 
DE S N E E U W V I N K. . .
Zijn wetenschappelijke benaming is: Montifringilla nivalis
Vroeger sprak men van Sneeuwmussen maar tegenwoordig houdt men het algemeen bij sneeuwvinken, het zijn echte vogels uit het hooggebergte en leven er in kleine groepjes, vaak geïsoleerd van elkaar. Tijdens de winter zakken ze af naar de lagere gebieden waar ze hun voedsel vinden. In België en Nederland is het een uiterste zeldzaamheid om deze dwaalgast tegen te komen. Man en pop hebben geen uitgesproken geslachts diformisme, de pop is over het algemeen toch wel iets doffer van kleur en heeft ook wat minder wit in de vleugels, haar befje is ook wat minder contrastrijk dan bij de man. Broeden doen ze in de nauwe rotsspleten of onder rotsblokken, alsook in muurgaten van ruïnes. Sneeuwvinken leggen meestal 4 à 5 witte eieren en in normale omstandigheden twee broedsels per jaar (van april tot juni). Kweek in de volière: Beweren dat deze vinken veel gekweekt worden zou echt overdreven zijn. Bij mijn weten zijn er maar enkele kwekers die hierin zijn geslaagd. Erg verwonderlijk is dat zeker niet wegens de moeilijkheidsgraad ervan.
Een kweker vertelde ons dat hij vroeger eens een koppel Sneeuwvinken op de kop had kunnen tikken. Na enkele dagen in een ruime kooi te hebben doorgebracht, om te controleren of ze wel gezond waren, bleek alles in orde te zijn. Dus werden ze in een vrij grote volière geplaatst met een lengte van 8 meter, 3 meter breed en 2,30 meter hoog. In een dergelijke volière komen ze niet alleen goed tot hun recht, ze hebben ook ter beschikking wat ze willen. Ze zitten nl. graag op de grond om er rond te lopen, in de klassieke boxen is dat nogal moeilijk omdat ze dan praktisch recht omhoog moeten vliegen om op hun zitstok te geraken. Deze kweker heeft er nog wat meerdere vogels in die volière rondvliegen, dit gaf echter wat problemen want die vogels hadden beduidendschrik van de Sneeuwvinken die toch vrij groot zijn. Vooral de vleugels zijn groot in verhouding met hun lichaam. Het heeft lang geduurd eer de vogels door hadden dat de Sneeuwvinken geen bedreiging vormden voor hen. Omdat Sneeuwvinken in rotsspleten broeden werd er naar een alternatief gezocht, enkele betonstenen, bestaande uit 2 vakken werden omgebouwd tot nestkast. In het tussenschot werd een opening gemaakt zodat de vogels van het ene vak naar het andere konden.Vooraan werdt een plankje bevestigd met een vlieggat van 5 cm doorsnede. Belangrijk is, dat de Sneeuwvinken in hun nestkast kunnen lopen want erin vliegen zoals onze mezen, dat kunnen ze niet. Op verschillende hoogten werden enkele nestkasten opgehangen en er werden er ook enkele op de kweekkooien geplaatst die zich in de volière bevonden. De voeding; wat zaadmengelingen betreft hadden ze de keuze in overvloed. In de volière vlogen ook nog groenvinken, botvinken, ringmussen, Japanse Nachtegalen, bandvinken, kruisbekken, barmsysjes en sysjes. Voor alle vogels had ik eetbakjes staan met hun eigen mengeling voor wildzang, kanaries, exoten, paté en trosgierst. Voor elk wat wils dus en zo hadden de sneeuwvinken een ruime keuze. Ze kregen ook veel onkruiden, naar gelang de natuur deze kon bieden in die periode van het jaar. De Sneeuwvinken hadden het echt naar hun zin en begonnen nest te maken in een betonnen nestkast. Ze gebruikten hiervoor vooral droog gras, dunne twijgjes, en wortels, de binnenbekleding maakten ze van pluimen en veertjes van de andere vogels. Er werden 3 witte eieren gelegd die alleen door de pop bebroed werden. Na dertien dagen lagen er 3 jongen in het nest, de zesde dag werden ze geringd met 3,2 mm ringen, dit gaf geen problemen want ze lieten nestcontrole goed toe. Bij het uitvliegen leken ze erg op hun moeder maar dan met een vleeskleurige snavel. Tijdens de kweek hadden ze volop de beschikking over insecten zoals, meelwormen,buffalowormen, miereneieren maar ook slakjes, spinnen en sprinkhanen.
Door de rust die deze vinken uitstralen zijn het ideale volièrevogels. Omdat de Belgische wetgeving, omtrend het wel of niet mogen houden van de sneeuwvinken heeft de kweker de oudervogels en de jongen weggegeven aan een Italiaanse liefhebber. Daar mochten ze vrij gehouden worden. Nu mogen ze ook in België gehouden worden mits ze in orde zijn met de databank en dat ze legaal in uw bezit zijn.
|