Ik heb twee poezen: Babs en Floor. Babs is een kleine grijze kat, die niks liever doet dan buiten rond te rennen. Floor daarentegen, is zelfs te lui om nog maar uit haar mand te komen. Over haar gaat dit gedicht.
Een ongewone vriendin
Mijn beste vriendin heeft veel haar. Met slapen is ze nooit klaar. Als ze kwaad is, begint ze te klauwen. Maar het is onmogelijk om niet van haar te houwen. Mijn beste vriendin slaapt in een mand. Ze heeft wel een staart, maar geen hand. Mijn beste vriendin is een miauwende schat. Het is mijn allerliefste, kleine schat.
Ik hou ervan om gedichten te schrijven. Dat is al sinds mijn negen jaar. Dit is één van de gedichtjes dat ik heb geschreven. Misschien ga ik er nog meer laten zien.
De krokodil
Indat cafeetje daar zit Grote Jan. Die kan nogal wat vertellen, man! In één, twee, drie, het is echt waar, heeft die een verhaaltje klaar. Jan zei: ik kwam eens extra vroeg thuis van het werk op een dag. En je kunt niet raden wat ik toen zag. Het is niet dat ik het graag wil, maar in mijn woonkamer stond een krokodil! Hij had belletjes in zijn oren en de soepjurk van mijn vrouwtje aan. Ik vroeg: "Wat heb je met men vrouw gedaan?". Maar herken je me dan niet?' vroeg het beest. Ik ben het, je vrouwtje, ik ben naar de coiffeur geweest!