Foto
Websites
  • EVA
  • Arnon Grunberg
  • The Montgolfier Brothers
  • Sigur Ros
  • Iron and Wine
  • Motek
  • The National
  • The Notwist
    Archief per maand
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 09-2011
  • 04-2011
  • 12-2010
  • 09-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 09-2005
    blog vir

    07-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    7 maart 2008

    Hoewel ik geen enkele Latijnse zin meer kan vertalen, of het zou om een uitdrukking moeten gaan die iedereen wel eens gebruikt (cogito ergo sum, nec plus ultra, sine quod non), heb ik zes jaar lang Latijn gehad. Mijn ouders vonden dat wel een geschikte richting voor mij, toen ik elf was. Ik kan me niet herinneren voor mijn veertiende zelfstandig te hebben gedacht, dus zat ik op 1 september 1992 in 1A1, een klas vol leerlingen van wie de ouders hetzelfde hadden gedacht.
    xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

    In 2A7 kwam daar ook nog eens Grieks bij. Grieks vond ik wel leuk, vooral door het andere schrift, want voor de rest leek het op Latijn.

    In 3.1 viel Grieks weer weg, want in het derde jaar waren er te weinig leerlingen die Grieks verder wilden volgen.

    Voor ik naar de derde graad ging, heb ik lang nagedacht over de vraag of ik Latijn zou blijven volgen. Die naamvallen kwamen me toen redelijk de strot uit. In de teksten die we moesten vertalen viel ook geen moer te beleven.

    Maar ondanks al die bezwaren belandde ik in 5.2d of lawie-acht, zoals ik en mijn twee klasgenoten de richting noemden. We waren maar met drie, ja, door de vreemde combinatie die Latijn met acht uur wiskunde bleek te zijn. Het volgende jaar waren ze nog met 2, toen kwamen de matrices mijn strot uit en was ik niet te beroerd van richting te veranderen. 6.3c was een richting vol Latinisten die aan 6 uur wiskunde genoeg hadden. Ik vervoegde hen, maar niet van harte. De wiskunde was aan de makkelijke kant, maar dat kwam doordat ik een ander tempo gewoon was. Ik maalde er ook niet om. Ik keek tijdens de lessen wiskunde heel veel naar F., die schuin voor me zat. Maar tijdens Latijn zat ik vooraan.

     

    In Latijn deden we een heel jaar lang maar één iets. Teksten vertalen. Over oorlogen. En als we geluk hadden over verliefdheid. Ik kon een handvol woorden vertalen, en dat was het. Wat ik in die richting deed, wist ik niet. Ik bakte er elke dag minder van. En de ramp was: de leerkracht Latijn duidde ons aan om een Latijnse zin te vertalen. Eén moment van onoplettendheid en hup, je had het vlaggen. En die Latijnse zinnen waren geen 1, geen 2, zelfs geen 3 regels lang. Neen, het ging om volzinnen van 12 pagina's die je tot op 47 vlakken kon ontleden.

    Ik wou niet vertalen. Ik wou het niet in september en ik wou het niet in juni, en ook in al die maanden die daartussen lagen ging ik nog liever naar de tandarts dan dat ik moest vertalen in Latijn. Maar ik had mijn trucjes. Mijn trucjes waren mijn reddingsboei. Ik ben erin geslaagd dat hele schooljaar maar drie keer te vertalen. Drie! Terwijl het klasgemiddelde toch rond de 60 gelegen moet hebben (bijna 1 keer per les).
    Als er vertaald moest worden, ging de leerkracht op de trede staan, hij riep 'vertalen!' en begon nerveus in zijn handen te klappen. Dat deed hij al-tijd. En er was nooit iemand die spontaan voorstelde een stuk te vertalen. Iedereen boog zich zeer diep over de tekst en vermeed oogcontact. Maar dat werkte niet, had ik het jaar daarvoor ingezien. Ik had een ander plan.

     

    Ik liet mijn metalen lat vallen (wat een kabaal!), ik begon heel uitvoerig mijn neus te snuiten, ik maakte mijn balpen kapot zodat er overal inkt op spatte, ik zette een hoestbui van anderhalve minuut in, ik begon in mijn rugzak te rommelen of ik stelde een vraag aan mijn buurmens. Dat was het arsenaal trucjes dat ik had bedacht en het wérkte. Als ik ze allezes had doorlopen, begon ik weer van vooraf aan: lat, zakdoek, balpen, hoestbui, rugzak, buurmens. En weer opnieuw. En dan was de les ineens gedaan en haalde ik opgelucht adem. 

     

    Gisteren in de Franse les deed ik het ineens ook. Ik schrok me een aap. Er moest een stuk gelezen worden met heel veel getallen, en daar had ik geen zin in. Ik begon in mijn rugzak te rommelen. Daarna was het hek van de dam. Telkens de docent vroeg wie wou lezen, haalde ik een van mijn trucjes boven. Het was een neurose. Ik wou ermee stoppen en vragen of ik mocht lezen, maar het lukte niet. Ik was ineens weer zeventien jaar. 

     

    Ik vraag me af of het vanaf nu altijd zo zal gaan. Tijdens de grammatica-oefeningen heb ik totnogtoe altijd ontzettend goed meegewerkt, maar stel je voor dat het virus zich uitbreidt. Lat, zakdoek, balpen, hoestbui, rugzak, buurmens (in dit geval J.). Dan kan ik maar beter stoppen.

    Soms kan opnieuw zeventien jaar zijn toeslaan als een ziekte die je dacht met heel veel medicamenten onder controle te hebben.


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (3)

    17-03-2008
    de übertruc
    Tot in het vijfde middelbaar waren de lessen chemie voor mij een ramp. We hadden een leerkracht die er genoegen in schepte leerlingen te zien afgaan voor de klas. Ze pikte er plots iemand uit die puur van de schrik op slag het antwoord niet meer wist. Ze vroeg die naar het bord te komen. Met knikkende knieën, bonkend hart en het schaamrood al op voorhand op de wangen, schuifelde haar slachtoffer richting bord. Deze leerkracht slaagde er namelijk elke les opnieuw in om een andere leerling op te zadelen met het gevoel dat hij of zij werkelijk de meest achterlijke leerling was die ze in haar carrière al had zien passeren. Dit soort idiotie sloeg werkelijk alles. Dat had ze nog nooit meegemaakt.
    Je kan begrijpen dat het vooruitzicht van een les chemie geen pretje was. De leerlingen van mijn klas kregen de eerste bibbersymptomen al op zondagavond. Tijdens de turnles (die steevast op maandagochtend geprogrammeerd stond) namen de rillingen in frequentie en amplitude toe en gingen ze bij velen gepaard met een acute vorm van misselijkheid of hoofdpijn. Na de turnles zetten wij massaal de spurt in om op tijd in haar labo te geraken. Wie daar niet in slaagde, kon er vanop aan dat het zijn beste dag niet zou worden.
    Maar goed, ik had jullie een trucje beloofd om in dit soort situaties het hoofd boven water te houden. Zet je schrap, want hier komt het trucje der trucjes! Het overtreft moeiteloos alle klassiekers zoals neus snuiten, lat zoeken, hoestbuien en bladstaren. Het is grandioos in zijn eenvoud. Een reddingsboei voor alle leerlingen in het middelbaar onderwijs. (Behalve de mijne. Die verdienen geen reddeingsboei, de etters.)
    In het zesde middelbaar heb ik me ontpopt tot de meest ijverige leerling in de les chemie. Ik verstond nog altijd geen moer van wat miss Devil daar stond te verkondigen, maar van zodra ik een zinsconstructie herkende met een vragende intonatie, schoot mijn vinger de lucht in. Ik gaf werkelijk het ene stomme antwoord na het andere. En ik wist niet van ophouden.
    Miss Devil wist niet hoe ze hiermee moest omgaan. Ze kon er met haar verstand niet bij dat iemand vrijwillig wilde antwoorden in haar lessen - en dan nog wel iemand die geen bal kende van chemie. Ze voelde haar macht wegkwijnen. Ze begon mijn vingers te ontwijken om zo haar machtspelletjes verder toe te passen op andere leerlingen. Ik werd er niet meer uitgepikt om naar het bord te gaan, want ik zat me als een bezetene uit te sloven om te mogen gaan - "Ik weet het! Ik weet het" - terwijl iedereen wist dat ik het niet wist. Belange niet. Ik had zonder twijfel écht het meest idiote antwoord klaar dat ze ooit in haar carrière had gehoord.
    De lessen chemie werden een sport en tijdens de lessen sport die eraan vooraf gingen kon ik lekker relaxen. Dat mens is erin geslaagd mij drie jaar lang uit mijn slaap te houden op zondagavond - maar ik ben er zeker van dat ik tijdens mijn laatste jaar in tal van haar nachtmerries ben opgedoken. Als De Leerling Met De Vinger. Zo zal ze er maar één gekend hebben.

    17-03-2008 om 16:51 geschreven door loopje


    09-03-2008
    de andere vakken

    Ik paste mijn trucjes alleen tijdens Latijn toe. Het kon me niet schelen dat ik tijdens andere lessen moest antwoorden. Dan zei ik gewoon dat ik het niet wist (chemie) en als ik het wel wist, gaf ik het antwoord (fysica, Nederlands). Het ging ook meestal om korte antwoorden ("ja", "neen", "Bredero", "de lichtsnelheid", "de derde wet van Newton"). Tijdens Frans werd nooit iemand aangeduid. De leerkracht wachtte tot iemand spontaan zijn hand opstak. Als ik aan de Franse lessen in het middelbaar denk, denk ik vooral aan die ettelijke minuten van volstrekte stilte waarin de leerkracht ons aanstaarde en wachtte, wachtte, wachtte. Tot het onhoudbaar werd en ze toch zelf het antwoord gaf. In geschiedenis werden nooit vragen gesteld. De leerkracht zat vooraan op zijn stoel te vertellen en eiste dat we niets anders deden dan luisteren. Ik heb nooit opgelet tijdens die lessen. Ik dagdroomde of tekende mannetjes in de rand van mijn cursus. Ik wist niet eens over welk tijdperk die man bezig was.

    09-03-2008 om 13:12 geschreven door vir


    08-03-2008
    haha
    Vir

    ik probeerde gisteren al te reageren, maar er was een probleem met je reactievenster? gelukkig is het in orde nu...
    Aanvallen van kindsheid, ik ken dat. haha--en je trucjes zijn wel herkenbaar. Alleen, had geen enkele leerkracht het dan door??

    08-03-2008 om 21:43 geschreven door Elise




    E-mij


    Gastenboek


    Er was bij enkele omstaanders een vorm van gefrons, dat wel. Maar niet overdreven en niet op grote schaal.
    De concurrenten
  • J.
  • E.
  • L., de jonge vrijgezel
  • L., het meisje
  • N.
  • K.
  • J.,J. en J.
  • J., de broer van K.


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs