Mijn familie is als een lied. Dat iedereen anders hoort en ziet. De cello en de contrabas zijn de mama' s en de papa' s. En de oude klanken uit de trom zijn opa en bobon. En de jonge klanken uit de fluit steken er als kinderen tussenuit. Samen is dat een symfonie. Zo is het hoe ik mijn familie zie.
Ik heb twee poezen: Babs en Floor. Babs is een kleine grijze kat, die niks liever doet dan buiten rond te rennen. Floor daarentegen, is zelfs te lui om nog maar uit haar mand te komen. Over haar gaat dit gedicht.
Een ongewone vriendin
Mijn beste vriendin heeft veel haar. Met slapen is ze nooit klaar. Als ze kwaad is, begint ze te klauwen. Maar het is onmogelijk om niet van haar te houwen. Mijn beste vriendin slaapt in een mand. Ze heeft wel een staart, maar geen hand. Mijn beste vriendin is een miauwende schat. Het is mijn allerliefste, kleine schat.
Ik hou ervan om gedichten te schrijven. Dat is al sinds mijn negen jaar. Dit is één van de gedichtjes dat ik heb geschreven. Misschien ga ik er nog meer laten zien.
De krokodil
Indat cafeetje daar zit Grote Jan. Die kan nogal wat vertellen, man! In één, twee, drie, het is echt waar, heeft die een verhaaltje klaar. Jan zei: ik kwam eens extra vroeg thuis van het werk op een dag. En je kunt niet raden wat ik toen zag. Het is niet dat ik het graag wil, maar in mijn woonkamer stond een krokodil! Hij had belletjes in zijn oren en de soepjurk van mijn vrouwtje aan. Ik vroeg: "Wat heb je met men vrouw gedaan?". Maar herken je me dan niet?' vroeg het beest. Ik ben het, je vrouwtje, ik ben naar de coiffeur geweest!
De zweefbollen van professor Otomoto gaat over Miete die alweer devakantie doorbrengt bij haar tante Teljora, van wie de geitenkaas bekend is over heel Kruisem. Miete en de andere Peppels besluiten om deel te nemen aan een vogelverschrikkerswedstrijd. Niet zo kort geleden is de Japanse professor Otomoto en zijn vrouw in Kruisem komen wonen. In het dorp zeggen ze dat hij zijn eerste drie vrouwen heeft vermoord en opgegeten. En dan vraagt tante Teljora aan Miete of ze de geitenkaas bij professor Otomoto aan huis wilt bezorgen.
Dit is het vijfde boek uit de Volwaardige Knoedelgekke Peppel-reeks van Marc de Bel. Eigenlijk heeft de verhaallijn van de professor Otomoto niet echt heel veel te maken met het hele verhaal. De vogelverschrikkerswedstrijd en de liefde tussen Miete en Senne spelen echter een belangrijkere rol. Het verhaal is ingedeeldin erg korte hoofdstukken . En de illustraties van Jan Bosschaert in het boek zijn minder indrukwekkend als de kaft. Maar voor de rest is dit een goed meeslepend verhaal dat leest als een trein. Voor dit boek is er in de reeks nog verschenen: De Marbello diamanten, Het mysterie van de haarcirkels, De Grote Gemene Dealer en De schat van Kruisem.
Een tongbreker maken is best moelijk. Daarom zet ik hier een paar helpende tips. Voor een goede tongbreker zou je gebruik kunnen maken van moeilijke klanken zoals br, str of spr. Woorden die veel op elkaar lijken zijn ook handig. Ook goed is om één woord zovaak te gebruiken dat je begint te struikelen. Het gemakkelijkste is om in de zin de meeste woorden te laten beginnen met een dezelfde letter. En dan blijft er ook nog over dat je woorden zo lang en moeilijk zijn dat je niet meer kunt volgen. Zo, nu heb je de tips gelezen. Nu kun je aan je tongbreker beginnen. Als je vast komt te zitten, laat je dan inspireren door klassiekers als Liesje leerde lotje lopen of Zeven Zaventemse Zotten. Als je hem klaar hebt, laat hem me dan eens zien aan mij via Reacties, wat onderaan het tekstbericht staat.
Verhalen schrijven is een leuke maar ook lastige karwei. Hier vijf tips die je kunnen helpen om het wat gemakkelijker te maken.
Tip 1: Voordat je aan je verhaal begint moet je een soort type verhaal hebben. Ik zal een paar voorbeelden geven. Wordt het een mooi magisch sprookje of meer iets met science-fiction? Zal het een ongeloofwaardige mythe zijn of een waargebeurd levensverhaal? Maak je er een angstaanjagende thriller van of een romantisch liefderomannetje? Is het één lang verhaal of een bundel van kortverhaaltjes? Als je hiermee begint, zit je al goed. Tip 2: Je moet weten wat er gaat gebeuren in je verhaal. Kies een hoofdrolpersonage of meerdere hoofdrolpersonages en maak een lijst van wat ze allemaal gaan beleven. En werk de personages uit. Hoe zitten ze in elkaar? Wat zijn hun karakters? En waartoe zijn ze bereidt? Wat ook belangrijk is is hoe het verhaal verteld wordt. In de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd? Wordt het vertelt door een ik-figuur of een buitenstaander. Of zijn er meerdere vertellers die om de beurt hun verhaal vertellen? Tip 3: Nu kun je beginnen met aan je verhaal te schrijven. Gebruik hierbij je lijst van gebeurtenissen, dat is al een grote hulp. Verzin personages bij en probeer alles goed overtuigend te schrijven. Let op details en je taalgebruik. En onthoud goed, de lezer moet zich het verhaal echt kunnen voorstellen, dus hou het geloofwaardig. Hiermee heb je al het grootste gedeelte van je verhaal af. Tip 4: Je verhaal is bijna concreet. Nu moet je nog de tweede en de derde versie maken. De tweede versie is het afwerken van dingen waar je niet helemaal tevreden over bent. Blijf dat volhouden totdaat je weet dat het gewoonweg niet beter kan. De derde versie is de taalcheck. Je verbetert je spellingsfouten en controleert je zinsbouw. Als alle schrijffouten er eenmaal uit zijn, dan is je verhaal af. Maar toch nog een allerlaatste tip. Tip 5: Schrijf je titel pas op het einde van je verhaal. Dan weet je beter wat er uiteindelijk van het verhaal is geworden. Je moet je lezer ook proberen uit te nodigen met je titel. Als iemand een verhaal kiest kijkt die altijd eerst naar de titel. Als die wordt goedgekeurd, gaat de lezer het verhaal misschien overwegen. Dus niet vergeten: de titel is iets heel belangrijk en denk er dus goed over na.
Zo, dit zijn alle tips. Wanneer je een verhaal moet schrijven, denk er dan goed aan, misschien komen ze wel van pas. Ik hoop dat je er veel van hebt bijgestoken en veel succes met je verhaal.
Wie ben ik? Misschien denken jullie dat ik een machine ben, die gewoon doet wat mensen hem opvragen? Of anders denken jullie dat ik een bedrijf ben, waar allemaal mensen zijn die aan deze website werken? Wel, als jullie het willen weten, ik ben Lennert R. Laat ik nu even iets over mijzelf vertellen. Ik ben geboren op negentien januari 2001 en ik woon in Dilbeek. Ik heb een lieve mama en een lieve papa en een iets oudere zus. Mijn hobby's zijn lezen, schrijven en computeren. Niet zo gek dus dat ik met deze website begon. Omdat ik dus zoveel van schrijven hou maakte ik dus de Schrijversblog, een website voor opkomende schrijvers, mensen die niet weten hoe ze een verhaal moeten schrijven of gewoon mensen die deze website per ongeluk zijn tegengekomen tijdens het googlen. Nu weet je wie ik ben.
Degenen die deze site bezoeken willen waarschijnlijk weten wat er hier valt te doen. Wel, dat ga ik jullie nu eens rap duidelijk maken. Bij het thema "Recensies" kun je zien welke boeken wij u aanraden en een recentie. Er is ook het thema "tips voor beter te kunnen schrijven" waarin je tips krijgt voor het maken van een opstel, een gedicht of een verhaal. Dan zijn er ook nog thema's met gedichten, zoals "Poëzie en gedichten", en voor Kortverhalen moet je de series bekijken.