Goeiemiddag! Momenteel zitten we in Thailand! Bangkok!
Het is een tijdje geleden sinds onze laatste post aangezien internetten hier niet altijd evident is. De tekst is ook es jammerlijk verloren gegaan! Herschrijven had wat voeten in de aarde! :-)
Vanaf deze week hebben we een klein laptopje dus updaten zal veel frequenter gebeuren!
Dit is een lang verhaal, maar ik denk toch wel de moeite! dus eventjes de tijd nemen om het volledig te lezen! Het heeft bloed, zweet en bier gekost!
Vele avonturen .... Veel leesgenot!
Kathmandu, 21 november
xml:namespace prefix = o />
Toen we de grens met Nepal overstaken en het zonverwelkte Indie achter ons lieten werd heel snel duidelijk dat Nepal tegemoet zou komen aan onze hunker naar natuur en avontuur.
U zal zien dat ik bij het beschrijven van dit land superlatieven te kort kom. Het is voor de reiziger een waar paradijs, maar toch is het van heel groot belang om niet te vergeten dat de inwoners van dit kleine land reeds decennia lang in grote armoede leven en recent nog het slachtoffer waren van extreme politieke onrust.
Als reactie op de falende democratie verklaarden de Maoisten, een communsctische splintergroepering in 1996 een Oorlog van het Volk. Hieropvolgend legde deze beweging de voormalige regering een 40-punten charter voor ter bevordering van de levensstandaard en voor de herstructurering van het schoolsysteem.
Toen in 2001 de regering un Kathmandu nog steeds geen gehoor gegeven had aan de eisen, startten de Maoisten represailles. Deze zouden het land de komende 7 jaar in de ban houden, met 13000 dodelijke slachtoffers tot gevolg.
In 2008 sloeg een geteisterd Nepal de weg van de hoop in. Met de verkiezing van de Communistische Partij van Nepal was de Federale Republiek Nepal een feit en kwam er een eind aan alle geweld. De koning werd afgezet en in de bergen keerde de vrede terug.
De Nepali heeft vandaag weer reden tot optimisme, al blijft het wachten op concrete sociale veranderingen en economische groei in de achtergestelde gebieden.
***
De eerste busrit bracht ons van de grenspost met Indie naar het zuidelijk gelegen stadje Tansen. Slingerend door het robuuste, subtropische landschap namen we voor de eerste maal de adembenemende pracht van dit door de Himalaya bekroonde land in ons op.
We werden overdonderd en begrepen snel waarom dit uberland met zijn dromerige hoofdstad Kathmandu het Walhalla is voor wereldreizgers, avontuursnobs en verdwaalde hippies.
Het is een beest van een land, een prachthengst met groene valleien en grijswitte pieken, bananenbomen, kletsende riviertjes en wulpse watervallen.
Logischerwijze verlengden we na enkele dagen proeven onze Visa met 20 extra dagen. We zouden ons laten meevoeren op het zwoele ritme van deze zalige bergnatie.
Ziehier een afdruk van de afgelopen weken...
Na de Indische bakoven gingen we op zoek naar een dosis gezonde beschaving, een frisse neus en vooral een grote portie avontuur.
Aangezien we Watte en Vercauteren heten zien we het dus gigantisch groot. Het plan wordt opgevat om een 3-weekse trekking te doen richting het Base Camp van de Mount Everest, zoals u weet de hoogste piek ter wereld.
Aangezien we fysiek hoegenaamd niet voorbereid waren leek het pienter om van start te gaan met een wat lichtere trekking richting het Base Camp van de Annapurna, een andere gevreesde 8000-er. We zouden voor de eerste maal de strijd aangaan met de hoogte en stelselmatig gewenning met de Himalaya kweken.
De Himalaya, s werelds meest impressionante bergketen, tientallen 7000- en 8000-ers tellend, ontstond 50 miljoen jaar geleden door een botsing tussen de Indische en de Euraziatische Continentale platen. Dit schiep ons een wondermooi subcontinent en extreem varierend wandelgebied. Onze kodak zal zijn tenen mogen uitkuisen!
De start van de Annapurna Sanctuary Trekking ligt nabij Pokhara, de tweede stad van Nepal, gelegen vlakbij de Tibetaanse grens. De transfer hiernaartoe zullen we niet snel vergeten.
Aangekomen bij het busstation drong door dat dit geen doorsneerit pleegde te worden. De bussen zaten afgeladen vol, met zelfs een twintigtal Nepalezen op het dak samengeperst!
De eerste bus lieten we voor wat het was en wijselijk besloten we de volgende af te wachten. Toen die een uurtje later ook barstensvol kwam aangezoefd, hadden we geen andere keuze. Langer wachten zou nutteloos blijken, dus namen we met een ei in de broek plaats op het volgepropte dak.
We bevonden ons nu bovenop de vastgegespte bagage. Sarah op de rand van de bus naast een lokale geit, ik wijzend met het aangezicht naar de achterzijde van de bus. De onderliggende bagage was onze enige houvast.
Niet volledig op ons gemak zette de bus aan en brak bij ons spontaan het koudzweet uit.
Vier lange uren brachten ons langsheen diepgroene valleien en angstaanjagende dieptes. We beklommen ruige heuveltoppen die uitgaven op de meest fantastische vergezichten. Meesterlijk! Sarah zou gedurende de hele rit fungeren als seingever voor de naderende takken. Tot onze grote verbazing kwam de busbegeleider in volle gallop de kaartjes op het dak verkopen! Met de haren in de wind en een serieuze ervaring rijker arriveerden we uiteindelijk in Phokhara.
Op weg gezet door de goede raad van enkele backpackers die net de trekking in het Annapurnagebied achter de rug hadden, besloten we zonder gids of drager de tocht aan te vatten. Rekenend op mijn ervaring in de Europese bergen trokken we volledig bepakt en voorzien van een topografische kaart richting het startpunt van de trekking, het gehucht Phedi.
***
Phedi, 13 oktober
De eerste dag ligt ons doel in het kruimelige bergdorpje Tolka, gelegen op 1840 meter hoogte.
Een eindeloze steile trap brengt ons doorheen woeste jungle en heist ons over de eerste heuvelruggen. Na enkele uren verwoed ploegen bereiken we afgepeigerd een door bamboebos omzoomd plateau, afgewerkt met azuurblauwe bergmeertjes.
De eerste confrontatie met de Himalaya is hard, de zon brandt op onze huid, we baden in het zweet. De spieren staan reeds strak gespannen en we realiseren ons goed dat dit varkentje nog niet gewassen is. Gelukkig is er geen doeltreffender elexir dan dit wondermooie landschap. Dus we zetten door, zullen onszelf overtreffen en finaal het Annapurna Base Camp halen!
Bij het vallen van de avond bereiken we doodvermoeid Tolka. Enkele ogenblikken later vinden we onszelf terug in een sobere lodge, omringd door puffende lotgenoten van overal ter wereld. Het avondeten wordt opgediend, de spieren zijn ontstoken en de oogleden wegen zwaar.
Eens het deugddoende maal verorberd zoeken we snel de warmte van onze slaapzak op. We hopen op een herstellende nacht en een gestaag groeiende conditie...
De vorige nacht was stevig koud, want eenmaal de zon verdwijnt dalen de temperaturen hier in de bergen fors. De vele tochtgaten in ons kamertje creeerden een echt buitengevoel. Dit zal standaard zijn, zeker nu we verder het hooggebergte intrekken.
Vandaag maken we kennis met enkele sherpas, velen onder hen van middelbare leeftijd, gehesen in tienerlichaampjes. Deze dappere bewoners van de Gurungvallei worden ingezet voor het transport van levensmiddelen en expeditiematerieel tussen middeleeuwse bergdorpjes en hooggelegen trekkerslodges. Vaak vervoeren ze meer dan 100 kilo op hun rug, wilde bergpassen beklimmend. Ze stormen gekartelde bergwegeltjes af zoals u en ik thuis de eigen trap afrazen. Het zijn echte berggeiten. Vele toeristen huren hen in voor het dragen van de bagage. Vaak worden ze uitgebuit en schandalig overladen. Wij zijn terecht fier dat we onze bagage zelf dragen.
We glippen langs overstroomde beekjes, doorkruisen bloeiende rododendronbossen, balanceren op glibberige boomstammen en steken zo schuimende bergrivieren over. We zien de gekste beestjes, kleurrijke vlinders en hondsgrote insecten J. De zeldzame Langur, een grijswitte aap met zwart gezicht, bespiedt ons vanuit zijn natuurlijke habitat. Ik keur op mijn beurt de prachtige Nepalese boerendochters, ze dartelen hier in groten getale rond.
In Deurali, op dag drie, heb ik voor de eerste maal te maken met lichte symptomen van hoogteziekte. Sarah lijkt geen last te hebben.
Alle lodges blijken volzet, tot de eetzalen toe. Dit komt doordat het Everestgebied door slecht weer niet bereikbaar is en alle klimmers daardoor richting het Annapurnagebied komen afgezakt.
Ondanks de hoofdpijn en het feit dat ik me vrij afwezig voel zijn we genoodzaakt om verder te trekken richting Macchapucchre Base Camp (3700 m).
Ik neem een niet geheel berekend risico en in een absoluut honderweer zetten we onze weg naar boven verder. De regen valt met bakken uit de hemel, een donkergrijs wolkenveld sluit ons geheel in, de laatste doorweekte berggeit springt schichtig de struiken in. Waar zijn we in godsnaam mee bezig??
De neerslag slaat in ons gezicht, de krachtige wind beukt op ons in en wil ons de berg afzuigen. We houden stand, meten ons de Belgische regengrimas aan en gaan tot het bittere einde. Dit is kicken!
Eindelijk bereiken we Macchapucchre Base Camp.
Ik aan kop, Sarah in mijn spoor.
Uitgeregend en bijna krachtenloos ontdoen we ons van de rugzak, die nu loodzwaar weegt.
Sarah lijkt overreden door een tram, maar ze doet dat goed. Op het einde wacht namelijk het diploma van Flinkste Bergmuis van Belgie.
We hebben vandaag 1500 meter geklommen, een calvarietocht, maar we bevinden ons nu boven het wolkendek en de immense Macchapucchre lacht ons toe. Ik geloof dat de Macchapucchre, wat vissenstaart betekent in het Nepalees, een van de knapste bergen moet zijn die we de komende weken zullen te zien krijgen. Zn prachtige vissenstaart, goudverlicht door de ondergaande zon, dreigt de hemelsblauwe lucht te doorprikken.
Ik blijk twee vrienden te hebben meegebracht naar deze grote hoogte. Nauwkeurig verwijder ik twee kanjers van bloedzuigers van mijn onderbuik.
Het slaapkwartier ligt afgeladen vol, dus nemen we plaats tussen de sherpas in de vochtige eetzaal. Morgen wacht het Annapurna Base Camp. We zullen enkele uurtjes slapen en in het holst van de nacht het laatste deel van de tocht aanvatten...
Na een te korte nacht zetten we aan richting ons einddoel. Volledig ingepakt en voorzien van een hoofdlamp gaan we het duister tegemoet. We zijn, naast een flikkerend lichtje in de verte, de enigen die reeds op pad zijn. We leerden dat na zonsopgang de lucht zich snel met dikke wolken vult, dus willen we dit voor zijn. Bij het krieken van de dag willen we het Annapurna Base Camp bereiken en zo ongestoord van het magistrale zicht op de gehele Annapurnarichel genieten.
De maan verlicht de gladde zwarte rotsen en wordt weerspiegeld in het donkere water van een stille bergloop. De glinsterende ochtenddauw omhult het natte landschap. De wind snijdt, de grond voelt klef aan onder onze voeten. De hoogte drukt op onze borst, bewegen gaat nu langzaam. We voelen ons echte alpinisten.
Het begint te schemeren, achter ons komen de eerste wolken het dal ingerold.We houden een constant tempo aan en bereiken snakkend naar adem het Annapurna Base Camp (4130 m). We zijn uitgeput, maar uiterst voldaan!
Voor ons liggen enkele van s werelds meest spraakmakende wolkenkrabbers, verspreid over een heerlijke richel, badend in de rode gloed van de opkomende zon. Het is adembenemend! Gewoonweg fantastisch! Dit moet een van de mooiste plekken ter wereld zijn!
We laten het fototoestel spreken.
Na een half uur komen de wolken aanzetten. Vele klimmers komen te laat en missen het spektakel volledig.
We overnachten 1x op het ijskoude Base Camp en beginnen dan aan een afdaling die naar schatting drie dagen in beslag zal nemen.
Naya Pul, waar de bus wacht, ligt bijna 3000 meter lager. Het temperatuurverschil bedraagt 30 C. We zeggen adieu aan dit sprookjesachtige landschap. De minuscule dorpjes Khimrong Khola en Dovan zijn het vermelden waard. Hier voelen we ons eeuwen terug in de tijd.
Totaal vermoeid bereiken we op dag acht de eindmeet. Het chaotische Naya Pul verwelkomt ons weer in de bewoonde wereld. Lang leve de onherbergzame natuur!
***
Pokhara biedt de nodige rust. We verblijven in een proper kamertje met groot bed en kabeltelevisie. Jef Vermassen doet op BBC de Parachutemoord uit de doeken. De hete douche is hemels, we laten het lichaam herstellen.
We zijn klant in verschillende Westerse cafes en tafelen met Franse rode wijn en een bloederige steak.
Het is tijd om onszelf even te verwennen. We wagen ons aan een 3-daagse olifantensafari in het Nationale Park van Chitwan, het grootste olifantenreservaat van Azie.
Met veel bombarie worden we per jeep naar het kamp temidden in de jungle geescorteerd. We voelen ons in ons element, in de verte loeit een buffel. Onze eerste echte safari!
Jammer genoeg hield het avontuur hier op. Welkom op de kinderboerderij.
We zouden luipaarden en hyenas te zien krijgen en misschien ook een Bengaalse tijger.
Wij hielden het bij een zwijn met kroost.
Ook gingen we twee maal vogelspotten. Dit moest een voltreffer worden aangezien het park 450 verschillende vogelsoorten telt. Helaas ging de interesse van de gids, omschreven als een echte kenner, uit naar de medische planten voorradig in het bos.
Uiteindelijk kregen we wel 1 Indische neushoorn te zien, die schijnt dagelijks te baden in de poel om de hoek.
Na ons kamelenavontuur in Indie moesten we beter geweten hebben! We besluiten verder op deze reis geen dieren meer te bestijgen!
Onze weg vervolgt zich naar Kathmandu, waar we de laatste voorbereidingen treffen voor de Everesttrekking.
***
28 oktober, vliegveld Kathmandu
Het gebrul van de motoren neemt toe.
Schuddend aanschouwen we de mistige contouren van de luchthaven. De propellers hakken in op de ochtendnevel. De landingsbaan kleurt donkerrood, de eerste zonnestralen verdrijven de koele ochtendlucht.
De piloot communiceert een laatste keer met de verkeerstoren en hier gaan we dan. Gierend over het tarmac zetten we aan richting Himalaya. Het sportvliegtuigje acteert onrustig en kreunt terwijl we het luchtruim kiezen. Kathmandu wordt snel kleiner, we snorren richting wolkendek. De adrenaline giert door de keel.
We vliegen richting Lukla, het beginpunt van vele Everestexpedities.
Dit grijze bergdorp, gelegen midden in het Himalayamassief (2800 m) beschikt over een minuscuul luchthaventje met een bedenkelijke reputatie. Slecht weer maakt landen hier extreem moeilijk, maar aangezien dit de enige aanvlieghaven is in dit onherbergzame gebied hebben we geen andere keuze.
Nu we op maximale hoogte vliegen hangen de rozige mistslierten laag onder ons. De rijzige pieken doemen op vlak naast ons. Ik zit op mijn gemak, genietend van het magistrale uitzicht. De stewardess kruipt als het ware voorbij en biedt ons elk 1 snoepje aan.
Er zijn in totaal 7 passagiers en niet iedereen is er even gerust in. Om de haverklap wordt een kreetje geslaakt. Sarah kleurt langzaam groen.
Tegen een gezapig tempo zoeven we het beeldschone landschap voorbij, soms niet zo gek ver verwijderd van de dreigende grijsbruine rotswanden. Een sporadische luchtzak maakt van dit alles een gezellig boeltje.
Ik betrap Sarah op duchtig afremmen, al was er een rempedaal.
Na 25 minuten duikt voor ons de landingsstrip op. Met een weergaloze zwiep weet het pilotenkorps ons op deze veredelde straat neer te poten.
DIT WAS KICKEN!!!
We gaan 3 weken trekken. Het doel is het Base Camp van de machtige Mount Everest.
Om de grote massa stappers te ontlopen zetten we koers richting Gokyo Valley, een zijvallei van het Sagarmatha Nationaal Park.
We zullen navigeren langsheen de hoogst gelegen meertjes ter wereld en de gevreesde Cho La Pass oversteken om uiteindelijk aan de voet van de Everest te belanden.
Ook deze trekking doen we zonder drager of gids. We zullen een uitzondering blijken.
Zonder begeleiding naar het Everest Base Camp klimmen, een fantastisch idee!
De Annapurnatrekking werpt zijn vruchten af. We voelen ons fit en de beenspieren staan strak.
Dag 1 gaat richting Namche Bazaar, de rokerige transitzone waar alle legendarische bergbeklimmers ooit hun expeditie startten.
In Namche Bazaar voelen we de specifieke Everestsfeer waar zoveel over gelezen en geschreven wordt. Het grijpt ons bij ons de keel. De overweldigende Himalaya heeft ons in zijn macht. We staan op het punt om gevaarlijk mooi territorium binnen te trekken en in totaal ongeveer 3000 meter te stijgen. We plannen het kalm aan te doen om de acclimatisatie goed te laten verlopen.
Na een dag rust in Namche gaat het naar Khumjung (3780 m). Ondanks onze voorbereiding knaagt de hoogte. We hebben allerlei kleine kwaaltjes en besluiten na enkele uren stappen halt te houden. We zijn duidelijk overladen.
In onze barkoude barak doden we moeizaam de tijd.
Wanneer het s avonds hard begint te sneeuwen, schuiven we aan bij een stoof voor het avondmaal. Buffelstront dient als brandstof. Khumjung lijkt compleet verlaten...
Snel doven de laatste lichten. Betlehem is onze enige optie. Buiten is het doodstil.
Bij het ontwaken blijken we totaal ondergesneeuwd. Dit is hartje Himalaya en vandaag moeten we verder omhoog. Het is nog halfduister en we zullen moeten uitkijken naar voetsporen en deze trachten te volgen. We banen ons een weg door de eerste sneeuw en laten de Sir Edmund Hillary School, een vaag optrekje, links liggen.
Sir Edmund Hillary was de eerste mens die ooit de top van de Mount Everest bereikte en investeerde later fors in de ontwikkeling van de Everestregio.
Deze mistige dag heeft iets onwerkelijks, we krijgen kippenvel als we bedenken waar we ons momenteel bevinden. De verse sneeuw kraakt onder onze boots. We zien slechts 100 meter ver en hebben het gissen naar wat nog komt. Dit ronduit mystieke landschap is gewoonweg betoverend. Hier zijn wij de ondergeschikten, compleet nietig, de natuur is de baas. Vanaf nu wordt het opletten geblazen.
Gladde paden leiden ons langs besneeuwde bergwanden. We beklimmen bevroren trappen en spekgladde rotspartijen. Een enkele doornige plant met rode bessen breekt de witte stilte. Er is niemand te bespeuren, ook alle dieren lijken te slapen. We zijn met zn twee hier in de leegte. We stijgen tot 4360 meter. Onze handen en voeten zijn gevoelloos. We beperken de slippartijen en bereiken s namiddags Luza.
De volgende dag...
De stralende zon warmt onze stijve gewrichten op. De lucht is volledig opgeklaard. De sneeuw smelt snel, ijzige bergriviertjes meanderen grillig door de vallei, die stilaan ontwaakt. We zijn omsingeld door reusachtige bergen en steile rotspartijen. Het is werkelijk adembenemend.
Mijn felle hoofdpijn van de dag voorheen is nu weg. Door het vochtige koude weer vergat ik genoeg te drinken. Bij zulke inspanningen is het belangrijk om 5 liter water per dag te drinken, om dehydratatie tegen te gaan. Het verse sneeuwwater, dat we zelf zuiveren, is ook moeilijk te drinken aangezien het ijskoud is. Sarah heeft al enkele dagen last van buikloop. Dit is nefast voor de krachten.
We moeten richting Gokyo vandaag (4790 m).
Nog steeds trekken we met ons tweetjes, de Himalaya als enige bondgenoot. We doorkruisen het dorbesneeuwde landschap en ontmoeten sporadisch zwaar beladen sherpas of een eenzame monnik in roodgele tuniek.
Het is een lange dag stappen en we bevinden ons nu hoog boven de boomgrens. Tegen valavond bereiken we de hoge meren van de Gokyovallei. Deze drie turquoise meertjes zijn een streling voor het oog. Arenden en andere waterkiekens cirkelen boven de gletsjermeertjes. Er moet dus wel degelijk leven te bespeuren zijn in deze koude wateren.
Het houterige Gokyo ligt geplakt aan het derde en grootste meer. Hier zullen we de nacht doorbrengen. We slapen in een oerbasic kamertje in een voorhistorische lodge. Boven ons torent de Gokyo-Ri, de 5357 meter hoge piek die morgen op ons programma staat.
De Khumbubevolking is vriendelijk en behulpzaam, maar de eigenaars van deze lodge zijn boers en ogen heel dom.
Half bevrozen worden we wakker in ons houten optrekje, een plastiek zeil diende als raam. We maken ons op voor de beklimming. Dit wordt het eerste echte hoogtepunt van de trekking.
Onderweg gaat de zon al snel branden, er is een nijpend tekort aan zuurstof. Er zijn nog klimmers op weg naar de top. De afstand tussen ons en de andere groepjes verkleint of vergroot niet. Iedereen wordt belemmerd door de grote hoogte en heult zichzelf tergend langzaam opwaarts.
Na 2,5 uur zwoegen halen we totaal afgepeigerd de onbesneeuwde top. We bevinden ons op bijna 5400 meter en worden overvallen door het prachtige uitzicht.
Voor ons ligt het oppermachtige Himalayagebergte wijd uitgestrekt. Zo ver het oog reikt rijten majestueuze pieken de blauwe lucht open. Oneindige witte sneeuwvelden absorberen zwarte rotsformaties. Dit valt gewoon niet op camera vast te leggen.
In de verte prijkt de almachtige Everest. Hier wordt duidelijk dat de aarde rond is. Amen.
De Gokyo-Ri heeft ons behoorlijk afgemat, dus besluiten we een dag uit te rusten. Om aansluiting te vinden met de Everest Base Camp route moeten we de Ngozumbagletsjer en de Cho La Pass over. Aanvankelijk stond de Ngozumbagletsjer niet op het programma. We zweren steeds bij onze routekaart, maar maken voor 1 keer een uitzondering, aangezien de gletsjerweg ons enkele dagen stappen zal besparen.
Het moet doenbaar zijn en het lijkt hoegenaamd niet gevaarlijk. Regelmatig zien we groepjes verdwijnen richting de ijsmassa. Enkele vergrijsde Japaners hebben schijnbaar moeiteloos de gletsjer verteerd. We besluiten de gok te wagen.
De gigantische gletsjertong splitst de vallei in twee en reikt tot aan de voet van het dal. Op het eerste zicht lijkt de oversteek niet gevaarlijk. Stijgijzers zijn in deze periode van het jaar niet nodig. We balanceren bovenop de steenmassa en volgen een nauwelijks zichtbaar padje. Rondom ons is er een constant gekraak van vallende stenen en schuivende rotsen. Dit maakt ons super alert. We bevinden ons op de enige begaanbare strook en hopen snel de overkant te bereiken.
Het begint zo ongeveer te dagen dat het doorkruisen van de gletsjer een slecht idee was. Terugkeren lijkt ons stom, aangezien we er ons reeds middenin bevinden. Vanzelfsprekend is er in de verste verte geen te kat te bespeuren. Het is nu ongelofelijk belangrijk het pad niet uit het oog te verliezen. De strook wordt steeds moeilijker te onderscheiden en geleidelijk dalen we af tussen de rotsheuvels. Na minutenlang zakken zijn we het pad kwijt. In de verte zien we enkele voetstappen en besluiten die te volgen. Voor we het beseffen belanden we middenin een grote krater. We zijn afgeweken van de route en weten niet meer waar we zijn. Het is moeilijk ons te orienteren want 360 graden rondom ons lijkt alles identiek. Eindeloze ijsrotsen komen op ons af, een claustrofobisch gevoel overvalt ons. We zwieren de rugzakken af en ik klim naar de bewegelijke top van een berg rotsen. Ik zie links en rechts van mij, op enkele honderden meters afstand, beide kanten van de gletsjer. Het is nu heel belangrijk het hoofd koel te houden en de kalmte te bewaren. Hoe zijn we hier in hemelsnaam verzeild geraakt?
Niet elke rotspartij is begaanbaar. Het risico om steenlawines te veroorzaken is groot. We beklimmen enkele rotshopen, maar glijden steeds terug. Dit is een bescheten situatie. De rugzak weegt nu heel zwaar, het zweet parelt op het voorhoofd. We zitten hier gevaarlijk vast, het hart bonkt in de keel. Het is nu verboden te panikeren! We moeten het erop wagen en beklimmen hand in hand een veilig ogende massa, het lichaam dicht tegen de stenen geperst, elke beweging sterk afwegend. We zijn nerveus en durven haast niet te bewegen. Maar we moeten omhoog! Soms de wanhoop nabij. Na tientallen minuten speuren naar een herkenningspunt in deze aartsgevaarlijke massa menen we in de verte een saai stuk rots te herkennen. De opluchting is groot, vermoeid blazen we even uit vooraleer we de laatste verraderlijke meters afleggen. We zijn gered!
In de Himalaya zijn wandelpaden niet aangeduid zoals in Europa, slechts af en toe vind je opeengestapelde stenen als herkenningspunt. Dit was een verhakkeld, compleet waardeloos pad. Vanaf nu vertrouwen we enkel nog onze kaart!
We steken met gemak het laatste deel van de gletsjer over en bereiken al bij al snel Dragnag (4700 m).
Vannacht krijgen we de meest prachtige sterrenhemel ooit te zien. Dit is waarvoor we gekomen zijn: niet te schatten schoonheid.
We ontwaken opnieuw in het hart van de Himalaya. Het vriest dat het kraakt, de thermometer wijst -10 C, er is een stevige wind.
We hervullen onze flesjes aan de half bevroren rivier en na een een kwartier hebben we ijsblokjes. Goed ingeduffeld klimmen we tot aan de voet van de Cho La Pass. Een kudde langharige yaks marcheert vastberaden doorheen het desolate landschap. De vele gebedsvlaggetjes, zo typisch voor Nepal en Tibet, dansen op het ritme van de wind. Deze zijn beschreven met mantras (gebeden) die meegevoerd op de wind de goden bereiken.
Het is bijna middag wanneer de Cho La Pass (5470 m) voor ons opduikt. De pas was tot gisteren afgesloten wegens ontoegankelijk door de sneeuwval van vorige week. Er was ons verzekerd dat de Cho La een makkie was, maar hier voor ons ligt een ruige steenmassa. De enorme restanten van een gigantische steenlawine. Dit lijkt gekkenwerk!
Met het hachelijke avontuur vers in het geheugen overwegen we een alternatieve route te volgen. Dit zal ons 4 dagen extra stappen opleveren. We eten onze lunch en overzien het plan.
Vier uiterst zeldzame Belgen bereiken eveneens de voet van de pas. Het zijn 50-ers uit Kortrijk, vergezeld van twee Nepalese gidsen. We besluiten hen toch de Cho La op te volgen. We kruipen de laatste 300 meter letterlijk naar boven. Deze route wordt wel degelijk weergegeven op kaart maar blijkt halverwege echt gevaarlijk. De extra last op onze rug maakt dit een heet standje. We bevinden ons momenteel op de set van pakweg Cliffhanger en u zou het ons vergeven moesten we hier in onze broek schijten. We doen het niet, worden 1 met de overhellende rotswand en hijsen ons uiterst moeizaam naar boven. Loszittende stenen schuiven van onder onze voeten de diepte in. De top is bedekt met sneeuw en ijs. Op handen en voeten leggen we de laatste meters af. Slippen betekent vrije val. Ik duw Sarah naar boven, zoek met mijn voeten steun op een ijsvrij stuk rots en eindelijk halen we de bovenkant van dit stuk onheil. De Kortrijkzanen lachen ons toe, blijkbaar onvermoeid. Het is een feit dat onze rugzak een extra last is.
Het moeilijkste lijkt nu voorbij, maar niets is minder waar.
Aangezien we langs de zonnekant naar boven gekomen zijn moeten we nu langs de achterkant afdalen. Deze zijde is nog steeds bedekt met sneeuw en ijs! Onder ons wacht een reusachtige sneeuwvlakte en een groot ijsmeer. De eerste 30 meter gaat over spekgladde rotsen steil naar beneden. Dit is werkelijk angstaanjagend.
Terwijl Sarah nog vrolijk staat te keuvelen besef ik dat dit het zwaarste deel totnogtoe wordt.
Ik ga eerst, Sarah volgt na mij. Ik vind nauwelijks houvast en bevind mij op heel slipperig terrein. De enige weg is werkelijk loodrecht naar beneden. Sarah begint de afdaling en de moed zinkt haar al snel in de schoenen. Ze verliest de controle en bevindt zich nu in een heel ongemakkelijke pose op ijsrotsen. Met al men kracht hou ik haar tegen, ik zit op mijn knieen op een schuine rots. Ik hel over, mijn rugzak trekt mijn lichaam naar beneden. Om Sarah te kunnen blijven vasthouden en ons samen veilig naar beneden te loodsen gooi ik mijn rugzak de diepte in. Eens hij de grond raakt rolt hij ver en stopt op amper enkele centimeters van het ijsmeer. Hier hangen we 20 meter boven de puntige grond, naar schatting 5400 meter boven zeeniveau. Gelukkig zijn de bergen mijn terrein en breng ik ons veilig naar beneden.
Tegen zonsondergang bereiken we Dzonghla. Het pad leidt ons via Lobuche naar Gorak Shep (5140 m). Dit is de hoogste plaats ter wereld met lodges voor trekkers. We bevinden ons aan de voet van de befaamde Khumbugletsjer. Deze verraderlijke gletsjer is het eerste echte obstakel voor Everestexpedities die een gooi doen naar de top. We wennen aan de hoogte en de ijle lucht en beklimmen Kala Patthar (5545 m) als laatste voorbereiding voor morgen: El Everest!
De tocht naar Everest Base Camp is vermoeiend. De vorige tien dagen eisen hun tol. De benen wegen zwaar en we gaan amper vooruit. Voor ons daagt de keizer van de Himalaya terug op: de Mount Everest.
De Himalaya zuigt de laatste krachten uit ons vermoeide lijf. Eindelijk bereiken we na enkele uren klimmen het kale Everest Base Camp. Het zuurstofgehalte bedraagt hier slechts 50%, tegenover 100% op zeeniveau. We hebben het eindelijk gehaald!! Een droom komt voor beiden uit. De magie van de Everest overvalt ons. Met wijd opengesperde ogen staren we naar de Lhotse, de Pumori en de Khumbu Icefall die uit haar voegen treedt. Wat een verbluffend spektakel! Dit uitzicht moet verlammend werken voor alpinisten die echt naar de top willen klimmen. Het moet een gigantisch schitterend gevoel zijn om daar helemaal bovenaan op de hoogste top ter wereld te staan. Misschien kom ik daar wel nog voor terug.
***
Ons doel was verwezenlijkt! De Everest was getemd.
Het was nu zaak om zo snel mogelijk terug naar Lukla af te dalen en van daaruit naar Kathmandu te vliegen.
De 4-daagse tocht neerwaarts liep voorbij Tengboche, met zijn boeddhistisch monnikenklooster, een parel diep in de Himalaya. Langzaamaan keerden we in de bewoonde wereld terug. We genoten van het mooie weer. Reddingshelikopters vlogen af en aan. We zagen menig klimmer afgevoerd per helikopter, velen onder hen slachtoffer van de grote hoogte. Wij hadden het er goed vanaf gebracht!
Compleet voldaan en snakkend naar een goed bed en warme douche bereikten we Lukla. De volgende dag zouden we naar Kathmandu vliegen.
Het draaide eventjes anders uit.
Tijdens onze laatste nacht in het hooggebergte begon het flink te regenen. Een dik wolkendek strooide roet in het eten en zou de komende 7 dagen het vliegverkeer volledig lam leggen.
Wij verbleven op dat moment onder de hoede van een bejaard Nepalees echtpaar in een eenvoudige maar propere lodge. We aten steeds met hen in het donkere keukentje met lemen kookvuur. Na enkele dagen onduldig wachten op beter vliegweer waren we niet weinig verbaasd toen de sympathieke man vertelde hoe hij 37 jaar geleden, toen hij met zijn schapen door de bergen zwierf, op grote hoogte de Yeti (De Verschrikkelijke Sneeuwman) opmerkte. Opa s ogen lichtten groen op en compleet ingenomen kregen we een wel heel correcte omschrijving van het mythische wezen. Oma keek haar echtgenoot met grote ogen aan en na 37 jaar brak het angstzweet nog steeds uit.
Het weer scheen er niet op te verbeteren en Lukla liep stilaan vol. Er waren nog steeds geen vluchten en alle lodges zaten nu overvol. Veel gestrande stappers betaalden grote sommen om per helikopter uit het stilaan chaotische bergdorp weggehaald te worden. Velen onder hen dreigden hun internationale vlucht te missen en zo veel geld te verliezen.
Wij besloten om de bergen zelf uit te stappen. Dit was wel overwogen, maar niettemin een gestoord plan.
Alle wandelgidsen omschrijven de route vanuit Lukla naar Jiri als het hardste stuk van de gehele trekking. Op 5 dagen zouden we in totaal 5000 meter hoogteverschil moeten verwerken. Amai!
Wij zetten een monsterprestatie neer en werkten het traject af in 3 dagen. We stapten van zonsopgang tot zonsondergang. We hebben afgezien! Afgezien in de meest complete zin van het woord! Verschrikkelijk! Onvergetelijk is een afdaling van 2000 meter en daarna terug 1000 meter fors omhoog. Trillende spieren. Gigantisch kicken en wondermooi!
Op het einde van onze krachten bereikten we Bandar, net voor Jiri. Van hieruit zouden we de dag erna de bus naar Kathmandu nemen.
We snakten nu zo hard naar het lekkere eten in Kathmandu en moesten al een week in de jacuzzi gezeten hebben. We droomden over prepare en mayonaise.
Met de voetjes omhoog installeerden we ons knus in de bus om zo in een tijdspanne van ongeveer 10 uur naar Kathmandu gebracht te worden. Ware het niet dat dit de meest verschrikkelijke busrit ooit zou worden. Vergeet el camino de la muerte in Zuid- Amerika. Dit is regelrechte terror en gegarandeerd de meest foute busroute ter wereld.
Met een muziekje in de oren en liefst nog een pils worden voor mij benauwde situaties nogal snel zeemzoet, maar ook hier veerde ik geregeld krijsend recht toen ik de genadeloze diepte onder ons zag gapen. Een waar feest!
Zoals u ziet leven wij nog! Dit is schitterend! U moet weten, een wereldreisje is speciaal, maar wees gerust, dit zijn de typische verhaaltjes die het pad van iedere wereldreiziger kruisen. Deze + volgende week zijn we er terug met foto s en verslagen van tibet en china!
Reacties op bericht (6)
11-02-2011
Prachtig
Hallo Sarah en Dries,
Amaai, ik heb terug genoten van jullie prachtige foto's en het mooie verhaal van jullie avonturen in Tibet.
Het is blijkbaar inderdaad een schitterend land maar voor zo'n trekking moet je denk ik een verdomd goeie conditie hebben. Gezien dit bij niet het geval is ga ik maar vanachter mijn computer meegenieten.
Jo liet ons weten dat jullie vonden al lang niets meer van zijn collega's gehoord te hebben. We hebben onder ons voeten gekregen
Maar wees gerust, we volgen jullie op de voet en worden regelmatig door Jo op de hoogte gebracht van jullie avonturen.
Dit moet toch echt wel een schitterende ervaring zijn en een verrijking voor de rest van jullie leven.
Dries, jij moet echt iets gaan doen met dat schrijven van jou zenne. Je hebt echt talent en Sarah meisje, ik kijk vol bewondering naar jou. Jij speelt het altijd klaar om eender waar en onder welke omstandigheden ook schitterend voor de dag te komen.
Tibet lijkt mij wel een land waar de tijd is blijven stilstaan. Prachtige natuur maar de mensen leven er precies nog zoals in de Middeleeuwen.
Geniet er nog maar met volle teugen van en tot binnenkort.
Timon speelde mij de link door van jullie prachtig geschreven avontuur. Er zit een rasverteller in jou Dries en ik bewonder jullie vermogen om door te zetten, af te zien en te genieten tezelfdertijd. Ik ga deze prachtige reis met veel plezier blijven volgen. Blij zo ook een beetje mee te reizen. Tot de volgende episode!
26-01-2011, 23:41 geschreven door bie vermeire
amaai!
Gulle maakt daar nogal wa mee seg, en prachtig geschreven, zit er precies middenin! Ondanks de vermoeidheid, pech toch positief blijven en genieten van al dat moois, chapeau! Doe zo verder, ongetwijfeld een levenservaring die niemand jullie nog kan afpakken en die jullie zal leren bij thuiskomst alles te relativeren. Proficat aan de schrijver en kan niet wachten op het volgende verhaal...Nog veel plezier en voorzichtig zijn hé ;-) Groetjes Sigrid & Kristof
26-01-2011, 11:03 geschreven door Sigrid &
25-01-2011
jawadde dadde
Hallo Dries en Sarah
Het is echt de max om jullie escapades te kunnen lezen. Ik zo op in het verhaal dat ik zelf bijna in mijn broek gedaan had.
Ik zou zeggen Dries en Sarah geniet nog verder van jullie prachtreis. Ik begin hier te peinzen dat jullie in topconditite gaan terugkomen. Als we nog ne keer een fietske gaan placeren dan gaat den dries (de berggeit van strijpen) ons allemaal voorbijknallen en enkel een doppler effect achterlaten mmmmEEEIIIIIhhhhh
25-01-2011, 15:02 geschreven door Edouard
manmijneman (op z'n Limburgs)
Een feest om lezen! De berggeiten en -muizen volledig in hun element zo te horen!
Schitterend!!!
Blijven gaan!
25-01-2011, 13:28 geschreven door Timon
24-01-2011
Nice
Met afgesneden adem brengt u mij naar een plek waar inspiratie en nostalgie welig tieren. Blijven genieten jongens!