ZIEKTEN veroorzaakt door
BACTERIËN


Dit zijn de Gram-negatieve bacteriën
We kennen de gram-positieve en de gram-negatieve bacteriën. Het zijn vooral de laatste waar onze vogels mee te maken hebben en jaarlijks heel wat slachtoffers eisen.
SALMONELLA of PARATYFUS:
We kennen tevens verschillende vormen van Paratyfus. De voornaamste zijn Salmonella gallinarum en Salmonella pullorum. Hun ziekteverschijnselen zijn niet altijd specifiek. Acute sterftes. Het meest opvallende is de ernstige diarré met een opvallende witte kleur zoals een plasje gemorste koffiemelk. De Pullorumvorm : De ziekte kan vogels van elke leeftijd treffen maar de jonge vogels zijn toch wel het meest gevoelig hiervoor. De dood kan plots, zonder duidelijke vermagering optreden maar somsis er een snelle vermagering op één dag doordat de vogels weinig of niet meer eten of drinken en door de diarré veel vocht verliezen. De ziekte kent dikwijls een epidemisch verloop, zeker in dicht bevolkte volières en eist in enkele dagen soms veel slachtoffers indien er niet met geneesmiddelen ingegrepen wordt. De incubatietijd is zowat 2 à 3 dagen. Ook nestjongen kunnen besmet worden zonder dat de ouders ziekteverschijnselen vertonen. De witte diarré veroorzaakt bij hen het zogenaamde mestkontje. Ze houden de poten gestrekt, verlaten soms te vroeg het nest en vallen dan op de bodem. Buik en darmen zijn meestal donker tot zwart gekleurd en aan de cloaca ziet men de witte mest klaarzitten. Soms zijn er ook verlammingsverschijnselen en afwijkende ademhalingsgeluiden waarneembaar (meestal klikkende). Zwaar geïnfecteerde vogels zijn zeer moeilijk te genezen doordat ze echt doodziek zijn en practisch niet meer eten of drinken. De anderen maken een goede kans op herstel.
CHRONISCHE STERFTE:
Ook hier hebben we dikwijls diarré die echter groenachtig gekleurd is (gallinarumvorm) . Het meest opvallend is de vergrote lever die duidelijk waarneembaar is in het centrum onder het borstbeen en een bruin-gele kleur heeft (de kleur van bruine herfstbladeren). Meestal is de buik ook gezwollen en kan er naargelang de kleur ook sprake zijn van een menginfectie (zie coccidiose). Soms nemen we ademhalingsmoeilijkheden waar. (op en neer wippen met de staart en open bek). Deze ziekte kan vogels van elke ouderdom besmetten. Salmonella bacteriën kunnen via het broedei aan de nakomelingen doorgegeven worden met als gevolg dat de jongen afsterven in het ei of de eerste dagen na het kippen van de reeds zieke jongen. Eventueel gezonde jongen kunnen ook later nog door de ouders besmet worden indien deze drager zouden zijn van deze bacterie. Bij de sectie zijn de sterk gezwollen en vergrote lever en milt de voornaamste herkenningspunten. Ook vinden we witgele vlekken op de hartspier, de longen en de maag. de darmen zijn gevuld met een kaasachtige substantie. Gewoonlijk verloopt het ziekteproces erg onduidelijk. Er treedt slechts af en toe een sterfgeval op, maar op langere termijn vallen er toch veel slachtoffers en vele overlevendenhebben een vergrote lever en een slechte conditie. Aangetaste vogels maken een redelijke kans op genezing als de ziekte niet te ver gevorderd is. Het genezingsproces kan wel erg lang duren.
PSEUDO-TUBERCULOSE of de VOGELCHOLERA:
Weeral moet een onderscheid gemaakt worden tusse de acute en de chronische vorm. De ziekteverschijnselen gelijken erg veel op deze van de salmonella. Er kunnen echter kleine verschillen zijn. De ACUTE vorm; De aangetaste vogels zijn maar voor korte tijd ziek, gaan dik zitten en kunnen een uur later reeds dood zijn. Bijna altijd is er van diarré sprake geweest. Bek en neusdoppen zijn soms blauw uitgeslagen. Vogels die wat meer weerstand hebben vertonen ernstige ademhalingsmoeilijkheden, zitten in elkaar gedoken en hebben meestal diarré. Hersenstoornissen komen ook dikwijls voor. De CHRONISCHE vorm; De lever is dikwijls ontstoken en is als een bruinrode vlek onder het borstbeen waar te nemen. Ook een ontsteking van de snavelrand, oogvliezen of oogholtes kan voorkomenwaardoor zelfs een uilenkop ontstaat. ( kaal rond de ogen) Eventuele ontstekingen van de neusholte kan tot snotverschijnselen leiden. De ademnood is meestal meer uitgesproken dan bij paratyfus. Doordat beide bacteriële infectiesin hun ziekteverschijnselen veel overeenkomst vertonen is het moeilijk om een juiste diagnose te stellen. Dit is wel niet van essentieel belang omdat de gebruikte geneesmiddelen dezelfde kunnen zijn. In principe komt paratyfus dus het meest voor in de zomer terwijl de pseudo-tuberculose een voorkeur heeft om toe te slaan in de winterperiode. Dit hoeft natuurlijk niet altijd zo te zijn.
COLIBACILLOSE of Escherichia coli;
Bij jonge nestvogelsis deze infectie bekend als de Zweetziekte. Besmette vogels lijden aan darmstoornissen en hebben hevige diarré. Het nest wordt aldus bevuild omdat de ouders deze uitwerpselen niet kunnen verwijderen. De bacteriën kunnen zich daarom explosief vermenigvuldigen en het hele nest besmetten. Ook zelfstandige jongen zijn vatbaar voor deze ziekte. Sterfte is zeer plots en vertoont veel overeenkomst met de acute salmonella of de pseudo-tuberculose. Bacterie verontreinigd voedsel en een slechte hygiëne kunnen hier weeral de hoofdoorzaak zijn.
|