Devils Tower National Monument, dat was het einddoel van deze dag. Slechts 200km rijden.
Onderweg hebben we nog vrij authentieke stadje Deadwood bezocht. Dat bezit nog de typische far-west stijl. Alleen is het er nu, zoals overal in de Black Hills, overvol van motobike riders. Volgende week is er hier in Sturgis het jaarlijkse treffen van de motobikes. Ze verwachten ongeveer 700.000 motobikers. Het merendeel buikige mannen met grijze haren en baard. Hier mag men rondrijden zonder helm of beschermpak. Een echt midlife-crisis gevoel.
Nadien zijn we via mooie rustigewegen naar Devils Tower gereden. Een gestolte magma kolom die hoog boven de omgeving uitsteekt. We hebben er helemaal rond gewandeld. Heel speciaal.
Nu zitten we in de Devils Tower Lodge, vlak naast de berg, te genieten van een glaasje wijn en van het het mooie uitzicht op de Devils Tower.
Vandaag zijn we naar de Badlands National Park gereden, zo'n 150km van hier. Die liggen midden in de Grasslands. Het zijn gelaagde steenstructuren die grillige valleien en bergen geven. Uitgesleten door regen en wind. Zeer speciaal, je kan het met niets vergelijken. De parkweg slingert er zich door, dan weer beneden, dan weer boven. Achter elke draai een ander zicht.
Het laatste deel van deze 80km lange weg is een grindweg, die langs de rand van de Badlands en de prairie loopt. En bij het overrijden van een heuvel .... een enorme kudde bisons, tussen de 1500 en 2000 dieren. De stieren waren enorm. Veel deden schijngevechten om hun vrouwtjes te beschermen. Kolosaal. Deze kolossen zien rennen was indrukwekkend.
Hier geen beren ... oef ... maar naast waarschuwingen voor deze bisons, was er een ander dier om voor op te letten ... ratelslangen. Deze zijn zeer talrijk in de Badlands. Gelukkig, en spijtig ok, hebben we er geen gezien.
Ik val in herhaling, maar nog maar eens een fantastische dag.