De eerste was een
namiddag vanuit een boerderij genaamd Louvain (inderdaad Leuven in het
frans en dat is ook de oorsprong van de naam). Hier reden we een stuk
over de "Ou Voortrekkerspas", door bos en een stuk natuurgebied. 3 jeeps, 4 nationaliteiten en een leuke picknick op de bergtop Duiwelskop.
Het week-end nadien zijn we naar "Die Hel" gereden, een 16 km lange
afgelegen vallei omsloten door
rotsen waar net voldoende plaats is voor de Gamkarivier. De kloof is
bereikbaar vanaf de Swartbergpas, een rit over 58 km gravelpad en niet
altijd makkelijk: de weg kronkelt, is smal en de
afgrond is soms angstwekkend diep en dichtbij. Ook is er maar 1 weg, je
moet deze dus zowel heen als terug rijden... Maar de tocht is
indrukwekkend, met prachtige vergezichten, rotsen die langszij
oprijzen, de kleuren van zon en steen en tussendoor de bloeiende
protea's waarvan de velden vol staan. De tocht kan hels zijn, de
natuurlijke schoonheid is hemels. Ook het museum ter plaatse is een
bezoek waard en de geschiedenis is interessant. In deze vruchtbare
vallei leefden de families immers decennialang in pure afzondering en
totaal op elkaar aangewezen, want de weg naar Die Hel ligt er pas sinds
1963. Om ten volle te genieten van de uitstap, zijn we daar 1
nacht blijven kamperen. Het was er zeer rustig, immers net na het
paasweek-end waren alle 'toeristen' weer weg. In de ochtend werden we
gewekt door het geroep van de bobbejane, geeft je echt een sfeer van in
de wildernis zitten.
De derde trip was in de buurt van Witsand, de Ostrich 4x4 eco-trail.
Deze tocht was heel wat technischer, een aantal steile hellingen op,
een aantal keer de rivier over, maar allemaal geen probleem voor onze
Jeep... Verder kregen we nog deskundige uitleg over de kweek van
struisvogels voor het leder en onderweg werden de vele verschillende
inheemse planten aangewezen met de medicinale toepassingen van de
voorouders.