
 


De H O P T E E L T
in VLAANDEREN
De HUMULUS LUPULUS
Ook bekend als hoppe, hommel, wilde hop, oppe, wilde, wiensel of hoathoep. Deze plant behoort tot de familie der Cannabaceae. Hop is inheems in grote delen van Noord Europa. Ook in ons land groeit deze plant algemeen in lichte bossen en in struweel. De Hopplant heeft wel enkele vraagtekens achter zijn naam staan in verband met de teelt maar is wel een belanrijke plant voor de bierbrouwers. Het centrum van de hopteelt in België is gelegen in de streek rond Poperingen en omstreken.
Het gewas wordt commercieel geteelt in Europa en Chili. Hop is een tweehuizige plant. Dat betekent dat er vrouwelijke en mannelijke planten zijn. De vrouwelijke bloemen vormen de zogenaamde hopbellen en zijn van belang voor de bierbereiding. Het is niet goed als er zaad in de bellen aanwezig is, omdat dit het bier een ongewenste smaak geeft. Daarom bestaat er in België een wettelijke bepaling die het verbiedt om mannelijke planten te telen. België is nl. één van de belangrijkste hopproducenten . In de 1ste eeuw na Christus gebruikten de Romeinen hop als populaire tuinplant en als groente. De jonge scheuten werden als asperges klaargemaakt. Pas in de 9de eeuw ontstonden er grootschalige hopkwekerijen. Duitse monniken begonnen hiermee. In september worden de hopbellen geoogst. Bij het drogen vallen de gele harsklieren van de bloembekleedsels af. Zij bevatten het hopmeel, dat aan het bier wordt toegevoegd. Als artsenij gewas is hop zo mogelijk nog langer in gebruik dan als culinaire plant. Indianen uit Noord Amerika gebruikten het gewas tegen slapeloosheid en tegen de pijn. In Europa werden hopextracten aanbevolen tegen pijn, huidinfecties en geelzucht. Met name, de bloemen zijn goed tegen slapeloosheid.
Humulus lupulus als hopplant:
Hop is een volledig winterharde klimplant, de plant kan uitgroeien tot hoogtes van 10 meter en meer. Ze hebben slingerende stengels met een ruwe beharing en groeien rond stengels en takken van andere planten zoals de veldesdoorn, liguster en de meidoorn. Zoals reeds gezegd zijn er mannelijke en vrouwelijke planten. De bloeitijd is juli - augustus. Mannelijke hop heeft clusters meeldraden als bloemen, vrouwelijke hop vormt schijnaren van stamperbloemen die die hangende trossen "hopbellen" vormen. De kleine vrouwelijke bloemen ziten namelijk verstopt achter schubachtige blaadjes die een dennenappel achtige schijnaar vormen. De schubben worden perkamentachtig als de vruchten rijp zijn. In de winter sterft de plant bovengronds, volledig af.
OOGST:
Snijd de jonge scheuten in de lente. Pluk jonge bladeren naar behoefte op elk gewenst moment. Pluk mannelijke bloemen naar behoefte en de vrouwelijke liefst in de Herfst. Droog ze maar gebruik ze pas een paar maanden later, de smaak is anders niet goed.
ANDER GEBRUIK:
Van het blad wordt bruine verf gemaakt. Hop groeit snel en vormt een weelde aan bladgroen. De plant kan vrij snel lelijke muren bedekken. Dat is echter een erg tijdelijke oplossing omdat hop in de winter zal afsterven.
WAARSCHUWING:
Wees voorzichtig met het aanraken van hop. Het kan huidirritaties en allergie veroorzaken. Het stuifmeel van de mannelijke bloemen is daar de oorzaak van.
GENEESKRACHTIG:
Hop is een opwekkend kruid, is urinedrijvend en is goed tegen pijn en kramp. Uitwendig wordt hop gebruikt tegen huidinfecties, eczeem, herpes en zweren. Hopthee werkt kalmerend, vooral in combinatie met valeriaan. Dezelfde combinatie is goed voor de behandeling van verkoudheden. De thee werkt ook goed tegen spanning, angst en irritatie. Koude hopthee, een uur voor de maaltijd gedronken, is uitstekend voor de spijsvertering.
Onlangs is wetenschappelijk aangetoond dat hopextract de melkproductie van jonge moeders stimuleert. Van gedroogde hopbellen kunt u slaapkussentjes maken. Sprenkel er wat alcohol over heen en u zinkt onmiddellijk weg in een goede slaaptoestand.
|