Druk op onderstaande knop om te reageren in het forum.
Rondvraag / Poll
Welk type voet past het beste bij u?
Zoeken in blog
STAMBOOM
van de families Akker, Bouwes en Snip De foto's in de linker kolom zijn aanklikbaar, geven een uitleg ervan en tonen meerdere foto's.
24-09-2008
Cornelis Johannes Voor de Wind
Kornelis Johannes Voor de Wind
Schipper in Ureterp en Balk.
Waarom Kornelis mogelijk een zoon is van Johannes Kornelis en Gettjen Stevens.
Kornelis Johannes neemt in 1811 te Balk de familienaam Voordewind aan. Hij ondertekent het register op 31 december 1811 met 'Conelis Johannis Voor de Wint. Is hij mogelijk een zoon van Johannes Cornelis en Geertje Stevens? Een geboorteakte van Kornelis ontbreekt, maar er zijn een aantal aanwijzingen dat hij mischien een zoon is. Echter dat wordt ook weer tegengesproken. De feiten op een rijtje:
Er is een overlijdensakte van Kornelis van 23 oktober 1826. Hierin wordt door twee buren van Kornelis aangifte gedaan van zijn overlijden op 20 oktober. Hij de zoon is van Johannes Klaases en Gettjen Stevens en geboren te Bergum. En dat de de vader Johannes ook schipper is. Daarnaast wordt aangegeven dat Gettjen overleden is te Bergum ook.
Kornelis trouwt te Ureterp met Lysbet Hendriks Wispelwei uit Balk. Zij is de dochter van de chirurgijn Hendrik Wispelwei en Clara Jans Wispelwei. Samen krijgen ze zes kinderen: Hendrik (1774), Hendrik (1775), Johannes (1776), Clara (1779), Hendrik (1783) en Clara (1785). Alleen Johannes is vernoemd naar de familie van Kornelis. In de trouwakte staat ook dat Kornelis uit Ureterp komt.
In de geboorteaktes van de kinderen Hendrik, Hendrik en Johannes, staat dat deze geboren worden te Ureterp op een turfschuit. Aangifte wordt gedaan steeds door de moeder van Lysbet in Balk; Clara Jans Wispelwei. Daarbij wordt steeds vermeld dat de ouders te Ureterp wonen. Clara, Hendrik en Clara worden later geboren te Balk, waar Kornelis en Lysbet dan vermoedelijk zijn gaan wonen.
In de overlijdensakte staat dat Kornelis is geboren op 16 november 1746. Deze geboortedatum past in de rij van kinderen bij Johannes en Gettjen en de naamsvernoeming.
Het interessante is nu of de verwijzing naar Johannes Klaases als vader van Kornelis en de herkomst van Johannes en Gettjen uit Bergum wel juist zijn? Bij Cornelis verwijst alles naar Ureterp. Een uitgebreide zoektocht naar Johannes Klaases of Cornelis en Gettjen Stevens in Bergum heeft niets opgeleverd. In die periode is geen enkele naam te vinden in de DTP-registers. En Gettjen is op 30 juli 1810 overleden te Ureterp.
Relaties met andere families Voordewind in Friesland leveren ook geen verdere informatie. Het lijkt erop dat Cornelis alleen de naam Voor de Wint heeft aangenomen.
Het bewijs is daarmee dus heel dun. Hoe kom je erachter dat het geen Johannes Klaases zou moeten zijn? En of Gettjen wel in Bergum is overleden en gewoond heeft toen Johannes werd geboren? Of dat het een fout is geweest van de beide buren toen zijn aangifte deden van het overlijden van Cornelis?
Deuwar Popkes, dochter van Popke Outses en Ave Gerbens.
De geboorteakte geeft het geslacht niet aan, maar mede uit de latere huwelijksakte van Deuwar blijkt overduidelijk dat zij de dochter is van Popke Outses en Ave Gerbens. Deuwar wordt gedoopt op 12 oktober 1651 in Grootegast.
Op 21 jarige leeftijd trouwt ze met de soldaat Hendrik Reeukes op 20 mei 1673 te Gronngen. Met Hendrik krijgt ze twee kinderen Reuwke Hendriks (1676) en Martjen Hendriks (1677). Rondom de geboorte van Martjen overlijdt Deuwar op 27 november 1677. Martjen wordt een maand later gedoopt op 16 december.
Hendrik zal later in 1679 huwen met Gatske Reenekes.
Outse wordt gedoop op 30 januari in 1648 te Grootegast. In 1670 huwt Outse te Grootegast met Jantien Benes. Jantien komt uit Aduard en is weduwe van Zijtse Cornelis. Zijtse kwam daar vandaan en is ouderling. Jantien komt oorspronkelijk van de Dijk uit Faan, volgens de huwelijksakte. Zijtse overlijdt voor 1670 en uit het huwelijk zijn geen kinderen bekend.
Registratie: 15-02-1663 Bruidegom Zijtse Cornellis, van Aduard Bruid Jantien Benes, van Faan
Diversen attestatie 18-03-1663 naar Faan Bron Kerkeboek 1616-1724 Kerkelijke gemeente - Aduard Collectie DTB (toegang 201) Inventarisnummer 1, folio 063v
Registratie: 29-03-1663 Bruidegom Zijtse Cornelijs, van Aduard
Bruid Jantjen Benes, van de Dijk
Bron Kerkeboek Kerkelijke gemeente - Niekerk, Oldekerk en Faan 1653-1787 Collectie DTB (toegang 124) Inventarisnummer 303, folio 004
Na het huwelijk gaan Outse en Jantien in Aduard wonen.
Registratie 30-10-1670 Grootegast en Doezum attestatie naar Aduard 14-11-1670
Bruidegom Oetze Popkes, van Grootegast
Bruid Jantien Benes, van Aduard, weduwe van Zitle Cornelis
Bron Doop- en trouwboek Grootegast en Doezum 1628-1789 Collectie DTB (toegang 124) Inventarisnummer 206, folio 85
Registratie: 20-11-1670
Vanaf 1684 is Outse een aantal jaren ouderling en worden ook Popke (1680), Popke (1685) en Grietje (1687) geboren. Outse Popkes kom je dan ook tegen als Oetze Popkens.
LIDMATENBOEK ADUARD 8 mei 1684 verkoren tot ouderling schoolmr. Leendert Jansen in plaats van Cornellis Peters tot Diacon Oetse Popkens in plaats van Jan Harmens beide 15 juni bevestigd.
6 mei 1687 verkoren tot ouderling Peter Willems in plaats van Leendert Jansen tot Diacon Jan Alberts in plaats van Oetse Popkens beide 19 mei bevestigd.
2 juni 1698 verkoren tot ouderling Oetse Popkes in plaats van Jan Harmens tot diakonen Peter Jans en Meester Claas Pot in plaats van Claas Geerts en Sipke Sibges. allen op 26 juni bevestigd
In 1704 verkoopt Outse zijn huis.
Volgens een charter opgesteld door Hindrik Ferdinand baron van In- en Kniphuisen op Lutsborgh Asinga Sassema, heer van Ulrum, etc. met afhangend zegel van d.d. 4 april 1704 verkoopt Oetse zijn huis te Aduard aan de weledelgeboren heer Lewe van Aduard. De prijs is 425 Car. Guldens.
De overdracht zal plaats hebben op 1 mei 1705, tot die tijd wordt het geheel verpand.
Trijntje Johannes, dochter van Johannes Cornelis en Geertje Stevens.
Via Tresoar vond ik de bevestiging van het huwelijk tussen Trijntje Johannes en Hendrik Luitsens op 2 januari 1763. Uit de doopaktes kon ik zeven kinderen achterhalen. Hendrikjen en Luitzen vernoemd naar de ouders van Hendrik. En Johannes en Geertje vernoemd naar de ouders van Trijntje. Maar echt bewijs dat deze Trijntje dus ook de dochter is van Johannes en Geertje is er niet.
Hun volgende drie zonen, Aalve, Aalve en Sake, zijn waarschijnlijk ook vernoemd naar de familie. En als dezelfde lijn is aangehouden dan zou Aalve of Alef vernoemd moeten zijn naar een broer van Hendrik. En Saakje naar een zus van Trijntje.
En dat maakt het twijfelachtig, zolang niet alle kinderen van Johannes en Geertje gevonden zijn.
Parenteel van Trijntje Johannes
Trijntje Johannes, dochter van Johannes Cornelis en Geertje Steffens. Zij is gedoopt op 26-08-1742 in Ureterp. Trijntje trouwde, 20 jaar oud, op 02-01-1763 in Ureterp met Hendrik Luitjens, 23 jaar oud. Hendrik is een zoon van Luitzen Gerrits en Hendrikjen Hindriks. Hij is gedoopt op 21-08-1739 in Ureterp. Hendrik is overleden op 02-12-1794 in Opsterland, 55 jaar oud.
Kinderen van Trijntje en Hendrik:
1 Hendrikjen Hendriks [1.1]. Zij is gedoopt op 03-01-1765 in Ureterp. 2 Johannes Hendriks [1.2]. Hij is gedoopt op 07-01-1767 in Ureterp. 3 Geertje Hendriks [1.3]. Zij is gedoopt op 04-06-1769 in Ureterp. Geertje is overleden op 02-02-1790 in Opsterland, 20 jaar oud. 4 Luitzen Hendriks [1.4]. Hij is gedoopt op 03-03-1771 in Ureterp. 5 Aalve Hendriks [1.5], geboren op 08-05-1774 in Ureterp. Hij is gedoopt op 12-06-1774. 6 Aalve Hendriks [1.6], geboren op 11-08-1776 in Ureterp. Hij is gedoopt op 29-11-1776 in Ureterp. 7 Saakje Hendriks [1.7], geboren op 03-04-1778 in Ureterp. Zij is gedoopt op 10-05-1778 in Ureterp.
Gegenereerd met Aldfaer versie 4.2 op 11-01-2014 11:57
Vroeger was het gebruikelijk om kinderen te vernoemen naar de voorouders. Dit was een soort gewoonteregel die als volgt werd gehanteerd:
1e zoon
grootvader: vaders vader
2e zoon
grootvader: moeders vader
3e zoon
oom: vaders oudste broer
4e zoon
oom: moeders oudste broer
5e zoon
oom: vaders 2e broer
6e zoon
oom: moeders 2e broer
enz.
enz.
1e dochter
grootmoeder: moeders moeder
2e dochter
grootmoeder: vaders moeder
3e dochter
tante: moeders oudste zus
4e dochter
tante: vaders oudste zus
5e dochter
tante: moeders 2e zus
6e dochter
tante: vaders 2e zus
enz.
enz.
Daarnaast kwam het wel voor dat er van werd afgeweken, wegens overleden familieleden, het voorkomen van meerdere zoons of dochters na elkaar, enz.
In de onderstaande tabel heb ik een overzicht opgenomen van typische veel voorkomende namen binnen de families Akker, Bouwes en Snip en naar welke voorouders deze namen leiden. In de meest gevallen is dat vaak buiten de directe lijn binnen de families.
VOORNAAM
LIJN VERNOEMING NAAR DE VOOROUDER(S)
Antje
Antje Ebbels van der Velde (geb. 1809 Marum) Antje Jans Gorter (geb. 1744) Feikje Ubels (geb. 1748 Marum) Antje Udsges
Ebbel
Ebbel Snip Ebbel van der Velde ( geb. 1833 Marum) Ebbel Hendiks van der Velde (geb. 1771 Marum)
Elisabeth (Lies)
Elisabeth Akker Elisabeth Alberts Veenstra (geb. 1836 Ooststellingwerf) Antje Muggenbeet (geb. 1813 Terwispel) Elisabeth Meines Muggenbeet (geb. rondom 1790)
Mijn grootvader Gerrit Akker heeft heel lang in het veen gewerkt rondom Nieuw Weerdinge en Valthermond. Op de foto hier staat hij - links - op het schip van Hendrik Snip - in het midden - samen met zijn neef Roelf Akker -rechts-. Hiervan heb ik twee foto's waarop hij in het veen aan het werk is met familie. Jarenlang heeft hij stukken veen gepacht waarop hij dan het recht had deze af te graven. Dit deed hij veelal met hulp van familie die hij dan inhuurde.
Hieronder is hij de turf aan boord van het schip aan het kruien. Het laden van het schip werd regelmatig gedaan door de vrouwen.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 2/5 - (20 Stemmen) Tags:werken in het veen gerrit akker
Mijn ouders en grootouders hebben een groot deel van hun leven gewoond en gewerkt op de steen- en buizenfabrieken van de familie Timmer in Winsum. In 1904 begon mijn grootvader Roelf Bouwes als bedrijfsleider op de fabriek de Brake in Winsum. De gehele familie woonde middenin de fabriek. Zie foto hieronder. Mijn grootvader heeft hier meer als 45 jaar gewerkt. Nadat mijn grootvader met pensioen ging volgde zijn zoon Lucas Jan Bouwes hem op. In juni 1949 verhuisde hij met zijn gezin vanuit Bedum naar de de Brake. En zou ook nog geruime tijd hier wonen, totdat in 1964 een nieuw huis gebouwd werd naast de fabriek. Dit huis werd gebouwd door zijn broer Siete Bouwes.
Op de volgende foto is de fabriek de Brake te zien vanaf de weg van Winsum naar Onderdendam genomen in de jaren dertig van de vorige eeuw. De ringoven is links te zien en in het midden staat het woonhuis van mijn grootvader en oom Lucas.
Mijn vader kwam als assistent-bedrijfsleider eind jaren veertig op de fabriek de Brake tot 1963. Mijn vader ging toen als bedrijfsleider werken op de fabriek aan de Winsumermeeden die ook aan de familie Timmer behoorde. De fabriek stond bekend als Timmer&Weg. Vernoemd naar de eerdere eigenaren. In het voorjaar van1964 werd het huis bij deze fabriek verbouwd en in mei van dat jaar verhuisden we van Winsum naar de Winsumermeeden 20.
Op beide fabrieken werden voornamelijk zogenaamde kraagbuizen gemaakt voor de drainage van het land. Grote aantallen ervan zijn dan ook gebruikt bij de inpoldering in Nederland, zoals onder andere in de IJsselmeerpolders. Daarnaast werden er wel baksteen gemaakt en in de laatste jaren zijn er op Timmer&Weg ook bloempotten gemaakt. Maar de kraagbuizen waren wel het hoofdproduct.
Het gehele productieproces van de kraagbuizen op beide fabrieken was vrijwel identiek. Met een kleitreintje werd vanaf het land klei gehaald, via een smalspoor. Zo'n treintje bestond uit een dieselloc -een DIEMA - en ongeveer vijftien kiepkarren. Totaal zijn er drie of vier van deze DIEMA's geweest. Op de fabriek van Timmer & Weg waren er twee. Op de website van DIEMA staan de types nog vermeld. Een van de treinen is later verkocht aan Rixona en de ander aan een attractiepark. Werd er voor de oorlog nog veel met hand gegraven en werden de kleikarren gevuld. In de jaren vijftig en daarna gebeurde dit mechanisch. Grote opslagloodsen op beide fabrieken zorgden ervoor dat ook in de winter er voldoende voorraden waren om een geheel jaar te kunnen produceren.
Nadat het klei goed gemengd en klaar was voor productie werden er lange staven kleibuis geperst in drie rijen naast elkaar. Deze buizen hadden voonamelijk een diameter van 5 en 8 cm. De staven werden doorgesneden tot een lengte van ongeveer 30 cm en vervolgens op een draaitafel gelegd waar er een kraag op werd geperst. Op beiden fabrieken stond twee draaitafels in continue bedrijf.
Daarna werd met een gaffel, steeds per drie stuks, de buizen op een droogkar gelegd. Deze wagens gingen vervolgens de droogovens in. En nadat de buizen helemaal droog waren gingen ze de ovens in om gebakken te worden. Op beide fabrieken waren ovens met een groot aantal kamers. Het vullen en leegmaken van de kamers was een intensieve arbeid die met de hand werd gedaan. Evenals het uiteindelijk sorteren van de buizen buiten op het fabrieksterrein.
Op de onderstaande foto is mijn vader te zien bij het laden van pallets buizen. Dit was begin jaren zestig de eerste manier om buizen machinaal te laden. Tot die tijd gebeurde het laden van de vrachtwagens ook met de hand door het personeel..
Vanaf die tijd werden drainagebuizen alleen nog maar op deze wijze geladen en vervoerd, totdat uiteindelijk de fabriek in de jaren zeventig ging sluiten.
Heel veel mensen hebben me al gevraagd waar mijn voornaam vandaan komt. Of er wordt gevraagd of het een Friese naam is. Het is geen alledaagse voornaam, zelfs niet in het Fries. Meestal moet ik hem nog wel een keertje herhalen, als hij ook geschreven moet worden. En hoe vaak ik mijn voornaam al niet in kranten niet verkeerd gespeld heb gezien bij o.a. de sportuitslagen. Kortom een boeiende naam met veel variatiemogelijkheid. Syte, Sietse, Sytte, Siette......
Een leuke uitdaging om eens uit te zoeken waar mijn naam vandaaan komt en tot hoe ver ik mijn voornaam bij mijn voorouders kan vinden. En of deze voorouders inderdaad ook uit Friesland kwamen?
Het begint bij de broer van mijn vader, waar ik naar vernoemd ben. Ook Siete Akker dus. En hij is weer vernoemd naar mijn overgrootvader Siete Snip die getrouwd was met Antje van der Velde. Het leuke is dat de broer van mijn moeder, Siete Bouwes, ook hiernaar vernoemd is.
Overgrootvader Siete Snip was een zoon van Jan Jannes Snip. En Jan Jannes was gehuwd met Janke Klazens Westerhoff. De vernoeming gaat daar verder in de familie Westerhoff. Westerhoff wordt met twee effen geschreven en is een familie uit Friesland. Als vijfde kind uit het gezin van Jan Jannes en Janke werd Siete vernoemd naar zijn grootvader Siete Klazens Westerhoff.
Siete Klazens was gehuwd met Sietske Luitjens in 1784 in Tjalleberd. Siete was de zoon van Klaas Klasens Westerhoff en Jantien Siettes. Daarmee komen we bij de vader van Jantien. Vermoedelijk is dit Syte Jacobs. Na heel veel zoekwerk ljkt dit het meest waarschhjnlijke optie. Een familie van schippers. Overal kom je in alle generaties wel schppers tegen. Zowel in de familie Snip als Westerhoff.
Syte Jacobs is gedoopt in Heeg op 2 februari 1699 en gehuwd met Vulkje (Ulkje) Hielkes. Naast Jantien hebben zij nog een zoon Hylke. Syte is schipper en vaart op de Oostzee. In de Sontregisters komt hij regelmatig voor met zijn schip Henrica. Dat het allemaal schppers zjn bljkt o.a. ook uit de verwantschap met Siete Meeter. Uit de befaamde familie Meeter die met skutjses voer in Friesland. Ook hij is vernoemd naar deze Syte Jacobs. Zijn grootvader Jan Westerhof en overgrootvader Luitjen Sietes Westerhof waren ook schipper, zoals bleek uit de huwelijksaktes.
Daarmee zijn we nog niet helemaal aan het einde van de zoektocht. Recent ontdekte ik dat Syte Jacobs waarschijnlijk de zoon is van Jacobs Jans en Dieucke Syttesdr. Een echtpaar uit Heeg. Op 6 juli 1656 huwen zij in Sneek. En krijgen vijf knderen; Jan, Jan, Anke, Syte en Jacob.
Op zoek naar de vader van Dieucke kom ik voorlopig bij mijn verste voorouder waar ik naar vernoemd ben. Sytse Jurriens. Ook hij woont in Heeg. Blijkbaar hebben deze families daar geruime tjd gewoont. Sytse was getrouwd met achtereenvolgens Janke Gerrits, Luetske Jans en Houyttie Sybrensdr. Dieucke is de dochter van Janke en is gedoopt op 26 maart 1636 in Sneek. Van Sytse heb ik uit de Tresoar kunnen achterhalen dat hij de eed afgelegd heeft in 1635 en 1641 in Sneek. En daarin staat dat hij afkomstig is ut Blessum.
Burgerboek Sneek 1635 Legt de eed af: Syttie Juriens Datum: 14 mei 1635 Afkomstig van Blessum
Gestandaardiseerde naam: SIETSE of SIETJE JURJENS
Burgerboek Sneek 1641 Legt de eed af: Sytse Jurriens Datum: 24 juni 1641 Afkomstig van Blessum
Gestandaardiseerde naam: SIETSE of SIETSKE JURJENS
De Tresoar schrjft het volgende over degenen die ingeschreven waren in een burgerboek:
Aan de mannelijke inwoners van een middeleeuwse stad kon het zogenaamde burgerschap of poorterschap worden toegekend. Dat was van belang voor iedereen die in de stad een ambacht uitoefende, in de handel zat of er bezittingen had. Om als zelfstandige een beroep uit te oefenen moest men eigenlijk altijd lid van een gilde zijn en daarvoor was weer het burgerschap vereist. Voor de vervulling van een functie in het stadsbestuur moest men wel een aantal jaren burger zijn.
Burgerrecht werd verworven door geboorte of door 'aankoop'. Burgers hadden verschillende voorrechten, zoals vrijstelling van bepaalde tolgelden. Nadat de kosten (enkele guldens) waren voldaan en de desbetreffende eed (bij doopsgezinden: belofte) was afgelegd werd de nieuwbakken burger ingeschreven in het burgerboek. Meestal werden, naast de datum van inschrijving en zijn naam, tevens beroep en geboorteplaats genoteerd, soms (ook) de vorige woonplaats of andere gegevens, zoals zonen die tegelijk het burgerrecht verwierven. Door langdurig verblijf elders kon het recht ook weer verloren gaan (worden 'verwoond').
Blijft er nog een uitdaging over. Binnenkort maar weer eens naar Leeuwarden om de burgerboeken te raadplegen. Mischien dat hier meer informatie staat over Sytse. Want neuwsgierig wordt je dan weer wel. Welk beroep heeft hij gehad? Waarom is hij vanuit Blessum naar Sneek gegaan? En is het mogelijk nog meer voorouders te ontdekken?
Maar inmiddels heb ik op een aantal vragen antwoord. Mijn voornaam komt uit Friesland. En varieert door de eeuwen heen. Van Siete, naar Syte en Sytte - Sytse. Dus van alle andere schrijfwijzen mag ik nu beargumenteerd zeggen dat ze niet juist zijn!
Op de onderstaande foto's zijn de kleiwagentjes te zien waarmee het klei vanaf de fabriek de Brake naar de fabriek van Timmer & Weg werden gebracht. Daarvoor moest het Winsumerdiep via een brug worden overgestoken. Foto midden. Deze foto's zijn gemaakt in 1965 toen het water uit de oevers trad en grote delen van het land onder water zette.
Fysieke kenmerken van de families Akker, Bouwes en Snip.
Hoe zit het met de uiterlijke kenmerken binnen de families. Wat bekend is uit de manlijke lijn binnen de familie Akker lijken de meeste niet heel lang te zijn geweest.
Maar hoe zit het bijvoorbeeld met de voeten. Hadden de meeste in de familie een Griekse, Romaanse of Egyptische voet? Help mee te te ondekken welke voet het meest voorkomt door op de poll in de linkerkolomhelemaal onderaan jouw voet in te vullen en kijk gelijk hoe de score is. Ook als je geen directe familie bent. Vul bij andere familie het voettype in, dan krijgen we hopenlijk een prachtig vergelijk. Klik op de link hieronder voor een grotere foto van de verschillende voettypes
Een Griekse voet is een voet waarbij de tweede teen langer is dan de grote teen. Dit in contrast met een zogenaamde Egyptische voet waarbij de grote teen het langst is.De benaming zou komen van een slag in de Griekse oudheid. Bij de slachtoffers kon aan de hand van hun voetvorm worden vastgesteld of het een Egyptenaar of een Griek betrof.
Ongeveer 60 procent van de mensen heeft een Egyptische voet, bij 30 procent zijn de grote teen en de tweede teen min of meer even lang (vierkante voet), en slechts 10 procent heeft een Griekse voet.
Een Griekse voet werd als een schoonheidsideaal gezien in de Griekse beeldhouwkunst. Dit werd overgenomen door de Romeinen en bleef zo tot in de Renaissance en later. Zo heeft bijvoorbeeld het Vrijheidsbeeld in New York een Griekse voet. In het Engels heet dit verschijnsel Morton's toe naar een begin 20e-eeuwse Amerikaanse dokter.