Er waren 2 meisjes. Ze zochten wat het vlugst ging om op te zoeken: internet of de bibliotheek.
De twee meisjes moesten 5 vragen beantwoorden.
Het ene meisje zocht informatie op internet. Het andere meisje zocht in boeken.
Het meisje dat op internet zocht heeft gedaan in 10 minuten en maak geen fouten .
Het meisje dat in de boeken zocht heeft 30 minuten nodig en maakte ook geen fouten .
En je vind het meest juiste andwoorden in de bibliotheekdan op internet .het komt door in de bib zal veel mensen een boek lezen en dan zal veel mensen fout zijn.
Er worden 2 meisjes. Ze hebben een test gedaan om te zien of internet vlugger is dan opzoeken in boeken in de bibliotheek . Ze hebben 5 vragen gekregen. Het meisje dat op internet zocht, had 10 min nodig om antwoorden te vinden. Het meisje dat in de bibliotheek zocht, had 30 min nodig Opzoeken op internet ging dus vlugger