.....Pasen: oorsprong en evolutie......
In de christelijke traditie is Pasen het belangrijkste liturgische feest. Met Pasen, of het paasfeest, herdenken Christenen het lijden en de kruisdood van Jezus Christus en vieren zij zijn opstanding, ook wel 'verrijzenis' genoemd, uit de dood.
Met de christelijke viering wordt evenals met de joodse viering, de uittocht herdacht, zij het metaforisch vanuit het werk van God in en door de persoon Jezus Christus, door christenen erkend als de Zoon van God, de beloofde Messias, de Verlosser. Hij wordt in het Nieuwe Testament het paaslam genoemd, dat zichzelf vrijwillig liet offeren voor de verzoening van God met de mensen. Dit duidt op de symbolische betekenis van het offerlam, wat volgens de Mozaïsche voorschriften (Oude Testament, Pentateuch) en de tradities van de joodse godsdienst geofferd moest worden ter vergeving van zonden. Met de voorstelling van Jezus als het eeuwige paaslam werd in geestelijke zin een 'nieuw verbond' tussen God en mens aangeboden, gebaseerd op de genade, waarmee het oude verbond, gebaseerd op de wet, buiten werking kon worden gesteld. Wie in Hem gelooft, hoeft volgens de christelijke traditie niet meer 'onder de wet' te leven, maar valt 'onder de genade'. Deze begrippen en de verhoudingen tussen het een en ander zijn in onder meer de brieven van de apostel Paulus nader uitgewerkt.
Met het paasfeest wordt ook uitgezien naar de verwachte wederkomst van Jezus Christus op aarde.
De gebeurtenissen
De belangrijkste bron voor het nagaan van de gebeurtenissen rond lijden, sterven en opstanding van Jezus is de Bijbel, met name de vier evangeliën in het Nieuwe Testament. In Matteüs 26 -27, Marcus 14-15, Lucas 22-23 en Johannes 18-19 wordt deze geschiedenis beschreven.
Ontwikkeling van het christelijke paasfeest
Pesach
De oorsprong van het christelijke paasfeest ligt in de joodse traditie. Het joodse Pesach (in de christelijk liturgie Pascha) is nauw verbonden met de uittocht uit Egypte, de Exodus. De viering en herdenking hiervan werd volgens het bijbelboek Exodus de avond voor de uittocht ingesteld en is de eeuwen door in verschillende vormen bewaard gebleven. Inherent is de gedenking van de grote daden van God aan het volk Israël. Hierin ligt het idee van 'bevrijding' besloten. Dit geldt ook voor het christelijke paasfeest, zij het vanuit een andere invalshoek.
Jezus' tijd
In de tijd van Jezus was het Pascha, naast het pinksterfeest en het Loofhuttenfeest een van de drie belangrijke pelgrimsfeesten. Het was nauw verbonden met het Massotfeest; beide werden in feite als één feest gevierd. Van heinde en ver kwamen de mensen naar de tempel in Jeruzalem. De betekenis was nog altijd: herdenking van de bevrijding uit Egypte en hoop op de komende verlossing door de beloofde Messias.
Zeer waarschijnlijk was het 'laatste avondmaal' van Jezus en zijn volgelingen, de discipelen, een Pesachviering. Het voldeed volgens de evangelieverhalen in elk geval aan belangrijke voorschriften en tradities van het Pesach. Men trof de voorgeschreven voorbereidingen de avond ervoor, de viering vond plaats in Jeruzalem na 19.00 uur, er werd wijn gedronken, brood gegeten en een loflied gezongen, het Hallel.
De vereiste kruiden en woord 'ongezuurd' (brood) worden niet genoemd, maar dat kan komen doordat de evangelieschrijvers niet per se volledig pretendeerden te zijn en men zich bij de verslagen kennelijk concentreerde op wat men voor de eerste christenen van die tijd van belang vond.
De eerste christenen
Ook de eerste christenen, waarvan de meesten Joden waren, bleven aan de joodse feesten deelnemen, ook aan het Pesach. Gaandeweg werd het voor de christenen een tijd van vooral vasten ter herdenking van Christus' lijden, en een nachtwake. Later is een scheiding tussen de feesten gekomen, alleen al door het instellen van verschillende data voor Pesach en Pasen (zie onder).
313 t/m de Middeleeuwen
Na 313, het jaar van de zg. 'kerkvrede', kreeg het paasfeest een ander aanzien. Toen werd het liturgische Triduum Sacrum';' ingevoerd:
1. Witte Donderdag (instelling van de Eucharistie en het priesterschap, begin van het lijden van Christus)
2. Goede Vrijdag (lijden en sterven)
3. Stille Zaterdag of Paaszaterdag (grafrust)
4. Paaszondag (opstanding)
Na de Middeleeuwen
Paaszondag in Portugal: de "compasso" gaat met een kruis, versierd met bloemen, de katholieke huizen van het dorp langs
Van de Middeleeuwen tot halverwege de 20e eeuw werd de paaszondag min of meer apart gezien van de overige paasdagen. Het Tweede Vaticaans Concilie herstelde de liturgische eenheid van het Triduum. Ook hersteld is de Paaswake, die in de nacht van zaterdag op zondag gehouden wordt. Deze was in de reformatorische traditie vrijwel onbekend, maar wordt de laatste decennia her en der gevierd, ook in evangelische- en Pinksterkringen.
De Rooms-katholieke Kerk kent de traditie van de Kruisweg, een uitbeelding van de lijdensgang van Christus. Tijdens de paasdagen worden, met name in de rooms-katholieke streken, passiespelen uitgevoerd. Het bijwonen van uitvoeringen van passiemuziek van met name Bach is bij gelovigen, en overigens ook bij niet-gelovigen, een populaire vorm van paasviering.
Ook het Carnaval, Aswoensdag, de Vastentijd en Palmpasen zijn vanouds voorbereidingen voor de paasviering. In het Twentse stadje Ootmarsum wordt Pasen uitbundig gevierd met een optocht met zang door de "poaskearls", het zgn. "Vlöggeln".
13-03-2006 om 00:00
geschreven door Wke 
|