Toen ik klein was,wou ik een koningin worden . Op mijn verjaardag toen ik de kaarsen uitblies,wenste ik dat ik een koningin werd. En op een dag had ik een hondje gekregen. Zijn naam was Cotelette. Op die dag wou ik naar het paleis van koningin Fabiola en koning Albert II gaan. Ik wou vragen of ik een koningin mocht zijn. Dus heb ik dat gevraagd. Maar koning Albert II had me geantwoord dat ik tien moeilijke opdrachtjes moest maken. Dus zijn ik en Cotelette direct de tien opdrachtjes gaan doen. Eens de negen opdrachtjes gemaakt waren, begon de tiende opdracht. Dit was de moeilijkste . Het was een reis door heel de wereld maken. We hebben de hele reis gedaan, maar ze hebben ons niet meer gevonden.
Jan is 13 jaar . Zijn beste vriend is Tom . Tom is ook 13 jaar . Tom was ziek en die had zijn stem kwijt. Hij kon niet praten . Tom wou naar Jan gaan . Jan zei, "Hoe gaat het met je?" Tom antwoordde niets. Tom probeerde te zeggen dat ze zijn stem verloren was. Maar Jan begreep het niet. Tom toonde op de kaart het park. Jan en Tom gingen naar het park. Hij schreef op de grond met krijt. Zo begrijp Jan dat zijn stem weg is....