Opnieuw een stralende dag. Na het ontbijt in onze B&B, vertrekken we naar de Midnight Dome, een kale top boven het stadje. Van hieruit heb je zicht op het stadje beneden en verder een prachtig uitzicht van wel 100km in het rond. Hier verzamelen de mensen op 21 Juni om de zon net niet te zien ondergaan, de langste dag, 24h licht.
Na de afdaling reden we naar Bonanza Creek, daar waar vroeger het eerste goud werd gevonden. Bij claim #33 leren we goud "pannen" en dan, gewapend met schop en pannen, trekken we 15km verder naar een claim die vrij is het voor het publiek. Dus wij schuppen, zeven, schuppen, zeven ... en, we hebben goud!. Alleen zullen we er niet rijk van worden.
Na dit avontuur nemen we een kleine ferry die ons over de Yukon rivier brengt. En dan begint de klim naar "The Top of the World Highway". Wel, die heeft zijn naam niet gestolen. Je rijdt werkelijk meer dan 160km boven de boomgrens, over de heuvelruggen. Het uitzicht is dan ook fantastich naar alle kanten. Deze hwy is volledig van gravel en zand. Als je een tegenligger tegenkomt, zie je de eerste 100den meter niet veel van het stof. Alleen, dat gebeurt zo gemiddeld elk half uur, veel verkeer is er niet. En zelfs daarboven, in het niets, ligt de grenspost met de VS en je ontkomt niet aan de klassieke vragen. We hadden ook het geluk nog net een deel van een kudde caribou's te zien. Mooie dieren die er in grote groepen door de toendra trekken. Na zo'n 5u rijden en 250 km verder, komen we terug op de Alcan richting Tok.
Traditioneel schrijven we in het stof op de achteruit : "Driven - Top of the World Hwy". Binnen enkele dagen volgt nog zo'n weg, de Denali Hwy. Nu eerst stoppen aan een liquor shop en een flesje wijn kopen, in de klassieke bruine papieren zak!
Vandaag staat de langste rit van de reis, 515km, op het programma : Van Whitehorse naar Dawson City, via de North Klondike Highway. Deze "highway" gaat pal naar het noorden en is de enige weg in een gebied groter dan België! Tijdens het hele traject liggen maar 2 kleine dorpjes, meer niet.
De North Klondike Hwy volgt ruwweg de grote Yukon rivier, één van de weinige rivieren die naar het Noorden stroomt. Deze werd tijdens de Goldrush gebruikt om, met rader-stoomboten goudzoekers naar het Noorden (Dawson City) te brengen en goud en zilver van Dawson naar Whitehorse.
Het weer is zeer wisselvallig, dan weer regent het, dan weer schijnt volop de zon. Maar de weidse natuur is er niet minder om. Onderweg laat een arctische vos zich gewillig fotograferen, zo net naast onze auto. De weg zelf is in redelijke staat, geasfalteerd met hier en daar stukken gravelroad (een voorproef voor morgen). Tegen het einde krijgen we zicht op de hoge bergen van het Tombstone NP, gelegen langs de Dempster Hwy. Spijtig genoeg hebben we niet de tijd om er heen te rijden.
In de loop van de namiddag bereiken we Dawson City, eens de belangrijkste stad te midden van de goudmijnen. De straten zijn nog van gravel en de meeste huizen stammen uit die periode. men is nog volop bezig ze te restaureren en opnieuw te bewonen. Hier geen Disney-gevoel, maar authentieke waarden. Eén van de attracties was, en is, nog altijd Gerties Gambling Hall, het eerste casino ooit van Canada. Hier haalde men het goud uit de zakken van de gouddelvers. Nu nog altijd is het een casino, in redelijke authentieke stijl, en Gertie en haar meisjes (wel nieuwe!!) voeren er nog elke avond hun Can-Can dansen op. Best leuk om dat eens mee te maken.
Morgenvoormiddag staat nog een bezoek aan de gold-creecks gepland en dan de rit terug naar Alaska, via "the Top of the World Highway", een gravelroad van 200km. Gemiddelde snelheid : 40km:u. Maar dat is voor het volgende verslag.
Nog eens bedankt aan onze vrienden die reageren, zoals Marijke en Inge. Het is altijd plezant om iets van hen te horen! En Inge, span Bo maar voor een slede om naar de Delhaize te gaan!
Spijtig , maar we moeten afscheid nemen van onze blokhut in Skagway, terug inpakken en op weg naar Whitehorse, de hoofdstad van de Canadese streek Yukon. Via de Klondike Highway terug de bergen in naar Carcross (afkomstig van Caribou crossing), naar Whitehorse. Een korte trip vandaag van maar 190 km.
Bij de eerste bergpas na Skagway rijden we de wolken in, maar dan begint de zon erdoor te komen en wordt het weeral prachtig weer. Dus het wordt weeral genieten van het prachtige uitzicht, raar, maar je wordt dit dus echt niet beu, het blijft zo mooi.
Onze eerste stop , een bezoekje aan de suspession bridge (hangende brug over de brede Yukon rivier), daarna het dorp Carcross, met een 'echte woestijn',
Verder op weg passeren we nog de One Mile Canyon, en dan zijn we in de hoofdstad Whitehorse. Zelf hier is het doods en bestaat de hoofdstad uit enkele straten, en huizen. En een Museum, het McBride Historical museum, waar het leven van de goldrush weergeven wordt, de moeite waard om effe te bezoeken. Ook de SS Kondike is te bezichtigen, een radar boot.
En dan naar onze volgende overnachtingsplaats: The Sundog Retreat , weeral een huisje midden in de natuur, Fozzy Crocus.
Vanmorgen
wakker geworden met een bijna heldere hemel, de zon die door de bomen, recht de
blokhut in scheen. Wat goed is want er staat iets speciaals op het programma :
dogsledging op een besneeuwde gletsjer.
Vandaag ligt
er slechts één cruise schip in Skagway, wat het stadje ineens veel leuker
maakt. Niet zon grote drukte en nu komen de gerestaureerde gevels van
Broadway, de hoofdstraat, tot hun recht. In het Klondike Gold Rush museum
hangen oude fotos die tonen hoe het er hier uitzag in 1898.
Tegen 11h
zijn we op de heli-haven van Temsco waar we de helicopter moeten nemen naar de
gletsjer. De gebruikelijke veiligheidsbriefing, oranje reddingsvest (want we
vliegen eerst over het Lyn Canal (de diepste fjord van Alaska) en dan kunnen we
vetrekken. Na een korte rondvlucht landden we in het dog-camp, midden op een
besneeuwd gletsjer plateau. Het is er stralend weer. In dit kamp leven zon 245
slede honden, Alaskan Huskys. Het zijn dieren van verschillende eigenaars die
hier van mei tot eind september zijn, om getraind te blijven. Ze verblijven er
samen met hun trainers (die slechts om de week één dag naar de vallei worden
gevlogen). Een musher (slede-man) zorgt elk voor zon 45 honden. Deze honden
leven maar voor één ding : een slede trekken. Een 150 km/dag afleggen is geen
probleem. Hier doen ze zon 6km/dag om getraind te blijven. Eerst kennismaken
met de dieren voor onze slede. Stuk voor stuk sociale en aardige beesten die
dol zijn op aandacht. Eens ze voor de slede gespannen zijn, willen ze direct vertrekken.
We nemen plaats op de slede en we zijn weg. De dieren halen zon 20 tot 30
km/h. De musher stopt en paar keer zodat elk op de stuurplaats achterop kan
staan en al rechtstaande verdergaan. Eens terug in het kamp gaan we de puppys
bezoeken. Schattige beestjes die je zo kan oppakken. Je zou er direct ene mee
naar huis nemen. Na de sledetocht brengen de helicopters ons terug naar het
dal. Een unieke belevenis die zijn geld dubbel en dik waard is.
Eens terug in
Skagway hangen we er nog een tocht achteraan, een hike van zon 1u naar het
Lower Dewey Lake, een mooi meertje gelegen in de bossen boven Skagway. Wel een
steile opklim maar je hebt geregeld mooie uitzichten op het stadje.
Eens terug
beneden hadden we zeker een Alaskan Amber (bier) verdient inThe Red Onion
Saloon. Nog een authentieke saloon uit de jaren 1898. Het was in die tijd de
drukstbezochte saloon (nu nog) en eerste-klas bordeel (ze vragen nu 5$ per
15min. .. om het te bezoeken).
Morgen gaan
we de goudzoekers achterna via de Klondike Highway, richting Whitehorse en
Dawson City.
Na een zalig
nachtje slapen in onze blokhut in de wildernis, zonder tv, internet,crackotjes eten in ons hutje (want het brood
is hier niet echt te eten !!, buiten dan van die platte donuts, sandwiches,
toastbrood).Dan maken we ons klaar om Skagway te
ontdekken, de belangrijkste stad tijdens de Klondike Goldrush in 1897. In die
tijd een grote stad met wel 80 saloons.Nu omgebouwd tot een supertoeristisch stadje (bah, lijkt wel de Mainstreet
van Disneyland), vol met giftshops, giftshops, en nog eens giftshops. Weliswaar
nog met de gerenoveerde huizen, maar toch. Wat zijn we blij dat onze blokhut
enkele miles van het centrum gelegen is in de prachtige natuur).
Het stadje
wordt dan ook nog eens tijdens de dag overrompeld met cruisetoeristen; hier
leggen gemiddeld 5 grote cruise schepen per dag aan. Maar na 17H keert de rust
weer in het stadje, en is het al veel beter te genieten.
Vandaag
hebben we een treinrit op het programma The White pass & YukonrouteDeze railway is gebouwd tijdens de goldrush en loopt van de United
States, Skagway, tot in Whitehorse Canada. Te weten dat deze trip door 100.000
man te voet afgelegd werd ( door de bergen) tijdens de goudkoorts, slechts 30.000
a 40.000 bereikte echter de goudvelden van Klondike. (Weetje: Tussen Juli en
November 1898 werd voor 10 miljoen dollar goud aan waarde gedelfd).
Eind 1898
werd dan gestart met het aanleggen van de railway. 35.000 man werkte hieraan
mee.
Na de
goldrush bleef deze railway nog in gebruik, en vandaag is het één van de
belangrijkste toeristische attracties.Wij gaan vandaag met de oude stoomtrein nr73 de pas op.Steil de bergen in, ongelooflijk hoe ze hier
vroeger ooit deze spoorweg hebben kunnen aanleggen.
Van sea level
in Skagway tot 873 m in Fraser B.C. 26 miles de bergen in, adembenemend knap
Geen huis, geen auto te zien, enkel de stoomtrein.Ritje heeft dan ook 4 uren geduurd heen en
terug, weeral de moeite waard , en om niet te vergeten.
Na de
treinrit toch nog effe de toerist uitgehangen, een Starbukske gedronken, de
winkeltjes in en uit gelopen.En nu
rustig aan onze blokhut op het terrasje genieten van de rust.Seffens nog een lekker gerookte zalm eten, en
ja, onze dag kan weer niet stuk.
Hiier zijn we weer terug na een paar daagjes geen internet.
Na een
heerlijke nachtrust zijn we, als uit
gewoonte, weer vroeg uit de veren. Van op ons terras kijken we naar de
zalmrivier en zien gelijk, net onder ons, een grizzly met 3 cubs die zalm
vangen. Prachtig hoe deze dieren soepel en snel de zalm uit het water vangen.
We gaan naar beneden en, samen met nog andere vroege vogels (en vissers) slaan
we de beren gade vanop zon 10m afstand. Gelukkig houdt iedereen de dieren in
het oog om niet verrast te worden, want wees gerust, ze lopen veel sneller dan
een mens, even snel berg op als berg af. Naast de beren zijn er ook nog zon 4
zeearenden aan het rondvliegen, uitkijkend naar vis. Prachtig, we genieten
ervan.
De wolken
hangen zeer laag in de vallei, maar het regent niet en het geeft de indruk te
verbeteren. We rijden naar Haines en bezoeken eerst de blokhut (kantoor) van
Mountain Flying om een rondvlucht vast te leggen in de namiddag over Glacier
Bay National Park. Dit NP is enkel vanuit de lucht goed te bezoeken.
Hierna
verkennen we het oude Fort Seward, één van de eerste Amerikaanse bases in
Alaska. De oude gebouwen worden nu bewoond door Vietnam veteranen en de meeste
zijn nog in goede staat.
Om 3pm hebben
we dan afspraak met piloot Paul voor een 1,5 durende rondvlucht boven het
immense Glacier Bay NP. Het weer was zonnig geworden, met in de bergen nog
wolkenflarden; wat alles een heel speciaal uitzicht gaf. En het was een
prachtig schouwspel, de enige gletsjers na de andere, sommige hangend tegen de
bergen, andere kilomeeeeeters lang, al dan niet tot in de oceaan, enorme sneeuw
en ijsplateaus, . Morenen in de glaciers die aangaven hoeveel gletsjers wel
niet bijeenkwamen. En dan die speciale blauwe gletsjerkleuren. Zelfs het water
van de Pacific vertoonde enorme schakeringen blauw. Ik weet het, we vallen in herhaling,
maar zoiets hebben we nog nooit gezien. Echt, de natuur in Alaska is
overweldigend.
Eens terug
geland, hadden we nog enkele uurtjes vooraleer we om 10pm de ferry naar Skagway
moesten nemen. Nog even wat inkopen in de plaatselijke grocery, en dan een
lekkere gegrilde zalm gaan eten.
Om 9pm met de
auto de boot op en 10h waren we weg voor de één uur durende vaart naar Skagway.
Onze blokhut daar ligt een paar mile buiten het dorp, midden in de bossen. Een
pareltje. Opgetrokken uit niets dan dikke boomstammen, vanuit het bed kijk je
recht het bos in. Zon 20m verder staat een 2e waar een stel uit New
York in zit en de eigenaars wonen een 100m verder. Ook al kwamen we zeer laat
toe, Nan, de eigenares, was nog wakker en had al naar de ferrydienst gebeld om
te horen hoe laat de boot verwacht werd want ze was ongerust dat we het niet
zouden vinden, nu het donker was en het huisje in het bos lag. Maar om 12h
lagen we in bed. Gek, wij gaan slapen terwijl het in België al 10h s ochtends
is van de volgende dag.
Een nieuwe dag. Die brengt ons van Haines Junction (CAN) naar Haines, terug in Alaska. Maar eerst nog kort iets over de vorige avond. We overnachtten in een klein hotelletje, The Raven. Tot onze verbazing had het hotel een eerste klasse restaurant, met een chef-kok, Victor Bongo. Echt, zijn kookkunst moet totaal niet onderdoen met een klasse restaurant in België. En dat in de middle of no-where! Lekkere lamvlees voor Lut en wild zwijn voor mij; alles overgoten met een fles rode Canadese wijn. Wat moet je nog meer hebben.
Vandaag zal het terug een beetje anders zijn, vrezen we.
We rijden de Haines Hwy op voor een rit van 200km, een kleinigheidje in dit onmetelijke land. Soms zie je de weg kilometers voor je uit, slingeren door het landschap. Vanaf nu zitten we midden in "bear country". Bij de eerste stop, op een zijweggetje, wordt dit al direct duidelijk door een waarschuwingsbord en ... een zwarte beer, zo, net voor de wagen. Maar geen probleem, Lut heeft de camera altijd bij de hand en de beer staat erop. Na het oversteken van de 1000m hoge Haines Pass rijden we terug de VS binnen. De grenscontrole gaat hier gelukkig een heel pak sneller dan in hun luchthavens. Tijdens de afdaling naar Haines stoppen we bij een typische road-bar om een koffie te halen. Een plaats waar bijna alleen locals komen. Binnen echt nog de saloon stijl met bijhorende muziek, mensen aan de bar. Het rook er niet slecht en we zijn dan maar een hamburger blijven eten. Het grote verschil met ons, hier is het nog vlees! Ook al zijn we "strangers", de mensen zijn hier vriendelijk, van nature, niet gemaakt zoals in de "lower 48".
Haines ligt terug aan de Pacific, aan het einde van een soort fjord, een "arm". Er ligt zelfs een cruise-ship aangemeerd. Het stadje zelf verkennen is voor morgen. Als het weer het toelaat, gaan we een flight-seeing maken over het Galcier Bay NP. Vandaag regende het in de bergen en zijn de bergen amper te zien. Toch een must voor deze sneeuw en ijswereld van bovenaf te verkennen.
We rijden snel door naar de Chilkoot River Lodge waar we overnachten, zo'n 11 mile in een zijarm van de fjord. Het ligt prachtig, iets boven de Chilkoot River, met een vrij uitzicht op de rivier. Het is een zalmrijke rivier en zeer geliefd bij de beren. En ja, nog geen half uur later staan we bijna oog in oog met mama grizzly en haar 2 cubs. Ze lopen zo voor ons, op zo'n 50m, over de weg. Samen met andere mensen nemen we een heleboel foto's en .... gaan we niet te ver van de wagen.
Terug op de kamer komt de vrouw des huizes ons halen om samen met hen en enkele canadezen samen verse King Crab en grote scampi's te eten. Hebben ze zelf klaargemaakt. Die gastvrijheid hier is toch iets omm aan te wennen. Ze zijn echt blij dat met hun gasten te kunnen delen.
terug op de kamer kijken we continu uit naar de rivier. Nog eens drie grizzly's, grotere exemplaren deze keer. En een Amerikaanse adelaar, de zee-arend, vliegt zo vooronze neus en duikt naar beneden om een zalm te vangen. Het is hier net een zoo, maar dan zonder draad tussen ons en de dieren.
Nu zitten we gezellig een flesje amerikaanse wijn te drinken , met één oog naar buiten gericht, en één op de blog. Tot morgen.
Deze dag is eigenlijk een verplaatsing, zo'n 480km. We gaan richting Haines en Skagway, gelegen aan de Pacific, en het Glacier Bay NP. Om daar te geraken moeten we een stuk door Canada.
Onze hosts, Bob en Mary Lue, hadden voor en gezellig en smaakvol ontbijt gezorgd, gewoon in hun keuken. Samen met 3 andere Amerikanen en een Zwitsers koppel. Heel familiaal, en veel praten over Alaska, hoe we het vinden, enz. Echt tof.
Na de wagen te hebben ingeladen, rijden we de de Alaska Highway op, of zoals ze hier zeggen, de Alcan. Hij verbindt Alaska met Canada en is over de 1000 miles lang. Wij doen er vandaag 300 van. Onderweg een kleine wandeling op het Hidden Lake Trail. Ook al was het niet zo dicht begroeid, we hebben toch maar geregeld "Hi bear" geroepen. Na zo'n 140km rijden we de grens over met Canada en zijn we in de Yukon. Aan onze rechterzijde is nog altijd het Wrangell NP, maar in Canada heet dat het Kluane NP. Veel valt er niet te zeggen over deze rit, de fotos spreken voor zich. Wat niet op foto vast te leggen is, is dat de weg geregeld hobbels en bobbels vertoond, als gevolg van het verschuivenn van de weg op de permafrost bodem.
Zo, we zijn een beetje bijgewerkt. We willen nog even alle mensen bedanken die via de blog of mail iets terug hebben geantwoord. Zo blijven we toch een beetje in contact met het verre België en Zweden. Bernt, geniet nog van je laatste dagen in Stockholm, Marijke, Hugo, Eliane, Koen, Bomma, Bompa, Nelly; tof dat jullie ons reisverhaal een beetje opvolgen, Nadine, aussi un grand merci pour ta réaction!
Zoals ze zeggen ... de dag nadien voel je de spieren nog beter. Onze tocht van gisteren is nog duidelijk voelbaar. Maar Nelly, die "witte" heeft het toch maar gedaan!
Vandaag vliegen we terug naar de bewoonde wereld. Zij het enige vertraging want één van de piloten was ziek. Het regent niet meer en hier en daar breekt de zon erdoor. Wat mooie zichten gaf op het Wrangell masief en het Borealis woud. Na een half uurtje vliegen waren we terug in Chitina. Tov Zaventem gaat het veel sneller in Charleroi nadat je geland bent, hier stopt het vliegtuig gewoon naast de auto. Service!
Via de Old Edgerton Hwy gaat het richting Tok. (zie foto). Een verharde weg die korter is in afstand dan de nieuwe geasfalterde hwy. En veel rustiger .... geen auto gezien gedurende de 40 miles route.
Onderweg naar Tok passeren we de Nabesna Road, een 60km lange grawelroad die de 2e toegangsweg is tot het NP. Meer zijn er niet. We hadden nog rustig de tijd en dus zijn we een kijkje gaan nemen. Al is de weg te doen, veel sneller dan 30 mph kan je niet halen. Maar waarom ook, de natuur is zo mooi. Van tijd tot tijd stoppen om dieren te spotten.
En we hadden geluk, vandaag een moose cow gezien die rustig stond te eten in het water (toch wel grote dieren), en wat verderop een eland die met haar kleintje in het bos stond.
Na een rustige rit, al was het laatste stuk in de regen, kwamen we aan in onze Miners Cabin, een B&B in Tok. Tof ingericht en zeer sympatieke eigenaars.
dag 6 - Wrangell-St.Elias NP - naar de Donoho Lakes
De volgende dag waren we al vroeg uit de veren omdat we om 8h30 afspraak hadden met de gids. Vol goed moed uit bed om dan vast te stellen dat ... alles grijs zag en een druilerige regen. De bergen waren zo goed als niet te zien. Maar onze gidse, jawel, gidSE, Kirsten, een jonge Alaskaanse, stelde voor om toch te gaan en "let's hope for the best". Ikke dus op stap met 2 vrouwen!! Het doel (zie 1ste foto) was het zadeldal aan de overkant van de gletsjer. Eerst nog een goed ontbijt met pancakes, spek, eieren en fruitsla, en dan op weg naar de Roots Glacier, in regenpak, muts, handschoenen. Eerst langs een paadje naast de glacier en dan op de gletsjer. Het eerste stuk was ijs met stenen. Dat leek simpel maar makkelijk was anders. Die stenen schuiven nl. op het ijs zodat je goed moest opletten waar je je voeten neerzette. Na dit eerste stuk kwamen we aan het steenvrije gedeelte, redelijk vlak ijs, wat een stuk eenvoudiger was. Maar hier moesten we wel de "crampons" aandoen, want zonder die stijgijzers ging het niet. We waren al zeker zo'n 1,5h onderweg en nog steeds die druilerige regen. We werden dus hoe langer hoe natter. Hoger op de gletsjer veranderde die van uitzicht. Wat eerst nog vlak was, ging nu op en neer, meer ijsbeekjes, spleten en blauwe gaten waarin het smeltwater verdween. Het werd uitkijken. Als je daarin viel, vonden ze ons pas over een paar 100 jaar terug, of nooit! Al regende het, het was super. Een echte oceaan met golven van ijs. Na 4u hadden we de overkant bereikt. Eens van het ijs kwamen we in de dichtbegroeide "bush" terecht waar je je letterlijk een weg doorheen moest banen. Tussen de boompjes (zo'n 2 à 3m hoog) groeien de soepberries, het lievelinsgkostje van de beren. Maw, we liepen door de provisie kamer van de grizzly's en zwarte beren.(zie foto) Akelig. En de gids kon de trail niet direct terugvinden, dus we hebben daar zo'n 45min in rondgedwaald. Telkens roepend "hi bear" om de beren te laten horen dat we er waren. Op een zekr moment roken we gewoon de beer. Heel sterk. Ik denk dat dat beest max. een paar meter van ons verwijderd was. Zo sterk was de geur. Wellicht heeft hij ons gezien, maar gelukkig wij hem niet. Oog in oog te staan met een 300kg zware grizzly is nu niet direct iets wat op ons verlanglijstje staat. Ook de gidse was niet zo heel zeker en we besloten dan maar op een open stuk terrein onze boterham op te eten en dan terug de gletsjer op. De terugweg ging via een ander deel van de gletsjer. Het was intussen, na zo'n 6u, opgehouden met regenen. Oef! Dit deel van de glacier was één golvende zee van ijs waar we onze weg door moesten zoeken. Op een zeker moment zijn we afgedaald in een ijsdal en stonden we zelfs onder het ijs. Een en al prachtige blauwe kleuren. Sillaan begonnen we moe te worden. Zo over dat ijs lopen is iets heel anders dan over een weggetje. Tijdens een steile afdaling verloor Lut haar evenwicht en kwam op haar knieën en buik terecht. Arme knietjes. Gelukkig zonder verdere gevolgen.
Moe maar zeer voldaan waren we na zo'n dikke 8u terug aan de Lodge. Een goede pint Alaskan Amber hadden we wel verdiend. Al voelden we wel onze voeten, kuiten, knieën, .... . We zijn dus toch geen 30j meer. Maar deze ervaring pakken ze ons niet meer af.
Daar zijn we weer ... na enkele dagen "in the wild" te hebben doorgebracht, waar GSM en Internet niet zijn doorgedrongen. Zaaaaaalig !
De 5e dag gaat van Valdez naar het "mijnstadje" (enkel de mijn dus) Kennicott in het Wrangell-St.Elias National Park, het grootste NP van de VS, groter zelfs dan België. En nog een jong park, pas in 1989 opgericht. Bijgevolg nog zo goed als geen voorzieningen.
We verlaten Valdez door terug de Richardson Hwy op te rijden, terug in de richting van Glenallen. Terug de prachtige Tompson Pass over. Zelfs in de andere richting is deze Hwy adembenemend mooi. Het eerste deel slingert zich door de bergen naar de meer vlakke Copper Valley. Eerst nog een bezoek aan het Visitor Center van het NP voor wat meer info, en dan slaan we af op de Edgerton Hwy richting Chitina. Deze lijkt op sommige plaatsen wel met een liniaal te zijn getrokken, kilometers rechtdoor, berg op, ber af. Om in Kennicott te geraken, hadden we de keuze, ofwel een grind-modderweg van zo'n 100km (3à4u "rijden"), ofwel met een vliegtuigje. We koezen voor het laatste. Wij dus naar het Chitina International Airport, door de locals gewoon "the airstrip" genoemd. En wees gerust, meer dan een strip grind is het niet, de struiken groeien tot op de startbaan. Daar werden we opgepikt door een bush-pilot met een "vliegtuigje". Je kan ze het best vergelijken met een sportvliegtuigje van bij ons, maar dikkere banden en iets minder modern. Maar de 40min durende vliegtocht was "awesome". We vlogen tussen en over de bergen, langs de bijna 5000m hoge Mount Wrangell, en zagen massa's gletsjers, waaronder de Kennicott Glacier die wel 50km lang is. Bij de landing, op grind, in McCarthy werden we opgewacht door het shuttlebusje van de Lodge vor de laatste 5km naar de Kennicott Glacier Lodge. Deze is gevestigd in 2 oude, gerestaureerde mijngebouwen. Kennicott is namelijk niets anders dan een oude kopermijn, gebouwd en geëxploiteerd tussen 1911 en 1938. In die tijd de grooste kopermijn van Alaska en de wereld. Alhoewel deels vervallen, zijn de gebouwen zeer imposant. Het hoofdgebouw is 14 verdiepingen hoog tegen de berg aangebouwd. Op dit moment wordt alles door de overheid gerestaureerd. Voor de mijn ligt de gletsjer. Een paar km breed en volledig bedekt met stenen die door de verschillende armen van de gletsjer zijn meegevoerd. Tussen de stenen zie je het ijs, dat tot 100m dik is. Vanuit onze kamer keken we zo de gletsjer op.
Die avond zijn we vroeg onder wol gekropen want de dag erop stond een tocht met gids naar de Donoho Lakes op het menu, een tocht van zo'n 10h naar de overkant van de gletsjer.
Dag 4 : vandaag staat een 10h durende cruise door de Prince William Sound op het programma. Deze Sound is een deel van de Golf van Alaska, in de Pacific Ocean. Het is een "Glacier and Wildlife Cruise". En niets was minder waar. Het einddoel was de Meares Glacier welke tot in de oceaan loopt. Een schitterende tocht onder een blauwe hemel.
Na het vertrek uit de haven van Valdez ziet men direct op de andere oever de terminal van de Alaska Pipe Line. Dagelijks worden door de pipe line 750.000 barrels olie aangevoerd welke verder via tankers wordt vervoerd.
De eerste zeedieren die we tegenkawmen was een school zeeotters. Zeer grappige dieren die meestal op hun rug liggen.Ze komen hier met tientallen voor. Iets heel anders dan ze in een dierentuin te zien. We hadden vandaag veel geluk, althans volgens de kapitein, want we hebben verschillende orka's gezien die telkens majestueus kwamen ademen. Ze zwemmen meestal in scholen van zo'n 3 tot 6 dieren samen. Prachtig om die dieren door het water te zien zwemmen. Naast deze orka's hebben we nog zeerobben, zeeleeuwen en een soort dolfijnen gezien die rond het schip aan het spelen waren. Net zoals in Titanic. Mét de ijsbergen erbij, zij het kleinere exemplaren. Na het laveren tussen de ijsbergen door, delen afgekalfd ijs van de gletsjers, bereikten we het uiteinde van de Meares Glacier. De voet ligt volledig in de oceaan, zo'n 1,5km breed. Het is een indrukwekkende ijswand van 60m hoog, vol spleten en kloven, en in kleur variërend van wit tot diepblauw. Gedurig hoor je de gletsjer kraken en geregeld breken er brokstukken af die met veel geraas in de oceaan storten. Een heel indrukwekkend gezicht. Rond 20h waren we terug in Valdez, na een tocht van zo'n 210km, die echter geen minuut heeft verveeld en waarop we veel voor de eerste keer in ons leven gezien hebben. Deze cruise met Stan Stephens is een echte aanrader voor elke Alaska bezoeker.
Onze 3de dag in Alaska brengt ons van Mat-Su Valley naar Valdez aan de Pacific Ocean, een tocht van zo'n 340km. Het weer was weer schitterend vandaag, licht bewolkt, over 20°. Na een heerlijk ontbijt van pancakes en bacon volgen we verder de Glenn Hwy in de richting van Glenallen. Het is rustig rijden, max. 55mph toegelaten en slechts van tijd tot tijd een tegenligger. Als chauffeur kan je echt al rijdende van het landschap genieten in Alaska. Na een poosje een stop op één van de parkings met een prachtig uitzicht op het plateau en bergen van de Chugac Mountains. Door heel dit brede dal loopt slechts één weg, de Glenn Hwy, en is er geen dorp te bespeuren behalve Glenallen, op zo'n 150km rijden. Je bent hier precies "alleen op de wereld". Kort voor Glenallen een zijweg in naar het Lake Louise. Een bord langs de weg waarschuwt voor "Rough road next 20 miles". En inderdaad, de niettemin gasfalteerde weg zit vol "rimpels" en "golvingen". Je zit net in een trage rollercoaster. Allemaal het gevolg van de permafrost bodem waarop de weg is aangelegd. Glenallen is niet de naam van stadje waard, eerder een verzameling huizen verspreid langs de weg. Maar ze hebben een kleine supermarkt waar we inkopen kunnen doen en het eerste tankstation na 200km. Dus voltanken want je weet nooit wanneer je het volgende tegenkomt. Wat bleek inValdez te zijn, na weer eens zo'n 140 km. In Glenallen rechtsaf op de Richardson Hwy naar Valdez. Vanop deze hwy krijgen we voor het eerst een zicht op de machtige sneeuwbergen van het Wrangell-St-Elias NP, het grootste nationaal park van de VS. Ook zien we voor het eerst de Alaska Pipeline die vanuit het hoge noorden tot in Valdez loopt, net een zilveren lint dat door bossen en toendra loopt. Onderweg passeren we nog de Worthington Glacier; een wandelingetje leidt tot aan de voet van de gletsjer. Van hieruit heb je een prachtig uitzicht op de omliggende bergen. Het einde van de weg, letterlijk, ligt in Valdez, de haven waar jaren geleden de milieuramp met de tanker Exxon Valdiz plaatsvond. Een klein havenstadje aan de Prince William Sound waar de olie van de pipeline overgeslagen wordt op tankers. Op zich stelt Valdez niet zoveel voor, maar van hieruit vertrekken cruises op de Prince William Sound. Maar dat staat voor morgen gepland. Speciaal is de vissesrhaven met net daarachter de sneeuwbergen en gletsjers, nog nooit eerder hebben we zoiets gezien. De bergen lopen letterlijk tot aan de oceaan. Na een geslaagde dag sluiten we af met een lekkere gegrilde rode zalm en een lokaal pintje bier.
Een stralende dag met prachtig weer. Deze ochtend eerst inkopen gedaan in Anchorage, eten en drinken voor de komende dagen. And Oli .... I have an IP2 ... and Lut also. Nadien de Glenn Highway op richting Matsu Valley. Een eerste stop aan de Tunderball Falls, een mooie wandeling maar geen indrukwekkende watervallen. Nadien verder via de Old Glenn Hwy, een stuk rustiger en mooier, naar Palmer, een oud pioneerstadfje.Net voor Palmer bevindt zich het dorpje Eklutna, met een zeer merkwaardig kerkhof, nl. een Indiaans-Orthodox kerkhof. De graven zijn net als kleine huisjes, kleurig geschilderd. Verder naar de Independance Mine State Park. Dit is een oude goudmijn die tot na WOII in gebruik was. Hoe ze ooit zo hoog in de bergen goud hebben ontdekt, is ons een raadsel.Een deel van de gebouwen zijn gerestaureerd, een deel is nog vervallen. Maar in iedergeval, het moet een ruig leven geweest zijn. De natuur rond de mijn was wel heel indrukwekkend. Eens terug op de Glenn Hwy hebben we een muskus os ranch bezocht. Het is een privé project waar men muskus ossen kweekt voor de wol productie. Muskus ossen zijn typische dieren van het hoge noorden die zich opperbest voelen in de sneeuw bij temperaturen van -80°! Het laatste onderdeel van vandaag was de Matanasku Glacier. Via een gravel road (te betalen) kun je tot op 300m van de gletsjer rijden. Heel indrukwekkend. De gletsjer is zo'n 40km lang en beneden nog 6km breed. En hij loopt helemaal tot in het groene dal. We zijn tot aan de voet gewandeld, wat wil zeggen dat je de laatste 250m op het ijs loopt, bedekt met steenslag. En nu zitten we te genieten van het uitzicht vanop het terras van onze cottage, met zicht op de bergen en de gletsjer.
Na lang naar deze vakantie te hebben uitgekeken, was het vandaag dan zover! Om 3h30 uit bed en, dank zuij ouderlijke hulp, waren we netjes om 5h in Zaventem. Het inchecken verliep vlot en om 6h55 stegen we op richting Frankfurt waar we om 8h aankwamen. Tot onze verbazing een nogal rommelige luchthaven, zij het een zeer grote, en met een kleien vertraging stegen we om 10h45 op voor de directe vlucht naar Anchorage, 9h30 vliegen, met Condor Airlines, een dochter van Lufthansa. De route lag heel noordelijk. We vlogen over de noordpunt van Groenland en over de Noordelijke IJszee. Heel speciaal, gedurende 3u zagen we niets dan een bevroren oceaan onder ons. Het weer was helder en we hadden een goed zicht op het desolate landschap van Groenland. Bij het overvliegen van Alaska kregen we een fantastich uitzicht op Mount Mc Kinley, de hoogste berg van Noord-Amerika. Deze maakt deel uit van het Denali NP, waar we later 3 dagen zullen doorbrengen. Prachtig landschap, één en al bergen en gletsjers. Na de landing in Anchorage verliep voor een keer de grenscontrole eens vlot om de VS binnen te geraken. Al ontbrak het nemen van alle vingerafdrukken en foto ook deze keer niet. We hadden op voorhand een SUV 4x4 gehuurd bij Hertz. We waren wel verbaasd toen we de sleutels kregen. Zeer groot is zelfs niet sterk genoeg om die te beschrijven. En een en al luxe. Radio installatie van Bose, alles automatisch, ... . Dat gaat een plezier worden om daar 3 weken met rond te trekken. Anchorage zelf is een klein, maar proper en levendig stadje. Met enkele mooie shopping centra. ;-) Nog even langs Lake Hood gereden. Dat is dé basis voor alle watervliegtuigen. Ontelbaar, honderden watervliegtuigen. Die liggen aan de kant gemeerd zoals bij ons de bootjes. Continue landen er en stijgen er op. Nu ja, bijna 1 op de 5 Alaskanen heeft een vliegtuig! Het was een lange dag, zeer lang, maar een zeer goed begin van ons avontuur. Zoals ze hier zeggen : Alaska, the last frontier.
Na onze fantastische trip vorige zomer naar Canada, zijn we door de microbe gebeten. Dus Alaska komt er aan.
Onze vrije tijd gebruiken we nu om alle nuttige info op het internet te zoeken. Onze zonen zitten in de examens, dus wij rustig thuis in de zetel met de pc op de schoot, en op zoek naar tips, excursies, activiteiten voor onze reis. Ja, zelf met de voorbereiding bezig zijn is al leuk, en nu maar aftellen.