Vanuit Maracay trokken we met een Blue Bird ( een opgepimpte Amerikaanse bus voor schoolkinderen ) richting Puerto Colombia en stopten in Choroni .
Na twee bangelijke steden lijkt dit een dorpje om te verademen . We zitten in een haciënda-achtig verblijf met prachtige tuin en hangmatten .
De rit hierheen was echter meteen een stevige bergrit : geen vijftig meter rechtdoor, haarspeldbochten ( te nemen in twee pogingen ) , volle bus , zolderraamzichtjes door kleine raampjes , gebrek aan zitcomfort en of vering wordt ruimschoots gecompenseerd door overdadige decibels muziek met als fijne boodschappen " corazon " , mi gusto " en te quiero " . Discotheek Noxx kan niet failliet zijn , er zijn hier nog filialen op wielen .
In Caracas hebben we ons eigenlijk beperkt tot één straat . Hotel , naar restaurant op de hoek en terug . Dubbel gewaagd , niet .
Al de rest was taxi in en gas geven .
Het verkeer is onwaarschijnlijk in Caracas , net als in elke hoofdstad in Midden- en Zuid-Amerika.
Zelfs op de parking van het hotel waren lijf en lede amper veilig , auto's en moto's kijken echt niet uit .
Maar , wijlen weg dus naar ... Maracay .
Twee uur rijden , gelegen in de staat Aragua .
Maracay is een driehonderd jaar oude stad , gebouwd om de cacaoplantages .
Komende van Caracas naar Maracay : je komt van de regen in de drop .
Even druk , ook veel volk , niet geheel ongevaarlijk ( vooral bij nacht en ontucht ...) .
Hotel Wladimir aan de Plaza Girardot gaf ons een veilige haven .
We bezochten de katedraal , Plaza Bolivar ( grootste van het land ) , Santuario de Madre Maria de San José , Plaza de Toros Maestranza en Museo Aeronatico.
De bende is goed aangekomen in Caracas, de hoofdstad van Venezuela . Caracas ligt gedeeltelijk aan zee , de luchthaven , toch . Voor de eigenlijke stad zelf moet je hoog een berg op .
Caracas is niet wat je noemt een mooie stad en volgens de boekskes en locals : peligrosso dangerosso . Maar we overleefden .
Meer zelfs , we pleegden eerst zelf een beleefde bankoverval .
We wisselden op de zwarte markt onze eerste centen . Een vriendelijke douanier toonde ons reeds de juiste weg .
Alles moest wel een beetje geheim blijven : ons geld kwam uit de verborgen heuptasjes , zijn Bolivares kwamen uit de kous , achterzak , gewone zak , ...
Natellen mochten we in de kofferbak op de plaats van het achtewiel .
Na twintig briefjes besloten we : op de zwarte markt moet je vertrouwen , als het niet klopt , tant pis ...
Een douanier moet eerlijk zijn , zeker op de zwarte markt .
Op naar ons hotel , en we tellen heel de avond ...
Verschil officieel / zwarte markt :
- wie in Venezuela braaf officieel wisselt krijgt voor één acht Bolivares
- wie in Venezuela op de zwarte markt gaat krijgt voor één achtenzestig Bolivares
Ik drink nu één pintje : volgens de officiële markt kost mij dat nu 4 .
Ik drink nu nog één pintje meer : volgens de zwarte markt kost mij dat nu 40 eurocent .
Ik denk dat de keuze snel gemaakt is , niet .
En een zwart pintje , smaakt ook . Zelfs beter , toch ?
Muziek is leven in Venezuela : op straat , in huis , in de bus , in de taxi .
De bekendste traditionele muziek is de joropo , een vrolijke dans die begeleid wordt door een kwartet van harp , accordeon , sambaballen en de cuatro , een typisch Venezolaans instrument dat er uit ziet als een kleine gitaar met vier snaren .
De joropo wordt ook wel eens musica Ilanera genoemd ofte de muziek van de vlakte .
De arepa , empanada en cachapa of pabellon criollo .
Een lekker inheems gerecht is de arepa : gemaakt van maïsmeel ( lijkt op shoarmabroodje ) . Het wordt gevuld met geraspte gele kaas, kip , tonijn , rundsvlees, ham en roerei.
De empanada is dan weer gefrituurd ( hartig broodje van tarwemeel ) gevuld met vlees of kip .
De cachapa is een zoete pannenkoek met kaas , ham of spek .
De pabellon criollo is voor de grote honger : rijst , zwarte bonen , vlees , gebakken banaan en gebakken ei .