Als we ons voor deze vraag plaatsen, voor wie is Jezus gestorven, en denken aan
de antwoorden, die er in den loop der tijden door mensen op gevonden zijn,
voelen we een grote dankbaarheid voor het feit dat God er in Zijn Woord zelf het
antwoord op gegeven heeft.
De
voorrechten van Israël als volk, door de apostel Paulus genoemd in Romeinen 3:1-2 en 9:4-5, waren
voorrechten die wij, behorende tot de heidenen, niet bezaten.
De
absoluut verloren toestand van het menselijke geslacht wordt in al zijn
vreselijkheid omschreven in de volgende tekst:
Efeze 2:11,12:
"Daarom gedenkt dat gij die eertijds heidenen waart in het vlees, en die
voorhuid genaamd werd van degenen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees,
die met handen geschiedt; dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd
van het burgerschap Israëls; al vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen
hoop hebbende, en zonder God in de wereld."
De
Apostel Paulus in Romeinen 3:9 -19 maakt
elke poging om voor deugdzame mensen een uitzondering te maken,
onmogelijk:
Romeinen 3:10
"...Er is niemand rechtvaardig, ook niet één;..."
Welk
heerlijk licht schijnt in deze duisternis, als we lezen waarom God alles onder
de zonde besloten heeft, op een zodanige wijze, dat Hij zowel het goede als het
slechte in den mens volkomen terzijde heeft gezet. Luister:
Romeinen 11:32
"...Want God heeft hen allen onder de ongehoorzaamheid besloten, opdat
Hij hun allen zou barmhartig zijn."
Galaten 3:22
"Maar de Schrift heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de
belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven
worden".
Eerst
dus: geen
onderscheid wat Gods (rechtvaardige) veroordeling betreft van alle
mensen.
Maar
nu: is er geen
onderscheid wat betreft de rijkdom Zijner genade voor alle mensen (over allen,
die geloven, Romeinen 3:22).
Niet
als Jood, maar als lid van Zijn Gemeente, waarin is er geen sprake is van noch
Jood noch Griek, kan de apostel nu door de Heilige Geest zeggen:
Efeze 2:4-7 :
"Maar God, die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde
waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden,
heeft ons levend gemaakt met Christus (uit genade zijt gij zalig geworden) en
heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus,
opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemende rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in
Christus Jezus."
Welk
een grote liefde heeft God ons betoond, dat Hij ons levend gemaakt heeft toen
wij dood waren voor Hem door onze zonden. Het was Zijn eeuwige liefde, die Hem
bewoog, barmhartig te zijn, voor Israël, als voor het heidendom, gelijk de
apostel zegt:
Romeinen 11:33
"..opdat Hij hun allen zou barmhartig zijn". "0, diepte des rijkdoms,
beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen,
en onnaspeurlijk Zijn wegen!"
Vroeger
waren we zonder Christus, zonder hoop en zonder God. Wij waren dood door onze
misdaden en onze zonden. Nu worden wij 'levend gemaakt', en vervuld met
'blijdschap en vrede door het geloof'. Nu zijn wij gerechtvaardigd en ' hebben
vrede met God door onzen Here Jezus Christus.
Welk
een tegenstelling
En
toch bent u in de ene toestand of in de andere. Een andere toestand is niet
mogelijk. Of u bent onder het vroeger,
of onder het 'nu'.
Beide toestanden omvatten het ganse menselijke geslacht, zodat het ganse mensdom
volgens Gods Woord verdeeld wordt in slechts twee groepen: één groep
'zonder Christus', en één groep 'in Christus'.
De
Here God , 'die niet wil dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot
bekering komen', heeft in deze tegenwoordige tijd het ganse menselijke geslacht
in een volkomen veranderde positie ten opzichte van zichzelf gebracht door de
werkelijke oorzaak van de vijandschap weg te nemen, hierdoor was Hij:
2 Korinthe 5:19
"..de wereld met zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet
toerekenende;."
De dood van Christus is voor de gehele wereld. Zijn werk aan het kruis
strekt zich uit tot iedereen en voor wie dit leest in het bijzonder.
Johannes 1:29
"Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt,"
Johannes 3:16
"Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon
gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve maar het
eeuwige leven hebbe,"
2 Korinthe 5:15
"..Als die dit oordelen, dat indien één voor allen gestorven is, zij dan
allen gestorven zijn,"
1 Timótheüs 2:4
"..Welke wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid
komen,"
Hebreeën 2:9
"Opdat Hij door de genade Gods voor allen den dood smaken
zou,"
1 Johannes 2:2
"En Hij is een verzoening voor onze zonden, en niet alleen voor de onze,
maar ook voor de zonden der gehele wereld,"
Jesaja 53:5,6
"Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is
Hij verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem, en door Zijn
striemen is ons genezing geworden. Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden
ons een iegelijk naar zijn weg. Doch de Here heeft ons aller ongerechtigheid op
Hem doen aanlopen,"
Nu
blijkt het zeer duidelijk, dat Jezus stierf in de plaats van iemand anders, en
die 'iemand anders' is: iedereen, zodat een zendeling, die in het meest woeste en onherbergzame deel van
de wereld komt, kan zeggen tot die mens: "Jezus
Christus is voor U gestorven."
Boven aangehaalde Schriftplaatsen (Staten vertaling) openbaren het
universele werk dat God voor allen volbracht heeft:
2 Corinthe 5:15
" ..Één voor allen gestorven..,"
M.a.w.: "Een zaligheid voor allen, als genadegift voor een ieder die
gelooft."
Op
de meest duidelijke wijze leert de Heilige Schrift dat Jezus Christus een
Plaatsvervanger is voor anderen. Hij stierf, opdat anderen niet behoefden te
sterven. Wat Hij gedaan heeft, hoeft niet weer gedaan te worden. Christus deed
een werk voor allen op zulk een wijze dat God volkomen bevredigd is. De woorden,
waarin de Heilige Geest de universele strekking van dit werk openbaart, kunnen
niet misverstaan worden.
De
Bijbel leert:
ten eerste: dat elk mens een zondaar is.
Vervolgens: dat de dood van Jezus Christus voor elke zondaar zijn persoonlijke
betekenis heeft; en dat de persoonlijke verhouding van elk mens tot Christus en
zijn werk zijn eeuwige staat bepaalt.
'Alle mensen', 'allen', 'een iegelijk', 'de gehele wereld;' deze woorden
zijn duidelijk genoeg.
Indien een zondaar het plaatsvervangende werk van Jezus Christus niet
aanvaardt, heeft de dood van Christus slechts een veroordelende betekenis voor
hem. Maar allen die Hem aangenomen hebben, zijn daardoor, rechtvaardig voor God
gerekend.
Vóór
dat onze Heer en Heiland Zijn geest van Zich liet, toen Hij aan het kruis hing,
zei Hij: "Het is
volbracht."
Hiermee gaf Hij te kennen, dat van Godswege het oordeel der zonde
gedragen was. Er was nu een rechtvaardige grond gelegd, waarop voor iedere
zondaar een volkomen zaligheid verkrijgbaar is. De dood van Christus redt
weliswaar niet alle mensen, doch stelt de mensen in staat gered te worden. Door
de dood van Jezus is God in staat hen die 'dood waren', levend te maken met
Christus. "Want God was in Christus de wereld met Zich zelven
verzoenende."
Het woord 'verzoenende 'heeft hier niet de betekenis van 'een geschil
bijleggen', doch van 'een onderlinge betrekking veranderen'. Let wel: God
verandert niet, maar Hij heeft de toestand, waarin de wereld tot Hem stond,
veranderd door de dood van Jezus. God heeft zelf de nodige bemiddeling tussen,
Zijn Eigen Rechtvaardige Persoon, en een zondige wereld tot stand gebracht. Door
de wereld een Middelaar
te verschaffen,
en de rechte grondslag voor bemiddeling aan te wijzen, wordt de wereld niet
gered, maar de rechtvaardiging van zondige mensen door een Rechtvaardig God is
nu mogelijk geworden.
Dit
wordt duidelijk wanneer we weten, dat het woord 'verzoening' in 1 Johannes 2:2 in de
grondtekst de naam aanduidt van het deksel van de Ark van het Verbond, zodat we
die tekst zouden kunnen vertalen door:
"en Hij is het Verzoendeksel voor onze zonden, en niet alleen voor de
onze maar ook voor de zonden der gehele wereld."
Het
met bloed gesprengde Lichaam van onzen Here Jezus Christus is het
Nieuwtestamentische 'Verzoendeksel', waar 'allen', 'een ieder', en 'de gehele wereld'. Wanneer we onze
eigen doemwaardigheid erkennen , kunnen we om de hand te leggen op het Lam van
God, zodat God aan een ieder met deze ingesteldheid, de zaligheid kan schenken.
Daar, en daar alleen kan een heilig en rechtvaardig God een verloren
zondaar ontmoeten. Op hetzelfde ogenblik dat een zondaar door het geloof Jezus
Christus aanneemt als zijn Verlosser en Zaligmaker, wordt de rechtvaardigheid
Gods zijn deel, en bezit hij de zaligheid.
Vanaf dat ogenblik vangt dan een nieuw en bijzonder werk Gods aan in de
gerechtvaardigde.
Deze uit
genade zalig geworden zondaar is dan een nieuwe schepping geworden. Hij begint
nu een nieuw leven met nieuwe behoeften en een nieuwe
verantwoordelijkheid.
Het
werk van God voor allen, en Zijn werk in de gelovige vormen samen 'den
uitnemende rijkdom Zijner genade voor de
tegenwoordige tijd, doch alles als vrucht van de kruisdood van Christus. Alles is tot eer
van Jezus christus.
Er
blijkt dus duidelijk, dat de zaligheid, zowel wat betreft de rechtvaardig
making, als het nieuwe leven dat daar op volgt, nooit een werk kan zijn van de
zondaar, maar uitsluitend een werk is van God voor, en in de mens.
Dit
is wat God bedoelt met de verkondiging van het Evangelie. Hij wacht op de
persoonlijke erkenning en aanvaarding van hetgeen Hij in Christus voor de wereld
beschikbaar heeft gesteld.
2 Corinthe 5:20-21
"Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade;
wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen! Want Dien, Die geen
zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden
rechtvaardigheid Gods in Hem."
Misschien zegt u: Dit is zo
nieuw voor mij
Moet ik dan niets anders doen dan het offer van Jezus aanvaarden voor de
verzoening van mijn zonden? Jazeker! Dit is de blijde boodschap! Dit is Gods
Liefde! Hijzelf heeft de oplossing gebracht. Hij houdt van u!
Zoals de natuurlijke geboorte in deze wereld voor alle mensen op
dezelfde manier gebeurt, zo gebeurt ook de Wedergeboorte in het Koninkrijk Gods
voor alle mensen op dezelfde wijze. Prijs Zijn Grote Naam.
Halleluja!!
Wij
kunnen de genade nooit verdienen, het is een geschenk van God. Om het aan te
nemen moet u zich omkeren, met uw gezicht naar hem, om dit geschenk aan te
nemen.
U moet
zich bekeren,
wedergeboren worden,
opgroeien in Zijn genade en dan
de werken doen die Hij voor u bestemd heeft.
08-08-2011 om 15:16
geschreven door The Reminder 
|