Het is zover, de laatste dag van onze prachige reis. Zonder twijfel één waar we regelmatig nog met heimwee aan zullen terug denken. Vanmorgen dus het laatste ontbijt(je) in het hotel, valiezen sluiten (oei ziet er niet goed uit, moeten er al op gaan zitten om ze dicht te krijgen), auto een beetje opruimen en we vertrekken naar de Internationale luchthaven van Fairbanks. Toch nog snel een korte bezoekje aan de Fairbanks University en de botanische tuin van de universiteit
En dan naar de luchthaven,afscheid nemen van onze jepeke , en inschecken aan de balie van Condor airlines. En wat we al voor vreesde, te veel bagage zo'n 25 kg te zwaar (veel boeken gekocht, jeansbroeken, Abercrombies..). Normaal extra te betalen 28 USD per kilo. Ander alternatief was een extra bagage (zak/valies) te betalen aan 58 USD en de rest per kilo af te rekenen. Dus ter plaatse wordt 1 rugzak handbagage volgpropt met zo veel mogelijk kilokes en gaat mee het ruim in. De rest van het overgewicht moeten we dan maar per kilo betalen.
Alles geregeld met de bagage, dan nog de boardingpassen. Hier liep ook 't één en 't ander mis, het heeft ongeveer 3 kwartier geduurd vooraleer we de juiste boardingpassen hadden. (probleempje met de computer). Na een tijdje stonden ze ons al met 3 personen verder te helpen, en honderd keer sorry, sorry, en is het dan toch eindelijk gelukt om de juiste boardingpassen af te drukken. Al goed dat we goed op tijd op de luchthaven waren.
Met al dat gedoe heeft men dan nog vergeten ons de extra kilo's aan te rekenen, bewust of onbewust weten we niet, maar we hadden wel het gevoel dat ze de extra kilootjes door de vingers hebben gezien.
Nu zitten we hier een koffie te drinken , nog een uurtje en we kunnen aan boord. Dus we zien jullie binnenkort terug in Belgie land.
Normaal reden we vandaag via de Parks Hwy van Denali naar Fairbanks, een rit van zo'n 135 mile, niets dus.
Echter was de Denali Hwy die we enkele dagen geleden hebben gevolgd toch zo mooi dat we besloten hebben via de Denali Hwy en de Richardson + Alcan terug naar Fairbanks te rijden, zo'n 400 mile. Als chauffeur wordt je hier toch niet moe zodat we voor de lange weg gekozen hebben. En het weer was deze keer beter dan de vorige keer. Dus, wij op weg.
De Denali Hwy was nog altijd even knap, verveelde geen minuut. Door de zon en de rit in de omgekeerde richting was het net of je het voor de eerste keer deed. We denken wel dat de foto's voor zich spreken. Ook de dieren waren er weer in overvloed.
Om 20h waren we dan terug in ons hotel in Fairbanks. Nog eens een hotel, dat is lang geleden. Maar spijtig genoeg is het ook onze laatste nacht in Alaska, morgennamiddag vleiegn we terug naar Frankfurt en dan naar Brussel. We hopen terug op goed weer want we vliegen weer zo goed als over de Noordpool.
Het was een toffe vakantie, één van de mooiste qua natuur en avontuur die we al gedaan hebben tot nu toe. Een grote aanrader voor elke natuurliefhebber!!!!! Eén ding staat al vast, we komen terug om dat ene fenomeen te zien dat je nu niet kan zien omdat het nooit donker wordt : de Aurora Borealis, het Noordenlicht. De volgende keer zal het dus in de winter worden.
Nog eens bedankt voor al jullie reacties op ons reisverslag de voorbije weken! Dat deed ons plezier.
Tot ziens!
Lut & Ronald
PS : al zullen we toch blij zijn onze zonen terug te zien!
Het moest eens gebeuren .... het weer is omgeslagen en de bergen liggen toegedekt door de wolken ... en daaruit valt de regen met bakken. Gelukkig dat we gisteren het park bezocht hadden. De enige goede dag van de laatste dagen volgens de eigenaar van onze lodge.
In plaats van een hike tocht te doen vooraan in het park, je ziet toch niets, gaan we een bezoekje brengen aan het dorpje Talkeetna, zo'n 140 mile verderop. Hier vertrekken bijna alle expedities naar de top van Mt McKinley. En het staat omschreven als een mooi dorpje, zoals het er vroeger uitzag. Maar dat kennen we hier al ... en inderdaad, na een paar uur langs de Parks Hwy te hebben gereden in de plenzende regen, zijn we er en stelt het niet zoveel voor. Een paar oude gebouwen, dat wel, maar verder niets noemenswaardig. De regen was wel gestopt zodat we er wat hebben rondgewandeld en ik een lekker chili van rendiervlees heb gegeten in een 100j oud roadhouse.
Maar och, het was de eerste echt slechte dag qua weer, dus we klagen niet.
Vandaag bezoeken we Denali National Park. En de goden zijn ons goed gezind, want het weer is prachtig.
Het park, qua grootte een paar maal België, bezit slechts één weg die het park ingaat, zo'n 150km lang. Eigen vervoer is niet toegestaan maar er rijden bussen. Ruim op voorhand boeken is een noodzaak want de dag zelf kan je geen enkel ticket meer bemachtigen. Gelukkig lagen die van ons al sinds januari vast. We hebben gekozen voor een rit tot het einde van de weg.
De bedoeling van het park is de dieren wild te houden. Daarom is er in het park zelf geen eten of drinken te krijgen. Alles zelf meebrengen én mee terugnemen! Op deze 12u durende busrit, type American Schoolbus, heb je dan ook grote kans veel dieren te zien. Van zodra iemand een dier ziet, stopt de chauffeur en heb je ruimschoots de kans de dieren te observeren en fotograferen. Uitstappen mag echter niet dan.
En we hebben ook het enorme geluk gehad alle 5 "big wildlife" te zien. Zeker een 10-tal grizzly's, moose, Dall-sheep, caribou en wolf. En zelfs een lyncx, een dier dat je normaal niet ziet, één en al pracht en kracht.
De weg zelf is met momenten uitgehouwen in de rotsen en je vraagt je af hoe die buschauffeurs er niet afrijden als ze elkaar passeren.
Maar het hoogtepunt krijg je na zo'n 80km te zien. Je rijdt een pas op en ineens staat Mt McKinley voor je neus. Een granieten reus van over de 6000m. In de meeste gevallen liggen beide toppen in de wolken, maar nu hing er slechts een kleine wolk rond de zuidelijke top (de hoogste). Het is een berg die ontzag inboezemt. Vooral omdat hij redelijk solo ligt, geen directe buren van gelijke hoogte. Ook al is hij niet de hoogste berg ter wereld (wel van Noord Amerika), hij geldt als één van de moeilijkst te beklimmen bergen in de wereld. En het speciale is dat hij nog elk jaar zo'n 3cm hoger wordt, niet door de sneeuw, maar gewoon omdat door de activiteit van de tectonische platen hij gewoon verder omhoog geduwd wordt. We konden er niet genoeg van krijgen ernaar te kijken en hem te fotograferen.
Het was een lange busrit, maar het park is zo buitengewoon prachtig dat de dag vliegt.
Het was ons laatste bezoek aan een NP in Alaska. Wat opviel was dat alle parken hier ongelofelijk groot zijn en dat ze, in tegenstelling met de meeste parken in de lower 48 niet bedoeld zijn om toegankelijk te maken voor bezoekers maar als "preserve" voor de natuur en het wildlife.
Een wisselvallige dag. Typisch weer voor Alaska : zon, wolken, regen. De ene moment schijnt de zon, de andere regent het.
Vandaag rijden we naar het Denali National Park, met daarin Mt McKinley, bijna 6.150m hoog. Veruit iedereen rijdt via de Parks Hwy die Anchorage met Fairbanks verbindt en passeert langs het NP. Wij rijden via de oude Denali Highway, een gravelweg van 135 mile (zo'n dikke 200km) die dwars over de toendra gaat van de Alaska Range tot aan Denali. Het landschap hier is nog zoals het 100den jaren geleden al was. Een weg die enkel in de zomer open is. In de winter alleen te doen met de hondensleden.
In het begin was het weer eerder regenachtig zoals aan de foto's te zien is, maar toch deed het niets af aan de grootsheid en uitgestrektheid van het landschap. Door de lage wolkenflarden kreeg het zelfs iets speciaals.Eerst loopt de weg door de taiga terwijl je steeds hoger gaat naar het plateau. Langzaam verdwijnen de bomen en kom je in de toendra waar het vol caribou's zit. De kudde hier is momenteel zo'n 8.000 dieren sterk. De herfst is hier al ingezet wat aan de kleuren op de toendra te zien was. Ook de eerste sneeuw begint hier te vallen en op een zeker moment, nabij het hoogste punt, zo'n 1100m, reden we net onder de sneeuwgrens, misschien zo'n 50m boven ons.
De weg zelf is best te doen. Als chauffeur moet je vooral opletten de putten te vermijden want, zeker als het regent, weet je niet hoe diep die zijn. Maar gezien je max. 50km/h rijdt, is dat geen probleem. Je kan ook rustig de beste stukken kiezen want je komt zo om het kwartier, halfuur een tegenligger tegen. Met als gevolg dat je evenveel links als rechts als in het midden rijdt. Zie je een dier, of wil je gewoon een foto maken, dan stop je gewoon op het midden van de weg. No problem. En het verveelt nooit, al doe je er wel zo'n 6u over. Stel je voor, van Oostende naar Arlon op een gravel/zandweg tegen max. 50. Alleen, daar kom je geen elanden, rendieren en zelfs arenden tegen.
Na een nat eerste deel brak de zon door. Gelukkig maar, de achteruit was al lang onbruikbaar om door te zien. En de rest van de auto .... onder de modder. De zon maakte echter alles nog mooier, vooral in combinatie met de wolkenflarden.
Een mooie rit, een aanrader voor iedereen die Alaska bezoekt!
Dag 19 : vandaag rijden we van Fairbanks naar Paxson, het vertrekpunt van de Denali Hwy.
Het eerste deel, tot aan Delta Junction, hebben we reeds gedaan richting Fairbanks. Een mooie weg met zicht op de Alaska Range.
In Delta Junction slaan we nu af op de Richardson Hwy richting Paxson. We komen steeds dichter nu bij de Alaska Range die we doormoeten. De sneeuwbergen komen dichterbij. Langzaam klimmen we omhoog en langs de weg zien we zelfs enkele "moose". Indrukwekkende beesten, groot ... en gevaarlijk. Maar altijd vrouwtjes, dikwijls met een kleintje. Een bull hebben we nog niet gezien, die zitten dieper in het wetland.
Onze overnachting is voor de verandering weer eens een blokhut. Mooi gelegen naast een riviertje. 's Avonds gaan we nog een wandeling maken naar "Hidden Lake". En dat was toch spannend. Al in het begin van de trail zien we de pootafdruk van een grizzly. Toont klein op de fotos, maar de breedte van de afdruk was bijna 20cm. Wij dus maar heel de tij "hi bear" roepen. Je weet nooit. Aan het meertje gekomen hadden we geluk. Er stond een mannelijke eland te eten, aan onze kant van het meertje. Hij had ons direct gezien maar, vermits we mooi op afstand beleven, at hij door en keek geregeld eens waar we waren. Op de terugweg cirkelden er enige arenden boven ons, vrij laag. Geen zee-arenden deze keer, dus we moeten nog eens uitvissen welke soort dan wel.
En zoals gezegd, om 4u in de ochtend liep de wekker af. Gelukkig konden we al een ontbijt krijgen, lekker spek met eieren en pancakes. Alleen ... het was beginnen regenen en alles was herschapern in een modderpoel, weg en al. Op de foto zie wel hoe licht het al is op 4h30 in de ochtend.
Om 5u reden we dan met onze gids, Nicolai, de Dalton op, richting pal noord. De wolken gaven wel een speciaal geheel aan het uitzicht. De weg was echter vol putten door de regen. De weg zelf is een staatsweg, maar daarnaast, de bergen, vormen het "Gates of the Arctic National Park". Een reusachtig NP dat je enkel via hiking of via dropping kan bezoeken.
Het doel was de Atigun Pas, zo'n 80 mile verder. De pashoogte lag bijna volledig in de wolken. Spijtig. Maar het landschap was al helemaal veranderd. Zo'n 15mile voor de pas passeer je de laatste naaldboom. Vanaf dan leeft er geen boom meer tot aan de noordpool. Enkel toendra en the Arctic Desert. Geregeld passeren er zware trucks die stevig doordenderen op deze modderweg. Je moet uit de weg want ze hebben "right of way", maw, voorrang op alle andere verkeer. Onze gids wist nog te zeggen dat jaarlijks zo'n 1,6 miljoen mensen Alaska bezoeken, maar slechts een kleine 8000 gaan tot de Arctic en de Atigun Pass. Daar horen wij dus bij !!!
op de terugweg leggen we de laaste 9 mile af met een raft op de Middle Fork of the Koyukuk River. Mooi maar .... koud !! Het waaide en regende. ook al waren we versteven van de kou, het was iets om niet te vergeten.
In de namiddag kwam een nieuwe groep aan per vliegtuigje en samen et hen reden we mee terug naar Fairbanks, zo'n 250 mile verder. En dus passeerden we nu, op de weg, de Poolcirkel. UUiteraard de traditionele foto's. En dan verder door deze uitgestrekte natuur, waar je soms de weg ver voor je uit door het landschap zag slingeren. De rit duurde zo'n 10u, maar verveelde geen moment.
Toch waren we blij als we 0h30 terug aan de auto waren die aan het vliegveld stond. Een korte rit naar downtown, naar ons hotel ... en we vielen als een blok in slaap ... dromend van de Arctic.
En hier dan een iets uitgebreider verslag van de voorbije dagen.
De volgende morgen in Fairbanks hadden we nog wat tijd vooraleer we om 12h op de luchthaven moesten zijn voor ons Artic Adventure. We zijn naar het Museum of the North (foto) gegaan; dit behoort bij de University of Alaska. Een heel modern gebouw qua architectuur en, zoals te verwachten, een prachtig museum. Ze speelden ook een film van zo'n half uur over het nboordenlicht, the Aurora Borealis. De regio Fairbanks is ideaal om die te zien. Spijtig dat die alleen tijdens donkere nachten te zien zijn en bij open weer.
Na het museum naar het vliegveld. Samen met nog een groep mensen worden we over 3 vliegtuigjes verdeeld voor de één uur durende vlucht naar Coldfoot, aan de andere kant van de poolcirkel. Alleen wij 2 bleven er overnachten, alle anderen keerden nadien terug. We vliegen slechts op zo'n goeie 1500m zodat we de uitgestrektheid van de Yukon Flats National Wildlife Reserve en dan de Brooks Mountains goed kunnen zien. Ook de TAP is goed te zien met daarnaast de Dalton Hwy waarover we de dag nadien terugreden naar Fairbanks. Eén weg slechts in een gebied van zo'n 500.000 km². Deze weg is aangelgd voor de constructie en onderhoud van de oliewinningsvelden aan de Arctic Ocean, in Prudhoe Bay.
En we zijn in Coldfoot. Coldfoot was een "dorp" van barakken dat werd opgericht tijdens de constructie van de TAP. Nadien terug afgebroken, op enkele barakken na die nu dienst doen als hotel. Nu ja, hotel ... kamertjes waar vroeger de arbeiders in sliepen. Maar wel proper. Rechttegnover de slaapbarak is een weg restaurant en bar. Coldfoot ligt op zo'n 250 mile van Fairbanks en is een stopplaats voor de truckers van en naar Prudhoe Bay. Het eten was er wel zeer lekker. Gek genoeg had het plaatsje wel een visitors center met een goede aanduiding op een grote wereldbol waar we waren (midden van de foto). Eén van de teksten ie er hing, gaf mooi onze gedachte weer. We zijn er wat gaan wandelen naar de Koyukuk River en liepen daarbij over een stukje toendra. Een heel zompige ondergrond vol plantjes.
De volgende dag gingen we met een gids verder de Dalton op in noordelijke richting, nog zo'n 80 mile enkel. En gezien het een gravelroad is, met gemiddelde snelheid zo'n 30 mph, moesten we al om 4u opstaan. Dus zijn we maar bijtijds gaan slapen.
Even snel wat kort nieuws. Vannacht zijn we teruggekeerd in Fairbanks na 2 dagen te hebben doorgebracht aan de andere kant van de Poolcirkel. Eergisteren vertrokken met een klein vliegtuigje naar Coldfoot, waarbij we de N66°33' overvlogen, ofwel de Poolcirkel. De nacht doorgebracht in oude woonbarakken van de TAP (nu een simple Inn geworden). Gisterenmorgen verder naar het noorden over de Daltoin Hwy, helemaal tot aan Atigun Pass en The Great Continental Divide. We warenhier in het "Gates to the Arctic National Park". Nadien terug naar Coldfoot waarbij de laatste 9 mile via clot op de Middle Fork Koyukuk River. In de namiddag verder de Dalton af naar Fairbanks, een 10u durende hobbelende rit, waarbij we dan via de weg de Arctic Circle passeerde.
Nu zijn we even kort terug uit "the arctic wilderniss", maar seffens vetrekken we naar Paxson (het is hier nu ochtend) en wellicht zitten we terug "in the wild". Fotos en zo zijn dus voor de volgende keer. Daaaaag !!
Vandaag volgen we de rest van de Alaska Hwy, de Alcan, tot in Fairbanks. Je rijdt bijna de hele tijd naast de Alaska Range met zijn mooi besneeuwde bergtoppen. De wagen op cruise control want soms loopt de weg voor zo'n 50km kaars rechtdoor. Onderweg staat nog een authentiek Roadhaus dat al die jaren bewoond en onderhouden is gebleven. Ook zien we de Trans Alaska Pipe line weer, de TAP zoals ze ze hier noemen.
Zo'n 20km voor Fairbanks rij je door het dorpje North Pole met het huis van Santa Claus. Typisch Amrikaans, heel veel kitsh. Het stelt eigenlijk niets voor maar als je er dan toch passeert, moet je het eens bezien hebben. Alleen is het wel grappig dat de Amerikanen er zelf uit hun bol gaan, die laten zich allemaal fotograferen met kerstmutsen op en hebben leute.
Wijzelf waren snel weg, verder naar Fairbanks. Het mag dan wel de 2de grootste stad van Alaska zijn met zo'n 30.000 inwoners, veel stelt het niet voor. Een groot verschil met Anchorage. Na zo'n half uurtje heb je downtwon wel gezien. Ook Pioneer Park, met oude gebouwen, zou iets kunnnen geweest zijn, moest het door Europeanen zijn gebouwd. Nu is het weer zo typisch amerikaans, wel willen maar niet kunnen.
Morgenvroeg gaan we eerst naar het Museum van Alaska aan de Universiteit, dat schijnt wel imposant te zijn. Om 12h vertrekken we dan naar Coldfoot, aan de andere kant van de poolcirkel.
Opnieuw een stralende dag. Na het ontbijt in onze B&B, vertrekken we naar de Midnight Dome, een kale top boven het stadje. Van hieruit heb je zicht op het stadje beneden en verder een prachtig uitzicht van wel 100km in het rond. Hier verzamelen de mensen op 21 Juni om de zon net niet te zien ondergaan, de langste dag, 24h licht.
Na de afdaling reden we naar Bonanza Creek, daar waar vroeger het eerste goud werd gevonden. Bij claim #33 leren we goud "pannen" en dan, gewapend met schop en pannen, trekken we 15km verder naar een claim die vrij is het voor het publiek. Dus wij schuppen, zeven, schuppen, zeven ... en, we hebben goud!. Alleen zullen we er niet rijk van worden.
Na dit avontuur nemen we een kleine ferry die ons over de Yukon rivier brengt. En dan begint de klim naar "The Top of the World Highway". Wel, die heeft zijn naam niet gestolen. Je rijdt werkelijk meer dan 160km boven de boomgrens, over de heuvelruggen. Het uitzicht is dan ook fantastich naar alle kanten. Deze hwy is volledig van gravel en zand. Als je een tegenligger tegenkomt, zie je de eerste 100den meter niet veel van het stof. Alleen, dat gebeurt zo gemiddeld elk half uur, veel verkeer is er niet. En zelfs daarboven, in het niets, ligt de grenspost met de VS en je ontkomt niet aan de klassieke vragen. We hadden ook het geluk nog net een deel van een kudde caribou's te zien. Mooie dieren die er in grote groepen door de toendra trekken. Na zo'n 5u rijden en 250 km verder, komen we terug op de Alcan richting Tok.
Traditioneel schrijven we in het stof op de achteruit : "Driven - Top of the World Hwy". Binnen enkele dagen volgt nog zo'n weg, de Denali Hwy. Nu eerst stoppen aan een liquor shop en een flesje wijn kopen, in de klassieke bruine papieren zak!
Vandaag staat de langste rit van de reis, 515km, op het programma : Van Whitehorse naar Dawson City, via de North Klondike Highway. Deze "highway" gaat pal naar het noorden en is de enige weg in een gebied groter dan België! Tijdens het hele traject liggen maar 2 kleine dorpjes, meer niet.
De North Klondike Hwy volgt ruwweg de grote Yukon rivier, één van de weinige rivieren die naar het Noorden stroomt. Deze werd tijdens de Goldrush gebruikt om, met rader-stoomboten goudzoekers naar het Noorden (Dawson City) te brengen en goud en zilver van Dawson naar Whitehorse.
Het weer is zeer wisselvallig, dan weer regent het, dan weer schijnt volop de zon. Maar de weidse natuur is er niet minder om. Onderweg laat een arctische vos zich gewillig fotograferen, zo net naast onze auto. De weg zelf is in redelijke staat, geasfalteerd met hier en daar stukken gravelroad (een voorproef voor morgen). Tegen het einde krijgen we zicht op de hoge bergen van het Tombstone NP, gelegen langs de Dempster Hwy. Spijtig genoeg hebben we niet de tijd om er heen te rijden.
In de loop van de namiddag bereiken we Dawson City, eens de belangrijkste stad te midden van de goudmijnen. De straten zijn nog van gravel en de meeste huizen stammen uit die periode. men is nog volop bezig ze te restaureren en opnieuw te bewonen. Hier geen Disney-gevoel, maar authentieke waarden. Eén van de attracties was, en is, nog altijd Gerties Gambling Hall, het eerste casino ooit van Canada. Hier haalde men het goud uit de zakken van de gouddelvers. Nu nog altijd is het een casino, in redelijke authentieke stijl, en Gertie en haar meisjes (wel nieuwe!!) voeren er nog elke avond hun Can-Can dansen op. Best leuk om dat eens mee te maken.
Morgenvoormiddag staat nog een bezoek aan de gold-creecks gepland en dan de rit terug naar Alaska, via "the Top of the World Highway", een gravelroad van 200km. Gemiddelde snelheid : 40km:u. Maar dat is voor het volgende verslag.
Nog eens bedankt aan onze vrienden die reageren, zoals Marijke en Inge. Het is altijd plezant om iets van hen te horen! En Inge, span Bo maar voor een slede om naar de Delhaize te gaan!
Spijtig , maar we moeten afscheid nemen van onze blokhut in Skagway, terug inpakken en op weg naar Whitehorse, de hoofdstad van de Canadese streek Yukon. Via de Klondike Highway terug de bergen in naar Carcross (afkomstig van Caribou crossing), naar Whitehorse. Een korte trip vandaag van maar 190 km.
Bij de eerste bergpas na Skagway rijden we de wolken in, maar dan begint de zon erdoor te komen en wordt het weeral prachtig weer. Dus het wordt weeral genieten van het prachtige uitzicht, raar, maar je wordt dit dus echt niet beu, het blijft zo mooi.
Onze eerste stop , een bezoekje aan de suspession bridge (hangende brug over de brede Yukon rivier), daarna het dorp Carcross, met een 'echte woestijn',
Verder op weg passeren we nog de One Mile Canyon, en dan zijn we in de hoofdstad Whitehorse. Zelf hier is het doods en bestaat de hoofdstad uit enkele straten, en huizen. En een Museum, het McBride Historical museum, waar het leven van de goldrush weergeven wordt, de moeite waard om effe te bezoeken. Ook de SS Kondike is te bezichtigen, een radar boot.
En dan naar onze volgende overnachtingsplaats: The Sundog Retreat , weeral een huisje midden in de natuur, Fozzy Crocus.
Vanmorgen
wakker geworden met een bijna heldere hemel, de zon die door de bomen, recht de
blokhut in scheen. Wat goed is want er staat iets speciaals op het programma :
dogsledging op een besneeuwde gletsjer.
Vandaag ligt
er slechts één cruise schip in Skagway, wat het stadje ineens veel leuker
maakt. Niet zon grote drukte en nu komen de gerestaureerde gevels van
Broadway, de hoofdstraat, tot hun recht. In het Klondike Gold Rush museum
hangen oude fotos die tonen hoe het er hier uitzag in 1898.
Tegen 11h
zijn we op de heli-haven van Temsco waar we de helicopter moeten nemen naar de
gletsjer. De gebruikelijke veiligheidsbriefing, oranje reddingsvest (want we
vliegen eerst over het Lyn Canal (de diepste fjord van Alaska) en dan kunnen we
vetrekken. Na een korte rondvlucht landden we in het dog-camp, midden op een
besneeuwd gletsjer plateau. Het is er stralend weer. In dit kamp leven zon 245
slede honden, Alaskan Huskys. Het zijn dieren van verschillende eigenaars die
hier van mei tot eind september zijn, om getraind te blijven. Ze verblijven er
samen met hun trainers (die slechts om de week één dag naar de vallei worden
gevlogen). Een musher (slede-man) zorgt elk voor zon 45 honden. Deze honden
leven maar voor één ding : een slede trekken. Een 150 km/dag afleggen is geen
probleem. Hier doen ze zon 6km/dag om getraind te blijven. Eerst kennismaken
met de dieren voor onze slede. Stuk voor stuk sociale en aardige beesten die
dol zijn op aandacht. Eens ze voor de slede gespannen zijn, willen ze direct vertrekken.
We nemen plaats op de slede en we zijn weg. De dieren halen zon 20 tot 30
km/h. De musher stopt en paar keer zodat elk op de stuurplaats achterop kan
staan en al rechtstaande verdergaan. Eens terug in het kamp gaan we de puppys
bezoeken. Schattige beestjes die je zo kan oppakken. Je zou er direct ene mee
naar huis nemen. Na de sledetocht brengen de helicopters ons terug naar het
dal. Een unieke belevenis die zijn geld dubbel en dik waard is.
Eens terug in
Skagway hangen we er nog een tocht achteraan, een hike van zon 1u naar het
Lower Dewey Lake, een mooi meertje gelegen in de bossen boven Skagway. Wel een
steile opklim maar je hebt geregeld mooie uitzichten op het stadje.
Eens terug
beneden hadden we zeker een Alaskan Amber (bier) verdient inThe Red Onion
Saloon. Nog een authentieke saloon uit de jaren 1898. Het was in die tijd de
drukstbezochte saloon (nu nog) en eerste-klas bordeel (ze vragen nu 5$ per
15min. .. om het te bezoeken).
Morgen gaan
we de goudzoekers achterna via de Klondike Highway, richting Whitehorse en
Dawson City.
Na een zalig
nachtje slapen in onze blokhut in de wildernis, zonder tv, internet,crackotjes eten in ons hutje (want het brood
is hier niet echt te eten !!, buiten dan van die platte donuts, sandwiches,
toastbrood).Dan maken we ons klaar om Skagway te
ontdekken, de belangrijkste stad tijdens de Klondike Goldrush in 1897. In die
tijd een grote stad met wel 80 saloons.Nu omgebouwd tot een supertoeristisch stadje (bah, lijkt wel de Mainstreet
van Disneyland), vol met giftshops, giftshops, en nog eens giftshops. Weliswaar
nog met de gerenoveerde huizen, maar toch. Wat zijn we blij dat onze blokhut
enkele miles van het centrum gelegen is in de prachtige natuur).
Het stadje
wordt dan ook nog eens tijdens de dag overrompeld met cruisetoeristen; hier
leggen gemiddeld 5 grote cruise schepen per dag aan. Maar na 17H keert de rust
weer in het stadje, en is het al veel beter te genieten.
Vandaag
hebben we een treinrit op het programma The White pass & YukonrouteDeze railway is gebouwd tijdens de goldrush en loopt van de United
States, Skagway, tot in Whitehorse Canada. Te weten dat deze trip door 100.000
man te voet afgelegd werd ( door de bergen) tijdens de goudkoorts, slechts 30.000
a 40.000 bereikte echter de goudvelden van Klondike. (Weetje: Tussen Juli en
November 1898 werd voor 10 miljoen dollar goud aan waarde gedelfd).
Eind 1898
werd dan gestart met het aanleggen van de railway. 35.000 man werkte hieraan
mee.
Na de
goldrush bleef deze railway nog in gebruik, en vandaag is het één van de
belangrijkste toeristische attracties.Wij gaan vandaag met de oude stoomtrein nr73 de pas op.Steil de bergen in, ongelooflijk hoe ze hier
vroeger ooit deze spoorweg hebben kunnen aanleggen.
Van sea level
in Skagway tot 873 m in Fraser B.C. 26 miles de bergen in, adembenemend knap
Geen huis, geen auto te zien, enkel de stoomtrein.Ritje heeft dan ook 4 uren geduurd heen en
terug, weeral de moeite waard , en om niet te vergeten.
Na de
treinrit toch nog effe de toerist uitgehangen, een Starbukske gedronken, de
winkeltjes in en uit gelopen.En nu
rustig aan onze blokhut op het terrasje genieten van de rust.Seffens nog een lekker gerookte zalm eten, en
ja, onze dag kan weer niet stuk.
Hiier zijn we weer terug na een paar daagjes geen internet.
Na een
heerlijke nachtrust zijn we, als uit
gewoonte, weer vroeg uit de veren. Van op ons terras kijken we naar de
zalmrivier en zien gelijk, net onder ons, een grizzly met 3 cubs die zalm
vangen. Prachtig hoe deze dieren soepel en snel de zalm uit het water vangen.
We gaan naar beneden en, samen met nog andere vroege vogels (en vissers) slaan
we de beren gade vanop zon 10m afstand. Gelukkig houdt iedereen de dieren in
het oog om niet verrast te worden, want wees gerust, ze lopen veel sneller dan
een mens, even snel berg op als berg af. Naast de beren zijn er ook nog zon 4
zeearenden aan het rondvliegen, uitkijkend naar vis. Prachtig, we genieten
ervan.
De wolken
hangen zeer laag in de vallei, maar het regent niet en het geeft de indruk te
verbeteren. We rijden naar Haines en bezoeken eerst de blokhut (kantoor) van
Mountain Flying om een rondvlucht vast te leggen in de namiddag over Glacier
Bay National Park. Dit NP is enkel vanuit de lucht goed te bezoeken.
Hierna
verkennen we het oude Fort Seward, één van de eerste Amerikaanse bases in
Alaska. De oude gebouwen worden nu bewoond door Vietnam veteranen en de meeste
zijn nog in goede staat.
Om 3pm hebben
we dan afspraak met piloot Paul voor een 1,5 durende rondvlucht boven het
immense Glacier Bay NP. Het weer was zonnig geworden, met in de bergen nog
wolkenflarden; wat alles een heel speciaal uitzicht gaf. En het was een
prachtig schouwspel, de enige gletsjers na de andere, sommige hangend tegen de
bergen, andere kilomeeeeeters lang, al dan niet tot in de oceaan, enorme sneeuw
en ijsplateaus, . Morenen in de glaciers die aangaven hoeveel gletsjers wel
niet bijeenkwamen. En dan die speciale blauwe gletsjerkleuren. Zelfs het water
van de Pacific vertoonde enorme schakeringen blauw. Ik weet het, we vallen in herhaling,
maar zoiets hebben we nog nooit gezien. Echt, de natuur in Alaska is
overweldigend.
Eens terug
geland, hadden we nog enkele uurtjes vooraleer we om 10pm de ferry naar Skagway
moesten nemen. Nog even wat inkopen in de plaatselijke grocery, en dan een
lekkere gegrilde zalm gaan eten.
Om 9pm met de
auto de boot op en 10h waren we weg voor de één uur durende vaart naar Skagway.
Onze blokhut daar ligt een paar mile buiten het dorp, midden in de bossen. Een
pareltje. Opgetrokken uit niets dan dikke boomstammen, vanuit het bed kijk je
recht het bos in. Zon 20m verder staat een 2e waar een stel uit New
York in zit en de eigenaars wonen een 100m verder. Ook al kwamen we zeer laat
toe, Nan, de eigenares, was nog wakker en had al naar de ferrydienst gebeld om
te horen hoe laat de boot verwacht werd want ze was ongerust dat we het niet
zouden vinden, nu het donker was en het huisje in het bos lag. Maar om 12h
lagen we in bed. Gek, wij gaan slapen terwijl het in België al 10h s ochtends
is van de volgende dag.