(112 plaatsen ongeveer 750 personen per jaar)
Zandstraat 150, B-8200 Brugge
Het centrum voor illegalen van Brugge werd geopend in januari 1995, in het
gebouw van de oude gevangenis voor vrouwen, genaamd de refuge
(schuilplaats).
Initieel voorzien voor de gevangenschap van buitenlanders met illegaal
verblijf, vervolgens ook voor de verworpen asielaanvragers.
Het gebouw, gebouwd in U vorm, is opgedeeld in 3
vleugels ( éen voor de vrouwen en 2 voor de mannen) en is omringd door hekken.
In dit centrum zoals in dat van Merksplas, moeten de bewoners opstaan,
zich douchen, eten, in de ontspanningsruimten verblijven en op de koer gaan
wandelen en gaan slapen op vast bepaalde tijdstippen en in groep
Elke verplaatsing van de groep gebeurt onder toezicht van bewakers die de taak
hebben om de deuren van elke ruimte waarin de bewoners zich vertoeven te
sluiten. In dit centrum zoals in Merksplas, slapen de mensen in grote
slaapzalen.
Wat is een gesloten centrum?
Volgens de wetgeving hebben gesloten centra tot
doel personen die hier illegaal verblijven, op te sluiten. De wet van 15
december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen autoriseert ze.
In een gesloten centrum zitten de personen die ter
beschikking gesteld [zijn] van de regering of vastgehouden worden omdat ze zich in een onregelmatige
situatie bevinden, omdat ze niet over de benodigde documenten beschikken of
niet in de omstandigheden zijn die hen toestaan het Belgisch grondgebied te
betreden of er legaal te verblijven, of omdat ze wachten op een beslissing van
de Dienst Vreemdelingenzaken volgende op een asielaanvraag.
Vandaag is deze vorm van opsluiting in opgang en
wordt ze niet in vraag gesteld door de politiek: De capaciteit
van de gesloten centra zal efficiënt worden
gebruikt en zo nodig uitgebreid.
Een gesloten centrum, is dat een gevangenis?
In de teksten wordt een gesloten centrum niet als
een gevangenis opgevat omdat het een instelling is die niet onder het
ministerie van justitie valt en niet aan de gevangenisreglementering maar aan
een koninklijk besluit onderworpen is. Het raakpunt is uiteraard dat beiden
vrijheidsberoving tot doel hebben. Maar deze functie wordt om verschillende
redenen vervult: de gevangenis is een straf in het kader van het overtreden van
de wet, een gesloten centrum maakt deel uit van een uitwijzingsprocedure.
Niettegenstaande dat het in beide gevallen dus over
opsluiting gaat.
Wat de centra karakteriseert is hun politiek-juridische structuur gefundeerd op
een voortdurende uitzonderingstoestand. Volgens het Europese verdrag voor de
rechten van de mens, moet vrijheid namelijk de regel zijn. Opsluiting wordt een
uitzonderlijke en ultieme administratieve maatregel geacht. Gesloten centra
lijken dus eerder kampen dan gevangenissen: le camp est lespace qui se crée
lorsque létat dexception commence à devenir la règle.
België werd
al meermaals op de vingers getikt door mensenrechtenorganisaties voor de
omstandigheden van opsluiting en uitwijzing van mensen zonder papieren. Vele
(ex-)gevangenen getuig(d)en over vernederingen en geweld dat ze ondergingen of
nog ondergaan. Het is een gevangenis, een echte gevangenis! De kamerdeuren
zijn als in een gevangenis. Het zijn zeer zware deuren. Er is geen direct
contact tussen de gevangenen en de bewakers. Je moet met hen praten van achter
de deur, een metalen deur, een gevangenisdeur.
Welke efficiëntie voor de gesloten centra?
Als het officieel beoogde doel van het gevangen
zetten en uitwijzen van vreemdelingen eruit bestaat migratiestromen in te
perken, de strijd aan te gaan met de clandestiniteit en misbruiken van het
asielrecht, en de openbare ruimte te pacificeren, moeten we vaststellen dat
deze maatregelen vrij inefficiënt lijken: vreemdelingen blijven legaal of
illegaal het grondgebied betreden en vormen nog steeds concurrentie voor de
Belgische werkenden en steuntrekkers. Het resultaat lijkt zelfs de tegenpool
van het doel want het opvoeren van de controles, en de virtuele dreiging met
gesloten centra en uitwijzing, duwt de illegalen in steeds precairdere
siutaties geeft zij die zogezegd voor onveiligheid zorgen, zelf een groter
onveiligheidsgevoel en zorgt dus voor het spel van handel in valse papieren,
zwartwerk of prostitutie.
Los van hun falen vervullen de maatregelen om de
migratiestromen te controleren en dan vooral de gesloten centra een
symbolische, ideologische en indrukwekkende functie: aan de ene kant mensen die
naar België willen immigreren of er asiel aanvragen, ontmoedigen; aan de andere
kant een sterk signaal geven aan de publieke opinie, tonen dat er drastische
maatregelen worden genomen opdat hun onveiligheidsgevoel wordt getemperd en ze
niet meer op extreem-rechtse partijen zouden stemmen, en zo tegelijkertijd wel
de xenofobe stemming over het samengaan van criminaliteit en migratie
versterken.
Bronnen:
(1) Koninklijk besluit van 8 juni 2009 dat de
werking van en de regels rond gesloten centra verduidelijkt.
(2) Algemene beleidsnota van 20 december 2011 rond de hervorming van asiel en
migratie.
(3) Agamben, G., Homo Sacer. Le pouvoir souverain et la vie nue, Paris, Le
Seuil, 1997.
(9) Bietlot, M., Du disciplinaire au sécuritaire: de la prison au centre
fermé
|