tips voor teksten die moeten werken en verzameling verhalen
08-12-2013
Ontsnapt
Twee
jaar lang zijn Kiara, Joke en Nathalie er al mee bezig. Elke minuut
van de dag. Als een soort mantra die door hun brein dreunt. Hoe
ontsnappen ze uit hun gevangenis? Ze waren nog heel jong toen ze
werden opgesloten. Te jong. In korte tijd zijn ze echter volwassen
geworden. Noodgedwongen. Vier keer hebben ze al proberen te
ontsnappen. Die pogingen zijn allemaal mislukt. Bij de laatste vlucht
scheelde het maar een haar of Kira was haar kop kwijt. De bewaker was
ontzettend boos toen hij hen te pakken kreeg en viel haar aan met een
mes. Gelukkig kon Joke hem net voldoende afleiden. Haar luide stem
kwam toen goed van pas.
Vanaf nu moeten ze extra voorzichtig zijn.
Het vijfde plan mag geen enkele fout bevatten. Alles moet -en zal-
goed gaan. Een nieuwe mislukking betekent ongetwijfeld de dood.
Hoewel het nu echt wel heel moeilijk zal wordt. Alle vluchtwegen
zijn afgesneden. De bewaker heeft de groene tralies rond het
binnenplein verstevigd. Waar nodig, werden nieuwe tralies voor de
oude gehangen. De weinige gebreken in de constructie zijn weggewerkt.
Enkele palen staan nog scheef, een gevolg van vlucht drie, maar
schijn bedriegt. Er is geen beweging te krijgen in de palen en het
hekwerk dat eraan vast hangt. Alle drie hebben ze er al tegenaan
gesprongen, aan getrokken, tegen geduwd. Zonder resultaat. Geen
millimeter verroert die groene hel.
Hun cel werd op een soort
platform geplaatst. Een flink eind boven de begane grond. Een tunnel
graven langs die weg, zit er niet meer in. De bewaker zou hen
onmiddellijk zien. Dat vindt Nathalie eigenlijk niet eens zo erg. Ze
krijgt niet graag zand en aarde in haar kapsel, zelfs in dit onzalig
oord wil ze er altijd goed uitzien. En waarvoor?
De cel zelf is
van bruine houten planken gemaakt. Op het eerste gezicht lijkt het
niet echt sterk. Maar schijn bedriegt. De planken zijn stevig aan
elkaar getimmerd, die verroeren geen vin. Zonder gereedschap raak je
daar niet door en waar zouden ze dat vandaan moeten halen? Ze hebben
zelfs geen nagelknipper of bestek.
Elke dag brengt de bewaker
trouw hun eten, dat moet gezegd. Meestal restjes van zijn eigen
maaltijd. Niet slecht, maar na een tijdje begint dat toch te
vervelen. Vooral Nathalie is bang dat ze niet genoeg vitamines binnen
krijgt. Af en toe eten ze insecten: slakken, wormen, mieren. Kiara
eet zelfs spinnen. Daar blijven Joke en Nathalie af. Spinnen smaken
echt vies. De meeste vogels en andere dieren laten die beesten links
liggen. Zelfs de ratten, vaste huisdieren in de nor, blijven ervan
af. En als die dat niet lusten, wil dat toch veel zeggen. Kiara kan
het niet veel schelen. Ze eet alles en dat is er ook aan te zien.
Kale plekken op haar hoofd, een veel te dikke buik en één oog
waardoor ze niet meer kan kijken. Daardoor houdt ze haar hoofd altijd
schuin als ze iets wil bekijken. Het zou grappig zijn, mochten ze
hier niet opgesloten zitten.
Joke
schrikt op uit haar gedachten als ze iets ziet blinken tussen wat
oude etensresten. Kijk, wat ik heb gevonden. Een stuk glas,
heel erg scherp. Daar kunnen we zeker iets mee doen, glundert
Joke.
Geef
hier!, eist Nathalie. Ze draait haar hoofd naar links en naar
rechts om het voorwerp beter te kunnen bekijken. Dat ziet er
volgens mij niet bijzonder uit. Scherp, dat wel, misschien kan ik er
mijn nagels mee doen. En ze gooit de scherf achteloos in hun hok.
Joke
staart Nathalie kwaad aan, maar reageert niet. Dat heeft toch geen
zin. Ze denkt liever aan een plan om te ontsnappen, dat stuk glas zal
ze vast wel kunnen gebruiken.
De
zon breekt door de wolken. De voorbode van een gloeiend hete dag.
Fijn, weeral een dag braden in die moordende hitte, denkt Joke.
Ze waggelt naar hun cel en ziet het stuk glas opnieuw liggen. De
stralen van de zon breken door het glas. Ze pakt het op en voelt dat
het heel erg warm heeft. Dat brengt haar op een idee. Als ze dat glas
nu zo richt dat er een straal op een hoopje stro valt? Misschien kan
ze zo wel een vuurtje maken. Dat moet vast wel lukken, ja toch? Wat
ze daarna gaat doen, weet ze nog niet. Maar vuur maken lijkt nu het
allerbelangrijkste.
Joke
wacht en wacht. Maar er gebeurt niets. Nathalie en Kira komen bij
haar staan en ze vertelt hen over haar plan. Allebei beginnen ze te
lachen. Vuur maken met een stuk glas, dat kan toch niet!?,
lacht Nathalie. Je kunt dan even goed twee stokken tegen elkaar
wrijven, giechelt Kira.
Joke
begint zelf te twijfelen aan haar plan. Zou hitte alleen niet
voldoende zijn? Uren gaan voorbij. De zon schuift langzaam over de
horizon. Net wanneer ze het wil opgeven ziet ze een beetje rook
omhoog kringelen. Ze schudt even met haar kop en kijkt dichterbij.
Maar ja, het is er: rook. Ze zucht van verlichting en wakkert het
smeulend vuurtje zo verder aan. In het droge stro grijpt het vuur
snel om zich heen. Te snel. Aan de volgende stap in haar plan was
Joke nog niet geraakt. Er is wel vuur, maar nog gen vluchtroute.
Wat
heb je nu gedaan, dom wicht! Blus dat vuur, snel. Mijn huis staat in
brand, kakelt Nathalie. In pure razernij duwt ze Joke in de
richting van de vlammenzee, het hok in. Kira rent ondertussen als een
kip zonder kop rond en maakt een hels kabaal. Volledig in paniek.
De
bewaker hoort het lawaai en komt aangesneld.
Joke
probeert wanhopig aan de vlammen te ontkomen. De hitte is
ondraaglijk, ze krijgt geen lucht. De kleine ruimte hangt vol rook en
ze kan niets zien. Plots ziet ze in een hoek een fijn straaltje
licht. Een opening! Door de hitte zijn de planken op die plek
losgeraakt.
Dit
is haar kans. Volkomen radeloos perst ze zich door de opening. Het
vuur schroeit haar veren. De kier is te smal. Haar lijf raakt er niet
door. Ze duwt en trekt. Schudt krachtig met haar lijf. En eindelijk
lukt het. Vrij, ze is vrij. Het heeft heel wat van haar pluimen
gekost, maar ze is gered!
Joke
kijkt versuft op. De bewaker gooit zijn emmer water aan de kant en
stormt op haar af. Geen tijd om te genieten.
Met een paar flinke
slagen van haar vleugels kan ze net aan zijn grijpende handen
ontkomen. Opnieuw duikt hij op haar af. Deze keer heeft hij haar wel
vast. Joke pikt een paar keer hard in zijn hand en hij moet lossen.
Van dat ene moment maakt ze gebruik. Ze gebruikt zijn schouder als
springplank en fladdert over een muurtje. Joke kijkt niet meer om en
spurt weg.
Kira
en Nathalie blijven achter. In de verte hoort Joke hoe de bewaker
zijn messen slijpt.
Yasmine
staart naar boven. Naar Oskaar. Haar beste vriend, haar enige
vriend. Oskaar laat zich zachtjes wiegen in de wind. Alles
heeft ze er voor over om bij Oskaar te zijn. Die vrijheid. De wind
die in je gezicht blaast, de blauwe hemel boven je, de zon die je
aankijkt. Geen broers, zussen of andere familieleden die constant op
je vingers kijken. Zelf kunnen en mogen beslissen wat je doet. Of
niet doet. Af en toe krijgt ze de kans om bij haar vriend te
zijn. Dan doet ze haar ogen dicht en droomt. Van een beter leven.
Een leven bij Oskaar. Maar ze is bijna nooit alleen. Altijd is er
iemand in de buurt. Iemand die over haar schouder kijkt. Elke
dag kruipt ze naar de hoogste plek die ze kan vinden. Weg van de
rest. Haar thuis is een echte krabbenmand. Iedereen vecht voor zijn
plaats. Steeds probeert iemand je de duvel aan te doen. Het is elk
voor zich. Voor een plek in de zon. Yasmine probeert zo weinig
mogelijk op te vallen. Stilletjes er vanonder muizen. Dan spreekt
ze af met Oskaar. Om gezellig te babbelen. Eigenlijk is het vooral
Oskaar die vertelt. Hij kent ontzettend veel verhalen. De dingen die
hij al gezien heeft, onvoorstelbaar. Ze zou zo graag bij hem zijn.
Ze zou zo graag zijn leven leiden.
Pssst. Pssst.
Oskaar, Oskaaaar. Ik ben het. Oskaar opent zijn ogen en
geeuwt. Het is nog heel vroeg. De zon piept net boven de horizon. De
eerste zonnestralen raken de rand van Yasmines huis.
Hij zucht.
Yasmine, je bent er al. Nog vroeger dan anders. Welk nieuws
brengt je hier? Flauwerik, je weet best dat er niets in
mijn leven gebeurt. Jij bent de man met de verhalen. Vertel wat je
gisteren allemaal hebt gezien. Oskaar rekt zich uit en gluurt
Yasmine even aan. Een fijne glimlach speelt op zijn lippen.
Hmmm, heb ik
gisteren iets interessants meegemaakt? Even denken ... Natuurlijk
wel. Ik beleef voortdurend fantastische avonturen. Oskaar
steekt van wal met een liefdeshistorie over een jong passioneel
koppel. Compleet met slaande deuren, vliegende borden en stomende
scènes waar Yasmines oren van gloeien. Mocht zij maar zoiets
meemaken. Yasmine schrikt. Ze wordt uit haar dagdroom gerukt door
de grote mensenhand. Die pakt haar op en hangt haar bij Oskaar. Wat
een zalig gevoel. De wind die in haar gezicht blaast. Alleen jammer
dat er altijd een vaatdoek of dweil bij kleeft. Zo zijn ze nooit
echt alleen. Toch geniet Yasmine met volle teugen van deze momenten.
Weg van het slangennest onder haar. Ze ziet haar vader naar
boven staren. Hij houdt haar in de gaten. Die frons voorspelt niet
veel goeds. Maar voorlopig kan hij niets doen. Enkel de mensenhand
krijgt het voor elkaar om haar of haar familie hier te krijgen.
De laatste weken
is Oskaar wel opvallend stil als ze bij hem is. Zijn verhalen
lijken wel opgedroogd. De omhelzingen voelen niet meer zo innig aan.
Yasmine pakt hem nog altijd even stevig vast als vroeger. Alleen
lijkt het wel alsof Oskaar dat minder fijn vindt. Af en toe betrapt
ze hem zelfs terwijl hij knipoogt naar haar jongere zus, Esmeralda.
Zou hij haar beu zijn? Dat mag niet. Dat kan niet. Yasmine wordt
opgeschrikt door krijsende meeuwen. Ze blikt naar boven. De hemel
verduistert snel. Donkere wolken komen opzetten. Zwaar van de regen
in hun buik. Het begint hard te waaien. De eerste dikke druppels
vallen uit de lucht. Yasmine heeft dit nog nooit meegemaakt. Voor de
regen valt, plukt de mensenhand haar normaal van Oskaar weg. Maar
niet vandaag. Vandaag mag ze blijven. De wind wakkert nog verder
aan. Bladeren vliegen haar voorbij. Ze kan de vod niet langer
vasthouden. De wind pakt hem mee. Het versleten, geruite hemd is
weg, zonder zelfs maar iets van geluid te maken. Yasmines blijdschap
verandert in paniek. Ze krijgt het moeilijker om zich vast te
klampen. Oskaar, help! Hou mij vast! Maar Oskaar negeert
haar hulpgeroep. De wind krijgt haar te pakken. Yasmine tuimelt door
de lucht. Steeds hoger. Ze vliegt over het grote, groene hek en
belandt aan de andere zijde. In het grote onbekende. Tussen lange,
groene halmen die wiegen in de krachtige windvlagen. Het watert
stort nu naar beneden. Grote druppels doorweken haar. Wat zal er
met haar gebeuren? Een plas water vormt zich rond haar. Dikke
klompen aarde en takjes drijven daarin. Yasmine rilt van de kou. Die
bazige familie van haar zou nu een welkom geschenk zijn. En zal ze
Oskaar nog terug zien? Haar zoute tranen smelten samen met het zoete
hemelwater. De zondvloed houdt aan. De plas wordt een beekje en
ze drijft naar een groot stenen gebouw. Met grote ogen en een
langwerpige mond. Dichter en dichter drijft ze naar het huis. Het
gebouw is reusachtig en de mond die gaat open. Yasmine gilt het
uit. Maar niemand hoort haar. Niemand komt haar redden. Een
mensenkind komt uit de mond gestapt. Het kijkt naar boven en vangt
de regendruppels op met haar mond. Het lacht. Hoe kun je nu lachen
in een hel als dit? Het mensenkind kijkt rond. Plots blijven haar
ogen rusten op Yasmine. Haar hart slaat een slag over. Het komt op
haar af. Nee! De mensenhand sluit zich rond haar. Een verstikkend
gevoel. Ze is verloren. Oskaar. Haar familie. Ze verliest het
bewustzijn.
Yasmine probeert haar ogen te openen. Het licht
is te fel. Vlug terug sluiten. Ze voelt zich raar. Net alsof ze
zweeft. Zou ze dood zijn? Nee, dat kan niet. Ze hoort stemmen.
Mensenstemmen. Waar zou ze zijn? Voorzichtig opent ze haar
linkeroog. Onder haar ziet ze een mensenkind en twee mensenreuzen
zitten in een zetel. Vreemd. Nu trekt ze ook haar andere oog
open. Stiekem bestudeert ze haar omgeving. Ze hangt aan een muur.
Het mensenkind wijst naar boven. Heb ik voor jou gemaakt,
mama. O, wat mooi. Dank u wel. Wat is het? Mama toch. De
tuin van de buren natuurlijk. Yamine kijkt door een groot raam
naar buiten en ziet Oskaar hangen. Haar zus houdt hem stevig vast.
Dus toch. Een traan rolt over haar wang. Van haar zus had ze zoiets
wel verwacht. Maar Oskaar? Ze zucht en blikt nog eens goed rond.
Langzaam verschijnt een glimlach op haar lippen. Een huis vol
mensenkinderen en mensenreuzen. Een huis waar veel te beleven valt.
En niemand die haar kan storen of wegdrummen. Eindelijk zal ze zelf
verhalen meemaken. Daar heeft ze Oskaar niet meer voor nodig.
Eindelijk is ze echt vrij.
Alex komt
thuis van zijn werk en parkeert de auto snel in de garage. Hij is
weeral te laat. Via de binnendeur stapt hij de keuken binnen,
gewapend met een nieuwe reeks excuses. Er brandt echter geen licht.
Hij ruikt ook niks. Normaal geurt de keuken altijd heerlijk als hij
's avonds binnen wandelt. Zijn vrouw is een voortreffelijke kok. Hij
knipt het licht aan en kijkt rond. Aan de grijze klink van de
koelkast hangt een wasknijper met een briefje aan. Vreemd. Hij
steekt de wasknijper in zijn zak en vouwt het briefje open.
Ik
hou het hier niet meer uit. Het is me allemaal te veel. Ik heb het
geprobeerd. Ze versmachten me.
Liefs
Yasmine
Alex
leest de inhoud nog eens. Hij gelooft niet wat er staat. Het ging
toch zo goed tussen hen? Vorige week nog samen op reis, de
voorbereiding voor het familiefeest, de kinderwens. Het blaadje
dwarrelt naar de vloer.
Alex
zakt ineen op de grond. Hij begrijpt niet wat hem overkomt. Hij
werkt wel veel, te veel. Maar dat vormde vroeger toch geen probleem?
Als de baby er was, zou hij het kalmer aan doen. Dat heeft hij toch
beloofd? Vertwijfeld graait hij in zijn jaszak en haalt er zijn dure
gsm, een HTC, uit. De drie ontvangen berichten en twee gemiste
oproepen, negeert hij. Zijn pokervrienden. Voor één keer geen
sigaren en lauw bier. Hij draait het nummer van Yasmine. De
telefoon gaat over. Een keer, twee keer en tenslotte vijf keer.
Voice mail. Hij probeert nog een keer. En nog eens. Maar ze neemt
niet op. Bij de vierde poging, slaat de voice mail direct aan.
Hoi,
met Yasmine. Ik ben er even niet. Als u ... Ze heeft haar telefoon uitgezet. Of zou haar batterij plat
zijn? Alex wrijft door zijn haren. Wanhopig op zoek naar
antwoorden. Misschien is het wel een flauwe grap, een wake-up
call of zoiets. Alex staat op en doorzoekt het huis. Eerst de
living, dan de salon en vervolgens de bureau. Niemand te zien. Hij
rent de trap op en stormt hun slaapkamer binnen. Het bed is niet
opgemaakt. De kleerkast staat open. Het grootste deel van haar
kleren zijn weg. Alex ploft neer op hun bed. Zijn gedachten racen
door zijn hoofd. Hij moet dit recht trekken. Hij moet haar vinden.
Waar zou ze zijn?
Haar
moeder. Ze is daar zeker naar toe. Maar zal zijn schoonmoeder hem
binnen laten? Hij heeft die feeks nooit kunnen uitstaan. En dat is
wederzijds. Gezellige babbelen zat er nooit in. Steken onder water,
dat wel. Maar nu zal hij voor haar door het stof gaan als het moet.
Kruipen, smeken, slijmen. Alex spurt naar beneden, grist zijn
sleutels van tafel en start zijn Audi. Met een rotvaart schuurt hij
door de verlaten straten. Bij zijn schoonmoeder parkeert hij zijn
auto op de stoep. Hij raakt enkele vuilnisbakken,maar trekt zich
daar niets van aan. Hij gooit het portier open en rent naar de
voordeur. De motor draait nog. Er brandt geen licht binnen. Alex
bonkt op de voordeur, duwt op de deurbel en roept de hele buurt
bijeen.
Ben
je helemaal gek geworden?!, roept zijn schoonmoeder vanuit een
venster naar beneden. Ik wil Yasmine zien! Nu! Laat me
binnen!
Waar
heb je het over? Yasmine? Weet je niet waar ze is? Wat is er
gebeurd? Wat heb je met mijn dochter gedaan? Ik heb altijd geweten
...
De
rest hoort Alex niet meer. Hij neemt zijn auto en scheurt opnieuw
weg. Het deksel van een vuilnisbak draait eenzaam een rondje op de
stoep. Waar zou ze naar toe zijn? Haar moeder weet van niets. Of
beweert dat toch. Alex probeert nog eens haar gsm. Nog altijd voice
mail. Verdomme. Alex rijdt een tijdje doelloos door de straten.
Stiekem hoopt hij om Yasmine te zien wandelen. Ydele hoop. Enkel
zwervers en straatmadeliefjes vertonen zich zo laat nog buiten. En
die doen natuurlijk teken naar hem omdat hij zo gericht de straten
aan het scannen is. Hij besluit dan maar om de hotels af te
lopen. Dat hotelletje waar ze in het begin van hun relatie een paar
nachten hebben doorgebracht, lijkt hem een goed vertrekpunt. Dat was
nog voor zijn familie op de hoogte was van hun verhouding. In het
begin wou hij dat zo lang mogelijk stil houden. Zijn familie is
nogal conservatief. Om het zacht uit te drukken.
De eerste
keer dat hij Yasmine meebracht naar huis was een ramp. Zijn moeder
vond haar een ordinaire boerenmeid, niet goed genoeg voor Alex. En
dat liet ze elke keer zien. Met aanmerkingen over haar houding, haar
manieren, zelfs de manier waarop ze at. Nog een geluk dat Yasmine
het allemaal kon en kan verdragen. De hatelijke opmerkingen zijn wel
verminderd, maar toch. Vorige week nog ...
Een claxonnerende
auto brengt hem terug naar het nu. Hij week te veel van zijn baan
af. Alex slaat met zijn rechterhand een paar keer tegen zijn kaak.
Komaan, wakker worden. Waar was dat hotel nu ook
alweer? Zijn gsm rinkelt. Yasmine? Hij haalt hem vlug uit zijn
jaszak. Op het scherm staat een nummer van zijn werk. Alex negeert
de oproep en stopt de telefoon terug in zijn zak. Daar voelt hij de
wasknijper zitten. Hij haalt hem uit en hangt hem aan zijn
achteruitkijkspiegel. Waarom weet hij niet precies. Maar alle hulp
is welkom. Het hotel bestaat nog en er brand licht beneden. Dat
is alvast goed nieuws. Alex parkeert zijn auto netjes tussen twee
andere wagens en rent de trappen naar het hotel op. De voordeur is
open en hij kijkt even rond in de lobby. Niemand te zien. Het
interieur ziet er grauwer uit dan Alex herinnert. Bruine leren
zetels met hier en daar een scheur in. Een staande lamp van de jaren
zeventig. De lampenkap staat er scheef op. De receptionist is er
niet. Alex duwt drie keer op het belletje. Na een paar minuten
verschijnt een middelbare man. De haren niet gekamd, vetvlekken op
zijn smoezelige witte hemd en zijn zwarte broek staat zelfs nog
open. Een frisse verschijning dus. Alex gluurt de kamer achter hem
in en ziet daar een vrouw zitten. Een hoertje waarschijnlijk. Een
kamer, veronderstel ik? Voor hoelang? Enkele uren, een nacht? Alex
schrikt op uit zijn gedachten. Een kamer heb ik niet nodig. Ik
ben op zoek naar inlichtingen. hij schuift zijn gsm over de
toonbank. Heb je deze vrouw hier gezien? De man fronst zijn
zwarte wenkbrauwen, zet zijn bril op en bestudeert de
foto. Misschien ken ik haar wel. Maar wat zit erin voor mij?
De
eeuwige vraag. Alex had die wel verwacht, maar heeft er niet aan
gedacht om te stoppen aan een bankautomaat. Hij tast in zijn zakken
en diept een briefje van vijftig euro op.
Hm, voor dat bedrag
kun je beter een kamer huren, denk ik. De man grijnst zijn
vergeelde tanden bloot. Inhalige klootzak,denkt
Alex. Met zijn beste glimlach, haalt hij zijn bankkaart boven.
Aanvaardt u Mastercard?
Zeker. Hoeveel mag ik
aanrekenen? Nog eens vijftig?
Alex glimlacht en knikt.
Ik
geloof wel dat ik haar heb gezien. Ze heeft een kamer gehuurd voor
deze nacht. Het kamernummer kost je nog eens vijftig.
Mastercard? Het heeft hem 150 euro gekost, maar Alex stormt
naar boven. Derde verdieping. Kamer 302. Zonder kloppen snakt hij
de deur open. Een vrouw schrikt op. Onder haar zit een man op een
stoel. Haar klant. Godverdomme, dat is Yasmine niet. Ze lijkt er
niet eens op. Hij slaat de deur dicht en snelt de trap af. De
receptionist is natuurlijk niet meer te zien. Als hij die te pakken
krijgt. Razend start hij zijn wagen. Wat nu? Nog een paar hotels
aflopen? Lijkt onbegonnen werk.
Ten
einde raad rijdt hij naar Brian. Vroeger één van zijn beste
vrienden en ex-lief van Yasmine. Hun vriendschap eindigde samen met
de start van hun relatie. Brian heeft het nooit kunnen verkroppen
dat Yasmine voor hem viel. Maar hij kent Yasmine bijzonder goed,
bijna zo goed als Alex. Hopelijk heeft hij een idee, een
aanwijzing.
Alex
belt aan bij zijn vriend. In de woonkamer brandt nog licht. Dat
treft. Brian doet open. Zijn zwarte kamerjas hangt een beetje
open. Er staat een logo van een hotel op, het Hilton. Alex?
Wat doe jij hier? Op dit uur? Alex stapt langs hem heen de
woonkamer in. Het is Yasmine. Ze is bij me weg. Ik vind haar
niet. Ik dacht ... ik hoopte jij kent haar goed. Misschien heb
jij wel een idee. Het klinkt stom, ik weet het. Maar ik weet me geen
raad. Ik ... Yasmine wandelt de woonkamer binnen. Ze heeft ook
een zwarte kamerjas aan. Haar haren zijn verward. Alex slaat een
zucht van verlichting. Hij heeft haar gevonden. Eindelijk. Alles komt
weer goed. Dat moet. Dan ziet hij Yasmine naast Brian staan en
slaat zijn hart een slag over. Hij kijkt van Yasmine naar Brian en
van Brian naar Yasmine. Ze hebben een verleden samen. Zou? Hij
fronst, trekt zijn ogen samen en grijnst zijn tanden bloot.
Ik
kom thuis van mijn werk en vindt een briefje aan de frigo. Vier
zinnetjes, zonder verdere uitleg. Ik maak mij doodongerust. Zoek de
hele stad af. En jij duikt met de eerste de beste man het bed
in! Brian doet een stap naar voor, maar Yasmine houdt hem
tegen. Je snapt het echt niet, hé? Ik snap wat
niet?
Waarom
ik bij je ben weggegaan. Is dit dan wat het is? Je gaat dus
weg van mij?
Ja. Maar
waarom dan? We hebben het toch goed samen. De baby. Yasmine
zwijgt. Is het mijn werk? Ik zal minderen met werken. Yasmine
zegt nog altijd niets. Veranderen van werk? Yasmine
perst haar volle lippen op elkaar. Haar ogen vernauwen zich een
beetje. Hoe kun je toch zo blind zijn? Het gaat niet om je
werk. Ik heb mij daar al lang mee verzoend. Ik wil geen kind
... Geen kind?! Maar dat is het enige waar je al maanden
over ... Yasmine schudt driftig met haar hoofd. Ik wil
geen kind opvoeden in jouw familie. Dat is wat ik bedoel. Het is een
slangennest. Een bende achterbakse gluiperds. Altijd klaar om een
mes in je rug te steken.
Het
is wel mijn familie waar je over praat. Mijn vlees en bloed.
Je
zult moeten kiezen. Ik of je familie. Beide kan niet. Niet
meer. Kiezen? Hoe kan ik nu kiezen? Dat is geen keuze. Dat
mag je niet van mij verlangen. Dat kun je niet. Ik heb mijn
keuze al gemaakt. Nu is het aan jou. Zijn familie opgeven?
Zijn geboorterecht. Hoe? Verslagen staart Alex naar het puntje
van zijn schoenen.
Kom
met me mee naar huis. Dan kunnen we er rustig over praten. Met zijn
tweetjes. Nee, dat doe ik niet. Ik laat me niet opnieuw in
slaap wiegen. Je kiest. Hier en nu! Alex zucht. Kiezen is
verliezen. Wat een klucht. Zijn familie of zijn eeuwige liefde.
Geld of geen geld. Alex kijkt Yasmine aan. En dan beseft hij
het. Hoe is hij zo stom kunnen zijn? Ik kies voor jou. Dat
heb ik altijd al gedaan. Diep vanbinnen heb ik lang geleden al mijn
keuze gemaakt Een traan rolt over haar wang. Haar ogen lichten
op. Dit is precies wat ze wou horen. Ze vliegt Alex in de armen en
kust hem over zijn hele gezicht. Brian trekt een zuur gezicht.
Maar dat hebben Alex en Yasmine niet in de gaten. Morgen bel
ik naar mijn moeder en zeg haar dat we het familiefeest overslaan
dit jaar. En volgend jaar en het jaar daarop ... Yasmine
kijkt om, ziet Brian staan en laat Alex even los. Ze wandelt op hem
af en fluistert iets in zijn oor. Wat heb je ...? Yasmine
legt haar wijsvinger op de lippen van Alex. Later. Later vertel
ik je alles. Maak je niet ongerust. Er is niets gebeurd. Yasmine
rijdt met Alex terug naar huis. Terwijl hij in de
achteruitkijkspiegel kijkt, ziet hij de wasknijper hangen.