoop volk op de been,
maar de parkeerplaatsen raken er nooit allemaal bezet. Zou kunnen dat
dit in het echte hoogseizoen wel het geval is. Het is er nu zeker wel
druk, maar er zijn vele sites te bekijken, dus het valt al bij al wel
mee. Het rustige en sfeervolle van deze morgen is nu echter wel
volledig verdwenen. En het is natuurlijk ook weer een pak warmer.
Hierboven zeker 90F, in het dal zou het zelfs 105F moeten zijn. In de
schaduw! De wandelingen die gedeeltelijk de canyon inlopen zijn nu
dus niet aan mij besteed. En om helemaal tot beneden en terug boven
te hiken raad men aan om toch 2 dagen te voorzien, dus dat past
al helemaal niet. Trouwens, je ziet alles veel beter van bovenaf. Als
het wat koeler zou zijn is dit misschien wel een aanrader.
Het systeem met de gratis bussen is er
een pluspunt, en ook hier zijn de verschillende bezoekerscentra zéér
verzorgd en up-to-date. Dat moet ik hun hier wel nageven. En verder
vallen de prijzen voor eten en zo hier ook wel mee. Het is er duurder
dan in een gewone supermarkt of restaurant, maar echt niet zo heel
veel. Ik heb al touwtrektornooien meegemaakt waar men minder
scrupules had.
In afwachting van de zonsondergang pak
ik er ook nog een uiteenzetting van een plaatselijke ranger over de
condors mee (óók gratis), en dan een mooi plekje uitzoeken. Dit
wordt iets moeilijker dan deze morgen (véél meer volk nu), maar ik
kan me toch een plaatsje bemachtigen. Ook nu tikken de foto's aan. Ik
besluit te blijven tot het volledig donker is om er de fantastische
sterrenhemel te fotograferen, maar de maan is een beetje een
spelbreker. De afwezigheid van enige lichtvervuiling maakt anders wel
dat je hier duizenden sterren meer kunt zien dan bij ons. Zelfs de
Melkweg.
Onderweg naar mijn kamertje nog even
stoppen voor een steak en dan gaan slapen. Het was een lange en
vermoeiende dag, maar zeker wel de moeite waard.
Vandaag eens pannenkoeken op het
ontbijt-menu. In het hotel weliswaar (inbegrepen in de prijs), ik
denk niet dat die vers gebakken waren. Klein en vrij dik (dus beetje
deeg-achtig), maar met een dikke laag siroop wel te smaken.
Moet dit toch nog eens in het echt proberen.
Met het verlaten van Albuquerque laat
ik ook de heuvels achter mij. Het landschap is nu licht glooiend,
vrij dor en zonder bomen. Enkel hier en daar wat opgeschoten
struiken, verder soort van heideachtige beplanting. Maar de
prikkeldraad langs de weg en de veeroosters doen vermoeden dat hier
nog steeds koeien grazen, wat ik later ook bevestig zie. Dan toch
liever een steak van een beest dat op de groene weiden van enkele
dagen geleden heeft mogen grazen. Ik ruil in het begin de snelweg nog
eens voor de oude route, en wat direct opvalt is natuurlijk het veel
rustiger verkeer: ik ben er zo goed als alleen. Hier ervaar ik even
het gevoel van de trip door Australië, al ligt de snelweg hier maar
enkele honderden meter langszij. Wel geen landmars op dit stuk,
enkel wat panorama's.
Na de middag neem ik de afrit naar het
Painted Dessert en Petrified Forrest nationaal park. Opnieuw zeer
verzorgde bezoekerscentra en duidelijke informatie. Ik volg, net als
enkele mede-toeristen, de weg door het park en hou halt bij de
verschillende voorziene stops. Enkele korte wandelingen, en eindelijk
ga ik hier in foto-modus. Het heeft mij iets te lang geduurd, maar de
achterstand wordt vlotjes bijgewerkt. Prachtige panorama's,
rotstekeningen, landschappen die zo als achtergrond voor een
maanlanding kunnen dienen, rotsformaties in de vorm van tipi's (doen
denken aan de 3 rondavels die we tegenkwamen in Zuid-Afrika) en
uiteindelijk ook de versteende bomen. In allerlei formaten en
kleuren. Het is hier tijdens de korte wandelingen ook warm (90F in de
schaduw, maar daar is er maar weinig van voorhanden), maar het is een
droge hitte. Zolang je regelmatig drinkt en zorgt dat je iets op je
hoofd hebt (zeker in mijn geval een vereiste), is dit hier veel
draaglijker. Je moet ten minste niet elk uur van t-shirt wisselen.
De weg terug naar de snelweg laat me
nog even van de rust genieten, maar dan is er terug de keiharde
realiteit, pijnlijk onderstreept door het uiteen gereten wrak van een
truck op de tegenoverliggende rijrichting. Zag er niet goed uit.
In Flagstaff verlaat ik de i40 richting
Valle, mijn uitvalsbasis voor de komende 2 dagen. Opnieuw enkele
heuvels, en te oordelen aan het uitzicht van de lokale accommodaties
en behuizingen, vermoed ik dat hier in de winter ook geskied wordt.
Het is al bijna donker als ik de sleutels van mijn kamer ontvang,
maar ik besluit toch door te rijden tot de ingang van de Grand
Canyon. Al is het maar om te kijken of ik er nog een ingangsbewijs
kan bemachtigen, zodat ik hier morgenvroeg geen tijd mee verlies. Het
rijden in het donker is hier geen lachertje, vooral omdat je er nu
natuurlijk veel tegenliggers tegenkomt, die op dit uur het GC-park
verlaten. Mistlampen vooraan laten branden (ook bij ons een gekende
ziekte), fares zo lang mogelijk laten branden (of zelfs
helemaal niet uitdoen), achterliggers die in de koffer willen kruipen
(al rij ik de al in-deze-omstandigheden toch vrij hoge limiet van 65
mijl/uur)..., ik kom het allemaal tegen. En ondertussen moet je ook
nog eens oppassen dat je geen overstekend wild ramt. Die laatste
blijven gelukkig van de weg af.
Aan de ingang van het park kan ik aan
de automaat een ticket kopen (het park zelf blijft 24 op 24 open,
makkelijk ook voor hen die in het park zelf logeren of kamperen), dus
dat is al geregeld. Nog een half uurtje terug naar het motel en licht
uit. Morgen wordt een lange dag.
O ja, het uurverschil met thuis
bedraagt nu 9u. Men doet hier niet mee aan de zomertijd. Makkelijk
toch als je in hetzelfde land woont maar elke staat zo toch nog zijn
eigen willetje heeft. Ik dacht dat ze dit zo'n 150 jaar geleden al
eens hadden uitgevochten.
Opstaan en ontbijten. Voor het eerst
bestaat dit uit meer dan 2 toastjes met confituur (havermoutpap en
cornflakes-varianten zijn aan mij niet besteed). Patatjes, worstjes
en roerei. Dat laatste ziet eruit alsof het gebakken werd in 1 grote
klomp (wat wellicht ook zo was), maar de smaak valt mee. Niet zo warm
vandaag (zo'n 70F of 21°) en volledig bewolkt. En terwijl het
tijdens het ontbijt nog droog was, begint het na het uitchecken toch
te regenen. Of beter: te gieten! En dit blijft zo, in meer of mindere
mate, voor de rest van de voormiddag. Het eerste deel van mijn Route
66 valt hierdoor wel wat in het water. Letterlijk. Ik rij een
eerste deel van de oorspronkelijke route af, de weg gaat wat op en
neer, en door de hevige regenval ontstaan in de dalletjes al gauw
redelijke plassen. De Dodge moet werken vandaag, maar stelt niet
teleur.
De volledige Route 66 volgen is zeer
moeilijk. Ten eerste is ze bijna volledig opgenomen in de nieuwe
Interstate 40 (i40). En dit is een echte snelweg, 2x 2 tot 3 vakken.
Je even langs de kant parkeren is er géén optie. Mag gewoon ook
niet. Ten tweede zijn de stukken die wel nog overblijven (meestal
stukjes dwars door de dorpjes/stadjes langs de weg, waar de snelweg
nu natuurlijk rondom loopt) helemaal niet aangeduid. Er staan geen
wegwijzers, dus moet je de stukken zelf opzoeken (bv via internet) en
uitmappen. Geen makkelijke taak als je alleen in de wagen zit. Het
moet wel veilig blijven natuurlijk. Ik heb vooraf enkele interessante
punten opgeschreven, die kan ik wel in de GPS steken. Maar dit voor
alle punten doen zou gewoon veel te veel werk zijn. De eerste stops
vallen dus al weg door de regen. En vandaag geen museum, al zal ik er
wel veel tegenkomen. Maar er staan heel wat kilometers op de agenda,
dus worden er geen langere stops voorzien.
Al vlug wordt ook duidelijk dat vele
landmarks van deze alom bekende route zelfs helemaal niet meer
bestaan. Of in vergevorderde staat van ontbinding verkeren. De nieuwe
i40 heeft de oude route natuurlijk overbodig gemaakt. En nieuwe
nutsvoorzieningen (mega benzinestations, dito fastfoodketens...)
hebben hetzelfde gedaan met de vele pittoreske pompstations,
motelletjes en diners. Die staan er nu overal te verkommeren.
Een stil protest tegen de vooruitgang? Langs de i40 zijn er wel
nieuwe bezienswaardigheden bij gekomen. Zoals een site met een enorm
wit kruis van vele meters hoog, compleet met volledige en levensgrote
kruisweg, laatste avondmaal en Golgotha. Anderen hebben hun attractie
gewoon verhuisd naar de nieuwe snelweg. Zoals de Big Texan Steak
Ranch, bekent vanwege z'n 72oz (2129,29gr !) steak.
Na de middag blijft het gelukkig droog,
mits enkele kleine buitjes onderweg. We kruisen vandaag 2
staatsgrenzen. De eerste is die met Texas. Voor het eerst mag het
gaspedaal hier tot 75 mijl/uur worden ingedrukt (alles is groter in
Texas). Al is dit ook nog maar 120 km/uur. Kort na het overschrijden
van de grens verandert ook het landschap. De groene weiden worden
ruiger, iets dorder en groter. Er komt ook meer glooiing in het
panorama. Ik doorkruis Texas op het minst brede stuk, en zit al vlug
in de volgende staat: New Mexico. Het landschap blijft zowat
hetzelfde, tot zo'n 20 mijl voor mijn eindbestemming van de dag:
Albuquerque. Hier kom ik terug in ruiger en meer heuvelachtiger
terrein.
Ik heb er dan net geen 1000km op
zitten, de douche zal dus deugd doen.
De accommodatie van deze nacht was de
minste tot nu toe. Ze was proper, maar duidelijk én zéér dringend
aan herstelling toe. Het was ook niet de best gepositioneerde kamer,
net op een kruispunt, dus de oordopjes kwamen nog eens goed van pas.
Het weer: nog altijd rond de 82 a 85 F,
maar aangenamer, minder doef. Veel zon, af en toe een schapenwolkje.
Eerste stop: Cherokee Heritage Center.
Tahlequa is immers de plaats waar de in 1838 uit de regio van de
Smokey Mountains verdreven Cherokee uiteindelijk terecht kwamen.
Museum, zowel indoor als in openlucht. Beetje vergelijkbaar met
Bokrijk, maar dan veel kleiner. Ook re-enactment van een kamp uit de
late jaren 1700.
Hierna door naar Oklahoma-stad. Hier
neem ik intrek in de voor mij mooiste kamer tot nu toe. Ook het
complex zelf oogt zeer verzorgd. En toch is dit niet de duurst kamer
tot nu toe.
Deze morgen is het iets koeler, vooral
dankzij de aanwezige bewolking. Maar toch nog 82F (27,7°). Geen
Graceland dus, maar een bezoekje aan de Gibson fabriek. Gibson heeft
er 3 in de VS: één voor de akoestische, één voor de Solid-body
en één voor Hollow-body gitaren. Deze laatste is de enigste
die rondleidingen voorziet. We volgen het volledige proces, van losse
vellen en blokken hout tot een afgewerkt pareltje van enkele
honderden tot duizenden dollar. Bijna het volledige proces is
handwerk.
Met het verlaten van Memphis rij ik ook
een andere staat in: Arkansas. De 4de nu al, na Georgia, Noord
Carolina en Tennessee. Ook het landschap verandert, in vlakke velden
met nu vooral veel akkerbouw. Een sproeivliegtuig maakt het plaatje
compleet. Pas als ik na ruime tijd de snelweg i-40 verlaat wordt het
weer heuvelachtiger. En wordt akkerbouw vervangen door veeteelt:
zwarte Angus runderen in ruime weiden. De weg slingert zich tot in
Tahlequa, mijn volgende halte. Een road-runner (renkoekoek) kruist
mijn pad, maar is te snel voor de camera. Meep, meep...
Het wordt weer een warme dag. Nog maar
8:30u 's morgens en de thermometer staat al op 87F (30° op de grote
mensen schaal). En met de luchtvochtigheid van een natte dweil.
Downtown Nashville heeft wel wat weg
van downtown Atlanta, zij het in kleiner formaat. Hoogbouw en
toeristische zone in het centrum, een buurt die je liever vermijdt
net daarbuiten en pracht en praal in de sub-urbs. De trekpleisters
hier zijn de sites die referenen naar de alomvertegenwoordigde
Country muziek. De Grand Ole Opry (buiten de stad, niet ver van het
motel), de Walk en Hall of Fame, bars en shops (veel cowboy botten en
hoeden), en enkele musea. Ik bezoek dat opgedragen aan The Man in
Black. Kort maar goed.
Daarna doortrekken naar die andere
muziek gerelateerde stad: Memphis. De thermometer staat nu al op 95F
(da's 35°, in de schaduw!). Net bij het oprijden van de snelweg moet
ik wel door enkele stortbuitjes, maar die duren maar enkele tellen.
Daarna terug sun all the way. In Memphis ben ik net te laat
voor de rondleiding in de Gibson fabriek, dan maar eerste punt op de
agenda voor morgen. Nog even stoppen aan het Lorraine Motel (kwestie
van de cirkel rond te maken) en dan naar het motel voor deze nacht.
Bij de zoektocht naar een avondmaal nog
even Graceland gepasseerd, maar de poorten waren al gesloten. Ik maak
bij mezelf de bedenking dat de King vandaag de dag wellicht een
andere locatie zou uitgekozen hebben. De BBQ-schotel is niet slecht,
maar BBQ betekent hier vooral: vlees laten zwemmen in licht pikante
saus. Het is eens iets anders.
Opmerkingen onder de weg: rijden in de
USA, en dan zeker op de snelwegen bij verkeerswisselaars, of bij
wegenwerken, is niet voor de teerhartigen. Werkelijk niemand houdt
zich hier, zoals reeds eerder vermeld, aan de snelheidsbeperkingen.
Ik kan het ook niemand aanraden, tenzij je het niet erg vindt dat de
truck achter je bijna op je achterbank zit. Het blijft onwennig deze
bakbeesten aan 10 mijl/uur boven de toegelaten snelheid op het
linkervak voorbij te zien scheuren. Zelfs uitzonderlijk vervoer vlamt
hier lustig door. De trekkers, met neus (óók de sterk
vertegenwoordigde Volvo's), ogen stoer, maar hun trailers zijn maar
zo groot als die bij ons. Geen roadtrains, zelfs geen dubbeldekkers
als in de UK. De RV's (motorhomes) en caravans zijn wel buitenmaats.
Sommigen zijn niet meer of minder dan een ganse oplegger, met een as
gemonteerd op de laadbak van hun pick-up. Vele RV's sleuren ook nog
eens een personenwagen achter zich aan. Met vaste as, of op een
aanhangwagen. Het blijft een land van uitersten.
O ja, gisteren ben ik ook een
tijdsgrens overschreden. Het tijdsverschil met het thuisfront is nu 7
uur.
Het is nog donker als ik opsta (6:00u),
er hangt redelijk wat mist, en het is warm. Vandaag speciaal voor de
eclips zo vroeg uit de veren, men moest maar eens gelijk hebben met
die voorspelde verkeersdrukte. Ik hoop alvast wel dat ze gelijk
krijgen wat de weersvoorspellingen betreft. Ontbijten, uitchecken en
weg.
Onder de baan nog even voltanken en dan
rechtdoor naar Crossville-Cumberland County Visitor Center, Gateway
to the Big South Fork (hele mond vol), waar een eclips-bijeenkomst is
voorzien. Het verkeer onderweg valt reuze mee, ik denk niet dat het
hier anders op dit uur minder druk is.
Ik arriveer dan ook vrij vroeg ter
plaatse. Enkel een groepje wat hier is blijven overnachten is me
voor. Op de eclips is het dan nog enkele uren wachten, en ondertussen
komt toch steeds meer volk opdagen. Maar een overrompeling wordt het
nooit. Er zijn ook enkele fanaten op post, compleet met volledig
uitgeruste telescoop. In afwachting wordt hier en daar al eens naar
de drie zonnevlekken gekeken. Mijn buurman, Li Johnson (een in
New-York wonende Chinees Johnson zal dus wel een aanpassing zijn)
is pas drie dagen geleden op zoek gegaan naar een geschikte filter
voor de telelens van zijn camera. Nodeloos te zeggen dat hij zonder
naar hier is mogen komen. Ik leen hem mijn kleinere Cokin-filter,
maar die past natuurlijk alleen maar op zijn kleinere tele. Geen
ideale oplossing dus. Hij probeert het wel nog met een uit de
aanwezige eclipsbrilletjes ineengeknutselde filter, maar blijkbaar
zonder al te veel succes. Hopelijk is hij in 2024 beter voorbereid.
Net voor de eclips begint strooien de
opkomende wolken roet in het eten. En het was tot een uur tevoren
nog volledig wolkenloos! Een klein paniekje steekt de kop op. Traag
schuift de wolk voorbij, en vijf minuten later mogen we dan toch
aanschouwen waarvoor we allen naar hier zijn gekomen. Het spektakel
kan beginnen. En gelukkig blijven de wolken nu wel afzijdig, tot ruim
een kwartier na totaliteit. Terwijl de maan langzaam voor de zon
schuift stijgt de spanning, met de gekende apotheose bij de volledige
verduistering. Het spookachtig donker-worden bij het laatste beetje
zonlicht, de vogeltjes (ja, blijkbaar zijn ze er wel) die beginnen
fluiten, de bakkende hitte die plots een aangename warmte wordt (nee,
het wordt er naar onze normen niet koud): het was er allemaal. Met
natuurlijk de onvermijdelijke ah's en oh's en het applaus op het
einde. Missie geslaagd, stand 3-2. Nu nog hopen dat de foto's ook op
een groot scherm OK ogen.
Een kwartier na totaliteit is het
overgrote deel reeds vertrokken (de wolken halen nu uiteindelijk wel
de overhand) en na een half uur is de site zo goed als verlaten. Ik
kraam ook op en zet aan richting Nashville. Half gaar gebakken van de
blakende zon besluit ik de kortste weg naar het Motel te nemen en
onderweg nergens meer te stoppen. Zo'n 15 mijl voor Nashville moet ik
dan toch een korte file trotseren. De deugddoende douche komt er met
een half uurtje vertraging. Een dagschotel bij de Cracker Barrel Old
Country Store, verslag opmaken en licht uit.
Vandaag staat er weinig op het
programma. Eerst en vooral een wasje doen, want door de aangename
temperaturen zit ik al door alle verse kleren. Terwijl wasmachine en
droger hun werk doen maak ik een babbeltje met local Tony Lionheart.
Hij is vroeger nog in Duitsland en Nederland geweest, dus België is
voor hem geen onbekend begrip.
Voor de rest de verdere planning wat
vervolledigd en enkele plaatsen uitgezocht om morgen de eclips te
bekijken. Een voorkeur en enkele back-ups. Ondertussen hoor ik via de
radio steeds meer waarschuwingen voor drukte en verkeersopstoppingen
voor morgen. Het lijkt mij vreemd. Tuurlijk zullen veel mensen de
eclips willen bekijken, en misschien zullen de uitzonderlijke
plaatsen idd veel volk trekken. Maar anderzijds is het pad van
totaliteit zo groot dat ik mij niet kan inbeelden dan men hier
niet aan een geschikt plaatsje zou geraken. Nu, afwachten maar.
Nog een opgemerkt verschil met thuis:
2. Kerken. Waar we bij ons er meestal
maar 1 per dorp of parochie hebben, net over de grens, in Olland,
is dat natuurlijk al wat anders. Maar hier lijkt het wel een
epidemie. De elvendertig soorten Christelijke gemeenschappen hebben er elk hun eigen "plaatsje". Kleinere dorpjes hebben er kleinere, maar langs de
highway staan ze netjes tussen de garages, pompstations en
supermarkten in. En soms zien ze er ook uit als die laatsten, compleet met
mega-parking. Weet niet of die nog vol raakt, daarvoor moest ik
misschien 's morgens eens passeren. Maar Jesus Inc. oogt wel
imposant.
Opstaan en ontbijten over het water
(ander etablissement, maar blijkbaar van de zelfde eigenaars).
Een groundhog heeft hetzelfde
idee.
Na het uitchecken, eerst de Roaring
Fork Motor Nature Trail: een korte, een-vaks en een-richtings loop
met enkele gelegenheden tot stoppen en wandelen. Hoewel het best nog
vroeg is (+/- 8:30u) ben ik hier lang niet de enige. De parking bij
de eerste trail staat alvast vol. Geen probleem, deze stond toch niet
op de agenda. Op de volgende vind ik wel nog een plaatsje. De korte
wandeling leidt naar een waterval, één waar je zelfs achter door
kunt stappen. Ook hier ben ik niet alleen.
Als we wat later weer op de route
rijden zie ik in een bocht nog net een zwarte beer vóór de auto
voor mij de berm inrennen. Waardoor mijn voorganger natuurlijk op de
rem gaat staan. Tegen de tijd dat ik op de plaats passeer is de beer,
een jong exemplaar, natuurlijk al lang verdwenen. Jammer, geen foto.
Nog een stop aan een oud boerderijtje, en dan terug richting
Cherokee, met de bedoeling de verschillende stops onderweg af te
wandelen.
Al snel wordt het duidelijk dat de
drukte hier nog erger wordt. Op de toegangsweg naar de Clingmans
Dome, een uitkijkpost, staat zelfs een heuse file. Omdat ik geen idee
heb hoe lang deze is (ik passeerde ondertussen al een hele reeks in
de berm geparkeerde auto's) en een verplaatsbare lichtreclame ons
verwittigt dat de dome gesloten is tot en met de dag van de eclips,
besluit ik dan maar om de wagen te keren en verder te rijden. Beetje
in mineur.
Ook de parking van het bezoekerscentrum
Oconaluftee nabij Cherokee staat vol, maar het is er een komen en
gaan, en ik kan na even wachten ook een plaats bemachtigen. Het
centrum is heel netjes, net als alle vorige trouwens. Het valt mij op
dat alle exposities tot nu toe zeer verzorgd en onderhouden waren. Op
de veranda speelt een groep enkele folk-deuntjes. Korte wandeling tot
de rivier en de oude boerderijgebouwen, maar ook hier weinig fauna.
Geen in feite. Waar ik in Australië na een week al zeker honderd
foto's had, hier tot nu toe enkel die van in het aquarium. En als je
dan al eens de kans zou hebben om een beer te spotten, dan zetten de
ranchers de parking af en verplichten je door te rijden. Bummer.
Toch ietwat teleurgesteld keer ik terug
richting Gatlinburg. Bijna op het einde zet ik de wagen nog even aan
de kant en waag nog 1 maal mijn kans op een Quiet Walkway. Hier
ben ik eindelijk alleen. Het paadje passeert het eenzame graf van een
geconfedereerde soldaat, en leidt rustig naar beneden. En plots heb
ik dan toch wat geluk: een hinde kijkt mij aan door het struikgewas.
Camera in aanslag. Het dier is schichtig, maar het lukt me toch om
enkele kiekjes te maken. En dan komt opeens ook nog haar kalf
tevoorschijn. Ook de rivier op het einde van de wandeling biedt een
leuke foto-gelegenheid. Dan toch nog afsluiten met een positieve
noot.
De volgende stop is Clinton, iets meer
naar het noordwesten. De eerste plaats die ik passeer, Pidgeon Forge,
blijkt een soort voorgeborchte van Gatlinburg, maar dan maal tien. De
ruim 5 km lange highway lijkt één uitgestrekt amusementspark. Dit
kan ik met niets vergelijken. De radio vermeldt ook nog even geheel
overbodig dat het druk is en zowat alle hotels en motels volboekt
zijn. De eclipskoorts tiert welig. Nog even wat inkopen doen en dan
inchecken.
Vandaag eerst een kleine detour
terug via de Blue Ridge Parkway naar Mount Mitchell, het hoogste punt
oost van de Mississippi. Fantastische vergezichten, en meteen wordt
ook duidelijk waar de Smokey Mountains hun naam vandaan halen:
dampende wolken ontstijgen de bergen terwijl die langzaam maar zeker
door de zon worden opgewarmd.
De Blue Ridge Parkway tot in Cherokee
is een van de meest pittoreske wegen die ik al heb afgereden. Ze kan
wedijveren met de Captain Cook Highway of The Great Ocean Road, maar
ipv prachtige stranden, kliffen en zee, hier machtige vergezichten,
bergen en bos. Véél bos. De weg zelf ligt er perfect bij, zelfs de
wegbermen kunnen wedijveren met een Engels gazon. De enige 2 bulten
in het wegdek worden duidelijk en tijdig aangegeven. Het is dan ook
niet verwonderlijk dat hier veel motoren passeren. Ik kom er ook veel
fietsers tegen die hier hun eigen versie van de Mont Ventoux,
Tourmalet of Alpe d'Huez kunnen beleven. Geen makkie bij deze
temperaturen.
Het dorpje Cherokee ligt er zeer rustig
bij, weinig volk langs de weg met souvenierswinkeltjes. Het museum is
nog open, en blijkt de moeite waard.
De weg naar Gatlinburg, mijn volgende
overnachting, kan doorgaan voor een verlengde van de Parkway, maar
het wordt er wel steeds drukker en in Gatlinburg zelf lijkt het wel
of de halve staat naar hier getrokken is. Weekend, misschien voor
enkelen ook nog vakantie, én de naderende eclips: velen hebben
blijkbaar het zelfde idee. Het kleine Gatlinburg is niettemin perfect
aangepast tot toeristische trekpleister. Of is het toeristenval? Het
dorpje/stadje lijkt een absurde mengeling van Alpendorp Sluis
kermis: winkeltjes, eetgelegenheden, stoeltjesliften, rodelbanen,
mini-golf (zelfs op een berghelling), spookkastelen, 4D theaters,
rariteitenkabinet... Het kent bij ons zijn gelijke niet.
Bij de Rocky Waters Motor Inn (beste
kamer tot nu toe, en zo groot als een balzaal) heeft de automaat nog
een leuke verrassing. Een verjaardagscadeautje?
Uitcheck om 8:45u, nog enkele foto's en
dan richting Martin Luther King Jr National Historic Site. Vrij
nieuwe of vernieuwde site met informatie, en in de buurt van de man's
ouderlijke thuis en de kerk waar hij dominee was.
Daarna verlaten we de grootstad en
trekken richting Appalachen. Vandaag staan er vooral kilometers op
het programma. Maar natuurlijk af en toe ook eens stoppen. Oa bij
Tellulah Falls, met een korte wandeling langs de ravijn, over zo'n
500 trappen en een hangbrug. Een tochtje van een klein uurtje, maar
als ik terug ben mag ik al direct een ander t-shirt aantrekken. Want
hoewel het plaatsje al wat hoger ligt, en iets meer naar het noorden,
het blijft nog steeds te warm om aangenaam te zijn. Later op de dag
ook nog een stukje van de Blue Ridge Parkway afgereden, een scenic
route door een deel van de bergketen. Veel bochten, op en neer, en
hier en daar spectaculaire vergezichten. Compleet met donder en
bliksem boven de toppen in de verte. In het laatste deel van de tocht
moet ik ook enkele keren een bui trotseren, maar het valt al bij al
wel mee. Bij het Rodeway Inn Motel aangekomen is het droog, en toch
al een paar graden minder zwoel. Maar spectaculair is het verschil
niet. Morgen werken we de Blue Ridge Parkway verder af naar het
zuidwesten.
Terloops enkele algemene opmerkingen.
Altijd plezant om de plaatselijke gebruiken met thuis te vergelijken.
1. Verkeer. Verkeerslichten hangen hier
(aan kabels, niet aan palen) achter het kruispunt, soms erboven. Is
naar zichtbaarheid toe wel logisch (als je bv dicht bij het kruispunt
staat moet je niet over je stuur naar voren leunen om ze te zien),
maar toch even wennen als je dit niet gewoon bent. Heb er gelukkig
nog geen gemist. Het is er ook volkomen normaal om als je met de
wagen rechtsaf moet en er geen verkeer die richting op komt, dit
manoeuvre uit te voeren ook al staan de lichten voor de straat
waaruit je komt op rood. Ok, als dit met voorzichtigheid wordt
uitgevoerd lijkt me dat ook wel een verbetering. Wat
snelheidsbeperkingen betreft is het hier net of je in België rijdt:
ze veranderen om de haverklap, en niemand die er zich aan houdt. Ik
probeer er wel op te letten, en wordt dan ook door haast iedereen
voorbij gestoken. Ook door de vrachtwagens, die hier even snel rijden
als alle anderen. Minstens 5 mijl/uur te snel dus. Nu, de
snelheidslimieten liggen hier, óók net als bij ons, meestal wel een
10 mijl/uur lager dan wat je normaal op gevoel zou rijden. Op de
snelwegen (dubbele 2 tot 4 vaks banen) ben ik nog niet boven de
70 mijl/uur (= 112 km/u) mogen gaan, maar meestal is 45 tot 60 de
standaard. En dit op goed onderhouden en zeer overzichtelijke wegen.
Toch beetje jammer.
Vandaag staan 3 puur toeristische attracties
op de planning. Meestal staan die minder op het menu, maar hier zijn
er toch een paar waar ik niet omheen kan. Als tegenprestatie wordt
beslist om de auto op de parking van het hotel te laten, en de
afstand van zo'n 3 km te voet af te leggen. Ook deels om de omgeving
wat te verkennen.
's Morgens valt de hitte nog een beetje
mee, al duurt het maar een paar straten voor het zweet al op m'n
voorhoofd parelt. Het is hier warm, drukkend warm. De
eerstvolgende eclips is in Zuid-Amerika, 2 juli 2019. Dan zal het er
hopelijk toch eens wat koeler zijn, want winter daar. Dit is echt
niet mijn meest geliefde weertype.
De korte weg naar Pemberton Place maakt
onmiddellijk duidelijk dat het hier zeker niet al rozengeur en
maneschijn is. In beide kleine parkjes die ik passeer liggen hier
en daar nog mensen te slapen, in een andere straat zitten mensen op
het trottoir of in hun openstaande wagens, en het is duidelijk dat ze
hier al zitten van de vorige dag. Geen aanrader, maar ik voel me er
niet echt onveilig.
Eerste van de 3 attracties is Georgia
Aquarium. Een water-zoo, met zoet- en zeewater vissen (bij sommigen
ook gekend als zout- en pepervissen), zee-otters en -leeuwen,
dolfijnen en beloega's, en als hoofdattractie een bassin van 24
miljoen liter water met 65 diersoorten waaronder 4 reuzenmanta's en 4
walvishaaien. Nu zijn die laatste nog niet volledig volgroeid, maar
met een 7 tot 12 meter toch al vrij imposant. Al helemaal als je ze
ziet gevoederd worden van achter een plexiwand van 19m breed op 7m
hoog. Ik boekte ook een achter-de-schermen tour, en blijkbaar ben ik
op dit uur de enige, dus krijg ik een privé rondleiding. Voor wie
dit interesseert zeker de moeite waard. Verschillende keren wordt de
bezoeker geïnformeerd dat de meeste van de (grotere) dieren hier
ooit werden gered van een gewisse dood in het wild, en dat men hier
meewerkt aan allerlei beschermings-programma's. Zo ook met de
walvishaaien, die eigenlijk gevangen werden om in Taiwan als
tofu-haai op het menu terecht te komen (ze eten daar ook werkelijk
alles wat beweegt). Het aquarium is een vzw, en doet hierdoor ook
veel beroep op vrijwilligers om alles draaiende te houden.
Daarna een bezoekje dat zeker niet kon
ontbreken: The World of Coca-Cola. Een ode aan de hier geboren
nectar. Een zeer enthousiaste medewerkster verwelkomt ons en leidt
ons binnen in het mekka van het donkere drankje. Verschillende
exposities over z'n geschiedenis, marketing, de kluis met de heilige
formule, een 4D presentatie... allemaal piekfijn uitgewerkt. Ik zie
er ook voor het eerst een werkende Krones-lijn waar geen techniekers
bij staan ;) . OK, toegegeven, ze werkt wel niet op commerciële
snelheid. Een van de leukste dingen is de gratis proeverij van
verschillende frisdranken uit het Coca-Cola gamma van over de ganse
wereld. En natuurlijk zoveel Cola als je op kunt. Het geeft deze
attractie toch wel een zeer hoog Willy Wonka gehalte.
Laatste op deze zelfde locatie is het
Centre for Civil and Human Rights, een minder entertaining maar
even professioneel uitgewerkt eerbetoon aan allen die zich voor
gelijke rechten (lees: gelijke behandeling voor de zwarten) hebben
ingezet, en dan natuurlijk vooral de uit Atlanta afkomstige Martin
Luther King. Naar Amerikaanse normen sober aangepakt, en net daarom
misschien des te effectiever. De recente gebeurtenissen alhier, net
als mijn impressies tijden de korte wandeling vanmorgen, maken
duidelijk dat dit nog lang geen gestreden strijd is.
Op de terugtocht naar het hotel is het
natuurlijk nog heter, en tegen dat ik in de kamer arriveer mag ik
gelijk al een douche nemen en andere kleren aantrekken. Het doet wat
aan Darwin denken.
Na het ochtendritueel de stad in, op
zoek naar een shoppingmall voor oa een lokale simkaart en nog wat
andere inkopen. De beslissing om het eerst in de winkelgalerijen
downtown te proberen blijkt niet de juiste: de eerste is
gesloten en ligt te wachten op een broodnodige renovatie. Ze werd in
iets oudere gidsen nog aangeprezen als toeristische attractie, maar
dat zal dan toch wel al een tijdje geleden zijn. De tweede is wel
operationeel, maar huisvest naast een handvol winkeltjes vooral een
divers aanbod aan eetgelegenheden. Het ziet er allemaal best lekker
uit, maar daarvoor is het me nog veel te vroeg. Ook in de straten die
ik passeerde weinig winkels opgemerkt, dus dan maar op zoek naar een
groter winkelcentrum aan de rand van de stad. Algemene opmerking
onderweg: downtown is een werkruimte. Kantoorgebouwen, enkele grotere
hotels, wat banken. Het ziet er niet naar uit dat hier ook mensen
wonen. De hoofdstraten zijn netjes, maar enkele blokken verder oogt
het al wat groezeliger. Ook de omgeving van mijn hotel is 's nachts
wellicht geen aanrader. Maar overdag valt het wel mee. Hoe meer ik
echter van het centrum weg rij, hoe luxueuzer de huizen worden.
Meestal neergeplant in strak omheinde clusters, compleet met
toegangscontrole. Geen ongenode gasten gewenst.
In het winkelcentrum alle gezochte
artikelen gevonden, alsook de simkaart en bijhorend prepaid plan.
Ongelimiteerd bellen, texten (sms-en zoals wij het noemen) en
internet. Waar is de tijd van de eerste Australië-reis, met de
omslachtige verbinding gsm(geen smartphone)-laptop en het moeizame
inbellen?
Verder geen activiteiten voor vandaag,
maar een verdere planning opgemaakt en overnachtingen geboekt voor de
eerstvolgende dagen. En de verbinding met het thuisfront met Skype
getest. Dit laatste zal misschien iets moeilijker worden, oa door het
tijdsverschil (6u), dan maar FB en texting.
We zijn weer vertrokken. Bijna 5 jaar
na de vorige trip (voor de diehards: nog steeds te lezen op
www.bloggen.be/hbggs_down_under ), het was dus al een beetje aan 't
kriebelen.
De verplaatsing naar Zaventem verliep
vlot, dankzij vakantie en brugdag. Ruim op tijd, vlotte check-in en
controle, dus op het gemakje nog wat rondkijken. Onze vlucht vertrekt
op tijd, en ik heb wat geluk: hoewel het vliegtuig vol zit, net dat
ene zitje naast me blijft leeg. Zo heb ik toch een beetje meer ruimte
om 1 been te strekken. Ik heb bij het boeken een zitje aan het raam
besproken, en heb opnieuw geluk: de lucht is zo goed als volledig
opgeklaard, wat een perfect zicht naar de steeds kleiner wordende
wereld beneden oplevert. De resultaten hiervan staan ondertussen al
op FB. Verbazend om van daarboven te constateren hoe alles zo kort
bijeen ligt. Hint voor de terugreis: vluchtnummer is BA0398 en
vermoedelijke passage over West-Vlaanderen is ergens rond 18:00u,
voor wie op de grond over een spotter-app beschikt. Dan kunnen we
misschien eens zwaaien.
Ook op Heathrow verloopt alles vlot, we
worden er ook opnieuw gescand. Terminal 5 is aanzienlijk groter dan
die van Zaventem, de enkele uurtjes wachten kunnen dus deels opgevuld
worden met window-shoppen. Voor de vlucht naar Atlanta werd specifiek
een zitje aan de nooduitgang geboekt, om toch maar zeker te zijn van
voldoende beenruimte. Ik moet er helaas wel een raampje door missen.
Nu dus geen foto of video, maar ik merk wel door de andere ramen dat
er veel meer bewolking hangt en er dus toch maar weinig is te zien.
De vlucht verloopt vlekkeloos, zo goed als geen turbulentie. Aan boord
een warme maaltijd (rijst met kip) en een ontbijtje.
In de omgeving van Atlanta hangen er
enkele onweders. We ondervinden er geen rechtstreeks ongemak van,
maar ze zorgen er wel voor dat het vliegtuig enkele keren moet
rondcirkelen omdat er blijkbaar een file is ontstaan. Door het raam
zien we inderdaad verschillende andere vliegtuigen langs vliegen. We
landen een klein half uur later dan voorzien, op een luchthaven die
zover ik kan zien nog groter is dan die van Londen. Het taxiën naar
de terminal duurt bijna een half uur! Ook de douanecontrole zorgt
voor enige vertraging (typisch: er zijn zeker 30 loketten, waarvan er
nog geen derde bezet is), zo ook het wachten op de
verbindings-shuttle, maar rond 22:00u plaatselijke tijd staan we dan
toch aan de desk van National, het autoverhuurbedrijf. Omdat het
bijna mijn verjaardag is (hint, hint) krijg ik de kans om mijn
economy klasse te upgraden naar een full size of een SUV,
voor een meerprijs van een $150. Ik hap toe, en rij even later
richting hotel in een luxueuze Dodge.
De online foto's van het The Ponce
Hotel zijn kennelijk al van een tijdje geleden, het hotel kan wel een
opfrisbeurt gebruiken. Maar de kamer is proper en het bedje lonkt.
Douchen en licht uit.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen) Tags:Zaventem naar Atlanta