"Ik mag lekker alles van mijn mama" zei Pieter afgelopen zaterdag tegen mij. Pieter is het klasgenootje van mijn oudste zoon van acht. Bovendien woont Pieter in de buurt en zodus vind ik hem nogal vaak aan mijn tafel terug. Pieter is de jongste thuis. Zijn papa is een gerenommeerde chirurg, zijn mama is een verpleegster die haar man bijstaat tijdens de drukkere momenten in het ziekenhuis. Zij is een moderne mengeling van Pascale uit de kampioenen en Mrs. Boucquet. Ja, ze hebben "a big house, a swimming pool and room for a pony"... De oudere broer van Pieter gaat naar een college in een andere stad (lees: een trein, een bus en een tram verder). Tuurlijk heeft onze stad ook een college maar grootvader heeft zelf nog les gegeven in dit college en het is daarom vanzelfsprekend dat de kinderen daar ook zullen schoollopen. Very Mrs. Boucquet, isn't it?
Pieter mag dus lekker alles van zijn mama. Pieter mag alleen met de fiets op de straat. Pieter mag vooraan op de stoep alleen spelen. Pieter mag in de velden in de buurt alleen op verkenning gaan. Pieter mag alleen eten. Pieter mag alleen naar TV kijken. Pieter mag in de auto zonder gordel aan.
Voor Pieter ben ik de Boze Buurvrouw. Hier mag Pieter niet zomaar de TV aanzetten. Hier mag Pieter niet zomaar de aardbeien uit de frigo nemen omdat hij er zo zin in heeft. Hier mag Pieter geen "vuile woorden" gebruiken.
Ondertussen zal Pieter lekker alles mogen. Hij mag, ook van mij, maar bij hem thuis. Ik ben blij, met mijn twee deugnieten. Die niet alles mogen. Zij mogen niet alleen met de fiets op straat, want dit vinden wij gevaarlijk. Zij mogen niet alleen eten, want dit vinden wij niet gezellig. Zij mogen niet zomaar de TV aanzetten, want hiervoor maken wij afspraken. Zij mogen niet zonder gordel de auto in! Voor hen ben ik niet de Boze Mama, voor hen ben ik de Allerliefste, bij wie niet alles mag...
Vorige week is een ver familielid overleden. Een banale aanrijding met de dood tot gevolg. Het slachtoffer was amper 38, moeder van twee leuke dochters, vrouw van een liefhebbende echtgenoot, dochter van de plaatselijke slager, vriendin van zovelen. En nu is het over. Zevendertig paar schoenen had mijn vrouw, verklaarde haar ontroostbare man, die op slag tientallen jaren is verouderd. En toch wou ze dat achtendertigste paar. Hij zou er honderden voor haar kopen. En nu is het over. Wekelijks gingen ze samen op stap, eventjes niet als mama en papa, maar als man en vrouw. Shoppen, lekker etentje, filmpje meepikken, genieten van elkaar en van het leven. Praten, bijpraten en weer gewoon praten. En nu is het over. De begrafenis was druk. Tranen en een immens verdriet. Troostende woorden en helende muziek. Muziek waarop ze danste, met haar man, met haar dochters. Liedjes die ze luidkeels zong onder de douche. Vals, want ze kon niet zingen. En nu is het over.
Haar man moet alleen verder, samen met haar dochters. Hoe het moet, daar wil niemand aan denken. Tenminste nu nog niet. Later ook niet. Nooit.
Zoals het zo dikwijls gaat met verre familie, waren de contacten met "onze kant" eerder beperkt tot een toevallige ontmoeting en een vlug-vlug gesprek. Gesprekken, eerder banaal maar toch leuk met een goeie update van alle familiale feiten die nu eenmaal moeten gekend zijn. Gesprekken van wie waar woont met wiens man en hoeveel kinderen, van nonkels en nooit gekende tantes, van het vierentwingste paar schoenen... En nu is het over.
Een banale aanrijding met de dood tot gevolg.
Sofie, het had voor jou nog mooier kunnen zijn, het ga je goed!