We rijden drie keer de afslag naar de
camping voorbij voordat we die zien.
We staan met de camper zij aan zij met
andere campers die kort op de camping verblijven. Het is een keer wat
anders. We hebben alleen nog maar ruime plaatsen gehad, waarbij je
een behoorlijke afstand van je buren hebt.
De meiden gaan met Margo, het
Nederlands meisje uit Nijmegen in het meer zwemmen.
De volgende dag gaan we eerst naar een
markt. We krijgen de indruk dat de twaalf marktkooplui er voor hun
eigen wekelijks praatje staan. De eigenaar van sommige kraampjes zijn
niet te vinden omdat ze bij de andere kraampjes staan te kletsen. Wel
gezellig, we babbelen gezellig met hun mee.
We gaan maar even een ijsje halen na
die geweldige marktwandeling ;-)
Het schepijs is heerlijk en veel. Zo
veel dat Janneke haar ijsje niet op kan.
's Middags gaan we naar het toeristisch
informatiecentrum om te vragen wat we nog meer kunnen doen. Dat er
verschillende watervallen te zien zijn, weten we. Maar welke is nou
het leukste voor ons. Het wordt de beroemde Helmecken waterval, 40 km
verderop. Hij is werkelijk fantastisch. Ook de weg ernaar toe. Als we
daarna nog verder gaan, gaat de weg over op gravelweg. Eigenlijk
wilden we nog verder rijden, maar na 15 km op deze gaten kaasweg
maken we een wandeling bij Ray Farmers... We lopen rond een meer en
een plek waar vroeger een familie boerden. De ouders liggen er
begraven en er staan nog enkele planken omhoog, wat voorheen een stal
moet zijn geweest. De wandeling duurt volgens het boekje een uur. Wij
doen er anderhalf uur over ondanks dat we vlug lopen vanwege de
muggen.
Fintry Provincial Park ligt aan het
Okanagan Lake. Een meer van ongeveer 110 kilometer lang. Het water
van het meer is heerlijk warm.
's Morgens maken we een wandeling langs
de gebouwen van weleer, gebouwd in 1910 en 1911 door Captain
Dun-Waters. Bovenaan bij de waterval bouwde hij een huis voor zijn
eerste permanente tuinman. Dun-Waters bezat zo'n 100 hectare grond
waar hij voornamelijk fruitbomen op had staan.
Bij het huis van zijn tuinman had hij
een ingenieus systeem bedacht om het huis te voorzien van water,
elektriciteit en om zijn land te besproeien.
We hebben van hieraf mooie uitzichten
op de omgeving en op de camping.
Bij terugkomst heeft Marc zijn eerste vis gevangen en de meiden hebben Canadese vrienden gemaakt.
Als we na zo'n 40 minuten van de boot
afgaan, nemen we afslag 14 op Highway 1 naar Capilano's Suspencion
bridge. De houten hangbrug is in 1889 gebouwd, 137 meter lang en 70
meter boven de Capilano rivier. Ik heb veel gelezen over de
geschiedenis van de brug, wie er het klifhuis bouwde en wie er
allemaal woonden, maar waarom de brug eigenlijk gebouwd werd, is me
niet duidelijk. Waarschijnlijk werd hij gebruikt voor de houthakkers
die hout uit het regenwoud haalden.
Om 15.00 rijden we door Vancouver
verder naar Manning National Park. Het is nog zo'n 3 uur rijden. Het
is druk op de weg in Vancouver en de voorsteden.
In Hope stoppen we om te tanken en geld
te pinnen. Met mijn pas lukt het steeds niet ook al staat er een
Maestro-logo op de pinautomaat. We proberen die van Marc... en jawel,
dan lukt het wel.
Ik ben moe en vraag Marc om verder te
rijden. Voor zijn eerste kilometers doet hij eerst een remtest. Alle
kopjes, glazen en spullen rammelen. Ja, ik moest even
proberen..., zegt hij en dan gaan we verder.
Op Lightning Lake campground
overnachten we een keer. Als we naar het meer lopen denk ik daar
berenharen te zien. We worden ook door de ranger gewaarschuwd dat we
geen eten buiten moeten laten liggen omdat er beren in de buurt zijn.
's Avonds eten we soep en onze overgebleven pizza.
We hebben nog steeds geen beren
gezien...
De volgende dag rijden we om 9.00 uur
aan om meteen, als we weer op de Highway 5 zitten te stoppen om een
kleine wild-wandeling te maken. We moeten toch een keer een beer of
iets zien. Janneke vraagt zich af of we dat wel op eigen houtje
kunnen doen. Ja dus, want ook dan zien we geen wild. Wel wordt
duidelijk wat de berenharen zijn... het is een soort mos wat in de
bomen groeit en na verloop van tijd bruin kleurt.
We gaan verder op weg.
We bereiken de sunshine-valley en in
West-Kalowna zien we het eerste fruitstalletje. We kopen er heerlijke
kersen, een ijsje, een dressing en Maple-siroop.
Ik heb nog nooit zo'n lekker kersen
gegeten. Je kon ze ook trouwens zelf gaan plukken, dan zijn ze 50
dollarcent per ons goedkoper.Ook gaan we nog even inkopen doen bij
'Save on Foods' de ons bekende supermarktketen.
Om 14.00 uur komen we op de camping.
Het is hier echt warmer dan tot nu toe.
Om 10.10 uur nemen we de boot van Comox
naar Powell River. Op de boot spreken we Nederlanders aan (uit
Nijmegen) die dezelfde reis geboekt hebben dan wij. Die zullen we dus
wel vaker tegenkomen.
Van Powell River rijden we een uur naar
Saltery Bay. Daar nemen we voor de tweede keer de ferrie. Deze keer
naar Earls Cove. Maar eerst maken we een stop bij Saltery Bay
Provincial Park, zo'n twee kilometer van de ferrie. Het was de
bedoeling om daar te gaan zwemmen en te snorkelen, maar het is de
eerste keer dat het bewolkt is. Om 14.30 uur klaart het toch weer op.
Om 16.30 nemen we de boot en rijden in een uurtje naar onze volgende
camping, Porpoise Bay Provincial Park. De camping ligt aan de Sechelt
Inlet. 's Avonds hebben we voor het eerst een paar druppels regen en
een beetje onweer.
De meiden gaan er lekker snorkelen en
in de rivier dammetjes maken. 's Avonds eten we pizza en wat ervan
over is nemen we mee naar huis. Als toetje gaan we bij MacDonalds een
ijsje eten, dan kunnen we meteen even online gaan en kijken hoe ver
het morgen rijden is.
Om 10.50 uur hebben we morgen onze
laatste overtocht van Langdale naar Horsshoe Bay.
Vandaag vertrekken we naar Campell
River, een kleine 300 kilometer rijden. Onderweg stoppen we even voor de lunch
en om 14.00 uur zijn we op de camping. Ziet er netjes uit. Voor het eerst ga ik kleding wassen.
Het worden 3 wasmachines en 2 droogtrommels, onze waslijn is namelijk
niet zo'n lange! Het is een hele nette camping met
schone douche- en wasgelegenheid.
Op de vorige camping konden we onze
vuile watertanks niet legen en ze hadden daar problemen met de
waterdruk. Dus douchen was er daar niet bij. Nu gelukkig wel weer.
Via internet probeer ik de volgende
overtochten te regelen, wat niet lukt. Morgen maar even naar de
Toerist Information Centre.
Een van de twee dames is wel een half
uur bezig om voor ons twee overtochten te regelen. Zo'n aardige
mensen. We besluiten na het boodschappen doen, de twee dames een
ijsje te brengen.
Bij een outdoor winkel regelen we een
visvergunning voor acht dagen en gaan naar een meer waar gezwommen en
gevist kan worden.De meiden vinden daar een kreeftje
tijdens het snorkelen en als we om 18.00 uur naar huis gaan, hebben
ze daar helemaal geen zin in.
Voor het eerst hebben we gebarbecued.
Een beetje wennen, met een grof rooster en gewoon boven het vuur.
Maar het smaakt prima. Beetje kruidenboter erbij en een lekkere
salade. Wat wil je nog meer...
Morgen verlaten we mooi en relaxt
Vancouver Island.