Veerle Hellyn en Mia Soete vormden al jaren in de Centrumschool te Kuurne (bij Kortrijk) de werkgroep ontwikkelingssamenwerking. En elk jaar organiseerden zij een Bewustmakingsdag' voor de lagere school. In 2005 werd de school door de onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) aangesproken om in het project Op weg naar een millenniumschool' te stappen. Dat was het begin van een drie jaar durend boeiend avontuur met heel de school. Ondertussen is het slotfeest achter de rug en blikken we met Mia en Veerle terug op die ervaring.
Waaruit bestond het project Op weg naar een millenniumschool en wat trok jullie aan?
Wat ons aansprak was de kans om een partnerschap op te bouwen met een basisschool in Zuid-Afrika en het feit dat 10 scholen uit Vlaanderen mee in het project stapten. We hoopten daardoor de nodige ondersteuning en uitwisseling te krijgen. De voorwaarden om te mogen meedoen, boden nieuwe kansen. Heel het schoolteam moest betrokken worden. Dat betekende dat we op onze school de werking konden uitbreiden naar de kleuterschool en dat we ons werkgroepje, dat voorheen bestond uit ons beiden, zagen aangroeien met 3 leerkrachten. Het was ook voor onszelf een leerproces: we waren zo gewoon alles met ons beidjes voor te bereiden, dat het aanpassen was om met meer mensen samen te zitten. We hoopten van onze Bewustmakingsdag' een project te maken dat meer verspreid zou zijn over heel het schooljaar door de thematieken waar we rond moesten werken en dat mondiale vorming op die manier meer zou gaan leven op school. In het eerste jaar stond het thema kinderrechten' centraal, in jaar twee de genderproblematiek en het derde jaar zou draaien rond eerlijke handel'.
Hoe verliep de uitwisseling met de Ditau Primary School in Soweto? Bij de opstart van de uitwisseling maakten wij een portfolio over onze school, waarbij we zorgden om onze Europese rijkdom niet te sterk in beeld te brengen. Bij ons leefde het beeld van een typisch Afrikaans schooltje met vier palen en een dak. "Laat ons daar vlaggetjes voor maken", zegden we. Toen de portfolio van de Ditau-school binnen kwam, bleek dat we ons beeld grondig moesten bijstellen. Het was een behoorlijk grote school met computers in de klassen. De foto's en de informatie die we van hen kregen waren mooi geordend volgens thema's zodat we er vlot mee aan de slag konden. Het contact met de school maakte het mondiale voor onze kinderen tastbaar. Op een videofragment stond hun school-lied: The song of peace. Dat fragment bezorgde ons kippenvel. Om een gevoel van verbondenheid op te roepen wilden we het zeker aanleren aan onze kinderen. Een lerares van de muziekschool schreef het lied voor ons uit. Tot op vandaag blijven we het regelmatig zingen. Helaas strandde de uitwisseling doordat de contactpersoon weg viel.
Was dat het einde van de contacten met het Zuiden? Gelukkig niet. Mia was ondertussen toevallig naar Sri Lanka geweest om een tijdje mee te werken in een onderwijsproject voor een kleuterschool in de theeplantages, de Peacockschool. Die kans hebben we aangegrepen om terug een uitwisseling op gang te brengen. Vanuit onze eerste er-varingen met Ditau wisten we goed welke beelden en informatie we nodig hadden. We keken met andere ogen. We verzamelden vooral beelden van het dagelijkse leven van de mensen en de kinderen. We maakten de realiteit van de kinderen in Sri Lanka concreet door het verhaal van Shanti, één van de kinderen van de school, op de voorgrond te plaatsen. Met de kinderen maakten we didactisch materiaal, vooral pictogrammen en knutselden we vriendschapsbandjes. De betrokkenheid en de herkenning waren groot toen de kinderen die voorwerpen terugzagen op de foto's.
De thema's die je moest aan bod brengen in het project zijn niet zo eenvoudig voor kinderen uit de basisschool. Geef eens een voorbeeld hoe jullie ze toegankelijk maakten voor hen?
In het kader van het thema eerlijke handel' en microkredieten' -zelfs voor ons niet eenvoudig te begrijpen- , wilden we meer doen dan zo maar wereldwinkelproducten verkopen. We gingen klasoverschrijdend aan de slag om koopjes van de maand' te produceren en te verkopen. Met wereldwinkelproducten maakten we allerlei lekkers: de kleuters mueslikoekjes, de eerste en de zesde klas chocoflakes, de vierde en de tweede klas pruimenconfituur... Met de opbrengst konden we de Peacockschool ondersteunen. Het is belangrijk om actieve, speelse en concrete werk-vormen te gebruiken.
Wat houden jullie bij van deze ervaring? Toen we ter gelegenheid van het slotfeest alles van de drie jaren op een rijtje zetten, viel het ons op dat we veel verwezenlijkt hebben. Het heeft veel inspanning gekost, maar als je de openheid en het enthousiasme van de kinderen erbij legt, is het resultaat zeker positief. Ons doel was om een venster naar de wereld open te zetten en om openheid en respect voor mensen uit het Zuiden en voor andere culturen te vergroten. Van daar-uit hopen we dat de kinderen meer respect krijgen voor de eigen leefwereld en verdraagzamer in het leven staan. Werken rond het Zuiden is een spiegel om naar jezelf te kijken. Iedere leerkracht zou eens in zijn leven op een betrokken manier naar het Zuiden moeten reizen om wakker geschud te worden.
Mag ik eindigen met een stukje tekst uit jullie slotvoorstelling? Hoe je spreekt of wat je eet, waar je woont of hoe je heet, ik ben ik en jij bent jij, jij bent uniek en dat maakt me blij. Daarom zingen wij in koor: de andere weg daar gaan we voor'
Welkom op studio Globo
|