De vervloekte Duisters hebben mijn echtgenoot enkele dagen geleden opgehangen. Hij had juist enkele cementzakken gestolen. Het was een waarschuwing zeiden ze. En nu komen 2 van die Duisters mij verplichten om hen met mijn koets weg te brengen over de grens. Mijn wraak zal zoet zijn! Ik lust dit volkje rauw!! De ene soldaat, Soldaatje-soldaatje, loopt steeds voor de koets, zijn geweer in de aanslag. Ik hou hem nauwlettend in de gaten. Het is een klein mannetje met een kinderlijk stemmetje, hem kan ik met mijn robuust postuur zeker aan... En de andere, die ligt half dood bloedend op de koets. Het enige wat hij doet is af en toe zijn hoofd oprichten om over de rand van de koets bloed over te geven. Na enkele kilometers is die zeker dood zonder dat ik iets heb moeten doen. Dus de enige die ik moet vermoorden is Soldaatje-soldaatje, dat is rechtvaardig denk ik. Stiekem heb ik voor ons vertrek een bijl meegesmokkeld die ik onder het hooi op de koets verstopt heb. Wanneer het geschikte moment zich voordoet, zal ik niet aarzelen en toeslaan. Ondertussen is Soldaatje-soldaatje zenuwachtig voor de koets de zoom van het bos aan het afstaren. Plots verbreekt het geluid van geweerschoten de stilte. Snel verschanst het mannetje zich achter de koets, zijn geweer in de aanslag om elk ogenblik te kunnen schieten. Het lawaai houdt op, soldaatje-soldaatje springt in de koets en langzaam gaan we verder. Soldaatje-soldaatje beveelt links van de weg te rijden maar ik blijf koppig in het midden van de baan rijden. Soldaatje-soldaatje springt van de koets en geeft een ruk aan de teugels van het paard. Na enige tijd krijgt hij de paarden links van de baan op het gras. Nu maken de wielen minder lawaai, hij moet enorm bang zijn, denk ik. We komen bij een open vlakte, Soldaatje-soldaatje beveelt mij te stoppen. Hij kijkt op zijn kaart en kompas en beveelt dan verder te rijden. We zijn nog geen honderd meter ver of Soldaatje-soldaatje vliegt met een sprong bovenop de zwaar gewonde soldaat in de koets. Hij neemt de revolver die de man had genomen uit zijn handen. Ik had gezien dat hij een revolver genomen had, hij wilde een einde aan zijn leven maken. Voor de zekerheid haalt Soldaatje-soldaatje de patronen uit de revolver. Ik vloekte, één kans verloren om mij van die ene man te ontdoen. Na enkele kilometers merk ik dat de hoefijzers van de paarden steeds losser komen te zitten. Ik stop en stap van de koets. Dreigend richt Soldaatje-soldaatje zijn geweer op mijn hoofd. Met een gebaar maak ik hem duidelijk wat de bedoeling is. Ik probeer enkele nagels uit het hout van de koets te trekken om de hoefijzers terug te kunnen vastzetten. Behulpzaam pakt hij zijn lemmet van zijn bajonet dat onder het hooi ligt. Ik hou mijn adem in, stel dat hij de bijl ontdekt... Gelukkig merkt hij niets, snel maakt hij enkele nagels los. Hij maakt de hoefijzers vast zodat ze terug kunnen vertrekken. Er ritselt iets in de struiken, angstig sluipt hij erheen. Zonder hij het merkt schop ik zijn bajonet die hij in de grond had gestoken om en verstop hem onder een struik. Eén wapen minder, nu nog de spuit en de revolver...