Iedereen had me al gewaarschuwd dat het koud en zwaar ging zijn. Maar eerlijk gezegd vond ik het zeer goed meevallen. De temperatuur deed me heel fel denken aan een typische Belgische herfst. Dus waar iedereen met dikke truien en jassen zat te wandelen, liep ik rond met een T-shirt, of toch wanneer het niet aan het regenen was, want onderweg moesten we namelijk door enkele wolken klimmen om vervolgens als het ware op de top van de wereld te staan. (Natuurlijk is dit niks in vergelijking met zoiets als de Mount Everest.) Op de top was het dan wel weer extreem koud, en doordat het weer wat tegenzat hebben we de zonsopgang niet fatsoenlijk kunnen zien en zijn we vervolgens snel terug moeten afdalen. De afdaling vond ik persoonlijk zwaarder dan het klimmen. Op onze weg naar boven zijn we ergens rond 3/4 in een hut blijven overnachten. Het feit dat we nauwelijks slaap hadden gehad, en het bij de afdaling begon op te klaren, dat een intense hitte met zich meebracht, had ik misschien wat onderschat. Toch vond ik het enorm fijn omdat ik niet alleen een prachtig stukje natuur heb gezien, maar ook omdat ik zo de andere inbounds beter heb leren kennen. Wanneer we afscheid moesten nemen van mekaar voelde het niet alsof we mekaar nog maar pas hadden leren kennen. We hadden dan ook wel samen de hoogste berg in Japan beklommen... Toen ik thuis kwam ben ik bijna direct in bed gekropen, want de volgende dag was er de eerste schooldag.
Dit en nog meer, is spijtig genoeg voor de volgende keer.