BRUSSEL. Dertien Vlaamse scouts en gidsen vertrekken vandaag vanop Zaventem naar het gebied van de Grote Meren. Het is de eerste keer sinds de genocide in Rwanda, midden de jaren negentig, dat de Vlaamse scouts opnieuw naar Centraal-Afrika reizen. Ze gaan er ervaringen delen met Rwandese, Congolese en Burundese scouts en gidsen.
De werking van het scoutisme in Congo, Rwanda en Burundi is hetzelfde als hier, zegt Rudi Verhoeven, verbondscommissaris voor Vlaanderen. Alleen vervult de scoutsbeweging daar nog een grote opvoedkundige rol. Zoals dat bij ons het geval was in de jaren twintig en dertig.
Verhoeven reist zelf mee. De Vlaamse scouts landen in Bujumbura, waar ze contacten hebben met de plaatselijke scoutsgroep en -leiding. Daarna gaat het richting Bukavu in Congo waar ze deelnemen aan een vijfdaags zomerkamp, een Jamboree. Ze bezoeken er ook enkele woonwijken. De laatste halte in de veertiendaagse reis is Butare, Rwanda.
Op elk van die plaatsen bezoeken |
de scouts ook de vestiging van de Broeders van Liefde. Zij zijn onze ankerpunten, zegt Verhoeven. Ze kunnen ons helpen als er zich organisatorische moeilijkheden zouden voordoen. Zij weten tot wie ze zich plaatselijk moeten wenden.
De scouts, tussen 20 en 35 jaar oud, hebben allen de vereiste inentingen gekregen. Ze betalen elk uit eigen zak 1.000 euro voor de verplaatsing en het verblijf. De rest legt de nationale beweging bij. Je moet er natuurlijk niet zoveel betalen voor verblijf en voeding als in bijvoorbeeld Frankrijk.
Het is de eerste keer dat opnieuw een grote Belgische delegatie scouts naar Centraal- Afrika gaat voor een uitwisseling van ervaringen. Tot eind de jaren tachtig hadden we geregeld een uitwisseling, onder meer met meisjesgidsen van Rwanda. Maar door de genocide is dat stilgevallen. In de andere landen woedde een burgeroorlog, was er hongersnood. Ook het scoutsleven is door al die gebeurtenissen stilgevallen. Maar nu zijn de scouts er aan een heropleving bezig. Ik kan niet
|
zeggen hoeveel
scouts er nu actief zijn. Je hebt er geen lidkaarten en registratie
zoals bij ons. Ik schat tussen de 80.000 en 100.000 voor het hele
gebied.
De Vlaamse scouts brengen geen geld, voedsel of kleding mee. Het is geen ontwikkelingsproject, aldus Verhoeven. Het gaat erom ervaringen uit te wisselen: hoe doen zij aan scouting? Hoe doen wij het? Kunnen we iets van elkaar leren? Kunnen wij bijdragen tot de uitbouw van het scoutisme, door bijvoorbeeld vorming?
Twee Vlaamse scouts bereidden in februari de trip voor. Toen al kregen ze een idee van de gelijkenissen en verschillen tussen de Vlaamse en Afrikaanse scouts.
De manier van werken is hetzelfde. Ook de Afrikaanse scouts dragen een uniform, hebben een vlag en een totem, werken met kleine groepjes. Ze zingen zelfs het avondlied en andere scoutsliederen, maar dan wel in het Frans. Dat hebben de paters-missionarissen hen geleerd. De melodie van het avondlied is net hetzelfde, dat is wel grappig. Het grote verschil is dat scouting er veel traditioneler is. Verhoeven: |
Bij ons is het scoutisme een vrijetijdsbesteding. Bij hen speelt de scouts een sterke pedagogische rol, zoals de scouts bij ons na de oprichting ervan (in 1907). Jonge meisjes bijvoorbeeld krijgen via de scouting seksuele voorlichting, onder meer over hoe zich te beschermen tegen aids. Kinderen die niet goed kunnen lezen of schrijven, worden bij de scouts bijgespijkerd. De scouts is er een aanvulling op het onderwijs en de gezondheidszorg.
Buitenlandse Zaken raadt nog altijd af naar Burundi te reizen, gezien de activiteiten van de guerrillabeweging FNL. Bij reizen naar Rwanda en Congo is waakzaamheid geboden. Schrikt dat de Vlaamse scouts niet af?
Rudi Verhoeven: Tijdens de voorbereidende reis in februari zijn met het Belgisch consulaat in Rwanda afspraken gemaakt. Het consulaat weet altijd waar we ons bevinden.
De veiligheidssituatie in het gebied is ook de reden waarom we in elk van onze drie bestemmingen de Broeders van Liefde opzoeken. Uit voorzorg hebben we wel onze trip naar Goma geschrapt. |