Een paar duizend meter boven Italië in een sterrenheldere nacht, blikken we met honderden vluchtgenoten terug op een fantastische ervaring. De mozaïeken van deze ochtend in Maria Maggiore prijken nog na op mn netvlies. Ze verbeelden een bijzonder catechese vanuit het Eerste Testament en natuurlijk vanuit alle Nieuwtestamentische teksten die verband houden met Maria. Al weet ik nog niet wat, maar ik hoop straks thuis met die beelden iets te doen. We voelden ons verbonden met de familie van talloze heiligen, allemaal met een concreet levensverhaal van ups en downs, maar ook van geroepen worden en daarop met hun leven antwoorden. Grote heiligen. Ik denk ook aan kleine heilige momentjes die ik op deze afscheidsdag mocht voelen. Vanmorgen aan tafel vertelde een pater me hoe hij na deze bedevaart in zn gemeenschap hoopt medebroeders te vinden die mee willen praten over hun vreugde en hoop, angst en onzekerheid. In de bus boomde ik met een catechist door op jongeren, liturgie en muziek. Ik voelde zn gedrevenheid. Het mogen dan misschien geen echte heiligen zijn, maar dat zijn wel kleine, heilige stapjes. Hoeveel zou er zo gedroomd worden Tijdens onze vrije namiddag gunde ik mezelf even de charme van Rome. Ik vond een stemmig terrasje in de zon en bestelde een sober dinertje. Een kleine grappige ober die later de chef bleek te zijn vroeg me van waar ik kwam en wat de reden was van mn bezoek. Ik spreek maar elementair Italiaans en probeerde hem uit te leggen dat ik op pellegrinaggio was. Hij moet dat misverstaan hebben, want hij toonde me zn eetzaal, de mogelijkheden van de menus, de verschillende prijzen voor groepen en was plots heel vriendelijk. Ik probeerde hem nog duidelijk te maken dat ik enkel deelnemer was en geen leider, maar dat maakte niks meer uit. Hij bood me gratis een digestiefje aan en ik moest van mn oorspronkelijke rekening van 22 uiteindelijk maar 15 betalen. Hij dacht blijkbaar dat ik een bedevaartsreis aan het organiseren was. Dus als je zelf ooit in de buurt van het Sint-Pietersplein voordelig wil eten: zeg gewoon dat je een bedevaart organiseert!
De voorlaatste dag zit erop. We hebben net een heerlijk avondmaal - het laatste - met bijna de hele groep achter de rug. En we mogen moe maar erg tevreden terugblikken op een bijzonder diepgaande en verrijkende ervaring en dat op diverse terreinen en vlakken. Zowel wat ontmoetingen betreft, als spirituele momenten, als enorme liturgische ervaringen, als kunst en sfeer van Rome, ... Ik kan het op dit moment niet anders samenvatten dan met de woorden "Levend water". In m'n bericht gisteren had ik het al over het levensnoodzakelijke water dat de Israëlieten uiteindelijk konden drinken uit de rots. Vandaag was het meest 'pakkend' moment onze doophernieuwing met water in het baptisterium van Sint-Jan van Lateranen. In die eeuwenoude achthoekige ruimte waarin zo lang ze bestaat elk jaar mensen gedoopt zijn, heeft onze bisschop ieder van ons met palmtakken besprenkeld met wijwater. Dit terwijl het koor zong: "Zoals een hert verlangt mijn hart naar stromend water, zo verlangt mijn ziel naar U, God". Ieder om beurt daalde af in het baptisterium tot bij de bisschop. Dat duurde dus een tijdje, maar het koor zong de hele tijd. Soms ook meerstemmig zonder woorden. Ik zag na afloop meer dan een deelnemer emotietranen wegvegen. Zo'n sobere maar des te krachtiger liturgie weet ieders hart te beroeren tot een ervaring van levend water ... Vóór de enorme kerk van Sint-Jan van Lateranen ligt een recente gedenksteen ingemetseld als hulde aan de slachtoffers van grote armoede. De steen is tegelijk een eerbetoon aan het werk van mensen als Joseph Wresinski, een priester die eind de jaren vijftig van vorige eeuw de vierdewereldbeweging oprichtte. In de steen staan deze woorden gegrift: "Waar mensen gedoemd zijn in armoede te leven, worden de rechten van de mens geschonden. Zich verenigen om die rechten te doen respecteren, is een heilige plicht." Daar bleef ik aan denken toen ik even later de eerste lezing mocht voorlezen uit de profeet Ezechël 47. Dat gaat over een visioen van water dat, stromend over de trappen van de tempel, het verdorde land vruchtbaar maakt. Zou dat niet het beeld zijn dat de profeet in het achterhoofd had: dat handen en voeten, hoofd en hart van mensen 'van de tempel' - wij dus allemaal - volop levenwekkend worden en voor al wiens leven uit zichzelf niet meer vruchtbaar is ...
We zijn al aan de derde bedevaartsdag ... wat vliegt de tijd als je een zo gevuld programma hebt. Wie groepsvakanties organiseert of jeugdkampen weet dat er de derde dag een besef groeit hoe alles reilt en zeilt. En dan komt naast sympathie ook verzet. Sympathie was er al voor de kracht van wat we beleven, maar nu klinkt steeds luider ook gemor. Over verschillen tussen hotels b.v.: bij ons nooit beleg of spek met eieren, elders horen we van wel. Dat is een soort verzet dat gelukkig vlug gerelativeerd wordt: wat maken we ons zorgen over wat we eten of drinken, we zijn tenslotte op bedevaart. Maar er is ook af en toe verontwaardiging: over een te zwaar programma voor verschillende mensen die moeilijk te been zijn. Over ontgoocheling over een beloftevol pausbezoek waar tussen de zeven talen niet één zinnetje Nederlands werd gesproken. Dat soort verzet - hoe schijnbaar vervelend ook - kan vruchtbaar worden. Want onder eerlijke verontwaardiging zitten waarden, zit de heilige zorg voor mensen voor God. Vertaald vanuit de voorbeelden van daarnet: elke mens telt mee én onze Antwerpse samenhorigheid - hoe verscheiden ook - met z'n vijfhonderd in ons jubeljaar ís waardevol voor onze kerk. Toch werd het vandaag een rustige aswoensdag. De pauselijke catechese verwees naar het begin van de vasten vanuit de analogie met de uittocht waarin de Israëlieten begonnen te morren over tekort aan water. Massa en Meriba heet die plek want ze stelden op de duur zelf in vraag of God wel echt meetrok. Vervelend, maar vruchtbaar verzet, zo blijkt. In de catacomben vonden we de eerste christelijke symbolen: een anker en een vis. Geheime tekenen van verzet waren het in een tijd van christenvervolging. Je geloof openbaar belijden moest je bekopen met je leven. Daarom kwamen ze samen heel gewoon in een of ander huis om brood te breken, haven en goed te delen. Een onverdacht symbooltje van een vis op je voorgevel, was voor wie het kende een vruchtbaar teken van verzet. Voor de aswoensdagdienst kwamen we daarnet samen in de relatief kleine kerk van San Bartolomeo. Onze groep vulde de kerk tot aan de randen. Iets van dat een of ander huis gevoel leefde bij velen. In deze kerk worden de martelaren herdacht, niet alleen deze van lang geleden, maar ook de eigentijdse martelaren: in missiegebieden, wereldoorlogen, en zelfs recent in Algerije. Martelaren staan symbool voor schijnbaar zinloze volharding en verzet. Maar in geloof wordt hun heilige verontwaardiging bron van vruchtbaarheid. Een concreet voorbeeld van zo'n zinvolle verontwaardiging als aanzet tot de vasten vinden we op www.youtube.com/ccvantwerpen. Een goede veertigdagentijd!
Als de meeste mensen die mee op reis zijn de titel van dit bericht lezen, denken ze allicht aan een boordevol gevuld programma met een strak schema en een - noodgedwongen - vriendelijke maar kordate leiding. Zo zaten we pas na 22 u aan tafel: da's voor velen zeker een loutering, maar toch ... De ervaringen zijn het waard: de indrukwekkende Sint-Pietersbasiliek als spirituele en symbolische bakermat van ons geloof, het forum romanum als groeicontext van de eerste christenen, een jonge gemeenschap als die van Sint Egidius ... Toch kwam de titel vandaag bij me op naar aanleiding van diverse ontmoetingen. Het begon al vanmorgen aan tafel. Ik zat naast een man alleen die vertelde dat hij na een beroepsleven als zelfstandige samen met z'n vrouw naar een rustiger oord verhuisd was. Echter nu acht maanden geleden, was zij helaas veel te plots gestorven. Je voelt nog de pijn die hij beleeft als hij het vertelt. Maar tóch is hij mee op bedevaart, want "dat wilde hij nog graag met zijn vrouw doen". Toch blijft hij contact zoeken met vrienden. Ik voel toch - al is het nog smeulend - vuur onder zijn pijn. Gelouterd. Onder een heerlijk blauwe lentehemel fotografeer ik een stralend glimlachende vrouw, die ik meteen m'n foto toon. Het zien wekt haar geloofs- en levensverhaal spontaan los. Een verhaal van pijn, maar ook van diep geloof en geluk. De levensweg van de apostel Petrus - die vandaag centraal staat - loopt ook van loutering tot 'en toch'. Het moet je maar overkomen. Jezus kiest jou uit met bepaald niet de meest aantrekkelijke opdracht: "Op jou zal ik mijn kerk bouwen". Die opdracht kan geen mens aan. Ook Petrus niet. Managementcursussen weten het: een leider functionneert het best als er een gezonde verhouding is tussen de druk van een veeleisende opdracht en het compententieniveau dat geschikt is voor die opdracht. Bij Petrus wordt de lat nog net één trapje hoger gelegd: hier is hij niet meer competent genoeg voor. Maar wacht eens; Jezus zegt: "Ik zal bouwen", meer nog; het gaat niet over mensenwerk, maar over "Jezus' kerk". Petrus hoeft z'n opdracht dus niet alleen, laat staan enkel zelf te doen. Een hele mensenkerk krijgt mee van Jezus de opdracht zijn kerk op te bouwen. Petrus' leiderschap is dus gedeeld leiderschap met de hele kerk in Zijn naam. Trouwens, vier regels na Jezus opdracht, klinkt zijn boodschap voor Petrus al heel wat minder beloftevol: "Ga weg van mij satan, want je handelt naar wat mensen willen, niet naar wat God wil". Het woord 'satan' betekent letterlijk: dwarsbomen, de weg versperren. Dezelfde Petrus op wie Jezus wil bouwen, faalt al meteen als hij een kerk wil zonder lijden of dood. Dat heeft Petrus nog te leren. Het is zoals de Romeinse heerser die terugkeert na een glorierijke strijd en met z'n buitgemaakte rijkdommen pronkt. Tijdens heel de intredeprocedure loopt er vlak achter hem een bode die om de minuut moet zeggen: "vergeet niet dat je mens bent". Voor Petrus was er ook geen andere leerweg dan die van de loutering. Hij sterft roemloos de marteldood. Maar mocht hij terugkomen en kunnen zien welke kerk er op zijn graf is gebouwd, ...
Net voor elven en de eerste bedevaartdag zit erop. Een mix van warme ontmoetingen, zorg voor mekaar, levende geschiedenis en hectisch verkeer zindert na. Er zijn engelen van mensen besef ik weer: mensen die snoep of een broodje met elkaar delen, bagage voor elkaar dragen, van zetel ruilen om partners of goede vrienden bij elkaar te laten zitten ... En dat ondanks het af en toe lange wachten. We laten ons leiden door een enorme organisatie - bravo voor het hele team - waaraan bijna vijfhonderd mensen deelnemen. De bedevaartgids die we krijgen is bovendien een heuse ingebonden uitgave in meerkleurendruk met een heel actuele titel: "Een kerk met vele gezichten". Hier zijn letterlijk en figuurlijk vele gezichten! En ze mogen er allemaal zijn, zo horen we van onze bisschop. Vreemde ervaring is wel de busrit van de luchthaven naar het centrum van Rome. Dertig kilometer langs de troosteloze voorsteden van Rome met geizers, vuilbakken en fietsen opeengestapeld langs grauwe apartementgevels. Schril contrast met de hemelse ervaring van de opgaande zon tijdens onze vlucht boven het schapenwolkendek. Een ervaring die bijblijft is Sint Paulus buiten de muren. Niet zozeer het gebouw, maar het verhaal boeit. Paulus heeft Jezus nooit zelf gekend, maar integedeel vervolgd. Uitgerekend die Verrezene weet hem als geen ander van z'n paard te krijgen. Letterlijk en figuurlijk. En hij kan er niet meer over zwijgen. Heel z'n leven staat in het teken van die ene openbarende Jezusontmoeting: "Gods liefde voor iedereen, zonder onderscheid". Dat is Jezus, dat moet Hij kunnen worden voor iedereen. En dan speelt hij het handig. Hij is Romeins staatsburger. En - hoewel die overheid hem later zal executeren - juist hen weet hij handig te bespelen zodat het in zijn voordeel uitdraait, lees: in Christus' voordeel. Want als hij beschuldigd wordt, kan hij rechtmatig beroep aantekenen en zo zijn verkondigingstijd rekken. Als hij dan toch naar Rome wordt gestuurd als gevange, kan hij van zijn staatsburschap gebruik maken om vrij makkelijk contacten te blijven leggen en onderhouden. Hij beseft wellicht dat Rome op dat moment het beste doorgeefluik is naar de wereld. Alle wegen leiden niet alleen naar Rome: ze vertrekken er ook vanuit. Zou dit ons kunnen inspireren: handig gebruik maken van een overheid om juist dat te verkondigen wat die overheid tegenspreekt?