Die van Meise-dorp
worden de klot(te)boeren genoemd. Deze
term komt waarschijnlijk van grote boeren van het omliggende, die neerkeken op
de kleine boertjes van Meise, die ze verweten dat hun aardappelen kleiner waren
dan de klotten (aardkluiten).
De tweede
bijnaam van de Meisenaars luidt beddenpissers
of een plattere versie berrëzêkërs
(4). Het dialectwoord berrë betekent bed en zêkën betekent wateren. In de
meeste parochies met patroonheilige Sint-Martinus komt deze bijnaam ook voor,
omdat de mensen die met kinderen zaten die bedwaterden, op bedevaart kwamen om
van het probleem af te geraken.
Een derde
bijnaam luidt : de groeningen, en
dit wegens de menigvuldige bossen die hier eertijds waren. (volgens H.Van
Dievoet , burgemeester van Meise van 1891 tot 1904, voor de oorlog een van de
beste medewerkers aan Eigen schoon en de Brabander.
Deelgemeente
Rossem dankt zijn bijnaam aan Londerzeel. Zij noemden hen de papeters omdat ze in Rossem veel goudgele rijstenpap aten
bereid met safraan. Een zegsman vertelde mij ook dat de pastoor s zondags van
zonnerweer sprak als het te slecht weer was en de processie niet kon uitgaan.
Zo dankten ze hun tweede bijnaam die
van zonnërweer aan hun spitsvondige pastoor. En H. Van Dievoet schreef dat
ze boschuilen genoemd worden
wegens de menigvuldige bossen.
Bronnen :
(1) Les sobriquets des communes belges
(blason populaire) van J.Th.De Raadt uitgegeven door Constant Baune 50,
Grétrystraat in Brussel in 1903
(2) Brabantsch Sagenboek, De Cock en
Teirlinck
(3) Eigen schoon en de Brabander, nov.
1927 Xde jaargang pag. 178
Naast de paardenbarak bevond zich een
hoten constructie die door Danny Swaerts Roothuisje genoemd wordt.Hij heeft er fotos van en redde het kleine
houten torentje.
Aan de ingang van de Plantentuin Meise
centrum staat de woning van de conciërge.Momenteel is ze bewoond tot de afbraak door Paul borremans,
landschapsarchitect.Voor dat dit gebouw
er stond, bevond zich op dezelfde plaats een hoeve.
Via de dochter van bewoner Raymond De Vreught kregen wij een foto van de
oorspronkelijke hoeve.
Pachthof
(1854) Koning Leopold III en zijn jonge kinderen bezochten vaak
deze boerderij van het Kasteel van Boechout. Het vroegere woonhuis
met het torentje werd verbouwd tot kantoren. De Tuinwinkel is ingericht
in de oude koeienstal. In de paardenstal bevinden zich technische
ruimtes en sanitaire voorzieningen voor het publiek. In het karrenhuis
zijn publieke voorzieningen geplaatst.
Zuidgevel
Plantenpaleis (1956) Het eerste voorontwerp van het Plantenpaleis
werd in 1938 getekend door F. Roekens, de toenmalige teeltoverste.
Architect H. Cole werkte het technisch dossier uit en de architecten Allard
en Bocquet stonden in voor de volledige uitwerking. Het Plantenpaleis is
154m breed. De hoogste kas is 16m hoog en domineert het geheel. Oorspronkelijk
zou de bezoeker het Plantenpaleis het eerst langs deze zijde zien, de
hoofdingang van het domein was immers langs deze zijde gepland. De
geschiedenis heeft het echter anders gewild. Deze kant van het
Plantenpaleis is ongetwijfeld de mooiste. Vertrekkend van de platte,
brede Victoriakas in het midden stapelen de glasramen zich rij na rij op
tot de hoogste kas 70 meter dieper.
In 2018 werd de restauratie van de kassen voltooid. Na de installatie van de regenwoudkassen werd de inkom aangepakt. Er werd een mooie vijver aangelegd, waarond een pad zich slingert naar de ingang.
Herbariumgebouw
(1959) Het Herbariumgebouw herbergt het herbarium maar ook de
onderzoeksafdelingen en de bibliotheek van de Plantentuin. In 1985
werd er een nieuwe vleugel bijgebouwd. Het onderzoek op paddenstoelen,
wieren en mossen kreeg hierdoor meer ruimte. Het onderzoek van de
Plantentuin kent een lange geschiedenis, zo bestuderen we bijvoorbeeld
al meer dan honderd jaar de koffiefamilie (Rubiaceae). Het
herbarium is een van de grootste ter wereld en telt bijna 4 miljoen
specimens. De oudste herbariumvellen dateren van rond 1780. De
bibliotheek telt ongeveer 70.000 werken, waarvan de nestor een
wiegendruk uit 1486 is.
Ondertussen werd het hele herbarium gedigitaliseerd en het is in te kijken op de website : www.plantentuinmeise.be
Brusselsesteenweg 147.Hier woonde
de familie Ooms, onderwijzer in de tweede graad in de Gmeentelijke
Jongensschool.Daarna kocht de familie Van
Lerberghe het pand.Momenteel is het in
handen van de huiige voorzitter van de Jeugdraad : Willem Beets.
Deze villa op de Bruinborrelaan is geklasseerd en werd ontworpen door
architect Albert Bontridder, die in de Jules Van Campenhoutprijs voor poëzie
zetelde.
Op 1 november 2013 opende The Lounge, een praatcafé.
Vroeger was het de opslagplaats van de brouwerij aan de
overkant, waar nu De Donder gevestigd is.
Mijn vroegste herinneringen aan dit gebouw gaan terug tot
W.O.-II toen er een vliegende bom viel aan het kerkhof. Toen was er een kruidenierszaak
uitgebaat door Josephine Van Keer-Weymans, de schoonzus van mijn moeder. Ik
liep er voorbij en zag mijn nonkel grote platen zetten voor de vernielde ruiten
van de winkel.
Een mail naar mijn nicht Maria Van Keer leverde wat volgt op
:
Voor
zover ik weet is dat ons ma en pa gehuwd zijn in 1936 . Pa woonde toen met
meter (Leonie Cammu) en nonkel Jef Van Keer bij Kaddeder. Ons moeder kwam
inwonen en had daar een pantoffelwinkel terwijl pa schoenen herstelde. Meter en
nonkel verhuisden naar de Brusselsesteenweg 118.
In
1942 kochten zij de hoek waar zij de eerste keer veranderingen deden . De
Boechtstraat moest veel breder worden omdat er vroeger maar een kar door kon.
Er bestaan nog oude fotos van.Het
huis had een blinde muur langs twee kanten. Ze begonnen er de winkel met
voeding in 1942. Ik ben daar geboren. In 1949 hebben ze de gevels opgetrokken
en een nieuw dak gelegd, zoals het er nog uitzag in 1969 toen ze verhuisden
naar de Cardijnlaan 7.
Als je nieuws uit Meise wou weten, ging je voor een babbel
bij mijn tante. Zij kochten het huis van De Donder, verbouwden het en baatten
de zaak uit van 1949 tot 1969.
Toen trok mijn zus Marie-Jeanne erin, samen met mijn broer
Piet. Het werd een boeken-en platenzaak en copy-center. Maar in een familie
zaken doen, brengt verdeeldheid en mijn broer trok eruit en vestigde zijn drukkerij
en copy-center naast de Muziekacademie.
Op 1
november 2013 begon Carine Cammu the Lounge. De Meisenaren hadden liever
een Vlaamse naam gezien bijvoorbeeld t Stamënee.