May I have this dance?
Zingt Francis and his Lights
in mijn oortjes.
Die mens heeft blijkbaar zijn persoonlijke licht.
Licht, ik kan het gebruiken, bij voorkeur veel en liefst geleverd door mijn
favoriete gratis leverancier:
de zon.
Voorlopig moet ik het doen met warme herinneringen aan lichte Tshirt-dagen,
lange avonden onder vallende sterren met kruidengeur van aarde, gras en dauw.
Buiten is intussen nog niet besloten of het nu winter dan wel lente gaat
worden.
Voorlopig zet de geur van houtvuur ergens in de buurt de winter in het
voordeel, het zal daar in elk geval op deze lange donkere avond warm zijn.
Gezellig kan ook, maar niet gegarandeerd.
Of toch:
vuur is voor mij per definitie al verbonden met ongedwongen knus,
prettig aangenaam, gemoedelijke sfeer, de argeloze naïviteit van een kind
ongeacht het seizoen.
Ik kreeg het waarschijnlijk mee van mijn moeder.
Meermaals zag ik als kind de schittering in haar ogen als ze begon over vuur
maken. En nog meer als ze dat ook kon
doen wanneer ze de open haard aanstak en daar genoegzaam zat te genieten van de groter wordende figuurloos
flikkerende steeds veranderende vlammen, van de zachte gloed oranje geel licht,
de rook reikend naar steeds hoger
Ze zegt het nog steeds: als ik dood ga, ga ik het direct warm gaan stoken in
de hel
Ik geloof er niks van. Er is geen geestelijke die zo devoot én
pyromaan is als zij.
Theoretisch zou ze dan eigenlijk in het paradijsmoeten belanden.
En als dat er al is, mag ik hopen voor
haar dat ze daar ovens hebben die warm genoeg moeten gehouden worden om hun
rijstpap klaar te maken...
In dat opzicht heeft ze zelfs geluk dat ze Katholiek is: mocht ze Moslima zijn,
zou ze misschien belanden tussen die 40 maagden
T.D.
|