  
Ik ben een GRASPARKIETJE
met fantasie..
=======================================================
In dit artikel gaan we het nu eens niet hebben over de soorten of de verschillende kleurmutaties bij de grasparkieten. Iedereen kent zowat het kleine parkietje dat je destijds op de kermissen kon winnen bij sommige spelletjes of tombola's. De grasparkiet nog eens uitvoerig omschrijven is volgens mij dan ook zinloos. Bij een volgende gelegenheid zullen we het nog wel eens hebben in de evolutie die de grasparkiet heeft ondergaan de laatste jaren. Indien we het nu zouden gaan hebben over de verschillende kleurmutaties en/of speciale kenmerken van deze vogel, dan zou mijn blog veel te weinig ruimte hebben en zouden we enkele dagen zoet zijn vrees ik.
Nee, we gaan het deze keer enkel houden bij een ander belangrijk thema bij de grasparkieten, n.l.: "Het BROEDPROCES" bij deze kromsnaveltjes.
Dit proces omvat in feite 3 verschillende stadia n.l.:
- 1 - Regeneratieperiode (Rustperiode)
- 2 - Acceleratieperiode (Voorbereidingsperiode op de kweek)
- 3 - Culminatieperiode (De parings- en broedperiode)
1 - De REGENERATIEPERIODE: (Rust)
In de regeneratieperiode veranderende testikels van de man qua structuur en er worden dan geen hormonen geproduceed. Ook de geslachtsdelen van de pop veranderen en worden kleiner. Externe stimulatoren, zoals het licht, de voeding e.d. hebben dan geen enkele invloed meer op de geslachtsdrift der grasparkieten. De vogels zijn op dat moment volledig buiten conditie en hebben volstrekte rust nodig. Komen de vogels in deze periode te kort aan aan de noodzakelijke rust, dan zal dit ongetwijfeld zijn weerslag kennen en laten blijken in het komende kweekseizoen. Een grasparkietenkweker moet daarom dan ook de volle aandacht besteden aan deze maatregelen in deze periode.
2 - De ACCELERATIEPERIODE: ( Voorbereidingsperiode)
Gedurende deze periode groeien de geslachtsorganen geleidelijk terug naar hun normale proporties. Dit zal geschieden onder invloed van het licht, de voeding e.d. Bij het verlengen van het daglicht verwekken wij kunstmatig de voorbereidingsperiode op de kweek. De daglichtlengte is van grote invloed op de groei van de geslachtsklieren, zowel bij de man als bij de pop. Zij nemen van ca. 50 tot 1500 maal toe in gewicht. De geslachtsklieren zijn tijdens de rustperiode zeer klein en hebben een gewicht van ongeveer 1 miligram. Wanneer de geslachtsklieren hun maximale grootte hebben bereikt en zij op volle kracht geslachtshormonen produceren zullen zij hun conditie peil ook bereiken. Houdt men de mannen en de poppen gescheiden dan zal de voorbereidingsperiode zeer snel verlopen. Tijdens de voorbereidingsperiode wordt de grasparkiet in gereedheid gebracht om te paren en om eieren te leggen.
3 - De CULMINATIEPERIODE: (Bevruchtingsperiode)
In de bevruchtingsperiode dient de paring plaats te vinden. De grasparkiet maakt een dergelijke conditiepiek twee maal mee, n.l. omstreeks februari en een tweede keer in de maand april-mei. Dit is echter afhankelijk van het milieu waarin hij verblijft. Tijdens deze periode zijnzowel de man als de pop klaar voor de paring en zal er meestal een goede bevruchting van de pop door de man mogelijk zijn. Tot zover een korte samenvatting van de drie periodes die elk jaar plaats vinden. Dan kom ik nu terug op de vraag: "Hoe kunnen we zien dat de grasparkieten in broedconditie zijn" ? Wel nu, mannetjes in broedconditie hebben blinkende neusdoppen, heldere ogen en vertonen tegenover elkaar een imponerend gedrag. Opvallend aan de ogen is het snel groter en kleiner worden van de pupillen, veelal een teken van opgewondenheid.
Poppen in broedconditie worden knaaglustig en knagen aan alle hout wat ze te pakken kunnen krijgen. Ze zijn levendiger dan anders en vertonen een bepaalde onrust. Zij hangen en knagen aan het houtwerk, maar het meeste kunnen we het aan hun houding en hun ogen zien. Vooral wanneer u met bijvoorbeeld uw nagel op het houtwerk krabt of tikt, dan is alles één en al aandacht. Net als bij de mannen worden ook de pupillen bij de poppen snel groter en kleiner. De ogen van de vogels staan fel in de kop en stralen. Sommige poppen krijgen diepbruine neusdoppen, hetgeen trouwens lang niet altijd een zeker bewijs van broedrijpheid is, zo is toch gebleken uit bepaalde studies.
Enkele WETENSWAARDIGHEDEN bij de KWEEK...
Allereerst wil ik er uw aandacht speciaal op vestigen dat de gebruikte kweekvogels op zijn minst 9 maanden oud hoeven te zijn om ingezet te worden als kweekvogel (liefst nog iets ouder). Pas wanneer de mannen en de poppen in de optimale broedconditie verkeren kunnen we ze samen zetten voor de kweek. Soms is dit wel moeilijk want we willen zo snel mogelijk aan de kweek beginnen. Wanneer de vogels echter nog niet volledig klaar zijn wanneer we ze koppelen zal je dit merkelijk ondervinden tijdens de komende kweek. In dit geval zullen er merkelijk minder jongen groot gebracht worden dan in normale omstandigheden. Zo zul je de beoogde tijdwinst duur moeten betalen en zal je meer verlies hebben dan de vooropgestelde tijdswinst in de kweekperiode.
|