Wanneer je ruzie maakt met je partner omdat hij per ongeluk vlees voor een halve week laat ontdooien (dat je vervolgens eigenlijk niet meer opnieuw mag invriezen) of je de tijd meer dan een halve eeuw moet terugdraaien als het op sommige gewoontes aankomt, dan weet je dat je de armoede in het gezicht staart. Als je vervolgens beseft dat je het je echt niet kan permitteren om dat vlees in de vuilbak te gooien waar het voor ieders veiligheid zou thuishoren omdat je gewoon geen geld meer over hebt om nieuw te kopen of wanneer je tot de conclusie komt dat je voor 570,82 euro aan rekeningen te betalen hebt, terwijl één van beide in het rood staat en de ander op nul, dan ben je zeker: wij zijn arm.
Dus, je slikt twee keer, stopt het ontdooide vlees weer in de vriezer, vergezeld van een schietgebedje dat je er niet ziek van zult worden, je bekijkt je spaarrekening, merkt dat je gelukkig nog een beetje reserve hebt en betaalt de elektriciteit, de gas, de tv en het internet en je bidt opnieuw dat de politie je de komende week niet van de baan plukt met een verlopen autoverzekering, wat hoogst onwaarschijnlijk is tijdens de BOB-campagnes, maar je leeft op hoop tegen beter weten in.
Je vraagt je af of je niet bij de voedselbank terecht zou kunnen. Je doet wat opzoekwerk op internet, maar het enige waar je info over vindt, is hoe je kunt doneren aan de voedselbank. Armen hebben geen internet? De drempelvrees om een mail te sturen met de vraag of je een voedselpakket kan krijgen, blijkt nog net iets te groot.
Je overweegt of je toch niet beter dat abonnement voor kabel-tv kan opzeggen. Want laten we wel wezen: tv heb je niet nodig om te leven. Voedsel wel.
Ja, je gaat echt een halve eeuw terug in de tijd. Je kookt op de stoof, want die moet toch sowieso branden met dit barkoude weer. Je warmt er ook een pot water mee op, die je vervolgens in een teil giet. Je neemt een washandje, een blok zeep en een handdoek en je wast je op die manier. Een halve eeuw geleden deed men dat ook. Dat overleef je wel.
Je neemt alles aan wat je kan krijgen. In het begin sla je nog af uit beleefdheid, je wilt immers geen schooier lijken, maar al snel zet je je trots opzij, je zegt: geef maar mee, pakt aan en zorgt ervoor dat je ermee verdwijnt voor men zich bedenkt.
Dat gebeurt er onder andere met een mens wanneer hij de armoede in het gezicht staart. Het zijn maar enkele kleine voorbeelden. Het gaat nog veel verder.
Oh ja, mensen, voor alle duidelijkheid: ik zit hier geen verhaaltje te verzinnen, dit gaat over mezelf, maar dat had de slimmerik onder u vast al wel begrepen ;-)
|