Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Soorten roofvogels

    14-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    DE RUIGOOTUIL

    De ruigpootuil (Aegolius funereus) is een kleine uil die deel uitmaakt van de familie van echte uilen, Strigidae, en het geslacht Aegolius. De soort komt voornamelijk voor in dichte naaldbossen in het noorden van Noord-Amerika, in Azië en in grote bergketens zoals de Alpen en de Rocky Mountains.

    Uiterlijk

    Met een grootte van 24 tot 26 centimeter is de ruigpootuil een van de kleinere uilensoorten. De vleugelspanwijdte bedraagt 53 tot 60 centimeter. Tussen de geslachten bestaat een groot verschil in gewicht; mannetjes wegen gemiddeld ongeveer 100 gram, terwijl vrouwtjes tot 160 gram kunnen wegen. Verder lijken mannetjes en vrouwtjes erg veel op elkaar.

    Een opmerkelijk uiterlijk kenmerk zijn de heldere, zwartgezoomde veren op de kop. Zoals bij alle uilen zijn de ogen relatief groot; de iris is geel. Deze vallen extra op door de lichte krans van uitstaande kopveren die de uil een schijnbaar ‘plat’ gezicht geven (de sluier). De ruigpootuil heeft een korte hals en een korte haaksnavel; vederoren ontbreken. De dekveren zijn op de rug grijsbruin met duidelijke, cirkelvormige witte vlekken. De borstveren zijn helder van kleur en voorzien van grijsbruine vlekken of strepen. De korte poten zijn wit bevederd tot de klauwen. Hieraan heeft het dier zijn Nederlandse naam te danken.

    Jonge exemplaren zijn meer uniform donkerbruin gekleurd; bij hen zijn de witte accenten op het donkere gevederte nog niet duidelijk.

     Geluid

    De zang van de ruigpootuil is onmiskenbaar: Het bestaat uit vier tot tien zeer snel opeenvolgende klanken, ongeveer klinkend als „oe oe oeoe oeoeoe…“, steeds hoger en luider. De roep is op een afstand van ongeveer 500 meter te horen. Naast deze roep kan de ruigpootuil nog een reeks andere geluiden produceren, waarvan sommige sterk aan het geluid van een bosuil doen denken.

     Leefgebied

    Leefgebied ruigpootuil

    Het leefgebied van de ruigpootuil bestaat uit grote, oude en verbonden bosgebieden in het bijzonder sparren-, dennen- en beukenbossen. In het broedseizoen zoeken de dieren een gebied uit waar voldoende boomholtes zijn. Daarnaast dient er voldoende dierlijk voedsel zijn (zie hoofdstuk Voedsel). De meeste ruigpootuilen leven op een hoogte tussen de 750 en 2000 meter, hoewel de uilen in Midden-Europa vaker op lagere hoogten broedt, bijvoorbeeld op de Lüneburger heide (Nedersaksen), in het zuiden van de deelstaat Brandenburg, of in bosgebieden rond Wenen (330 m).

    De ruigpootuil komt in een groot gedeelte van het noordelijk halfrond algemeen voor. Het leefgebied loopt van Alaska, de Rocky Mountains en de Grote Meren in Noord-Amerika, via de Alpen en Scandinavië in Europa tot de bossen van Rusland en Oost-Azië.

    In noordoostelijk Frankrijk, Oost-België, Nederland, West-Duitsland (Sleeswijk-Holstein, Nedersaksen en Brandenburg) en Polen is de populatie de afgelopen decennia steeds groter geworden, onder meer vanwege gunstige leefomstandigheden en goede bescherming, waarbij ook nestgelegenheid in de vorm van speciale nestkasten wordt aangeboden. Dankzij het gematigde klimaat konden veel vogels 's winters overleven en dankzij de aanplanting van bos was er voldoende voedselgebied. Men schat dat er in West- en Midden-Europa totaal ongeveer 7000 ruigpootuilen zijn. In Polen en Tsjechië staat de uil echter nog op de rode lijst. Er is een geografisch geïsoleerde populatie ruigpootuilen in de Kaukasus en in het westen van de Himalaya. Ook zijn de dieren gesignaleerd in de Karpaten, in Noord-Griekenland, en in de Pyreneeën.
    De ruigpootuil is geen trekvogel, maar toch kan het voorkomen dat grote groepen in de herfst naar het zuiden trekken.

     Voorkomen in Nederland

    De populatie ruigpootuilen van de Lüneburger Heide (Nedersaksen) lag tot in de jaren 1970 het dichtst bij Nederland. In 1971 werd een dode ruigpootuil gevonden en anderhalf jaar later werd in Drenthe een mannetje ruigpootuil gehoord dat zich territoriaal gedroeg. Later bleek bij nader onderzoek dat er in de periode 1973 tot en met 1979 in de bossen van noordoost Drenthe maximaal 9 paren ruigpootuilen hebben gebroed. Verder zijn er tussen 1975 en 2009 elf verzwakte, gewonde of dood gevonden ruigpootuilen gemeld.[2][3] In april 2008 heeft de ruigpootuil opnieuw in Drenthe gebroed; helaas heeft geen van deze jongen het overleefd na het uitvliegen. In juni 2008 vlogen er opnieuw vier jonge ruigpootuilen uit. Er bestaat een sterk vermoeden dat ook deze jonge uilen aan predatoren (havik) ten prooi zijn gevallen. Er zijn nu speciale nestkasten opgehangen in dicht naaldbos. Men hoopt dat de Drentse ruigpootuilen die in dicht naaldhout kunnen broeden, succesvoller zullen zijn.

                                                             

     

    14-12-2010 om 00:00 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Kiekendieven

     

    Kiekendieven zijn roofvogels van de onderfamilie Circinae die bij de echte roofvogels (stootvogels) (Accipitridae of Sperwerachtigen) behoren. Wereldwijd zijn er dertien soorten Kiekendieven die samen het geslacht (genus) Circus vormen binnen de onderfamilie Circinae. De Kiekendieven onderscheiden zich onder andere van de andere (dag)roofvogels, doordat het bijna allemaal grondbroedvogels zijn, met andere woorden ze maken geen nest in bomen, maar op de grond. In Nederland en België komen drie soorten als broedvogel voor: de blauwe kiekendief, de bruine kiekendief en de grauwe kiekendief. De geslachtsnaam Circus verwijst naar de cirkelvormige bewegingen die het mannetje en vrouwtje uitvoeren tijdens hun baltsvlucht.  Geslacht: Circus



     

    14-12-2010 om 00:00 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Woestijnbuizerd 

    De woestijnbuizerd of Harris' buizerd (Parabuteo unicinctus) is een roofvogel behorend tot de familie Acciptridae en is de enige soort van het geslacht Parabuteo. De tarsels(mannetjes) van deze soort hebben een lengte van ongeveer 45 cm, een spanwijdte van circa 80 cm en een gewicht van ongeveer 750 gram. De wijven(vrouwtjes) hebben een lengte van rond de 60cm, een spanwijdte van rond de meter en een gewicht van rond de 1100 gram.

    De woestijnbuizerd leeft half-open laaglandgebieden zoals boomsavannes en halfwoestijnen van de zuidwestelijke Verenigde Staten tot Chili en Centraal-Argentinië. Deze soort jaagt behendig op allerlei dieren: hagedissen, middelgrote vogels en zoogdieren tot de grootte van een volwassen konijn. De prooi wordt gevangen vanuit een lage glijvlucht of door stootduiken vanaf een lage uitkijkpost.

    De woestijnbuizerd is een veel gebruikte roofvogel in de valkerij. Dit komt omdat hij zeer snel leert en ook met meerder gelijk gevlogen kan worden,wat ook in de natuur gebeurt. Deze karakteristieken zorgen er echter voor dat beginnelingen ze makkelijk kopen als beginvogel. Om met roofvogels te werken heb je echter een grote basiskennis en nodige lessen nodig!

    De naam "woestijnbuizerd" suggereert dat deze vogel familie is van de buizerd. Maar als je goed kijkt naar de lichaamsbouw en jachttechniek, dan komt deze eerder overeen met de haviken. De Engelse naam Harris Hawk suggereert dat ze havikachtigen zijn.

         

    14-12-2010 om 00:00 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Wigstaartarend 

    De wigstaartarend (Aquila audax) is een roofvogel uit de familie van sperwerachtigen (Accipitridae). Deze arendsoort komt voor in Australië, waar het de grootste roofvogel is.

     Uiterlijk

    De wigstaartarend is een zeer grote roofvogel met een spanwijdte van 180 tot 250 cm en een lichaamslengte van 85 tot 110 cm. Het gewicht bedraagt 3,2 tot 5 kg. Net als bij andere arendsoorten zijn de vrouwelijke dieren groter dan de mannelijke wigstaartarenden. De volwassen wigstaartarend heeft een bruinzwart verenkleed. Jonge vogels hebben een goudbruine kop, vleugels en rug en pas op zes- tot tienjarige leeftijd krijgen ze het volwassen verenkleed. De poten zijn tot aan de tenen gevederd. Aan de wigvormige staart dankt de soort zijn naam.

    Leefwijze

    De wigstaartarend is voornamelijk een aaseter, maar ook levende prooi wordt regelmatig gevangen. Reptielen, vogels, hazen en konijnen zijn de voornaamste prooidieren en grotere dieren als kangoeroes of schapen worden slechts zelden gevangen. Deze arend speurt vanuit de lucht naar voedsel, meestal op een hoogte van 2000 meter en gebruikmakend van de thermiek. Wanneer een prooi wordt gezien, wordt deze na een glijvlucht op de grond, of soms in de lucht in het geval van vogels, gevangen. De wigstaartarend bouwt grote nesten van takken in hoge bomen.

    Leefgebied

    De wigstaartarend is een bewoners van de scrublands, boomsavannes en heuvelachtige gebieden in vrijwel geheel Australië en de omliggende eilanden Nieuw-Guinea en Tasmanië. In Australië komt de soort in alle staten en territoria voor en is redelijk algemeen. In Nieuw-Guinea leeft de wigstaartarend alleen in het zuiden en is daar minder algemeen voorkomend dan in Australië.

     

     

         

    14-12-2010 om 00:00 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)


    Archief per week
  • 13/12-19/12 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs