Pachthof
(1854) Koning Leopold III en zijn jonge kinderen bezochten vaak
deze boerderij van het Kasteel van Boechout. Het vroegere woonhuis
met het torentje werd verbouwd tot kantoren. De Tuinwinkel is ingericht
in de oude koeienstal. In de paardenstal bevinden zich technische
ruimtes en sanitaire voorzieningen voor het publiek. In het karrenhuis
zijn publieke voorzieningen geplaatst.
Zuidgevel
Plantenpaleis (1956) Het eerste voorontwerp van het Plantenpaleis
werd in 1938 getekend door F. Roekens, de toenmalige teeltoverste.
Architect H. Cole werkte het technisch dossier uit en de architecten Allard
en Bocquet stonden in voor de volledige uitwerking. Het Plantenpaleis is
154m breed. De hoogste kas is 16m hoog en domineert het geheel. Oorspronkelijk
zou de bezoeker het Plantenpaleis het eerst langs deze zijde zien, de
hoofdingang van het domein was immers langs deze zijde gepland. De
geschiedenis heeft het echter anders gewild. Deze kant van het
Plantenpaleis is ongetwijfeld de mooiste. Vertrekkend van de platte,
brede Victoriakas in het midden stapelen de glasramen zich rij na rij op
tot de hoogste kas 70 meter dieper.
In 2018 werd de restauratie van de kassen voltooid. Na de installatie van de regenwoudkassen werd de inkom aangepakt. Er werd een mooie vijver aangelegd, waarond een pad zich slingert naar de ingang.
Herbariumgebouw
(1959) Het Herbariumgebouw herbergt het herbarium maar ook de
onderzoeksafdelingen en de bibliotheek van de Plantentuin. In 1985
werd er een nieuwe vleugel bijgebouwd. Het onderzoek op paddenstoelen,
wieren en mossen kreeg hierdoor meer ruimte. Het onderzoek van de
Plantentuin kent een lange geschiedenis, zo bestuderen we bijvoorbeeld
al meer dan honderd jaar de koffiefamilie (Rubiaceae). Het
herbarium is een van de grootste ter wereld en telt bijna 4 miljoen
specimens. De oudste herbariumvellen dateren van rond 1780. De
bibliotheek telt ongeveer 70.000 werken, waarvan de nestor een
wiegendruk uit 1486 is.
Ondertussen werd het hele herbarium gedigitaliseerd en het is in te kijken op de website : www.plantentuinmeise.be
Brusselsesteenweg 147.Hier woonde
de familie Ooms, onderwijzer in de tweede graad in de Gmeentelijke
Jongensschool.Daarna kocht de familie Van
Lerberghe het pand.Momenteel is het in
handen van de huiige voorzitter van de Jeugdraad : Willem Beets.
Deze villa op de Bruinborrelaan is geklasseerd en werd ontworpen door
architect Albert Bontridder, die in de Jules Van Campenhoutprijs voor poëzie
zetelde.
Op 1 november 2013 opende The Lounge, een praatcafé.
Vroeger was het de opslagplaats van de brouwerij aan de
overkant, waar nu De Donder gevestigd is.
Mijn vroegste herinneringen aan dit gebouw gaan terug tot
W.O.-II toen er een vliegende bom viel aan het kerkhof. Toen was er een kruidenierszaak
uitgebaat door Josephine Van Keer-Weymans, de schoonzus van mijn moeder. Ik
liep er voorbij en zag mijn nonkel grote platen zetten voor de vernielde ruiten
van de winkel.
Een mail naar mijn nicht Maria Van Keer leverde wat volgt op
:
Voor
zover ik weet is dat ons ma en pa gehuwd zijn in 1936 . Pa woonde toen met
meter (Leonie Cammu) en nonkel Jef Van Keer bij Kaddeder. Ons moeder kwam
inwonen en had daar een pantoffelwinkel terwijl pa schoenen herstelde. Meter en
nonkel verhuisden naar de Brusselsesteenweg 118.
In
1942 kochten zij de hoek waar zij de eerste keer veranderingen deden . De
Boechtstraat moest veel breder worden omdat er vroeger maar een kar door kon.
Er bestaan nog oude fotos van.Het
huis had een blinde muur langs twee kanten. Ze begonnen er de winkel met
voeding in 1942. Ik ben daar geboren. In 1949 hebben ze de gevels opgetrokken
en een nieuw dak gelegd, zoals het er nog uitzag in 1969 toen ze verhuisden
naar de Cardijnlaan 7.
Als je nieuws uit Meise wou weten, ging je voor een babbel
bij mijn tante. Zij kochten het huis van De Donder, verbouwden het en baatten
de zaak uit van 1949 tot 1969.
Toen trok mijn zus Marie-Jeanne erin, samen met mijn broer
Piet. Het werd een boeken-en platenzaak en copy-center. Maar in een familie
zaken doen, brengt verdeeldheid en mijn broer trok eruit en vestigde zijn drukkerij
en copy-center naast de Muziekacademie.
Op 1
november 2013 begon Carine Cammu the Lounge. De Meisenaren hadden liever
een Vlaamse naam gezien bijvoorbeeld t Stamënee.
Hierin startte het Audiovisueel Centrum op 1.11.1967. Toen werden de
lokalen ook gedeeld met de bibliotheek op de eerste verdieping en Jeugdklub
Gypsy besloeg de zolder.
Het kerkhof van Meise is afgeboord met taxus baccatas,
een van de oudste eigen boomsoorten. Het werd ontworpen door de bekende
grafkunstenaar E.Salu uit Laken (die in Meise een buitenverblijf had) en in
1936 ingehuldigd. Ernest Salu is ook de ontwerper van de reuzen van Meise. Van Campenhout Elisa + 15.9.1936 werd er als
eerste begraven.
Achter de pastorij St.-Martinus staat al meer dan een
eeuw een geklasseerde hulst.Daar kwamen
ze uit Nederland met bussen vol geînteresseerden naar kijken.Hij staat er momenteel belabberd bij!
Deze kapel staat naast de beek die de twee delen van de Plantentuin Meise scheidt. Ze bevindt zich op de Nieuwelaan ter hoogte van de brug over de A12. Zij bevat drie nissen. In de kapel zelf hoort het beeld van de Heilige Anna-ten-drieën
Objectnaam: beeld (vrijstaand)
Materialen: eikenhout
Technieken: gebeeldhouwd/gepolychromeerd
Datering: 1500-1520
Plaats van vervaardiging: Vlaanderen
Afmetingen: hoogte: 42,0 cm / breedte: 16,3 cm / diepte: 11,4 cm
Aantal exemplaren: 1
Beschrijving/iconografie: Houten beeld van Sint-Anna-ten-Drieën, vroeg 16de eeuw. Het
beeld bestaat uit een staande Sint-Anna met Maria op de rechter arm. Zowel de
linker hand van Sint-Anna als de armen van Maria en het kind Jezus, ontbreken.
Nog sporen zichtbaar van witte, rode en blauwe polychromie. Oorspronkelijk
afkomstig uit de kapel aan de Nieuwelaan, tegen de Plantentuin in Meise, ter
hoogte van de voetgangersbrug over de A12. Het beeld verdween hoogst
waarschijnlijk toen de Fransen in Meise kwamen. Zij stichtten brand in 1684 en
1695. Toen zou het beeld verstopt zijn in een boomkruin en later weggehaald.
Het beeld zou 300 jaar bij een anonieme familie bewaard zijn geweest. Een
zekere Van Hemelrijck, die in het park werkte, zou mogelijk het beeld toen
verstopt hebben.
In zijn eerste gedaante (1796-1826) lag de Plantentuin in
Brussel, in de buurt van het huidige Museum voor Oude Kunst. Hij ontstond uit
de tuin van het Hof van Nassau (Paleis van Karel van Lotharingen). Daarna
verhuisde hij naar de Koningsstraat (1826-1967), de plaats van de huidige Brusselse
Kruidtuin of "Botanique". Door de aanleg van de Brusselse
noord-zuidverbinding werd de Plantentuin in 1939 opnieuw gedwongen te
verhuizen, ditmaal naar het domein van Boechout te Meise. Deze verhuis werd
voltooid in de jaren 1970.
Reeds in de 14e eeuw wordt het domein van Boechout vermeld. In 1881 verenigde
Koning Leopold II het met het aanpalende domein van d'Hooghvorst tot één
geheel. Hij bracht er zijn zus, Charlotte, ex-keizerin van Mexico, onder.Na haar overlijden in 1927 werd het domein
door de staat gekocht en begon de Plantentuin er de plantenverzamelingen aan te
leggen.
(96) Op 24 september . had de plechtige
inwijding plaats van het standbeeld van baron Emmanuel vander Linden
dHoogvorst, die als bevelhebber van de Burgerwacht werd afgebeeld (in opdracht
van de stad Brussel).De rechter hand
draagt de hoge hoed van de toenmalige wachten en de linker hand rust op zijn
lange sabel (waarvan het lemmet ontbreekt sedert jaren!).Het standbeeld is 3 m hoog, gegoten uit brons
en ontworpen door beeldhouwer Laumans.Op het voetstuk uit arduin praalt het familiewapen met de leuze Espoir
et courage.Bij de inhuldiging was er
een groot feest.De ministers graaf de
Merode en de Burlet en burgemeester Van Dievoet herinnerden de verheven daden
vandHoogvorst aan het talrijke publiek.De gelegenheidscantate werd geschreven door J. De Smedt en gecomponeerd
door August De Boeck.
Van 1807 tot 15 april 1866 (+) was hij burgemeester van Meise, inclusief
Nieuwenrode.Ook in Wolvertem was hij
burgemeester van 8 maart 1814 tot oktober 1936.Op 12 mei 1807 was hij hoffdman geworden van de gildebroeders van
Meise.In 1816 liet hij het oude kasteel
te Meysse afbreken en bouwheer in 1818 een nieuw.(zie verder Meise A.Bettesone
1968)
De baron ligt samen met zijn geslacht begraven in de crypte onder de sacristie
van de St.-Martinuskerk.De Obiits
hangen in de kerk.
De stamboom van het geslacht dHoogvorst heb ik samengesteld op grond van
gegevens uit Berla, getoetst aan de Obiits uit de kerk (tekening van de
toestand in 1956.
Een regelmatig terug kerende strikvraag bij autozoektochten luidde : Op welke
gemeente staat dit standbeeld.Het
antwoord Brussel werd niet bevestigd en er blijken geen geschriften te vinden
te zijn die het staven!
Er bestaat een kleine brochure over baron dHoogvorst, uitgegeven door Berla
van de hand van Raoul Moyson.