Kiwi's De kiwi's zijn loopvogel die van nature alleen voorkomen in Nieuw Zeeland. Ze moeten niet verwaard worden met de gelijknamige fruitsoort, maar er is wel een verband: de oorspronkelijk uit Zuid China afkomstige kiwi- vrucht werd door Nieuw Zeelandse handelaren in de jaren 60 wereldwijd op de markt gebracht en zij gaven hem zijn huidige naam. De vogel kreeg zijn naam van de Maori's. De naam is afgeleid van de kreet mannetje tijden het paar seizoen en is dus een onomatopee. Volgens een Maori-mythe creëerde de god Tane de kiwi uit een kalebas. De inwoners van Nieuw Zeeland worden ook wel kiwi's genoemd en hetzelfde geld voor veel andere aan dit land gerelateerde zaken zoals bijvoorbeeld de Niuew Zeelandse dollar. De kiwi is een bedreigde diersoort en wordt sinds het einde van de 19e eeuw niet meer gegeten Algemene beschrijving Kiwi's zijn ongeveer even groot als een gewone kip en zijn dan ook met afstand de kleinste soort ratite. Het vermoeden dat bestaat dat ze evolutionaire gerelateerd zijn aan de casuaris dan wel de uitgestorven moa, maar dit is lang niet zeker. Voor de komst van de eerste mensen naar Nieuw Zeeland, vermoedelijk tussen de 10e en 14e eeuw, waren er geen zoogdiersoorten, zodat de ecologische niches die elders door hen gevuld werden, er ingenomen werden door vogels en in mindere mate door reptielen. Kiwi's konden zich er onbedreigd ontwikkelen en namen er de plaats in van mollen en egel. Er word geschat dat er toen 12 miljoen kiwi's waren. Tegenwoordig zijn er vermoedelijk nog zo'n 60.000. Kiwi's zijn sterk aangepast aan het leven op en in de grond. Ze hebben bijvoorbeeld wel vleugels, maar deze lijken geen functie te hebben. Ze zijn ongeveer 5cm lang en vrijwel onzichtbaar onder het verendek. De botten van de meeste vogels zijn om gewicht te sparen hol, maar die van de kiwi's lijken op haar. Kiwi's hebben geen staart en drinken zelden of nooit. De kiwi's is een schuwe nachtvogel met een zeer goed reukvermogen. Aan het uiteinde van zijn lange, scherpe snavel heeft hij neusgaten, wat zeer ongebruikelijk is voor vogel, die normaal gesproken vooral afgaan op hun gezichtvermogen. De kiwi daarentegen is vrijwel blind. Hij voeldt zich door deze snavel in de grond te steken om vormen, insecten en andere ongewervelden te vinden. Hij eet echter ook wel fruit, kleine krabben, amfibieën en rivierkreeften. Sommige soorten kiwi's kunnen sneller rennen dan een mens en zich met hun scherpe drie tenige poten verdedigen. Kiwi's zijn territorium vogels en vooral de grotere soorten kunnen soms erg slechtgehumeurd zijn. Kiwi's zijn monogaam en leven in paren. Het broedseizoen is voornamelijk tussen het eind van de winter en de zomer. De eieren worden gelegd in bestaande holle stammen en tussen boomwortels, maar ook wel in door het mannetje gegraven holen. In verhouding tot het lichaam van het vrouwtje is een kiwi ei het grootste vogelei het ter wereld, mogelijk uitzondering van de kolibrie. Kiwi's kunnen vermoedelijk tot ongeveer 20jaar oudworden. Zoals hierboven al aangegeven is de kiwi een bedreigde diersoort, maar in Nieuw Zeeland wordt door regering en andere organisaties veel gedaan om de soort te beschermen. Het voornaamste probleem is niet de aanwezigheid van de mens, maar die van rofdieren zoals katten en hermelijnen. Er word geschat dat 95% van de kiwi's het eerste levensjaar niet overleef. De bescherming wordt op meerdere manieren aangepakt. Kiwi's worden bijvoorbeeld verplaatst naar plekken waar weinig roofdieren zijn ofer wordt juist getracht het aan roofdieren te beperken. Ook worden wel kiwi eieren uit het nest gehaald, zodat de jongen kiwi het in het wild moeilijke eerste jaar in gevangschap kan doorbrengen en later weer uitgezet kan worden.
005- Bruine kiwi (Apteryx australis) Hoogte tot 64cm Gewicht tot 4 kg Verkleed gelijk Strek Standvogel Verspreiding Nieuw Zeeland De bruine kiwi of gewone kiwi heeft 2 op elkaar lijkend verwante die ook als kwetsbaar te boek staan, de kleine grijze kiwi en de grote grijze kiwi. De bruine, en levend overblijfsel dat zich miljoenen jaren geleden ontwikkelde, is even groot als een kip en legt eieren die bijna net zo groot zijn als die van een struisvogel. De kiwi is vrijwel blind en gebruikt, naast zijn scherpe gehoor en reukvermogen, zijn gevoelige snorharen om alleen in Nieuw Zeeland voor, kan niet vliegen en rust overdag uit in een ondergrond hol. Zijn wijde verenkleed lijkt op een vacht. Kiwi's blijven hun hele leven bij elkaar en delen hetzelfde hol. In de lente maakt het mannetje de broedkamer klaar door deze met mos en gras te bekleden. Voor kiwi's zijn geluiden en geuren, veel belangrijker dan visuele signalen. Een baltsend paar fluit duetten, bromt en sist opgewonden, laat sterk ruikende uitwerpselen achter, springt op een jaagt elkaar na in rondjes. Het vrouwtje legt meestal 1 ei en soms 25 tot 30dagen later een 2de. Deze zijn enorm groot en vertegenwoordigen zo'n twintigprocent van haar totaal lichaamsgewicht. Eerst bebroedt het mannetje de eieren, terwijl het uitgeputte vrouwtje in een nabijgelegen hol slaapt. Het broeden duurt zo'n negentig dagen. Na 2tot3 weken zijn de jongen geheel onafhankelijk en slapen ze in andere holen. Ongeveer en half uur laten na zonsondergang komt de kiwi uit zijn hol te voorschijn en begint rond schuifelen over de grond op zoek naar voedsel. Hij beweegt langzaam maar zeker, zelf door dedichte vegetatie. Deze vogel waagt zich zelden ver in open gebied en rent naar beschutting zodra hij gevaar bemerkt. Met regelmatige intervallen uit hij verdragen kreten en fluit hij om het eigendomsrecht van zijn territorium te melden. Soms breken er gevecht uit waarbij de kiwi's naar elkaar grommen en met hun snavel klepperen. Kiwi's zoeken zorgvuldig de bosbodem af of alles wat eerbaar is, zoals ongewervelde dieren, gevallen zaden, verse blaadjes en besen. Hun voedsel bestaat echter voornamelijk uit de vlele kleine dieren die in de bodem en op het blafde rafal leven, zoals duizendpoten aardwormen, larven, krekels en spinnen. De vogel spoort zijn prooi op via zijn uiterste scherpe reukevermogen. Naar schatting leefden er 1200 jaar geleden zo'n twaalf miljoen kiwi's van allerlei soorten zonder inheemse vijanden in Nieuw Zeeland. Nu zijn dat er nog zo'n 70.000. De Maori's en Europeze kolonisten brandden hele stukken regenwou plat om er dorpen te bouwen. De vogel moest daardoor uitwijken naar struikgewas en ruig grasland, waar minder eten is en de jogen moelijker overleven. De bruine kiwi is nu beschermd, al neemt zijn leefgebied nog steeds af
Tinamoes Tinamoes zijn grondbewonende vogels, door hun plompe lichaam en kleine ronde vleugels lijken ze weel op hoenders. Ze hebben een kleine hart en raken daarom snel uitgeput als ze renne of vliegen. Ze komen talrijk voor in bossen, struwelen en graslanden in Zuid Amerika. Er zijn 47 soorten tinamoes in negen geslachten. De slecht vliegende, maar goed lopende tinamoe. Hij is klein, patrysachtige vogel die tot de meeste primitieve vogels ter wereld behoort. Toen zich ongeveer 150miljoen jaar geleden, halverwege de Jura, uit dinosauriers de eerste echte vogels ontwikkelden, leken deze waarschijnlijk sterk op de Tinamoe. Het zijn iet wat geheimzinnige dieren en er is opvallend weinig over ze bekend. Tinamoes trekken zelden ver werg en blijven meestal op de grond. Het zijn slechte vliegers en raken regelmatig gewond bij de landing, omdat ze zo slecht kunnen sturen. Ze hebben voor hun afmeting kleine harten en longen, vandaar dat ze snel moe zijn en per keer niet meer van 500m kunnen vliegen. Hun voornaamste reactie op gevaar is het op rennen zetten of doodstil op hun plek blijven zitten. Hun bruingrijze verenkleed zorgt daarbij voor een goede camouflagen. De meeste tinamoe-soorten rusten op de grond en zijn overdag actief. Veel soorten leven buiten de paartijd solitair, maar van de kuiftinamoe is ooit een groep van honderd volwassen dieren waargenome. De meeste tinamoes zijn vooral herbivoren, hoewel sommige soorten veel insecten eten. De gekromde snavel wordt gebruikt om bessen te plukken te pakken, maar ook om in de grond naar ongewervelde dieren te zoeken. Sommige vogel springen tot een meter in de lucht om en insecten, terwijl soorten in drogere gebieden meer zaden eten. De meeste tinamoe-soorten komen veel voor, maar sommige zijn in gevaar. De magdalena tinamoe uit Colombia wordt bijvoorbeeld ernstig bedreig. Zijn natuurlijke leefgebied is verstoord en men neemt aan dat de resterende populaties zeer klein zijn geworden. Overigens werd in het jaar 2000 en soort herentdekt die al in geen 100jaar meer gezien was. Ongewoon voor vogels is dat het mannetje van de tinamoe voor de eieren en voor de jongen zorgt. De meeste mannetjes paren met verschillen vrouwtjes die alle hun eieren in zijn nest leggen. Direct na het leggen gaan de vrouwtjes op zoek naar een nieuwe partner. Bij sommige soorten leggen de vrouwtjes eieren in meerdere nesten. Het broeden duurt zo'n 16tot 20dagen, waarbij het mannetje de eieren met bladeren of vezen bedekt en naar voedsel zoekt
Pinguïns Pinguïns zijn niet vliegende zeevogels uitstekend aangepast aan het leven in extreem koude omstandigheden. Het grootste deel van hun leven brengen ze door in het water, jagend op vissen en pijlinkvissen, daarbij bewegen ze zich voor met behulp van hun peddel-vormig vleugels ze hebben een dikke mantel van korten, stijven, elkaar sterk overlappende veren, die het lichaam zijn stroomlijn geven, tevens waterafstotend zijn en goed warmte vasthouden. De meeste soorten komen alleen in de korte zomer aan land, om in kolonies te broeden. Op het land staan ze eigenaardig rechtop en hebben ze een waggelende. De meeste soorten vinden we in antarctische wateren, maar enkele komen ook meer noordwaarts voor, waar koude zeestromen diep in tropisch gebied doordringen. Alleen de Keizer, en de Adeliepinguïn brengen ook de winter op Antarctica door. Lichaamsbouw: Pinguïns hebben een plomp lichaam met een korte staart. De korte, vlezige poten hebben zwemvliezen tussen de tenen en zijn zo ver van achteren geplaatst dat de dieren wel rechtop moeten staan. Bij het oversteken van sneeuw of ijsvelden willen ze wel sleetje rijden op hun buik en werken ze zich met vleugels en poten vooruit. Als ze zwemmen lijkt het wel of ze onder water vliegen met hun plaate, flipperachtige vleugels, ze sturen dan met hun poten. Pinguïns bezitten maar liefst drie waterafstotende, aan de top geoliede veren, en lucht die door het lichaam wordt opgewarmd. De meeste pinguïns zijn zwart of grijs vanboven en wit van onderen. Op de kop en hals zijn soms nog andere kleuren en versieringen te zien Zwemmen: Pinguïns kennen 3 verschillende zwemtechnieken. Als ze niets te doen hebben zwemmen ze rustig aan het oppervlak, met de vleugels peddelen en met de kop en vaak ook de staar boven het water. Bij het voedselzoeken duiken ze onder en vliegen ze met grote snelheid door het water. Een duik duurt meestal niet langer dan een minuut, maar de grotere soorten kunnen soms wel 20 minuten onder water blijven. Dan is er nog derde techniek, waarbij de vogel met grote snelheid dicht onder het oppervlak zwemmen en regelmatig uit het water springen om adem te halen Kolonie: De meeste pinguïns broeden in kolonies, die uit vele duizenden paren kunnen bestaan. Het nest wordt gemaakt van gras, veren of kiezelstenen, het vrouwtje legt er 1-2 eieren in. Bij sommige soorten gaat het vrouwtje dadelijk na het leggen naar zee om te eten, terwijl het mannetje het ei staande bebroedt door het tussen een speciale buikplooi en zijn voeten warm te houden, hij kan zo, met zijn ei, zelf wel een beetje lopen. Deze eerste broedperiode kan weken of zelfs maanden duren, al die tijd eet het mannetje niets, maar teert hij op zijn vetreserves. Daarna keert het vrouwtje terug en neemt het broeden op zich, zodat het mannetje naar zee kan om te eten