DIEST AERO CLUB
met een PRE-HISTORISCH verleden...

Een RUSTIG BABBELTJE op het TERRAS

Dit is een MODEL - ZWEVER

De EERSTE STAPPEN van D. A. C.
De DIEST AERO CLUB kwam tot stand in 1958 onder impuls van Jean Ooms,samen met Albert Van Audenhove, Leon Wolters, dhr Moffroid en Kol. Deschamps. De club begon met 15 actieve leden maar had gelijktijdig ook meteen een financiële put van om en bij de 100.000 BF in de kas. Dit was in die tijd een klein fortuin, zeker voor een beginnende club als DAC. Deze negatieve rekening hadden zij te danken aan "Le Maison des Ailes" voor de aankoop van een Piper Cub, de OO-EIA. De werkers van het eerste uur zouden er wel overheen geraken door hun onverwoestbaar doorzettingsvermogen en hun vastberaden wil om van DAC iets groots te maken.
Het bestuur van DAC kon zonder moeilijkheden de toelating bekomen van de Militaire overheid om hun vliegveld te mogen gebruiken, buiten hun militaire activiteiten. Het feit dat Kolonel Deschamps in het bestuur van de club zetelde, evenals Jean Ooms, een gewezen jachtpiloot uit WO II, zal daar zeker wel voor iets tussen gezeten hebben. De startbaan in die periode was in erbarmelijke toestand en veel korter dan nu. De club was echter al erg tevreden dat ze het vliegveld mochten gebruiken buiten de militaire werkuren, dus in de week-ends. Het terrein was er al wel maar nu moest er gedacht worden aan de infrastructuur voor DAC en men zou ermee van nul moeten starten. In 1960 begon men dan met de bouw van een eerste vliegtuigloods. Hiervan zijn de restanten nog steeds waar te nemen. Het jaar nadien kon men dan een afgedankte DC3 - Dakota op de kop tikken, deze zou omgevormd en ingericht worden tot tijdelijk clubhuis, in afwachting van betere tijden. Een vliegclub heeft buiten een vliegveld en de nodige infrastructuur, uiteraard ook toestellen nodig om te kunnen vliegen. In de jaren '50 kon men wel eens ergens een klein eenmotorig vliegtuigje kopen, bv. een Piper Cub. Voor de club was echter het zweven een voorrecht, en om een dergelijk toestel te vinden was niet zo'n simpele zaak. Geduld is echter een mooie deugd, dat konden de mensen van het eerste uur aan den lijve ondervinden. Kort na de WO II werd in het kader van het "Marschall-plan een Schweizer 2-22, een Amerikaanse tweezitter zweefvliegtoestel naar Europa verscheept. Dit werd aan land gezet in Duitsland. De Duitsers moesten wel raar hebben opgekeken en luidop gedacht: "Die Amerikaner sind verruckt". Gans Duitsland lag nog in puin en een zweefvlieger zagen zij zeker op dat moment, niet als een opkikker om hun economie op te krikken. Het bewuste plan was wel een hoogvlieger maar de manier waarop het werd toegepast deed soms toch wel vraagtekens oproepen. Niemand wist raad met deze Schweizer 2-22 en na enige omwegen kwam het toestel in België terecht waar het voor jaren het daglicht niet meer mocht zien. Zo kwam het op de vliegvelden van Saint-Hubert en Temploux terecht. Wie zou er in gods naam met zulk een lompe bak willen (of durven) vliegen. In 1960 kwam dan de weldoener zijn neus aan het venster steken. De toenmalige voorzitter van DAC, dhr Albert Van Audenhove kocht de Schweizer 2-22 en schonk hem gratis aan de club. Er was wel een kleine compensatie verbonden aan deze schenking: In grote letters moest op de vleugels de naam: "SHOE-POST" aangebracht worden. Een reclamestunt om diens grote schoenenbedrijf uit Diest te promoten. Vanaf toen kon men bij DAC in Schaffen volop met zweefvliegen beginnen. Een Tiger Moth als sleper en achteraan de Schweizer 2-22 als zwever.
Het verder verhaal en de ontwikkeling van DAC kan u beslist volgen in de volgende afleveringen over DAC.
De bron voor deze tekst is de
web-site: www.dac.be
|