



De goede GRASPARKIET
Goed nieuws voor de liefhebbers van de, tot nog toe vergruisde, Grasparkieten. Tot op heden moest men op een TT niet afkomen met de gewone grasparkieten want zij kwamen zelfs niet in aanmerking voor een eventuele keuring. Vanaf volgend TT-seizoen komt hier een doorbraak in. Het is nl. zo, dat er een nieuwe reeks zal toegevoegd worden aan het gamma van de te keuren vogels op de grotere tentoonstellingen. Deze reeks zal bestemd zijn voor de gewone (kleine) Grasparkieten. Nu is de vraag meteen: Zullen de keurmeesters ook wel degelijk rekening houden met het verschil tussen de Engelse en de gewone Grasparkiet ???
Willen we echter kans maken met onze kleine parkietjes, zullen we toch degelijk rekening dienen te houden met de nieuwe standaard die ondertussen is samengesteld door de bevoegde commissie. Zie hierna de NIEUWE STANDAARD voor de KLEINE GRASPARKIETEN:
De KEURINGEN van de KLEINE GRASPARKIET
Hier dan het voorontwerp van de standaard voor de Kleine Grasparkiet:
FORMAAT:
De kleine grasparkiet heeft een lengte van max. 18 cm, gemeten van de kruin tot de punt van de staart.
TYPE:
De vogel moet een sierlijke, slanke gestalte vertonen. De ruglijn moet nagenoeg recht zijn maar desondanks toch iets naar binnen gebogen (kleine knik). Het breedste punt van de vogel ligt ter hoogte van de vleugelbochten, het blijft steeds een smal type.
NEK:
Bij de vleugelbochten is er een kleine inval , naar de wat spitse kopvorm. De nek is enigszins lang te noemen.
STAART:
De staart is recht en compact, hij bestaat uit 12 geheel volgroeide staartpennen. Deze lange staart, waarvan de middelste veren ver voorbij de andere uitsteken, is trapvormig, zodat de buitenste paar pennen slechts een derde deel is van de lengte van de middelste verlengde pennen. De lengte van de verlengde staartpennen is ongeveer 10 cm en moet in verhouding tot het lichaam staan.
HOUDING:
De Kleine Grasparkiet moet een fiere en natuurlijke houding aannemen, onder een hoek van 30° t.o.v. de stok. De vogel mag niet de indruk wekken onrustig te zijn. De vogel dient stevig op zijn poten te staan en wel zodanig dat het onderlichaam ruim vrij van de stok dient te blijven.
CONDITIE:
Is een eerste vereiste, Wanneer de vogel niet in conditie is kan hij nooit een hoge waardering krijgen. De perfecte conditie kan worden vastgesteld als een vogel geheel bevederd is. De bevedering dient de glans te vertonen, die getuigt van een goede gezondheid en showvoorbereiding.
VLEUGELS:
Deze moeten strak gedragen worden, zonder te kruisen, tot net boven de stuit. De vleugellengte moet in verhouding staan tot het lichaam en wel in de verhouding 45/100. De vleugellengte wordt gemeten vanaf de vleugelbocht tot de punt van de langste primaire vleugelpen. Zeven primaire vleugelpennen dienen geheel volgroeid zichtbaar te zijn.
KOP:
De kop is enigszins spits en dient smal en klein te zijn, zonder voorhoofdswelving. Dit van zowel het vooraanzicht als de zij het zijaanzicht.De achterkop mag geen aanvulling vertonen doch geleidelijk over over te gaan in een iets kleinere knik en vervolgens in de ruglijn. Vanaf de neusdoppen loopt de lijn van de kopvorm direct naar achteren over de kop om daar vloeiend aan te sluiten op de ruglijn.
OGEN:
Deze moeten helder, vrijmoedig en goed geplaatst zijn vanaf het voorfront, achterschedel en de bovenkant van de kop. De ogen dienen duidelijk zichtbaar te zijn, zowel in het vooraanzicht als inhet zijaanzicht. De ogen steken, als het ware uit de kop.
SNAVEL:
De bovensnavel is volledig zichtbaar. De snavel is eerder hoger dan langer, aan de zijden en aan de bovenkant afgerond. De bovensnavel is bijna loodrecht naar beneden gebogen, de onderkant diep ingekerfd, vervolgens tot een spits versmald en ver reikend tot over de ondersnavel. De laatste evenhoog als de bovenkant en aan de voorkant afgerond.De snavel dient verder gaaf te zijn en moet iets vooruitstekend gedragen worden en mag beslist niet in de bevedering worden weggetrokken.
NEUSDOP:
Aan de snavelbasis bevindt zich de neusdop. Dit is een wasachtige verdikte huid waarin zich de twee neusgaten bevinden. Deze washuid dient bij de man geheel glad te zijn, die van de pop kan iets ruwer zijn.
POTEN:
De poten zijn dun, slank en naar verhouding hoog en voorzien van lange tenen en nagels. Deze dienen recht, stevig en geschubt te zijn met 2 tenen naar voor en 2 tenen naar achter. Deze tenen zijn voorzien van een licht gebogen nagel. De tenen dienen de zitstok stevig te omklemmen.Ten opzichte van de gehele vogel zijn de tenen vrij lang.
MASKER en KEELSTIPPEN:
Het masker dient kort te zijn met daarin 6 regelmatig verdeelde keelstippen die niet te grootmogen zijn en dienen in verhouding te staan met het kleine masker. De keelstippen dienen druppelvormig te zijn.
Voor de kleur en tekening wordt verwezen naar de standaard van overige grasparkieten.
|