Hierin startte het Audiovisueel Centrum op 1.11.1967. Toen werden de
lokalen ook gedeeld met de bibliotheek op de eerste verdieping en Jeugdklub
Gypsy besloeg de zolder.
Het kerkhof van Meise is afgeboord met taxus baccatas,
een van de oudste eigen boomsoorten. Het werd ontworpen door de bekende
grafkunstenaar E.Salu uit Laken (die in Meise een buitenverblijf had) en in
1936 ingehuldigd. Ernest Salu is ook de ontwerper van de reuzen van Meise. Van Campenhout Elisa + 15.9.1936 werd er als
eerste begraven.
Achter de pastorij St.-Martinus staat al meer dan een
eeuw een geklasseerde hulst.Daar kwamen
ze uit Nederland met bussen vol geînteresseerden naar kijken.Hij staat er momenteel belabberd bij!
Deze kapel staat naast de beek die de twee delen van de Plantentuin Meise scheidt. Ze bevindt zich op de Nieuwelaan ter hoogte van de brug over de A12. Zij bevat drie nissen. In de kapel zelf hoort het beeld van de Heilige Anna-ten-drieën
Objectnaam: beeld (vrijstaand)
Materialen: eikenhout
Technieken: gebeeldhouwd/gepolychromeerd
Datering: 1500-1520
Plaats van vervaardiging: Vlaanderen
Afmetingen: hoogte: 42,0 cm / breedte: 16,3 cm / diepte: 11,4 cm
Aantal exemplaren: 1
Beschrijving/iconografie: Houten beeld van Sint-Anna-ten-Drieën, vroeg 16de eeuw. Het
beeld bestaat uit een staande Sint-Anna met Maria op de rechter arm. Zowel de
linker hand van Sint-Anna als de armen van Maria en het kind Jezus, ontbreken.
Nog sporen zichtbaar van witte, rode en blauwe polychromie. Oorspronkelijk
afkomstig uit de kapel aan de Nieuwelaan, tegen de Plantentuin in Meise, ter
hoogte van de voetgangersbrug over de A12. Het beeld verdween hoogst
waarschijnlijk toen de Fransen in Meise kwamen. Zij stichtten brand in 1684 en
1695. Toen zou het beeld verstopt zijn in een boomkruin en later weggehaald.
Het beeld zou 300 jaar bij een anonieme familie bewaard zijn geweest. Een
zekere Van Hemelrijck, die in het park werkte, zou mogelijk het beeld toen
verstopt hebben.
In zijn eerste gedaante (1796-1826) lag de Plantentuin in
Brussel, in de buurt van het huidige Museum voor Oude Kunst. Hij ontstond uit
de tuin van het Hof van Nassau (Paleis van Karel van Lotharingen). Daarna
verhuisde hij naar de Koningsstraat (1826-1967), de plaats van de huidige Brusselse
Kruidtuin of "Botanique". Door de aanleg van de Brusselse
noord-zuidverbinding werd de Plantentuin in 1939 opnieuw gedwongen te
verhuizen, ditmaal naar het domein van Boechout te Meise. Deze verhuis werd
voltooid in de jaren 1970.
Reeds in de 14e eeuw wordt het domein van Boechout vermeld. In 1881 verenigde
Koning Leopold II het met het aanpalende domein van d'Hooghvorst tot één
geheel. Hij bracht er zijn zus, Charlotte, ex-keizerin van Mexico, onder.Na haar overlijden in 1927 werd het domein
door de staat gekocht en begon de Plantentuin er de plantenverzamelingen aan te
leggen.
(96) Op 24 september . had de plechtige
inwijding plaats van het standbeeld van baron Emmanuel vander Linden
dHoogvorst, die als bevelhebber van de Burgerwacht werd afgebeeld (in opdracht
van de stad Brussel).De rechter hand
draagt de hoge hoed van de toenmalige wachten en de linker hand rust op zijn
lange sabel (waarvan het lemmet ontbreekt sedert jaren!).Het standbeeld is 3 m hoog, gegoten uit brons
en ontworpen door beeldhouwer Laumans.Op het voetstuk uit arduin praalt het familiewapen met de leuze Espoir
et courage.Bij de inhuldiging was er
een groot feest.De ministers graaf de
Merode en de Burlet en burgemeester Van Dievoet herinnerden de verheven daden
vandHoogvorst aan het talrijke publiek.De gelegenheidscantate werd geschreven door J. De Smedt en gecomponeerd
door August De Boeck.
Van 1807 tot 15 april 1866 (+) was hij burgemeester van Meise, inclusief
Nieuwenrode.Ook in Wolvertem was hij
burgemeester van 8 maart 1814 tot oktober 1936.Op 12 mei 1807 was hij hoffdman geworden van de gildebroeders van
Meise.In 1816 liet hij het oude kasteel
te Meysse afbreken en bouwheer in 1818 een nieuw.(zie verder Meise A.Bettesone
1968)
De baron ligt samen met zijn geslacht begraven in de crypte onder de sacristie
van de St.-Martinuskerk.De Obiits
hangen in de kerk.
De stamboom van het geslacht dHoogvorst heb ik samengesteld op grond van
gegevens uit Berla, getoetst aan de Obiits uit de kerk (tekening van de
toestand in 1956.
Een regelmatig terug kerende strikvraag bij autozoektochten luidde : Op welke
gemeente staat dit standbeeld.Het
antwoord Brussel werd niet bevestigd en er blijken geen geschriften te vinden
te zijn die het staven!
Er bestaat een kleine brochure over baron dHoogvorst, uitgegeven door Berla
van de hand van Raoul Moyson.
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar https://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar https://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op https://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!
(64)De database "Meise", 3de uitgave van 'Schoon
Meise' (Vakantiegenoegens Meise) van Achiel
Bettesone vermeldt :
1ste missiekapel H.Martinus van Tours
684 Reeds in dat jaar zou er te Meise een kerkje zijn gebouwd met als
patroonheilige Sint Maarten.Strombeek
hing trouwens toendertijd kerkelijk af van de parochie Meise. 10de
eeuw wellicht stenen kerk, toren
XIde eeuw Wellicht werd er reeds in de Xde eeuw een stenen kerk gebouwd te
Meise en stond er ook reeds een stenen kapel op de Hasseltberg in Romaanse
stijl..Voor de eerste schriftelijke
bewijzen moet men wachten tot 1110 als de kerk van Meise werd vernoemd.
Een andere hypothese behoort eveneens tot de mogelijkheden, namelijk deze van
het heidens tempeltje tot kapel en later tot parochiekerk.
Door de aanwezigheid van een Romeinse heirbaan in de buurt van Meise en meer
bepaald op de hoogvlakte van de Hasseltberg bestaat de kans dat er in de
omgeving een heidens offertempeltje stond, dat bij de kerstening werd
afgeschaft en vervangen door een missiekapel vermoedelijk onder de stuwende
kracht bv. de Heilige Amandus of één van zijn discipelen.De eerste bidplaatsen waren kleine gebouwen
opgetrokken in hout, leem, stro en riet.Vanaf de IXde eeuw werd natuursteen of baksteen-metselwerk in Romaanse
stijl gebruikt met kleine halfronde boogvenstertjes.De bouw gebeurde meestal met de steun van de
heer van een nabij gelegen hof.Voor de
parochiekerk van Meise was dit de heer van het Hof te Meise en voor de
St.-Elooikapel de heer van het Hof ter Hasselt.
Men vermoedt dat de bouw van de toren van de St.-Martinuskerk terug gaat tot de
XIde eeuw en dat hij afzonderlijk stond en gebruikt werd als toevluchtsoord
voor de parochianen in de tijd van nood. Het is dan ook het oudste gedeelte van
de kerk waarvan de kapel afzonderlijk stond.Voordien zou er reeds een gebouw uit hout gemaakt gestaan hebben dat als
kerk of bedenhuis werd gebruikt.
1110 In een verloren gegane brief van bisschop Ode van Kamerijk werd de oudste
vermelding van de parochiekerk van Meise als moederparochie terug gevondenevenals notas over de stichting van de abdij
van Grimbergen.De moederkerk van Meise
omvatte de kerken van St.-Brixius-Rode en O.L.V. van Nieuwenrode, van Oppem met
Amelgem, van Strombeek en van Grimbergen (toen minder belangrijk dan die van
Meise en die toch ook heel oud moet zijn geweest.
In de oorkonde van 1132 die de schenking van de kerk van Meise aan de abdij van
Grimbergen definitief maakte is er ook sprake van deze brief.
1132 Door de overdracht van de eigendommen van de heren van Grimbergen aan de
abdij van Grimbergen kwamen de parochies Meise, Rode, Oppem en Strombeek onder
de jurisdictie van de abdij.
1179 Paus Alexander III bevestigde voor de 4de maal de parochiekerk
van Meise altare de Mensce cum appendicus suis Obhem en Rode.
XIIIde eeuw toen reeds waren er te Meise naast de pastoor nog drie
medepriesters nl Oppem, Hasselt en Rode.Naast de pastorij tussen de Cattestrate en de Smisstrate, was er een
tiendenschuur van de abdij van Ninove.Na de afschaffing van de tienden bouwde de abdij van Ninove er in 1774
een huis.De abdij van Grimbergen
ontving slechts twee delen van de tienden terwijl die van Ninove er drie
ontving.
1224-1225 Esselinus (Hesselini) werd in 1224 vermeld als pastoor (presbyter)
van Meise (geen magister).Hij was nog
steeds een seculier priester en dus nog steeds niet vervangen door een kannunik
van Grimbergen.Hij trad op als getuige
van Arnoldus de Menza, getrouwd met Domina Gisela bij een gift van drie bunder
land te Limvosc aan de abdij van Ninove of Grimbergen.
Johannus was toen (1225) koster van Meise en trad als getuige op samen met
pastoor Esselinus.
1249Nikolaas, bisschop van Kamerijk, gaf op 8 december toestemming en het recht
om een kloosterling te benoemen van de abdij van Grimbergen als pastoor van
Meise en ook van Wemmel.
1260 Op 8 maart werd frater Matheus aangesteld tot deken van Meise (Cartularium
II, fo 219 en fo 220)
1261-1262 frater Gerardus plebanusof deken van Meise volgde Frater Mattheus
op.
1261-1414 Van deze periode zijn de pastoors en kapelanen van de parochie Meise
tot op heden onbekend gebleven.
1287 Bisschop Willem van Kamerijk bevestigde toen ook dat de parochie Meise de
afhankelijkheden Amelgem, Oppem en Rode
bezat en ook de kapel van Hasselt,
1287, sabbato post Trinitatis of 7 juni 1287 1414 Cornelius Lenaert, kloosterling van de abdij
van Grimbergen, werd pastoor van de parochie Meise tot 1440.
1440 Willem Fernarius, een kloosterling van de abdij van Grimbergen, werd
pastoor van Meise tot 1475 (mogelijk Prenarius).In het orbituarium komt voor : guil.
Framary, pastoor in Meys, overleden op 13 november.Vermoedelijk is dit dezelfde persoon en is
het sterfjaar dat ontbrak 1475, het jaartal waarop Petrus Mey in functie kwam.
1475 Petrus de Mey (de Messemaecker) werd pastoor van Meise tot 1513 of 1515 1500 Bij de bouw van het koor van de St.-Martinuskerk werd onder het koor
een crypte voorzien voor de heren van Meise.Die van Boechout werden in de abdijkerk van Grimbergen begraven. Zo werd
Jan van der Ee, baljuw van de stad
Brussel en heer van Meise, in de crypte begraven.
Toen Melchior Roose, baron van Boechout, huwde met Marie-Francisca Vander
Linden d Hoogvorst van het Hof te Meysse, kregen de bezitters van Boechout ook
toelating om in de crypte langs de evangeliekant, begraven te worden.
1509 Aan de clerus van Meise werd als bede een bijdrage opgelegd mijner
genaede heere 28 gulden en 89 stuivers en mijn genaede vrouwe 4 gulden en 16
stuivers.Dit waren normale bedragen
vergeleken met de parochies uit de omtrek.
1513 Gosui nus Haeck werd pastoor van Meise.Op 4 januari 1521 werd Goswin Bowel in het orbitarium vermeld als
pastoor.Vermoedelijk betreft het hier
dezelfde persoon door verkeerd lezen of schrijven van de familienaam.Sommige bronnen vermelden dat hij fungeerde
tot 1525.
1521 Anthonis Van Oudenhove werd pastoor van Meise tot 1558 (dit volgens de
oudste bewaarde rekeningen van de H.Geesttafel van Meise dd 1522, destijds in
het parochiearchief).
1561 Tussen de parochiekerk van Meise en hetgehucht Oxdonk waren de gehuchten Nieuwenrode en St.-Brixius-Rode
ontstaan.Het kanaal trok een rechte
scheiding tussen Oxdonk en Nieuwenrode.De pastoor van Meise zou door dezeafscheiding de bediening van Oxdonk afstaan tegen een vergoeding van 20
gulden perjaar aan de pastoor van Kapelle-op-den-Bos.
1566 tijdens de beeldenstorm 1566-1567 werden de ramen, het dak en de inboedel
van de St.-Martinuskerk (vermoedelijk in romaanse stijl) vernield.
1570 Gaspard Van der Schueren die omstreeks 1570 intrad in de abdij van
Grimbergen, werd aanzien als de schilder van de muurschilderingen in de
St.-Martinuskerk van Meise.
1574 Volgens het verslag van het dekenaal bezoek was Coppen (= Coppaerts) toen
nog pastoor te Meise en was August (Van) de Beer koster.
1578 toen vond de tweede Beeldenstorm plaats.Laurentius Coppaert (Coppen), pastoor te Meise stierf op 3 februari op
het kasteel van Boechout.Sommige
bronnen vermelden dat hij slechts in 1584 stierf, maar dit blijkt toch
twijfelachtig te zijn.Antonious
Stroobant werd de nieuwe pastoor te Meise.
1580 de kerk van Meise kreeg een nieuw dak.
1584 Op 2 december stierf Antonius Strabanus (Antoine Stroobants) priester te
Meise, op het kasteel van Meise, waar hij zich verscholen hield om het
Calvinisme te bestrijden.
Vermits in de kerk de jaartallen 1626 en 1642 voorkomen moet St.-Martinus
voordien verwoestingen hebben ondergaan.
1585 Michaël De Meestere werd de nieuwe pastoor van Meise (tot hij stierf op 22
januari 1591).Hij was eerst lekebroeder
en schrijnwerker van stiel en kwam uit Brussel.Op 25 mei legde hij zijn geloften af.Naast pastoor van Meise bleef hij ook provisor van de abdij van
Grimbergen.Hij werd hiervoor speciaal
beloond door het toekennen van een mudde gerst en een mudde tarwe uit de
abdijhoeve van Amelgem en in afwachting tot hij zelf kon brouwen, drie tregelen
bier uit de abdij, benevens 63 rijnsguld volledigen, de ene helft van de abdij van Grimbergen,
de andere helft van de abdij van Ninove.Beide abdijen waren grote tiendenheffers over de parochie Meise.Dit alles op last van de kapelaan van Oppem
te onderhouden, die dan ook echter zekere voordelen in natura inbracht in de
gemeenschappelijke keuken, zoals broden, smout, haring, boekstring,
mutsaarden.Pastoor De Meester werd
gemoedelijk Michiel de Parochiaan genoemd.
1590 Michaël De Meestere, pastoor van Meise overleed op 22 januari.Aangezien hij niet onmiddellijk werd
vervangen trad Gaspard Van der Schueren, pastoor in Strombeek, meeermaals op
als priester te Meise.De eerste
bladzijde van het doopregister van de St.-Martinusparochie werd door hem
geschreven.Van der Schueren was tevens
kunstschilder.Hij maakte o.a. het
portret van abt Gerardus Van Campenhout.Men vermoedt trouwens sterk dat hij ook de muurschilderingen in de
St.-Martinuskerk zou gemaakt hebben, mogelijk zelfs de restauratiewerken die
destijds bezig waren, op de verse bepleisteringen.Constant Piron had dit vermoeden geuit in
1682 bij het herontdekken van deze muurschilderingen die verborgen zaten onder
een laag witkalk en die toevallig herontdekt werden door het weghalen van het
zijaltaar van O.L.Vrouw.
1591 Geeraert De Bock of De Boeck, pastoor van Meise, maakte zich vooral
verdienstelijk door het in orde stellen van wat al verwoest werd. Hij
herstelde de fel beschadigde St.-Martinuskerk en pastorij en liet een nieuw dak
leggen op de Hasseltbergkapel. Hij was getuige bij de rekeningen van
Kerstmis van 1590 en 1591 over de St.-Martinuskerk door kerkmeester Antoon Van
Hemelrijck.
In 1619 gaf hij zijn vrijwillig op om als kapelaan naar Oppem te gaan en later
terug naar de abdij van Grimbergen waar hij op 21 maart 1626 stierf.
1593 De Beeldenstorm raasde opnieuw door het land.Deze terreur zou duren tot 1598.De ramen, het dak en de inboedel van de
St.-Martinuskerk waren opnieuw fel beschadigd.Slechts na enige tijd kon men, met de steun van baron Christoffel d
Assonville van het waterslot Boechout, van graaf van Buren, de oudste zoon van
Willem Van Oranje, heer van het land van Grimbergen en van Jan Van der Ee,
amman van Brussel en kasteelheer van t Hof te Meysse de restauratie van de
kerk aanvangen.De schaliën van het dak
werden reeds besteld.De afwerking van
de middenbeuk is van 1626 en die van de zijbeuken van 1635 en 1642.Als koster van Meise werd Jan of Joos Van den
Broeck bekend door een akte van 18 oktober 1604 waarin hij samen met pastoor De
Boeck en kerkmeester Rombaut Van der Haeghen verschijnt.Deze koster overleed op 12 december 1658 op
82-jarige leeftijd na gedurende 65 jaar koster van Meise te zijn geweest.In de voornoemde akte stond dat aan de kerk verschuldigde
renten van 14 naar 12 gulden werden gebracht.
In Meise gebeurde de eerste kerkvisitatie door Petrus De Vinck, deken van
West-Brussel, als afgevaardigde van de aartsbisschop.Het Concilie van Trente (1545-1569) had aan
de bischoppen geregelde kerkelijke bezoeken opgelegd in hun parochies.Petrus Vinck beweerde reeds in 1592 een
kerkvisitatie te hebben verricht, maar hierover werd geen enkel spoor terug
gevonden.
1594 In het verslag van de kerkvisitatie vermeldde de deken al de hulpkapellen
van de parochie Meise : Oppem, Nieuwenrode, St.-Brixius-Rode, Hasselt
St.-Elooi, Amelgem.
1596 Uit de kerkrekeningen van de St.-Martinuskerk werd uitgemaakt dat de
muurschilderingen toen werden gemaakt in opdracht van de heer en mevrouw van
Boechout, Christoffel d Assonville (° 1528, + 1606) en Margaretha Scheyfve,
vermoedelijk overleden in 1602. (Zij staan samen geknield afgebeeld met hun
vele kinderen) ter nagedachtenis van d Assonvilles ouders Jean d Assonville
en Gilette des Prets.Wie de schilder was
werd nog steeds niet met zekerheid vastgesteld.Als mogelijk werden Van der Schueren Gespard, monnik van de abdij van
Grimbergen aangewezen, volgens de Commissie van Monumenten en Landschappen zou
het om een leerling van de Italiaanse grootmeester Rafaël gaan.Ok Frans Floris, die een leerling van Barend
van Orley was, werd vernoemd.Deze
laatste overleed evenwel al in 1570.Van
bovenvermelde schenkers bekwam de kerk toen ook een mooi brandglasraamin het linker koor, dat echter door de
Fransen werd vernield.
In 1596 schreef de deken in het verslag van zijn kerkelijk bezoek : de abt
van Grimbergenis de rector of bestuurder van de kerk van Nieuwenrode.In ieder van de hulpkerken van Meise komt een
kloosterling van de abdij op zon- en feestdagen de H.Mis opdragen.Welnu in Nieuwenrode wordt er geklaagd dat de
abt soms geen priester stuurt.In de
kerk is de doopvont niet afgesloten, zodat eenieder er toegang tot heeft.Dit verslag werd naar gewoonte naar de
aartsbisschop gestuurd, die er persoonlijk in de marge bijschreef : men moet
nagaan waaraan de abt gehouden is en hoe men aan de verlangens van het volk zou
kunnen voldoen.
1598 De kerk van Meise stond open langs alle kanten, zodat de mussen er in rond
vlogen. einde XVIde eeuw J.F.Langerin gaf een kaart uit
waarop de kapel van Hasselt werd aangeduid en de kerken van Meise en
Oppem. Van deze periode gingen er in de Geuzentijd veel archieven
verloren.
1600 Ingevolge een akkoord tussen burgemeester Jan de Meere, de schepenen, de
H. Geestmeesters, pastoor G. De Boeck
1602 glasraam door Fransen vernield (wanorde toevlucht mensen en prelaat
Philip van Raubergen van de abdij van Grimbergen werd beslist om de kerk van
Meise te herstellen. Volgens de jaartallen aangebracht in een sluitsteen van de
overwelving van de middenbeuk (1626), van de linker zijbeuk (1631) en van de
rechter zijbeuk (1642) zouden dit de jaartallen zijn van de opeenvolgende
afwerkingen.
(zie uittreksel uit die tekst hierna)
vragen wij hulp tot de kosten die wij reeds gedaan hebben en zullen doen tot
het opmaken van de toren, herstelling van het koor en andere sieraden zo zal
de prelaat laten in de toren de twee klokken die het godshuis (dit is de abdij
van Grimbergen) heeft geleverd en daarenboven zal de prelaat nog in het hoogkoor
doen stellen twee glazen vensters met hun ijzeren staken
De kerk was natuurlijk sterk gehavend geweest tijdens de beroerde tijden van de
Reformatie
, gelijk vele andere.
1601 Bij de restauratie van de St.-Martinuskerk, na de Beeldenstorm, schonk graaf
van Buren, heer van het land van Grimbergen, een kunstglasraam in het rechter
transept.Dit werd door de Fransen in
1794 vernietigd.
1602 De St.-Martinuskerk was toen (1602-1604) in wanorde wegens de koffers en
andere zaken die er door het volk ter beveiliging werden binnen gebracht uit
vrees voor de soldaten.Noch de kerk,
noch de pastorij waren nochtans veilig wegens de Calvinisten.Bij de minste onraad zochten de mensen uit
schrik naar bescherming ofwel in de kerk ofwel in de bossen.
1604 In het verslag van het kerkbezoek werd geschreven dat pastoor Gerardus De
Boeck van Meise zijn parochie goed beheerde.Hij liet trouwens zelf zijn pastoorshuis herop bouwen.Hij stierf na 51 jaar pastoraat te Meise in
1647.
Op 18 oktober tekende koster Jan of Joos Van den Broeck met pastoor De boeck en
kerkmeester Rombaut Van der Haeghen een akte waarbij de rente van van veertien
naar twaalf gulden werd terug gebracht, verschuldigd aan de kerk door Elisabeth
Seghers, weduwe van Jan De Moor.
1611 Op 13 januari overleed Egidius Stevens die bekend stond als pastoor van
Meise.Tot dat jaar verbleven er op de
pastorij van Meise verschillende kapelanen :
1. Die voor de parochie Oppem (later evenwel niet meer)
2. Ook die nog van St.-Brixius-Rode
3. De kapelaan voor het kasteel van Boechout wellicht tot 1732
1615Van der Schueren zou de schilder van de muurschilderingen in de
St.-Martinuskerk van Meise geweest zijn tijdens de ambtsperiode van pastoor
Ludovicus Moreau (1619-1647).De
schenker was Charles dAssonville, heer van Boechout van 1607 tot 1651.
1619 Na de dood van pastoor Geeraard De Boeck van Meise werd hij op 12 maart
opgevolgd door Ludovicus Moreau.De
oudst voorhanden zijnde overlijdensregisters zijn van zijn hand en beginnen op
7 mei 1619 toen het bijhouden van de overlijdens verplicht werd gemaakt.Onder zijn bestuur werd de St.-Martinuskerk
uitgebouwd tot wat ze heden nog is.
1626 De middenbeuk van de St.-Martinuskerk was opgebouwd (zie sluitsteen in de
zoldering).Door dit gebouw werd de
verbinding gemaakt tussen het koorgebouw en de toren die vroeger afzonderlijk
stonden.
In de achtergevel van de St.-Martinuskerk werd een grafsteen ingebouwdvan Marie Thérèse de France, dochtertje van
Jerôme, baron van Boechout, heer van Noyelles Wyon Meysse en Margaretha
dAssonville, dat zeer jong stierf op 8 mei 1626.
1627 Uit de St.-Martinuskerk verdween in 1958 een kostbare kelk en ciborie uit
1627, evenals een kostbare koor kap.
1631 De linker zijbeuk van de kerk was afgewerkt (zie sluitsteen in de
zoldering).
1634 Grafsteen in de kerk+ 6 juni van Maria Elvira Alvaredo, echtgenote van
J.F.Van der Ee
1642 De rechter zijbeuk van de kerk was afgewerkt (zie sluitsteen in de
zoldering) .Pastoor Ludovicus Moreau
overleed.Zijn grafsteen werd terug
gevonden in de kerk.
1643 Door het Concilie van Trente werd de verplichting opgelegd om veel
muurschilderingen in de kerken te bedekken.Het is dus mogelijk dat de muurschilderingen van de kerk daardoor toen
verdwenen onder een laag witkalk.
1647 Gijsens Bartholomeus werd op 26 maart pastoor van Meise (+1662)
1650 Pastoor Gijsens stichtte de Broederschap van de Heilige Rozenkrans te
Meise.
1658 Volgens een akte van 23 februari werd de koster van Meise beurtelings
aangewezen door de heer van Boechout en de heer van Meise.Op 17 december duidde Renon de France, baron
van Boechout, Gilliam Van den Broeck aan als koster van Meise.Dit was 5 dagen na de dood van zijn vader
Joost die reeds 65 jaar koster was en 82 jaar oud geworden was.Gilliam overleed op 12 oktober 1669 ten gevolge
van de pest.
1660 De aanbidding der wijzen is een schilderij van de Antwerpenaar Theodoor
Boeyermans (°1620-+1678).Het hangt in
de St.-Martinuskerk te Meise.Het werd
geïnspireerd door het meesterwerk van P.P.Rubens (de geboorte van Jezus en de
begroeting van de drie koningen).Theodoor Boeyermans was een tijdgenoot van Jordaens, waarmee hij
trouwens heeft samen gewerkt.
1662 Bij de dood van pastoor Bart Gijsens werd Franciscus Adams pastoor te
Meise.Hij was de zoon van de
lijfwachten van Albrecht en Isabella en had een moeilijk karakter. Hij was
kapelaan geweest in Oppem en Wemmel.In
1667 verliet hij Meise om pastoor te worden in Wemmel waar hij in 1674 stierf.
1663 In het kunstglasraam van de familie dHoogvorst werd het overlijden
aangeduid van een baron op 20 oktober 1663.
1666 Daniel Bellemans werd onderpastoor in Meise.
1667 Hendrik De Pottere (Henricus De Potter) , pastoor van Meise (op 25 maart)
moest reeds van juni tot september vluchten voor het geweld van de Franse
invallers onder Lodewijk XIV.Daarna
verbleef hij ca 30 jaar in Meise.Hij
maakte bovendien de pestepidemie mee (1668-1670).Hij was dokter in de Godsgeleerdheid en
leraar in de theologie van de Steingaden-universiteit in Zuid-Beieren.Hij liet twee klokken hangen (3800 en 280
kg).Het koor van de kerk liet hij
behangen met goudleder dat in 1750 werd weg genomen.In 1695 keerde hij terug naar de abdij waar
hij stierf op 22 maart 1700.
1669 Koster Gilliam Van den Broeck is op 12 oktober (of 12 december) overleden
ten gevolge van de pest, overgewaaid uit Wolvertem (1667).Hij werd opgevolgd door Barth. Verbruggen,
dit gedurende 50 jaar.Hij overleed op
23 maart 1718.
1670 In de rekeningen van de St;-Martinuskerk vond men een uitgave van 12
stuyvers voor het naaien van kant aan de altaardoeken.
1694 In het kunstglasraam van de familie dHoogvorst werd barones Van der
Eycken opgenomen (+ 26.12.1694).
1695 Muitende Franse soldaten staken het dorp van Meise opnieuw in brand en
richtten overal schade en verwoestingen aan vermoedelijk ook aan de kerk.
Op 18 juni werd pastoor De Pottere (ontslag op 14 juni) opgevolgd door Egidius
Mosmans.Hij bestelde een beeld van
St.-Martinus te paard met bedelaar voor de kerk, een houten beeldhouwwerk dat
de volkskunst van toen illustreerde.Het
werd overgebracht naar de St.-Elooikapel waar het van de Beeldenstorm die in
1897 in de kerk heeft gewoed en waarbij de volledige bemeubeling in
barokstijlwerd weg gehaald, gespaard
bleef.Voor dit beeld werd 12 gulden
ingeschreven in de kerkrekeningen.
Als priester of onderpastoor werd E.H.Goetschalck vernoemd te Meise.
Herman Bertrant werd vernoemd als deken van Meise die, in opdracht van het
aartsbisdom van Mechelen de nodige goedkeuring gaf tot verering in de boskapel
van Imde.Hij plaatste het onder de
aanroeping van Behoudenis der Kranken.
1702 Er heerste toen een grote hongersnood onder de bevolking.De kerk en de kapel stondenvermoedelijk te verkrotten. Franse troepen
bezetten nog steeds onze regio.
1709 Egidius Mos(t)mans, pastoor te Meise, stierf op 11 juli.Hij werd opgevolgd door J.B.Bourgeois
(volgens bepaalde bronnen).
1720 Op 26 oktober nam J.B.Bourgeois ontslag.Op 3 november werd hij vervangen door Franciscus Casens die reeds
pastoor was te Ramsdonk.Op 21 mei 1747
werd F.Casens door Lodewijk XV, koning van Frankrijk, tot abt van Grimbergen
verkozen. De benoeming werd nadien bekrachtigd door keizerin
Maria-Theresia.Als pastoor van Meise
werd toen Laurentius J. Van Solthem aangeduid.
1721 In de manuale pastoris van Meys werd geschreven : in het jaar 1721 een
nieuw rood communiecleedt met doeck in canten gecost 27 (gulden) 11 stuyvers
Item in het selve jaer een nieuwe albe met eenen grooten cant gecost 22-9.
1725 Op 28 februari overleed Johannes Verplast, koster van Meise.Men vermoedt dat hij toen werd opgevolgd door
Henricus Van doren, die op 7 januari 1755 overleed.
1732 In de kerk werd een lambrizering geplaatst rond het koor.Men vermoedt dat ook tijdens de periode1732-1733 de barok meubilering werd
geplaatst.
1734 In de Manuale Pastoris van Meys werd vermeld dat de kerk van baron
dHoogvorst zaliger, gestorven op 11 mei (14 mei?) een zwart fluwelen kleed met
jupon van tissu had gekregen en dat de barones dat vereerde aan de kerk van
Meys waarvan gemaakt werd een zwart antependium eneen zwarten casuivel, gemaakt
van witte zilveren noiré zijde en aan het antependium een fijn zilveren franje
die door de baron van Boechout werden geschonken.1735 In de maand januari werd dekerken de toren fel beschadigd bij een stormweer.De herstelling kostte 90 gulden.
Op 11 juni werd de toren van de kerk doorblikseminslag en brand opnieuw vernield.De toren werd onmiddellijk opnieuw heropgericht doch met een spitse
toren.De aanwezige klokken werden door
de Fransen vervoerd naar het klooster van St.-Jacob op de Koudenberg te
Brussel.Ook aan de kerk was er grote
schade door de rook. Demuurschilderingen waren zwart van het roet.Nadat zij werden gereinigd werden ze
overtrokken met een laag vernis om de kleuren feller te laten uitkomen.De herstellingswerken hebben 904.14 gulden
gekost.Er werd aangenomen dat de toren
afzonderlijk heeft gestaan tot dat de kerk werd uitgebreid in de XVIIde eeuw,
vermoedelijk in de stijl van die tijd, nl barokstijl.
1747 Laurentius Jacobus Van Solthem werd pastoor te Meise.Voor hem was Franciscus Casens pastoor, maar
die werd op 21 mei door koning Lodewijk XV van Frankrijk tot abt van Grimbergen
(hij volgde Augustinus Van Eeckhout op die overleden was en van wie het wapen
in de achtergevel van de pastorij van Meise gebeiteld was) verheven.Pastoor van solthem overleed in Grimbergen op
8 mei 1750.
In de Manuale Pastoris van Meys werd vermeld dat er toen een nieuwe albe werd
gemaakt met een nieuwe kant en een nieuwe overrock zonder kant en er werd nog
een nieuwe kant gekocht voor een andere nieuwe albe, dat samen 32 gulden en 9.5
stuyvers had gekost en dat dit werd vereerd door de juffrouwen Evrard.Idem een albe gemaakt waarvoor de voornoemde
kant werd gebruikt met twee amieten dat 13 gulden 10 stuyvers had gekost
eveneens vereert door de juffrouwen Evrard.
1750-1816 De rekeningen van de H;Geesttafel van de St.-Martinuskerk, van de
St.-Elooikapel en van de St.-Brixiuskerk over deze periode, werden opgenomen in
het Rijksarchief van Brussel onder de nrs 24.473 tot 24.532.
1753 Op 21 juli stierf pastoor Ferro.Hij was 53 jaar oud.Op 4
augustus werd Franciscus XaveriusLemire
pastoor te Meise.Hij was er reeds
onderpastoor van 30 maart 1741 tot 4 december 1746.Dan werd hij pastoor te Grimbergen tot
1753.In 1770 werd hij landdeken van
Brussel-Wet.Hij overleed in 1772 op 24
april.F.X.Lemire had Rasquin als
onderpastoor.Hij betitelde zichzelf als
Pastor in Meys en Novo-Sarto (Nieuwenrode), Ophem en Exdonck (thans Kapelle-op-den-Bos.
Kort na zijn aanstelling als pastoor bestelde F.X.Le Mire bij beeldhouwer Durey
een nieuw beeld voor het Maria altaar, een votiefbeeld, nl een
Lieve-Vrouw-van-de-Rozenkrans, wat betaald werd uit den offer van de
rozenkrans.Dit wees op het bestaan op
dat ogenblik van een broederschap van de Rozenkrans in Meise.
Op 4 oktober 1754 werd het nieuwe beeld piëteitsvol op het Maria-altaar
geplaatst.In 1766 werd het omhangen met
mooie rijke stoffen geschonken door een edele jonkvrouw nl Charlotte-Constance,
oudste dochter van Melchior Franciscus Roose, baron van Boechout.
1755 De St.-Martinuskerk van Meise bezat een kelk van verguld zilver, de voet
en knoop waren versierd met korenaren en druiventrossen. De fausse coupe
eveneens, maar hier kwamen er nog vier gevleugelde engelenkopjes bij.Zonder inscripties of stempelwerken.Op de knoop werd het blazoen van abt Sophie
gegraveerd.
De kelk werd nog tentoon gesteld te Grimbergen na de tweede wereldoorlog.
1759 Een figuratieve kaart met goederen gelegen te Meise met schetsmatige
afbeelding van de kerk, de pastorij en 6 huizen en de kapel van St.-Elooi werd
getekend door C.J. Everaert(in het
kaartboek van het Karthuyzerklooster te Brussel).
1760 Voor de herstelling van deklokkentoren van Meise werden 7 eiken gebruikt uit het Pypenbosch en
werd omtrent 700 gulden uitgegeven. De Franse overheid schrapte de
onderhoudskosten van de horlogemaker Calewaerts uit Wemmel.
In de buitengevel van de achterkant van de kerk zit een arduinen plaat met de
aanduiding van het overlijden op 15 augustus van een Roose (zie ook de obiit
van 15 augustus in de kerk).
1761 Een brandglasraam in het koor van de kerk was door wind en weer,
vernieling en ouderdom stuk gegaan.Toch
zat er nog een stukje brandglas in met het wapen van de prins van Oranje.Toen werd gevraagd om het wapen te herstellen
aan de hertog van Croy en de hertogin Coppignie en Berghes en meteen om een
gift voor heel het venster, wat zij ook gedaan hebben als vroegere heer van Meise.Dit op 18 november 1761.De betaling gebeurde aan Mr Angelis.
1770 Voor de St.-Martinusparochie werd een nieuwe kazuivel, een nieuw missaal
en register gekocht.
1773 Op 9 maart werd Jos Rasquin pastoor te Meise en dit tot 24 april 1795,
toen hij als een gebroken man terug keerde naar de abdij van Grimbergen, die
kort daarop werd afgeschaft, waardoor Rasquin moest rond zwerven.Hij overleed op 24 juli 1804.
Adriaan De Coster werd ook vermeld als pastoor of onderpastoor van Meise,
wellicht tijdens de periode tussen 24 april 1772 en 9 maart 1773.
1782 Pastoor Rasquin van Meise werd eens in het ootje genomen door kasteelvrouw
de Gage, echtgenote van baron van der Linden.Deze vrouw zou vroegtijdig sterven bij haar derde kinderbed.Haar wapen komt voor in het glasraam van de
kerk.
1789 1799 Tijdens deze periode woedde de Franse revolutie.In onze streken heerste er eenecht schrikbewind. De kerk onderging opnieuw
verwoestingen.
1794 Te Meise vernielden de Fransen op 11 juli de kunstglasramen in de kerk.
1796 Pastoor Margé van Meise was naar Nederland gevlucht.
1798 De kerk werd zwaar beschadigd en bleef geruime tijd buiten gebruik.
XIXde eeuw De parochie Meise werd afhankelijk van de dekenij Brussel, voor het
gewest Brussel-West.
1806 Het wapen van Jean Joseph Ghislain Vander Linden d Hoogvorst en dat van
zijn beide echtgenoten komt voor in het glasraam langs de epistelzijde in de
dwarsbeuk van de kerk.(Zijn obiit werd destijds uit de kerk verwijderd)
1809 In de achtergevel van de kerk hangt een grafzerk met de volgende
aanduidingen Hoc sub mamore Carolus Josephus DE PRET Jaco bi P.I. De Pret AG
Joanne : V.I.ROOSE courig E.V. filius nati may unus descenssit Brux. Dum ibidem studia decerrereidie
apprillis 26 anno aetatus suae 18 Christe vero 1809 hoc pietatis simil A G
doloris monumenteum delectissimo parentes filio frateri fratres A G sorores
carissimo una maesti posuere. 1826 Op 6 juni overleed Simon Jozef Margé te Meise in de ouderdom van 65
jaar als laatste Norbertijn voor de parochie sinds 1249-1250 bediend door
reguliere priesters van de abdij van Grimbergen.Hij was gedurende 6 jaar pastoor van
Nieuwenrode en 18 jaar pastoor van Meise (zie grafsteen tegen het koor van de
kerk).
toen schonk mevrouw Roose 3 rode kussens voor de altaren van de
St.-Martinuskerk en mevrouw dHoogvorst schonk een geborduurd kussen met de
naam Jezus op geborduurd.
1827 Mevrouw Roose schonk twee tapijten voor het koor en liet de cibori en een
zilveren kelk vergulden, liet lampen hangen in het koor en 3 lampen in de kerk
voor de verlichting in de winter.Verder
schonk zij ook nog een schone albe.
1829 Het klavier van het orgel van de kerk werd verlengd, een nieuw secreet
werd gemaakt, er werden twee nieuwe registers toegevoegd en twee nieuwe
blaasbalken gestoken.De kosten van 500
gulden werden gedragen door Mevrouw Roose en baron Vander Linden d Hoogvorst
elk voor de helft.
Aan het oksaal werden veranderingswerken uitgevoerd voor 70 gulden die door de
kerk werden betaald.
1830 Bij het huwelijk te Meise van haar jongste dochter Elisabeth van Amedée de
Beauffort op 12 mei 1830 gaf mevrouw Roose aan de St.-Martinuskerk een zilveren
wierookvat met doosje en lepeltje, twee kostbare ampullen met zilveren schotel,
waarin de wapens van het nieuwe paar werden gegraveerd, drie rode togen van
merinos met witte overrokken voor de choralen en nog een albe met singel voor
de pastoor.
1842 In de kerktoren werden 2 nieuwe klokken (2044 en 1528 pond) gehangen.De oude van 575 pond werd verkocht.In 1939 werden deze 2 klokken vervangen omdat
ze gebarsten waren.De nieuwe klokken
vielen echter in de handen van de Duitsers tijdens de tweede wereldoorlog
(1940-1945).De twee klokken van 1842
waren door Van Aerschodt gegoten te Leuven en werden op 14 september 1842
plechtig ingewijd.Baron Emmanuel d
Hoogvorst en gravin de Beauffort waren peter en meter van de grote klok en
graaf Amedeus de Beauffort en barones dHoogvorst waren peter en meter van de
kleinere klok.De klokken waren trouwens
door de beide families geschonken.
1848 Mevrouw Vander Linden dHoogvorst gaf het rood gewaad voor drie heren
zonder koorkap.
De oude horloge van de St.-Martinustoren werd vervangen : één uurplaat werd
door baron dHoogvorst betaald, één uurplaat door de parochianen en nog één
uurplaat door de kerk.Kosten, horloge
inbegrepen waren 450 pond.
1852 Mevrouw Van der Linden d Hoogvorst gaf een vergulde lamp voor het koor
van de kerk.
Pachter J.A. Crockaert gaf twee vergulde lantaarns voor de kerk.
Mevrouw de Beauffort schonk een rood tapijt voor het koor van de kerk.
E.H.Van Daelen, pastoor van Meise, was de opvolger van E.H.Bosselaers.Beiden ijverden voor de restauratie van de
muurschilderingen van de kerk.
1854 Hertogin de Bassano, dochter van baron dHoogvorst schonk 6 vergulde
kandelaars voor het hoogaltaar van de kerk.Haar vader gaf twee van de koralen, prijs 640 F
1861 De kerk van Meise was van binnen en buiten in slechte staat.Op sommige plaatsen viel de kalk van de muren
en zo werden de muurschilderingen opnieuw ontdekt.Piron schreef ze toen toe aan G. Van der
Schueren.
1862 Architect Appelmans stelde een plan op om de kerk van Meise te
herstellen.De kosten waren echter te
zwaar voor de kerkfabriek en de herstellingen gingen niet door.
1868 Bij de restauratie van de kerk schonk gravin Elisabethn Roose de Baisy,
die het kasteel van Boechout bewoonde, een kunstglasraam ter ere van haar
echtgenoot graaf Amedeus de Beauffort, in het linker transept met de
beeltenissen van O.L.V. en de heiligen Amedeus en Elisabeth, hun
patroonheiligen en hun wapenschilden In bello fortis.Het glasraam werd gemaakt door de beroemde
meester Jean-Baptiste Capronnier (1814-1891).Die maakte later ook het gebrandschilderd raam van het rechter transept
dat geschonken werd door barones Elisabeth d Hoogvorst.Gravin Roose stierf op 18 december 1873.
1880 Op 4 augustus werd Karel Hendrik Van Daelem (° 25.1.1836 in Wemmel)
pastoor van Meise tot 22 december 1920, dag van zijn overlijden.Hij was ook aalmoezenier van keizerin
Charlotte en celebreerde regelmatig de H.Mis in de slotkapel van het kasteel
van Boechout.Hij verbouwde de pastorij
en de kerk in de jaren 1895-1902.
1882 Barones Elisabeth de Briene dHoogvorst van echtgenote van Leon Vander
Linden dHoogvorst, moeder van Emmanuel, liet in het rechter transept van de
kerk (epistelkant) door meester Capronnier een nieuw kunstglasraam
plaatsen.Het stelde de H.Jozef voor en
hun patroonheiligen Leo en Elisabeth.
1885 Voor het vervangen van de vloer in de middenbeuk en herstellingen in de
zijbeuken werd een uitgave geboekt van 1000 F voor de kerk.
1889 Op 4 september 1889 kwam kardinaal Goossens voor de eerste maal naar de
St.-Martinuskerk om er het vormsel toe te dienen.Bij deze gelegenheid drong hij erop aan om
herstellingswerken aan de kerk uit te voeren.Toen werd de kerkdeur vernieuwd volgens een plan van architect Van
Assche uit Gent en uitgevoerd door aannemer Lambotte uit Laken tegen de
kostprijs van 1650 F.
1890 Aan de kerk van Meise gebeurden herstellingswerken .De zijaltaren, vermoedelijk in barokstijl,
werden weggehaald waardoor de muurschilderingen die onder een kalklaag zaten
terug werden ontdekt.
1891 Tijdens deze periode werd de kalklaag op de muurschilderingen in de kerk
weggehaald.
Toen stierf priester Guilliam Van Holsbeek te Meise in de ouderdom van 84 jaar
(zie grafsteen tegen het koor van de kerk).
1895 De twee zijaltaren van de kerk werden weg gehaald waardoor stukken van de
oude muurschilderingen opnieuw van onder een laag witkalk bloot kwamen.In het koor werden drie brandglasramen
geplaatst.St.-Martinus werd geschonken
door Gilbert Parmentier, St.-Elooi was een gift vande familie Van Keer De
Bloos en St.-Brixius van de familie Stoops Van der Roost.In de uitgavennota van 1897 staat vermeld dat
er 3500 F werd uitgegeven voor de geschilderde ramen aan Steyvaert uit Schaerbeek.Vermoedelijk betreft het glasramen van het
schip zonder afbeeldingen van heiligen.Op 26 juli waren de herstellingswerken aan de kerk begonnen door
bouwmeester Jules Barbier, een leerling van Van Ysendijck en door aannemer Vuy.
Op 10 augustus werd begonnen met het verwijderen van de laag witkalk, daarbij
werd de Commissie voor Monumenten uitgenodigd.Die hebben de kunstenaars Albert de Vriendt, Van Ysendijck en Frans
Meerts opgeroepen voor advies : zij besloten dat de muurschilderingen waard
waren om hersteld te worden.Franz
Meerts, een man die vele jaren in Italië had verbleven en die grondig de werken
van Rafaël kende meende dat dit werk geschilderd werd door een leerling van de
grootmeester Barend van Orley.Door de
minister van Schone Kunsten De Bruyn werd Franz Meerts aangesteld om de
restauratiewerken op zich te nemen.Hij
overleed echter als hij pas met de werken was begonnen.Zijn leerling Jozef Middeleer zou het werk
verder afmaken : dit zou tot oktober 1897 duren, kostprijs 6000 F.
De apostelen die op de pijlers waren geschilderd gingen echter verloren
(behalve St.-Petrus op de eerste kolom rechts).Het tafereel geschilderd boven het voormalig O.L.V.-altaar stelde de
dood en de hemelvaart van Maria voor met links onderaan de geboorte van Jezus
en rechtsonder de Blijde Boodschap.Boven in het rechter transept en het St.-Jozefsbeeld waar vroeger het
St.-Martinusaltaar stond werd Het Laatste Oordeel afgebeeld met links onder
St.-Hubertus en rechts onder St.-Martinus.Dit laatste tafereel van de Aanbidding door de herders zou er toen aan
toegevoegd geweest zijn door J.Middeleer.
1897 Onder pastoor Van Daelen verdwenen :
- de twee barokke zijaltaren (zie ook 1895) naar de kerk van de H.
Drievuldigheid te Elsene voor 950 F (het hoofdaltaar werd eveneens weg genomen,
maar men weet niet waar naartoe en voor hoeveel) 4 biechtstoelen, de houten
wandbekledingen en de communiebank, eveneens in barokstijl, naar de Engelse
compagnie Buine voor 2725 F, naar men beweert bestemd voor de kathedraal van Lichfield
7 schilderijen die door de Commissie uit de kerk werden geweerd, voor de
prijs van 800 F
- de predikstoel in barokstijl aan de abdij van het park te Heverlee voor de
som van 300 F
- ook werden er 1 ha 11 a grond verkocht aan de keizerin voor 11100 F en 1 ha
50 a publiek verkocht voor 8525 F
Het nieuwe meubilair werd aangeschaft in neogotische stijl, zogezegd omdat het
kerkgebouw in gotische stijl was gebouwd.
- het hoogaltaar en de twee zijaltaren gemaakt door Peeters uit Antwerpen voor
de prijs van 4900 en 3750 F
- de communiebank door Peeters voor 1000 F
- portaal eveneens door Peeters ook voor 1000 F
- de predikstoel door Rolmaet van Leuven voor 1800F
- het orgel werd gebouwd door de gebroeders Van Bever uit Laken voor 4750 F
- gebrandschilderde ramen door Steyaert uit Schaarbeek voor 3500 F
- 2 ijzeren hekkens door Pierre De Smedt uit Elsene voor 900 F
- 3 zetels gemaakt door Matthias Zens uit Gent voor 220 F, 24 koperen
kandelaren door Lambert Van Rijswijck uit Antwerpen voor 272 F
De kruisweg van de St.-Martinuskerk te Meise werd gemaakt door Arille Lagnau en
Maurice Lefèvre, leerlingen van Franz Meerts, voor de prijs van 2100 F, gegeven
door :
1ste statie : C.Van Daelem, pastoor
2de statie : familie J. Bosselaer, oud-pastoor (1860-1880)
3de statie : E.Verhavert, pastoor Cobbegem
4de statie : C. Van Dievoet, pastoor Elsene
5de statie : T.H.Frère, pastoor Weert
6de statie : C.Carpentier, pastoor ST.-Gillis
7de statie : Docter Vijgen
8ste statie : M. Th. Sleyp
9de statie : M.C. Van Hemelrijck
10de statie : familie Emmerechts
11de statie : M. Olieu & H. Bettens
12de statie : Laurent Krokaert en Jean Van Malderen
13de statie : M. Charles, raadslid van het hof van Beroep
14de statie : M. Joseph Van den Hove, copie Rosiers Willem uit Meise
omdat de statie fel beschadigd werd door de aannemer tijdens de
verbouwingswerkenvan 1980
De restauratiewerken aan de muurschilderingen in de kerk begonnen in juli 1897
en waren in oktober 1897 af.
Op 3 november 1897 kwam de commissie van Monumenten te Meise om de herstellingswerken
van de kerk en de pastorij te keuren.
1910 Op 15 februari overleed E.H.Cornelius Van Dievoet te Elsene bij Brussel,
waar hij gedurende 47 jaar onderpastoor en pastoor was geweest.Hij werd geboren te Meise op 9.12.1837 en
werd er begraven (zie grafzerk tegen de kerk, zijgevel, epistelzijde).
1920 Op 22 december 1920 werd Jozef Cools, geboren te Kapelle-op-den-Bos op 5
oktober 1873, pastoor van Meise tot de dag van zijn overlijden op 8 december
1932 (zie zijn grafsteen langs de zijgevel van de kerk, epistelkant).
1938 Bij K.B. van 25 maart werd de St.-Martinuskerk een beschermd monument
1939 In de kerk werden twee nieuwe, zware klokken aangebracht.Deze zouden tijdens de tweede wereldoorlog
uit de toren weggehaald worden door de Duitsers.
1943 In het boek van Wauters vindt men binnenzichten van de St.-Martinuskerk
1944 Th. Brams werd de nieuwe pastoor van Meise tot 1962 als opvolger van
pastoor Ramaekers die toen pastoor werd van Jette O.L.V. van Lourdes.
1944-45 Op het einde van de 2de wereldoorlog werd het dak van de
kerk fel beschadigd zodat de muren water vatten.Hierdoor kwamen de bezettingen los en ook de
beschilderingen en trad er schimmelvorming op.
1948 In de kerk waren het transeptdak, dus boven de muurschilderingen,
verschillende lekken die slechts na lang aandringen van de pastoor werden
gestopt.
1949 In een verslag van de vergadering van de B.J.B. van Meise van januari werd
genoteerd dat de kerk in slechte staat stond, vooral het dak, dat de toren
scheef gezakt was en dat er geen klokken waren.
1950 Op 19 november werden de 47 klokken voor de beiaard, die opgesteld stonden
in het koor van dekerk, plechtig ingewijd
door Monseigneur De Smedt, toenhulpbisschop van Mechelen .De
grootste klok (St.-Martinus) woog 750 kg.Het totaal gewicht bedroeg 4202 kg.Hiervoor werdde torenspitsvolledig vernieuwd met de nodige
galmgaten.Nadien werd de beiaard in de
toren geplaatst om op 10 juni 1951 te worden ingehuldigd.45
klokken werden geschonken door de heer Jan Van Gijsel die op het
Drijtorenhof woonde, gelegen langs de koninklijke Kasteeldreef.De twee
andere klokken werden gefinancierd door de kerkfabriek en de parochianen. 1951 Op 1.6.1951 werd iemand bijgezet in de crypte van de kerk.
Op 10 juni werd de beiaard van Meise plechtig ingewijd.Beiaardier Staf Nees was hierbij
aanwezig.Hij trad op als adviesgever
bij het gieten van de klokken bij de firma Michiels in Doornik.De heer en mevrouw Van Gijsel Deheu waren
de schenkers van 45 van de 47 klokken.Gedurende vele jaren werd de beiaard bespeeld door Jef Rottiers, Eddy
Mariën en pater Feyen.
1953 Pastoor Brams deed een beroep op een restaurateur voor de
muurschilderingen in de kerk.De
Commissie Monumenten verzocht om een beschrijving van de schade en van de
restauratiemethode.Dit werd verstuurd
op 7 oktober.
1955 Op 15 juli vroeg de commissie Monumenten om de muurschilderingen in de
kerk te laten restaureren.
Van 6 tot 13 november was er een speciale Maria-missie onder pastoor Brams en
onderpastoor Verstraeten (die later pastoor werd in Beigem).
1958 Herman Boon pr. wordt onderpastoor
in Meise Uit de St.-Martinuskerk verdween een kostbare koorkap, een ciborie en een
kelk van 1627.
1960 In het boek van Wauters werden op pag 228 en 229 zichten van de kerk
opgenomen, zoals die er toen uitzag.
1962 In de kerk werd de preekstoel afgebroken en de mooiste elementen werden
gebruikt voor het maken van een nieuw altaar en een lezenaar.De muurschilderingen in de kerk werden
overschilderd met een laag grijze latexverf.Het oude hoofdaltaar werd afgebroken.Dit gebeurde allemaal ingevolge de vernieuwingsdrang van de kerk (Concilie) onder impuls van toenmalig
onderpastoor Herman Boon pr.met goedkeuring van de kerkfabriek.
Pastoor Brams ging op rust en werd opgevolgd door pastoor Louis Geysen die tot
1987 in dienst zou blijven.
1968 In september verwelkomde de St.-Martinusparochie haar nieuwe onderpastoor
Jan Van Regenmortel : hij zou slechts een jaar in Meise blijven.Zij voorganger Herman Boon pr. werd
aalmoezenier van het Heilig Harthospitaal in Leuven.
1974 Pater L. Pluymers (° 1960) assumpsionist, onderpastoor in Meise wordt
pastoor in St.-Brixius-Rode.Witte pater
Herman Boon volgde hem op als onderpastoor in Meise.
1980 Aan de St.-Martinuskerk werden restauratiewerken uitgevoerd o.a.
vernieuwing van de vloer van het koor , versteviging van de pijlers,
vernieuwing van het pleisterwerk na blootlegging van het bestaand metselwerk,
nieuw portaal in glas. tijdens de werken werd de 14de statie van de
kruisweg fel beschadigd. Meester Rosiers uit Meise maakte er een kopij van.
1987 Pastoor L. Geysen nam na 25 jaar parochieherder te zijn geweest afscheid
met een dankviering op 28 juni.
1993 Sedert maart werden de muurschilderingen in de kerk gerestaureerd.Voorzitter
van de kerkfabriek Constant Noppen zette zich hiervoor jaren in. Spijtig genoeg
werd St.-Petrus op de paal vergeten. 1994 In het voorjaar kreeg het interieur van de kerk een degelijke
opknapbeurt :
- de kruiswegtaferelen werden opgefrist
- de muren werden beschilderd
- herschikking van de rouwborden of obiits (de nog bruikbare) die destijds
werden achtergelaten bij begrafenisplechtigheden van de edele overledenen die
in de crypte begraven werden.
1995 Op Pasen werd een nieuw altaarkleed gebruikt met een boord van handgemaakte
kant dat werd gemaakt door de naarstige spellewerksters in Het Verloren Uurke.
2000 Nieuwe beiaard
Bij elke restauratie worden archeologen ingeschakeld,
om bij graafwerken erover te waken dat er geen belangrijke zaken vernietigd
worden.
In Meise is dat ook zo.Pastoor Jan
Lagae verwittigde mij dat ze begonnen waren en dat er een vondst was.Achteraan in de doopkapel wordt een put
gegraven om de funderingen te versterken.Deze loopt op twee plaatsen door onder de kerk.In de doopkapel stootte de archeoloog op een
kindergeraamte.Het gaat om een boreling
van een adellijke familie.Want die
werden in de kerk begraven.s
Anderendaags ging ik met José Anne de Molina, voormalig voorzitter van de Raad van
Adel, ter plaatse.Onder het kleine
geraamte werd een tweede blootgelegd, iets groter.
Een eerste optie tot identificatie was iemand van het kasteel van
Boechout.Dat is onwaarschijnlijk, omdat
die elders begraven werden.De bewoners
van het afgebrande en afgebroken kasteel te Meysse werden in de crypte
begraven.Dan blijft enkel een bewoner
van het kasteel van Hasselt over (zie aflevering nr. 75).Verder onderzoek zou uitsluitsel kunnen
geven.De geraamtes worden geborgen en
verder onderzocht. De kerkfabriek of de
gemeente moet echter de kosten willen dragen van de datering van de
geraamtes.Wij hopen dat zij dat
belangrijk genoeg zullen vinden.
In Meise van Jan Van den Eynde lezen we : Dr
Verbesselt schrijft in zijn werk Parochiewezen van Brabant dat de heren van
Hasselt te Wolvertem begraven werden.Dit is echter niet het geval voor Vander Goten en ook niet voor de
weduwe Caïmo, van Schotse adel Douglas Scot-prozaïsch omgezet in Deschot
zie de zerk tegen de muur van de achter linkerbeuk in de St.-Martinuskerk.
De bewuste grafsteen vermeldt onder twee wapenschilden : Hier licht begraven vrouwe Maria Clara de Schot compagne was van wijlen
MHERT IAN robert Swarts in zijn leven
colonel van infanterie ten dienste van syne keyserlycken Catho Mai die sterft
den 4.9.1996
Met de bouw van de huidige kerk werd begonnen in de
eerste jaren van de XVIde eeuw.Het koor
dateert van omtrent de jaren 1500.De
middenbeuk werd in 1826 gebouwd, de zijbeuken enkele jaren later.
Sommige historici beweren dat reeds in de Xde eeuw een parochiekerk moet
bestaan hebben vemits in 1132 er sprake is van de parochie Meise. ( Tot dan moederparochie van heel de streek) We mogen veronderstellen dat het oorspronkelijke gebouw, waarschijnlijk in
hout opgetimmerd, stuksgewijze vervangen werd door de bouw van de hedendaagse
kerk.
In de periode van de reformatie werd de kerk fel beschadigd.Het is best mogelijk dat de beschadigde kerk
grondig gerestaureerd werd in gotische bouwstijl.
Op 11.6.1735 is de kerktoren ten gevolge van een ingeslagen bliksem totaal
vernield er deed zich geen brand voor.De heropbouw geschiedde dank zij de financiële steun van de ontvangers
van de tiendenheffing die van St.-Brixius weigerden tussen te komen een
omhaling bracht 138 gulden en 4 stuivers op de baron van Boechout gaf 20 g. 6
st., andere ingezetenen 145 g. 5 stuivers.De prelaat van Grimbergen 600 g. onder protestaties van niet obligaties
met verbod er ergens gewag van te maken.
In januari 1735 waren kerk en toren reeds zwaar beschadigd door stormweder de
herstelling kostte 90 g.
De toenmalige klokken wegende de ene 3800 en de andere 2800 pond en hebbende
gekost voor het gieten de grote 200 gulden, de andere 80 moesten wel een
uitzonderlijke waarde hebben want in de beloken tijd werden ze uit de toren
gehaald en door de Franse soldaten gevoerd naar het klooster van Sint Jaak op
de Coudenberg.
De reden van deze behandeling heb ik niet kunnenachterhalen.
De kerk van Sint Martinus bezit enkele waardevolle kunststukken o.a. een
prachtige torenmonstrans (1625), oude gewaden het rood gewaad voor de drie
priesters was eigendom van de abdij, maar is hier bebleven dank zij pastoor
Simon Marge, oud - provisor van de abdij.De toestand werd geregeld door mevrouw Roose in 1826, die de som van 125
F betaalde aan Van den Bergen, pastoor van Griùmbergen en herinrichter van de
abdij.
In 1958 is een van de kostbare gewaden een koorkap verdwenen en niet terug
gevonden ook nog een ciborie met deksel en een kelk (1627).
In 1882 werd aan de epistelkant van de dwarsbeuk het
raam met de wapens van Van der Linden geplaatst : prijs F 2.700, betaald door
barones de Briene dHoogvorst glazenier Capronnier.
In dit glasraam staan de beeltenissen van de H. Leo en H.Elisabeth, patronen
van de donateurs : Léon Van der Linden en Mevrouw.
Aan de overzijde, een glasraam geschonken door het gezin Amedee de Beaffort
Elisabeth Roose.Hier hebt ge de
beeltenis van de patronen H. Amedaeus en Sancta Elisabeth.
Hetzelfde jaar heeft Bayens van Gent zware gewaden gemaakt, voor het eerst
gebruikt in de lijkdienst van baron de Briene.De familie Van der Linden was er zo tevreden over dat ze de rekening
betaalde.
In 1885 vloer vervangen in de middenbeuk en herstel van de zijbeuken : 1000 F.
In 1889 kerkdeur vernieuwd plan architect Van Assche Gent, uitgevoerd door
Lambotte van Laeken : F 1.650.
Onder voorwendsel dat het meubilair in dezelfde (gotische) stijl moest zijn als
de kerk werden in 1897 aangekocht :
hoogaltaar Peeters Antwerpen4.900
F
2 zijaltaren Peeters Antwerpen3.750
F
communiebank Peeters Antwerpen1.000
F
portaal Peeters Antwerpen  
IJskelder (ca. 1850) In de Plantentuin vinden we drie
ijskelders. Dit zijn ondergrondse gewelven die s winters opgevuld
werden met blokken ijs uit de omliggende vijvers. In de zomer werd dit
ijs gebruikt om etenswaren en dranken te koelen. Deze ijskelder,
onder de heuvel met het taxusmassief, is niet alleen één van de grootste
van de Plantentuin maar ook van België. Hij is 17m lang en 5m breed. Hij
is niet toegankelijk voor het publiek omdat er verschillende soorten
vleermuizen in wonen.
De tweede bevindt zich onder de Vriendschapstempel.
De derde situeert zich in de buurt van de Sequioa giganta en is niet toegankelijk omdat hij zou opgevuld zijn met puin en ev. munitie uit W.O.II