Wandel-en trektochten door Vlaanderen, Europa, en Afrika.
09-12-2009
Corsica-19-30/6/2001-GR20, Mare e mare centre.
Corsica: De natte droom van iedere echte wandelaar!!! Corsica, een eiland in de Middelandse zee gescheiden door de straat van Bonifacio met Sardinié. Het eiland is 8750km2 groot en heeft 250000 inwoners waarvan 100000 in de twee grootste steden Ajaccio en Bastia. Verschillende wandelpaden doorkruisen het eiland, zoals de beroemde GR20, Mare e Mare(nord en sud), Mare e monti enz.. De Gr20 één van de mooiste en moeilijkste wandelweg van Europa vertrekt in het noorden van het Eiland ter hoogte van Calenzana en eindigd in het zuiden ongeveer 200km verder in Conca. Het pad kan afgelegd worden in 15 etappes. Wij besloten om een stuk van de GR20 te lopen in Zuidelijke richting met vertrek in Vizzavana en over te gaan op de Mare e Mare die de Gr20 kruist ter hoogte van Usciolu waarna we in Westelijke richting wandelden tot de kust in Porticcio. Onze tocht: dag 1: Na een vliegtuigreis via Lille en Marseille komen we aan om 14u30 in Ajaccio waar ons nog een treinreis wacht naar Vizzavona waar we aankomen om 17u30. Niet ver van het station ligt de camping en kunnen we ons bevooraden.
dag2: Vissavona-Capanelle (1586m). een tocht van 5u15 met een hoogteverschil van ongeveer 686 meter met aankomst in Bergerie Capanelle (gite- ingericht bivak- bevoorading en camping). dag3: Capanelle- Bocca di verdi- refuge di prati (1820m). Zware tocht van 6u15 met een hoogteverschil van 234m met aankomst in refuge di prati (bivak en bevoorading). dag 4: Refuge di prati-Cozzano: tocht van 6uur met aankomst in Cozzano (gite d'etappe, bevoorading mogelijk) niet kamperen. dag 5. Cozzano- tasso. tocht van 3 uur met aankomst in Tasso( gite de france) niet kamperen. 200m klimmen, 200m dalen. dag 6.Tasso- Guitera-les-bains. tocht van 3uur met aankomst in Guitera (gite d'etappe) geen bevoorading, niet kamperen, 130m stijgen, 300m dalen. dag 7: Guitera- Quasquara. tocht van 5 uur met aankomst in Quasquara (gite d'etappe) geen bevoorading, nit kamperen. stijgen 468m, dalen 368m. dag 8: Quasquara- Col st-Georges. tocht van 7uur met aankomst in Col st-Georges (gite d'etappe) geen bevoorading, niet kamperen. stijgen 616m.. dag 9. Col st-Georges- Porticcio. tocht van 6uur met aankomst in Porticcio(camping, bevoorading, warenhuizen, hotels enz...) dag10: Strand Porticcio, uitrusten en zonnebaden. dag 11: terug naar huis na een ongelooflijke week met prachtig weer en een onvergetelijke natuurpracht van Corsica.
trektocht in La Gomera van 24sept: tot 03okt: 1999.
La Gomera is één van de Canarische Eilanden en ligt ten westen van tenerife. Het is op één na het kleinste eiland met een opp: van 378km2 en heeft ongeveer 22000 inw:. In tegenstelling tot Tenerife en Gran Canaria zijn er praktisch geen stranden, het is een echt wandeleiland met rotsen en hellingen tot 1400 meter. In de herfst van 1999 na de grote hitte van de zomer besloten we er een week te gaan wandelen. Na een chartervlucht vanuit Zaventem kwamen we aan op het vliegveld "Reina Sofia"in Tenerife waarna er ons nog een boottocht wachte van ongeveer 45 min: tot de hoofdstad van Gomera: SanSebastian de la Gomera. dag 1: onze eerste tocht vertrekt aan de haven tot de Playa de la Guanches ( de Guanches waren de oorspronkelijke bewoners en betekend feitelijk mens van Tenerife) waar we overnachten. 'smorgens gaat het verder naar El Cabrito waar we de boot terugnemen naar san Sebastian. Ondanks het feit dat het einde September is, is het gloeiend heet. dag2: Met de taxi naar targa en via de Barrango de guantimar en Ermita de Guantimar (kapel) naar el calazzo en Barrango de Santiago naar Playa de santiago. (een barrango is een kloof waar je normaal een pad vind om door te wandelen). dag3;Met taxi naar Juego de Bolas (centro de visitantes)= jeugdherberg en via Canada Grandes en Las Casitas naar Agulo-een dorje in het Noord-Oosten van het eiland aan de kust. dag4: van Agulo naar Punto san Lorenzo (kustwandeling) -rondwandeling- hoog boven de kustlijn in de rotsen en terug via Hermigua en Lepe naar Agulo. dag 5; Naar Vallehermoso (voor het Noordelijk gedeelte van het eiland ) en vandaaruit naar playa de Vallehermoso-Montaña de alcalà- ermita de laVirgen de GuatelupeSanta Clara-arguamul-montañade la Caldera richting Epina tot een ruine en dan terug via een pad in noord-oostelijke richting naar Vallehermoso. dag 6: Naar Valle Gran Rey (zuid-westen) overnachten op playa de Valle Gran rey en La playa calera - wandeltocht vanaf Playa Calero naar Valle Gran Rey - el Cerdado- naar Bosque del cedro en via Chipude terug naar valle Gran rey en playa Calera Dag 7: terugreis naar San Sebastian de la Gomera, -Tenerife (nog één overnachting) en dag nadien via Reine Sofia naar Brussel. La Gomera is een prachtig wandeleiland die in het najaar een zeer mooie temperatuur heeft om te wandelen ver van toeristen en toeristische centra waar je uren kunt wandelen in alle eenzaamheid en stilte.
kaart van het Eiland
Roque de los Organos in het uiterste noorden van het Eiland
In Midden-Italié ten Zuiden van het bekende Toscane ligt Umbrié, een prachtige streek voor wandelaars en natuurliefhebbers. In Augustus 1999 besloten enkele vrienden en ik deze streek te verkennen. Umbrié een land van heuvelruggen, wijngaarden, olijfbomen eenzame boerderijen, en kleine versterkte stadjes. Ten Zuidoosten van de hoofdplaats Perugia wordt het landschap grimmiger . Daar beginnen de Apennijnen met hun grillige rotsen en prachtige bergriviertjes. Verderop de kale hoogvlakte van de Monte Sibilinni ongemeen boeiend met marmoten gemzen en adelaars. Ons programma. dag 1:Assisi-Monte subasio- 17km-6u50. dag 2:Assisi- Nocera Umbra. 20.5km-6u50. dag 3:Gubio-Gubio. 9.5km-3u30. dag4:Spoleto-Monteluco.7.5km-2u40. dag 5: Casteluccio- Monte Sibillini 15.5km-6u10. dag 6: CapannaGhezi-Capanna Ghezi 17.5km-8u10. wandeldag 1: Schitterende tocht dwars over de panoramische bergrug van de Monte Subasio. bezoek aan het franciskanerklooster Eremo delle carcert, het middeleeuws dorpje San Giovanni en een oude watermolen. vertrekpunt: piazza Matteoti (busstadion)-eindpunt valtopina station.( vanaf dit kleine stationnetje zijn er enkele treinverbindingen naar assisié en foligno). wandeldag 2.over de weg die Franciskus in September 1226 heeft afgelegd tijdens zijn laatste reis alvorens in Assisié te sterven. vertrekpunt: Assisié Piazza Matteotti- einpunt Nocera umbra stadion (ook hier zijn verbindingen met Foligno-Assisié en Perugia.) wandeldag 3: mooie bergwandeling langs cyclopische muren naar middeleeuwse waterwerken; terug over een 14é eeuwse aquaduct. bezoek aan het stadje Gubio. De terugweg overde Middeleeuwse waterleiding is enkel voor mensen zonder hoogtevrees en zeker zonder kinderen; het is een 1.5m breed pad dat langs een steile helling loopt 50m boven de weg zonder leuning of afrastering. wandeldag 4: Door het Romeinse en Middeleeuwse Spoleto naar de bossen van de berg Monteluco over een oude waterleiding. Bezoek aan de Romaanse kerk San ponziano en de Basiliek San Salvadore. vertrek-en eindpunt bereikbaar met openbaar vervoer. Vooral het klooster en de Basiliek zijn een bezoek waard let op de openingstijden. wandeldag 5: flinke bergwandeling over de paden van herders en schapen naar de panoramische toppen van de Monte lieto en de Pogio di croce. Bezoek aan het hoogste dorpje van Umbrié: Castellucio. U kunt de tocht vergemakkelijken door de Monte Lieto te laten liggen. Dat scheelt 1u50. vertrek-en eindpunt: Castellucio-Piazza della fonte. Wandeldag 6: Zware maar unieke tocht door het hartje van de Monte Sibillini naar het bergmeer Lago di Pilato, en vervolgens over een hoge panoramische bergkam terug. Vertrek- en eindpunt alleen bereikbaar met eigen vervoer. Stijging 1089m-afdalen 1089m- zware tocht. deze tocht is alleen voor ervaren wandelaars met ervaring in het bergwandelen en met een zeer goede fysische conditie Het stuk over de scherpe bergkam is beslist af te raden voor mennsen met hoogtevrees en onder slechte weersomstandigheden. Deze trektocht door één van de mooiste streken van Italié was een ongelooflijke ervaring die we niet ligt gaan vergeten. Met dank aan Benny, Jan, Swa , Jos, Willy, Michel, Benny Maes.
Onze derde dag van onze Luxemburgse wandelweek waren terug twee lussen rond twee dorpjes: nl: Forrieres en Nassogne. Forrieres is een vriendelijk Luxemburgs dorp in de vallei van de lomme, op de plek waar famenne en ardennen overlopen in elkaar, tegen de grens van de provincie Namen, ten Zuid-Oosten van Rocheford, aan het kruispuntvan de N889 en de n849. Wie uit is op folklore kan in het Paasweek-end een straatfeest met rommelmarkt, folkroristische optocht en ambachtslui aan het werk meemaken. De wandeling heeft een lengte van 7.5km en kan gevolgd worden op de topokaart NGI 59/3-4. De wegen zijn meestal geasfalteerd, uitgezonderdeen flink stuk in het eerste gedeelte van de wandeling Parkeren is mogelijk aan het neoromaanse Sint-Niklaaskerkje. vertrekpunt: U houdt de kerk aan uw linkerhand, eventjes verderop moet je de Lomme een eerste keer oversteken en daarna loop je langs het omheinde kerkhof. Je komt op je wandeling verschillende monumenten tegen zoals: houten kruis, lourdeskapel, groot kruis, kerk van Ambly, monument van de oorlogsslachtoffers, en ook een arboretum. Het is een vrij afwisselde wandeling in een glooiend landschap van de Ardennen die ongeveer 2 uur in beslag neemt, waarbij je ook het dorpje Ambly aandoet. Het is een typisch boerendorpje met enkele woningen in vakwerkbouw en een charmant dorpskerkje met een evenwichtig voorgeveltje en een toren bedekt met leien. Je passeert ook nog het 6 hectaren arboretum van Forrieres aangelegd in 1904 op de plek Coray en voorzien van 2.5km bewegwijzerd wandelpad, echt een plek om nog eventjes uit te blazen voor je terugkomt in Forrieres, meteen ook het eindpunt van je wandeling.
Onze tweede wandeldag in de provincie Luxemburg was tweedelig. Het eerste stuk was een lus rond het plaatsje lorcy. Lorcy is een vestzakdorp, een paar kilometer ten westen van Saint-Hubert, en is de moete waard omwille van zijn natuurschoon. De wandeling zelf vindt je terug op topokaart NGI59/7-8. Afstand 7km. Vertrekpunt, de kerk van Lorcy. De natuurstenen kerk heeft een bepaald symetrische voorgevel en u vindt er nogal wat bouwstijlen in terug, boven op alles prijkt een koepelvormige toren. Om te starten keert u zich met de rug naar het kerkhekken en je gaat naar rechtsaan een driehoekig kruispunt neem je de weg naar Arville. daarna passeert u links een zijweggetjeen een kapelletje, de naam v/d weg veranderd en heetnu route d'arville. Na een tijdje komt een deel v/d woonkern van Arville in zicht,u komt uit bij een dwarsweg kom je in de rue du paradis een straat van Arville. Zo ga je verder door een meestal glooiend landschapmet hier en daar een stuk bos van fijnsparren en met nu en dan een prachtig zicht op onderandereSaint-hubert, Mirwart, waar je in Auberge du grandgousier u de dorst kunt laven, tot je terug aankomt in lorcy waar het einde ligt van de eerst trip van die dag. De tweede luswandeling die dag ligt rond het stadje Saint-Hubert, een van de meest toeristische stadjes van de provincie Lux: Het stadje heeft heel wat te bieden: een prachtige basiliek, de sint- Gilliskerk door velen vergeten, samen met de prachtige pastorie een mooi stukje van de stad. ook een mooie rozentuin: de roseraies pierre-joseph redouté is het bezoeken waart. de reusachtige bossen rond de stad mogen we echt niet vergeten , er zijn wandelmogelijkheden genoeg voor een ganse vakantie. het grote bos ten noorden van het stadje is het "bois du roi Albert". Nu wat de wandeling betreft volg je in het eerste deel het GR- pad 14 alsmede de geel-witte tekens van de transardenaise. De route vindt je terug op de topokaart NGI59/7-8. De start ligt aan het kruispuntvan de N849/848met de pijlen centre en vaux sur sure en rochefort en lubin.(parkeerplaatsen zijn er bij het warenhuis spar).bij de start neem je de richting forrieres/ nassogne/fourneau saint-michel op en volgt de wit-rode markeringen. De wan deling is op sommige ogenblikken flink stijgend, berg op en af gaat voor een groot stuk door het prachtige bois du roi albert. Na het bos komt er meer plaats voor weilanden en bij de bosrand wacht je een enorm panorama van Saint-Hubert. Na de Fais-kapel kom je terug op het kruispunt waar je een tijdje geleden gestart bent. het is nu al een eind in de namiddag en tijd om de innerlijke mens te versterken, en ook dat is perfect mogelijk in en rond Saint-Hubert.
In 1998 leerde ik via een familielid enkele mensen kennen uit de omgeving van Hasselt die allemaal dezelfde microbe hadden als ik,nl: wandelen. Onze eerste gezamelijke tocht ging naar de provincie Luxemburg in de omgeving van St-Hubert. Tussen Han-sur-lesse en St-Hubert ligt een bosrijke omgeving met tipische ardense dorpjes, zoals bvb:Bure,waar we verbleven in camping"La Clusure" tijdens onze wandelweek. Bure is een deelgemeente van thellin, in het westen van de provincie,aan de n846 en de Lomme,7km ten zuid-oosten van Han-sur-lesse. Dit laatstgenoemde, amombekende stadje ligt echter in de Famenne depressie, pakweg 150m boven de zeespiegel; Bure bevindt zich al op de ardense hoogten, die de Famenne ten zuid-oosten beheersen en wel op 320m boven het zeeniveau. Ons eerste helft van de eerste wandeldag vertrok vanuit het dorp en is de wandeling nr:18 (topo NGI 59/7-8)die op haar beurt soms ook samenvalt met de wandelingen 16, 17, en 22. De bewegwijzering is nagenoeg perfekt. In het dorp en de onmiddelijke omgeving zijn de wegen geasfalteerd, maar in het dal van de Lomme wacht je een bonte afwisseling van onverharde en halfverharde boswegen en -paden die garant staan voor schilderachtigheid. Bure ligt op een hoogte, de Lomme kabbeld wel 80m lager, om dan weg te komen uit de vallei moet je vrij stevig klimmen, vooral in het laatste stuk van de wandeling.
In 1996 leerde ik mede dank zij een neef een aantal militairen en politiemensen kennen die ieder jaar een trektocht ondernamen en kreeg ik de kans om met deze mensen op te trekken. Er werd de volgende jaren iedere keer naar uitgekeken om weer met deze mensen er op uit te trekken, en heb ik heel wat prachtige belevenissen mee naar huis gebracht. In 1997 besloten we een tocht te ondernemen naar het Juragebergte, die de grens vormt tussen Frankrijk en Zwitserland. De Jura is zoals gezegd een berggebied tussen Zwiserland en Frankrijk. De hoogste toppen zijn de Crét de la neige (1718m) in Frankrijk en de Mont tendre (1678m) in Zwitserland. 40% van de oppervlakte is bedekt met bossen, afhankelijk van de hoogte, eiken, beuken (500-800m) en sparren (boven 1000m). Het klimaat is zeer vochtig met veel regen, en de zomers zijn niet uitgesproken warm. Het programma: dag1: heenreis naar Saint-Claude (735km-+/- 8uur) met eigen wagens: dag 2: Saint-Claude-Vaux les Saint-Claude 30.8km-9uur (camping). dag 3: Vaux Saint-Claude- La Pesse 37km- 10uur (camping) dag 4: la pesse-Lajoux 31km-12uur (camping aan gite d'etappe Le Triolet) dag 5: Lajoux- La Mouille: 32km- 9uur (camping) dag 6: la Mouille- Saint-Claude 23km 6uur (camping) De tocht: dag 2: Saint -Claude in de Haut- Jura is ons vertrekpunt. Het stadje vooral gekend om zijn museum voor diamand en tabakspijpen, ligt in een dal en er dient dus flink geklommen te worden om uit het stadje te vertrekken. We wandelen hoofdzakelijk door veel loofbossen en komen aan in Vaux- st claude na 30km. Vaux ligt op een hoogte van 350m in een dal aan de rivier "la Bienne".Onze camping "du Gravier" ligt dicht bij de rivier. Boven op een rots (st. Germain du roche) is duidelijk een kapel te zien die we ook gaan bezoeken. dag 3:Vanuit de camping Du Gravier is het terug serieus klimmen om uit het dal weg te raken. Ons doel is het 37km verder gelegen La Pesse. La Pesse is een dorpje met ongeveer 250 inw: en je hebt de kans om er ezelstochten te maken, er is in het centrum geen camping en daarom hadden we de toestemming nodig van de burgemeester om te kamperen op een terrein achter het gemeentehuis. dag 4: La Pesse-Lajoux ongeveer 37km, om Lajoux te bereiken moet er flink geklommen worden.( hoogte 1170m), er is een grote gite-d'etappe "Le Triolet" waar men vakanties kan boeken, er is mogelijkheid tot skién in de winter en er is ook een kampplaats achteraan de gite. (mits betaling). dag 5: Lajoux- La Mouille een tocht van 32km meestal door bos eindigd op de camping "les baptaillards" in Longchaumois. het is een 2* camping gelegen op 900m met veel schaduw. dag 6: La Mouille- Saint- Claude een tocht van 23km wordt een kalvarieberg met de ganse dag pijpestelen regenen, met kapotte voeten en een loodzware rugzak door de vochtigheid, gelukkig schijnt de volgende dag de zon zodat we alles nog kunnen drogen voor we vertrekken naar Belgié. Eer het zover is wordt er bij een natje en een droogje nog eens uit de doeken gedaan hoe mooi het ondanks de regen is geweest. De Jura is een ongelooflijk mooi wandelgebied voor geoefende wandelaars die niet bang zijn van regen, warmte en klimmen in een meestal bosrijk gebied. Met dank aan Benny, Jan , Jos, Swa, Benny Maes, kurt, Willy, Frank, Marc.
één van mijn mooiste tochten in 1997 was deze naar de Rothornhut met vertrek vanuit Zermatt (1616m) het beroemde dorp aan de voet van de Matterhorn. Als je vanuit het bahnhof de hoofdstraat inwandeld kom je na een driehonderd meter aan het posthotel, het is daar dat, wanneer je rechtsaf slaat de weg naar de hut begint. Het eerste gedeelte brengt je via een tamelijk breed steil pad naar alterhaupt aan het edelweiss gasthaus op circa1920m. Vandaaruit kom je in een smal gedeelte dat je naar de waterval van het trifbach brengt; na de rivier te zijn overgestoken kom je in een breder gedeelte dt gestaag bergop gaat tot het trifthotel, waar je de mogelijkheid hebt te overnachten als je bvb: 's anderdaags ook nog de Mettelhorn wil beklimmen (voor mij zal dat voor een andere keer zijn). Net voorbij het trifthotel kom je aan de tweesprong waar je de keuze hebt tussen de hut en de mettelhorn. Het pad naar de hut gaat nu weer steil omhoog en na een tijd zie je de morene van de triftgletscher die je volledig zult moeten langswandelen om de hut te bereiken, vandan af zie je reeds heel in de verte de hut op 3198m hoogte staan aan het einde van de morene tegen de rotswand gedrukt. Door het feit dat je de hut heel vroeg kunt zien wordt het een lange tocht die vrij vermoeiend is, en voor beginners zeker niet gemakkelijk; een vrij goede konditie is dus wel belangrijk. De beloning voor al die inspanningen is een prachtig zicht op de omliggende gletscher en daarrond de prachtige bergen zoals: de obergabelhorn,wellenkuppe, zinalrothorn, en ook zij het maar juist de top van de matterhorn. Het huttenpersoneel is zeer vriendelijk zodat je rustig ook de innerlijke mens kunt versterken. Je moet wel rekenen op een ganse dag om het trajekt in beide richtingen te wandelen ( ik vertrok om 7uur 's morgens in Zermatt en was in de late namiddag terug).
In 1995 verlegden we ons wandelterrein naar Sankt Niklaus in het matterdal. Sankt Niklaus is een klein stadje met enige industrie op het kruispunt van het matter-en saasdal: bij alpinisten goed gekend wegens zijn goede alpinistenschool. Het is het vertrekpunt voor verscheidene beklimmingen en wandelingen in de augstbordregion hoog boven de stad. Wij deden er in 1995 twee tochten . de eerste was de tocht naar de topalihut, de tweede de tocht naar het prachtige Jungu, enkel te bereiken via een steile kapellenweg of met de piepkleine kabelbaan die vertrekt niet ver van het bahnhof en dat niets is voor mensen met hoogtevrees! De eerste tocht naar de toen nog oude topalihut(afgebrand in 1998) begint in Sant Niklaus op 1127M. en brengt je via het gehucht wildingen langs een steil goed bewegwijzerd pad naar de hut op 2674m. een tocht dus van +/- 1500 meter klimmen, een lange zware tocht niet voor beginnende wandelaars.De inspanning wordt wel beloond met een prachtig uitzicht op de omliggende hoge toppen zoals de Brunneg-weiss- en bishorn. Ook heb je een prachtig zicht op het matterdal tot voorbij täsh en een uitzicht op de alletsglecher de langste gletcher van europa in de berneroberalpen. De hut werd in 1926 gebouwd ter nagedachtenis van Konstantin Topali die enkele jaren voordien op jeugdige leeftijd op de grensgletcher om het leven was gekomen. Al die jaren is er nooit iets aan veranderd, de hut lijkt in een soort droomtoestand te verkeren.Het is een ideaal uitgangspunt voor degenen die voordat ze aan de grote tochten in het matterdal beginnen in alle rust willen acclimatiseren.( helaas volledig verwoest in 1998 wegens brand en ondertussen heropgebouwd)
Mijn tweede tocht die ik in de zomer van 1994 ondernam was een bezoek aan de weisshornhutte in het matterdal. De Weisshornhutte is gelegen aan de voet van de gelijknamige berg,de Weisshorn. het is een gigant van een berg van 4505m met zoals zijn naam zegt een steeds besneeuwde prachtige top enkel toegankelijk voor ervaren alpinisten. Je hebt vanaf de hut een prachtig zicht op zuid-westkant met de grote gendarm, een hindernis die dient overwonnen te worden wanneer je via de Noordroute de berg beklimt. De wandeltocht naar de weisshornhutte begint zoals zovele in het Matterdal in" Randa "het mooie dorp aan de voet van de Dom Randa ligt als het ware gekneld tussen Dom en Weisshorn waar het dal op zijn smalst is. Vanuit het centrum ga je pal naar het zuiden richting Zermatt, na ongeveer een 300m aan de kapel van het gehucht Wildi ga je rechts over de spoorweg, de weg naar Zermatt en het riviertje de vispa die je links volgt tot je het bewegwijzerde pad tegen komt dat je direkt steil omhoog naar eien op1414m;verder zig-zag stijgend in zuidelijke richting tot jatzalp op2246m en van daaruit naar de hut op 2932 meter. Vanaf de hut heb je een prachtig uitzicht op de zlnal rothhorn, de obergabelhorn, en de weisshorn .
Wallis in het zuiden van Zwitserland is voor een bergwandelaar en ook voor een bergbeklimmer de plaats bij uitstek om zijn geliekoosde sport uit te oefenen. Vanaf 1994 zal ik ieder jaar vanuit Randa aan de voet van de "dom" de hoogste berg op Zwitsers grondgebied tochten ondernemen in de omliggende bergen. Het zijn stuk voor stuk prachtige wandeltochten geworden waar ik nog met veel plezier aan terug denk. In 1994 wandelde ik twee zulke tochten samen met mijn dochter. De eeste tocht ging naar de hörnlihutte op de flanken van de beroemste zwitserse berg "de Matterhorn". De tocht start in zermatt waar je de kabelbaan neemt tot swartzee een meertje dat zijn naam niet gestolen heeft op 2582m, er staat een hotel-restaurant en je hebt er een prachtig uitzicht op de enorme pyramide die de matterhorn feitelijk is. Vandaar start de tocht met een klim naar hirnli op2888m waar terug een vrij vlak gedeelte overgaat naar de eigenlijke voet van de Matterhorn. Vandaaruit gaat een steile klim omhoog met prachtige zichten op de gornergletcher die eindigd aan de hut met bijhorend restaurant op 3260m, het is de hut vanwaaruit vroeg in de morgen de bergbeklimmers vertrekken om de Matterhorn te bedwingen. Boven aan de hut heb je een ongelooflijk zicht op de mischabelgroep met de dom-taschhorn-alphubel-rimpfischhorn enz...en aan de overzijde de Dent blanc en de Zinalrothorn.
In de zomer van 1990 besloten we voor het eerst Zwitserland aan te doen voor onze jaarlijkse vakantie, het was liefde op het eerste gezicht en ik ben er ieder jaar minstens éénmaal teruggegaan. Die zomer van 1990 besloten we het kanton Graubunden te bezoeken, we vonden een prachtige chalet in Uber-Urmein op zo'n 7 km van Thusis een klein stadje op de via mala en dicht bij het safiental en ongeveer halfweg tussen Chur en St moritz. We deden er prachtige wandelingen in het safiental en op-en rond de Piz beverin de eerste berg van meer dan 3000m. die ik te zien kreeg en waar we ieder paadje trachten te beklimmen. Daar verloor ik mijn hart aan de bergen en het zou nooit meer overgaan!! Ook in 1991 bezocht ik het safiental en deden we ook nog de Albulapas in de Ober engadin, we bezochten het val bregaglia één van de mooiste dalen van zwitserland en we beklommen de piz beverin en al haalden we de top niet wegens teveel sneeuw, we vonden het al een hele prestatie om tot 2800M te klimmen en te wandelen.
Zoals ik in mijn vorig bericht zei had ik de wandelmicrobe te pakken en ondanks het feit dat ik in deze beginperiode veel last had van blaren en pijnlijke spieren te wijten aan een slechte fisieke konditie begon ik uit te kijken naar de meer tot de verbeelding sprekende organisaties binnen de bond. Twee van deze organisaties zijn de sloebertocht in Zingem, een tocht van 60KM door Zuid Oost-Vlaanderen en de Vlaamse ardennen; en de elf bergentocht een tocht van 50KM in het zuiden van West-vlaanderen en zijn Heuvelland. Toen ik de eeste maal de sloebertocht liep (vooraan in Juni1994) begon het reeds na enkele KM's te regenen zo erg zelf dat we dienden te schuilen, gelukkig was die vlaag maar van korte duur en konden we na een half uurtje onze tocht verder zetten, het werd zelfs later op de dag heel warm wat niet ten goede kwam aan mijn gefolterde voeten en met nog 18KM te gaan stond het bloed in mijn schoenen van opengebarsten blaren. Die laatste KM's waren dan ook afzien geblazen en mijn aankomst in zingem om 18.30uur zal ik dan ook niet licht vergeten. In de herfst van hetzelfde jaar liep ik dan de elf-bergentocht, een tocht van 50KM en een prachtige wandeling door zuid West-Vlaanderen met start te westouter en die nu zelfs verlengd is tot 60KM en die geprezen wordt als een zwerftocht door het Vlaamse en Franse heuvelland en waarbij met de lengte ook de moeilijkheidsgraad toeneemt. Enkele van de bekendste heuvels zijn : de zwarte-rode-kats-en scherpenberg. De wandeling dit jaar is trouwens aan zijn 20é editie toe en wordt gelopen op 16 September eerstkomend.
Mijn eerste bewegwijzerde wandeling liep ik in Vinderhoute op 8 augustus 1992. Vinderhoute is een kleine gemeente dicht bij Gent en goed gekend om zijn kastelen. De naam van de tocht was dan ook heel toepasselijk nl: de kastelentocht, en was ingericht door de VWJL, de vlaamse wandel en jogging liga nu beter gekend onder de naam AKTIVIA. De tocht beviel mij zo goed dat ik nog dezelfde week lid werd van de bond; ik sloot mij aan bij "de lachende wandelaars" een boeiende club uit Aalter op de grens van Oost-en West-vlaanderen, daar er in mijn regio toen geen clubs bestonden.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.