Dwars door het
water.
A. Boekinfo:
1. Titel
van het boek:
2. Auteur:
3. (eventueel)
Vertaald naar het Nederlands door:
4. Jaar
en plaats van eerste uitgave:
B. Inhoud:
1. Wie
is de protagonist, wat weet je over hem/haar?
2. Wie
is de antagonist?
3. Met
welke personages voel je een zekere verwantschap, in wie kun je stukjes van
jezelf of je leven herkennen?
4. Wat
is het kantelmoment in het verhaal, waarbij alles op dreef komt?
5. Hoe
is de protagonist bij dit conflict betrokken?
Leg dit uit in enkele zinnen.
6. Zoek
enkele passages die je raken en geef wat uitleg.
7. Ben
je tevreden met de afloop?
C. Specifieke
opdracht
1. Zoek
drie recente krantenartikels die nauw aansluiten bij de thematiek van het boek.
2. Verwoord
in een paar zinnen wat de inhoud van elk artikel is, verwijs voor elk artikel zeker naar één
passage in het boek dat hierbij aansluit en leg even uit hoe. Wijs eventueel op verschillen of sterke gelijkenissen.
3. Geef
je bedenkingen bij het thema of de thema's van het boek, doe dit in een gestructureerde tekst.
|